Search

Κηρύγματα

Onderwerp 9: Romeinen (commentaren over Romeinen)

[Hoofdstuk 3-1] Inleiding over Romeinen Hoofdstuk 3

Paulus zei dat het ongeloof van de mensen het geloof van God niet teniet zou doen. Voortbordurend op hoofdstuk 2 wees de Apostel Paulus er in dit hoofdstuk op, dat de Joden geen voordeel op de Heidenen hadden. In dit hoofdstuk vergelijkt Paulus de Wet en Gods wet van gerechtigheid voordat hij sprak over de wet van Gods gerechtigheid die zondaars toestaat Zijn gerechtigheid te ontvangen en hen naar het ware leven leidt. Hij benadrukt in dit hoofdstuk ook dat de zaligmaking van zonde, niet door onze daden komt, maar door het geloof in Gods gerechtigheid.
De Apostel Paulus zei dat zelfs als de Joden en andere mensen niet in Gods gerechtigheid geloven, hun ongeloof Zijn gerechtigheid niet zonder effect maakt. God kan niet liegen en het geloof van Zijn gerechtigheid zal niet verdwijnen. Het zal niet teniet worden gedaan alleen maar omdat de Joden niet in Zijn gerechtigheid geloven.
De gerechtigheid van God waarover Paulus predikte, kan niet teniet worden gedaan alleen maar omdat mensen niet geloven. Wie in de zaligmaking, die God de zondaars gaf, gelooft, ontvangt de gerechtigheid van God en deze gerechtigheid is volmaakter dan de menselijke moraal of gedachte.
Paulus beschuldigde diegenen die niet in Gods gerechtigheid geloofden, ervan dat ze van Hem een leugenaar maken. God zei dat Hij de mensen volledig van hun zonden redde door Zijn gerechtigheid, maar zij geloofden hier niet in. Daarom werd Hij tot een leugenaar gemaakt. Gods gerechtigheid wordt echter niet beïnvloed door hun ongeloof. 
 


Hoe wordt Gods gerechtigheid geopenbaard?

 
Zij die niet in Gods gerechtigheid geloven zullen voor hun zonden veroordeeld worden. We kunnen Gods gerechtigheid alleen bevestigen met de zaligmaking die Hij geeft. Zij die in Zijn gerechtigheid geloven, ontvangen de vergeving van zonden en verkrijgen het eeuwige leven. Daarom kan iedereen gezegend worden door in het geloof van Gods gerechtigheid te geloven.
Gods gerechtigheid is niet vals, maar waar. Iedereen is een leugenaar voor God. Maar God werkt zoals Hij beloofde en Hij vervult de belofte. Daarom wint Gods trouw over de menselijke leugens. Mensen moeten in Gods gerechtigheid geloven. God verandert niet wat Hij zei, terwijl mensen vaak hun houding veranderen op basis van hun indirecte oordelen. God houdt Zich altijd aan wat Hij de mensheid heeft gezegd.
Romeinen 3:5 verklaart, “Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen?” De ongerechtigheid van de mensheid onthuld de gerechtigheid van God.
Gods gerechtigheid wordt verder geopenbaard door onze zwakheid. Dit komt omdat, zoals beschreven, Jezus Zelf rechtvaardig handelde om zondaars van al hun zonden te redden. Daarom schijnt Gods gerechtigheid nog helderder vanwege de zwakheden van de mensen. Deze waarheid kan in het evangelie van het water en de Geest, die gevuld is met Gods gerechtigheid, gevonden worden. De reden hiervoor is dat alle mensen zondigen tot de dag waarop zij sterven en Gods liefde is groter dan deze zonden. Gods liefde redt alle kwetsbare zondaars van hun zonden.
Onze Heer overwon alle zonden van de wereld en voltooide Zijn zaligmaking door de vergeving van zonden. Niemand kan een zondeloos leven leiden. Omdat het de bedoeling was dat mensen naar de hel gaan, zorgt God voor hen met Zijn liefde en dit is Zijn gerechtigheid.
Wij mensen waren leugenaars vanaf de dag dat we werden geboren en verwierpen Gods gerechtigheid door niet in Zijn woorden te geloven. De mensheid stond op het punt verdoemd te worden voor God omdat geen van hun daden acceptabel waren in het aangezicht van God. Maar God redde ons van onze zonden met Zijn liefde omdat Hij medelijden met ons had. Alle mensen moesten naar de hel gaan omdat zij door Satan misleid waren en ze allemaal gezondigd hadden. God stuurde echter Zijn eniggeboren Zoon om de mensen uit de handen van de duivel en de macht van de duisternis te redden.
De Apostel Paulus zei dat de mens kan proberen zich elke dag goed te gedragen, maar hij/zij kan er niets aan doen om zijn/haar hele leven te zondigen. De slechtheid van die persoon zal echter Gods gerechtigheid en liefde verder openbaren. In werkelijkheid hebben mensen geen gerechtigheid en dus hebben ze een boodschapper als de Apostel Paulus nodig. Hij kende en ontving Gods gerechtigheid, en had dus de inwoning van de Heilige Geest. Daarom kon hij Zijn gerechtigheid prediken.
 


Het evangelie dat Paulus predikte was gebaseerd op Gods gerechtigheid

 
Het evangelie dat Paulus predikte was gebaseerd op Gods gerechtigheid. Paulus moest het evangelie prediken omdat God van de zondaars hield en hun van hun zonden redde. Gods liefde van zaligmaking ligt in het evangelie van het water en de Geest. Daarom hangt de vergeving van zonden van ons geloof in Gods gerechtigheid af. Het probleem is echter dat mensen over het algemeen denken dat ze deugdzaam moeten leven om voor God gered te worden. Mensen kunnen niet goed zijn op basis van hun instincten; uiterlijk goed zijn, wordt alleen een hindernis bij het aanvaarden van Gods gerechtigheid. Mensen moeten hun vaste gedachten om deugdzaam te leven afbreken om het evangelie van de geestelijke besnijdenis, die God gaf, te aanvaarden. 
Niemand op aarde kan werkelijk goed zijn. Hoe kunnen zondaars dan van al hun zonden gered worden? Zij moeten de gedachten dat zij goede levens moeten leiden om gered te worden, verwerpen. Veel mensen weigeren hun gedachten en normen op te geven; daarom kunnen zij niet volledig van hun zonden worden gered. Gods gerechtigheid, die geopenbaard wordt in het evangelie van de geestelijke besnijdenis, maakte ons ervan bewust hoe onze ongerechtigheid alleen diende om Gods liefde te demonstreren en om te laten zien hoe groot Zijn gerechtigheid is. Daarom zijn zij die in Gods gerechtigheid geloven, trots op Zijn gerechtigheid en niet op hun eigen. De rechtvaardigen scheppen alleen maar over Gods gerechtigheid op, en verheffen Zijn gerechtigheid in de hoge, omdat het van God komt.
De Apostel Paulus leert de rol van de wet aan legalisten die geloven dat zij naar de Hemel zullen gaan als zij goede daden verrichten, maar als zij geen deugdzaam leven leiden nadat ze in Jezus zijn gaan geloven, kunnen zij nooit Gods gerechtigheid bereiken. De wet is net als een spiegel die de menselijke zonden onthult. Paulus leert dat mensen koninklijk geloof hebben en dat hun geloof verkeerd is. Dit is de leer van Paulus en zijn leiding naar Gods gerechtigheid.
Paulus spreekt tot diegenen die valse leraren volgen, die denken dat zij niet rechtvaardig en zondeloos kunnen zijn nadat ze in Jezus zijn gaan geloven. Hij leert ongelovigen in Gods gerechtigheid te geloven en vrij te zijn van veroordeling. Paulus zegt dat diegenen die niet in de zaligmaking van Jezus’ water en bloed geloven, onder het oordeel staan en omdat zij niet in God geloven, is het juist dat ze worden veroordeeld. Hij zegt dat zondaars terug moeten keren naar Gods gerechtigheid en zij moeten Zijn gerechtigheid ontvangen om verlost te worden van het vreselijke oordeel. 
 


Kunnen we dan meer zondigen omdat we in Gods gerechtigheid geloven?

 
Vers 7 verklaart, “Want indien de waarheid Gods door mijn leugen overvloediger is geworden, tot Zijn heerlijkheid, wat word ik ook nog als een zondaar geoordeeld?” Als we zondeloos worden genoemd, kunnen we dan vrij zondigen? Paulus demonstreert dit punt. Omdat God u met Zijn gerechtigheid redde, heeft u dan de toestemming om zomaar te liegen? Als u dat gelooft, moet u weten dat u Gods gerechtigheid niet kent en dat u Zijn gerechtigheid lastert.
Zelfs vandaag de dag zijn er veel mensen die in hun hart over Gods gerechtigheid lasteren; het verschilt niet veel van vroeger. Paulus schreef dit Schriftgedeelte bijna 2000 jaar geleden en zelfs toen waren er mensen die verwikkeld waren in hun eigen manier van denken.
Nog steeds begrijpen de meeste christenen, die nog niet wedergeboren zijn, het verkeerd; dat als iemand zondeloos wordt, hij/zij met opzet zonden zou kunnen begaan. Zij die niet wedergeboren zijn lasteren over de rechtvaardigen, die wedergeboren zijn uit het water en de Geest, volgens de gedachten van hun vlees en zij spreken slecht over de wedergeboren heiligen. Nominale christenen lasteren over de ware wedergeboren christenen met hun ongelovige gedachten. Het ware geloof kan niet door het menselijke vlees begrepen worden. Zonde is iets dat u uw hele leven begaat. Zowel de rechtvaardigen als ook de onrechtvaardigen zondigen onvermijdelijk. Zij die echter Gods gerechtigheid verwerpen, zijn met zonde, terwijl diegenen die erin geloven zonder zonde zijn.
Paulus zei tegen de ongelovigen, “Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal hun ongelovigheid het geloof van God te niet doen? Dat zij verre.” (Romeinen 3:3-4) Alleen omdat de mensheid niet in Gods gerechtigheid gelooft, kan hun ongeloof Zijn gerechtigheid niet tenietdoen. Als een persoon in Gods gerechtigheid gelooft, is hij/zij gered. Als de persoon dat echter niet doet, kan hij/zij Zijn gerechtigheid niet ontvangen. Zo is dat. Gods gerechtigheid zal voor altijd standvastig zijn. Zij die naar de hel gaan, geloven niet in Jezus’ doopsel en bloed en zullen nooit in staat zijn hun zonden te reinigen. Gods gerechtigheid, die de gelovigen naar de wedergeboorte leidt, zal nooit tenietgedaan worden alleen maar omdat de mensen er niet in geloven.
 

Het verkrijgen van Gods gerechtigheid is onafhankelijk van menselijke inspanningen
 
Het verkrijgen van de gerechtigheid van onze Heer heeft niets met onze menselijke inspanningen te maken. Het houdt eenvoudigweg verband met ons geloof in de waarheid dat Gods gerechtigheid de verlossing van onze zonden is. Een persoon die in de waarheid van het water en de Geest gelooft, ontvangt Gods gerechtigheid door geloof, maar iemand die niet in Gods gerechtigheid gelooft, ontvangt het oordeel volgens de waarheid van Gods woorden. 
Daarom zond God Jezus naar deze wereld en maakte van Hem een struikelblok en een steen des aanstoots voor diegenen die ongehoorzaam zijn aan Gods gerechtigheid. Er zijn veel mensen die vrijwillig om de hel vragen omdat zij niet in Gods gerechtigheid willen geloven, ook al gaf Jezus, een struikelblok en steen des aanstoots, hun de gerechtigheid van God door hun Verlosser te worden. Zelfs de slechtste persoon is een manier gegeven om rechtvaardig te worden en het eeuwig leven te verkrijgen. Zelfs een person die veel goede werken doet, kan niet van de vernietiging worden verlost als hij/zij niet in Gods gerechtigheid gelooft, waardoor hij/zij de vergeving van zonden ontvangt en wedergeboren wordt.
Omdat het loon van de zonde de dood is, zal iedereen met zonde veroordeeld worden. Jezus wordt een struikelblok en een steen des aanstoots voor diegenen die proberen hun eigen gerechtigheid te vestigen en de Hemel binnen te gaan zonder in Gods gerechtigheid te geloven. Daarom is de reden dat mensen geruïneerd worden, hoewel ze op de een of andere manier in Jezus geloven, omdat zij niet in Zijn gerechtigheid geloven. 
Sommige mensen zeggen dat zij zondaars zijn die gered zijn van hun zonden, maar er bestaat niet zoiets als een ‘geredde zondaar.’ Hoe kan iemand weer een zondaar worden nadat hij/zij van de zonde gered is? Iemand is zondeloos als hij/zij van de zonde gered is, en iemand is met zonde als hij nog niet de zaligmaking van de zonde ontvangen heeft. Er zal geen enkele persoon met zonde in het Koninkrijk van de Hemel zijn. God zegt, “Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen” (Psalmen 1:5).
Mensen stellen zichzelf de grote vraag hoe ze rechtvaardig kunnen worden terwijl ze dagelijks zondigen. Ze hoeven zich daar echter helemaal geen zorgen over te maken. Rechtvaardig worden door in Gods gerechtigheid te geloven is alleen mogelijk omdat de Heer reeds alle zonden van de wereld, samen met hun toekomstige zonden, op Zich nam door het doopsel in de Jordaan te ontvangen en te sterven aan het Kruis, en daarmee alle gerechtigheid van God te vervullen. Zondaars kunnen alleen rechtvaardig worden door in Gods gerechtigheid te geloven. Bent u nog steeds een schuldenaar zelfs als al uw schulden al zijn afbetaald?
Onze Heer elimineerde al onze zonden met Zijn gerechtigheid. De Heer heeft diegenen gered die volledig geloof in het evangelie van het water en de Geest hebben, dus er is geen veroordeling voor hen, hoe zwak ze ook mogen zijn. We kunnen allemaal rechtvaardig worden door in Gods gerechtigheid te geloven.
 

Menselijke gedachten leiden ons naar de dood
 
Menselijke gedachten leiden ons naar de dood en zij komen voort uit de vleselijke geest. Geestelijke gedachten komen voort vanuit het geloof in Gods gerechtigheid. Het is mogelijk voor de duivel om de menselijke gedachten te domineren. Menselijke wezens hebben geen andere keuze dan met hun vlees te zondigen. Een persoon die echter gelooft in Gods gerechtigheid, wordt rechtvaardig door het geloof in het doopsel en het bloed van Jezus. Men kan niet rechtvaardig worden door het begaan van zonden te vermijden. Men kan niet volledig zondeloos worden door een lichamelijke transformatie te ondergaan om een heilige staat te bereiken. Het is dwaas voor een christen om te denken dat hij/zij de Hemel kan binnengaan door een heilig persoon te worden die nooit zonde begaat voor God.
We kunnen in één keer van onze zonden worden gered door in Gods gerechtigheid te geloven. Bovendien kan elke zondaar volledig van zijn/haar zonden worden gered als hij/zij in de genade van het evangelie van het water en de Geest gelooft, wat ertoe leidt dat gelovigen wedergeboren worden. Vanuit menselijk oogpunt lijkt het voor iemand onmogelijk om zondeloos te worden. Het is echter mogelijk door het geloof in het woord van God. Men kan niet leven zonder te zondigen door het menselijk lichaam, maar iemands hart wordt zondeloos als men oprecht in de gerechtigheid van God gelooft. Menselijke lichamen moeten hun verlangens bevredigen en het is onmogelijk voor lichamen om zich ervan te weerhouden te zondigen, omdat ze constant hunkeren naar genot. God spreekt de waarheid; men kan alleen rechtvaardig worden door geloof in het evangelie van het water en de Geest te hebben, dat onze Heer heeft gegeven. We kunnen het Koninkrijk van de Hemel niet binnengaan door goede daden met ons vlees te doen. We kunnen de Hemel alleen binnengaan door in de gerechtigheid van God te geloven.
 

Er is een verschil tussen een spirituele geest en een vleselijke geest
 
Vleselijke geesten kunnen de waarheid niet begrijpen dat ze in staat zijn om de rechtvaardigen, de wedergeboren christenen te worden, omdat ze denken dat zelfs als iemand berouw heeft van zijn/haar overtredingen, hij/zij de volgende dag opnieuw zal zondigen. 
Maar ook al is het voor een persoon niet mogelijk om rechtvaardig te worden door menselijke daden, is het perfect mogelijk door Gods gerechtigheid. Dit komt doordat iemand Zijn gerechtigheid kan ontvangen door in Jezus’ doopsel en Zijn bloed te geloven. Gods gerechtigheid is in staat de zonden van alle mensen te elimineren. Het stelt ons in staat rechtvaardig te zijn en God onze Vader te noemen. Daarom moet u weten dat het ware geloof begint bij het geloof in Gods gerechtigheid. Het ware geloof begint niet met de vleselijke geest, maar met het geloof in de woorden van de waarheid.
Veel mensen die niet wedergeboren zijn, kunnen niet ontsnappen aan hun eigen gedachten omdat ze er altijd in opgesloten zitten. Deze mensen kunnen nooit zeggen dat ze rechtvaardig zijn geworden omdat ze alleen met vleselijke gedachten denken, ook al zeggen ze dat ze in Jezus geloven. Men kan alleen zeggen dat hij/zij zondeloos is voor Jezus als hij/zij gelooft in de woorden van de geestelijke besnijdenis, die Gods gerechtigheid bevat.
Daarom, als een persoon Gods gerechtigheid wil ontvangen, moet hij/zij luisteren naar de woorden van waarheid van de werkelijk wedergeborenen en er met zijn/haar hart in geloven. De Heilige Geest woont in elke heilige die in Gods gerechtigheid gelooft. Ik hoop dat u, broeders, deze waarheid in gedachten houdt. Als u werkelijk de zegening van de wedergeboorte wilt ontvangen, zal God u toestaan een wedergeboren persoon te ontmoeten die in Zijn gerechtigheid gelooft.
 

U zegt dat niemand rechtvaardig is?
 
Vers 9 en 10 verklaren, “Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben tevoren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn. Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een.” Er staat geschreven dat niemand rechtvaardig is, nee niet een.
Wat betekent dit? Spreken deze woorden over onze staat vóór of na onze wedergeboorte? We zijn zondaars voordat we wedergeboren worden. De woorden “er is niemand rechtvaardig” verwijst naar de staat voordat Jezus het ambt vervulde om alle zonden van de wereld te elimineren. Men kan niet rechtvaardig worden zonder in Jezus te geloven.
Daarom zijn de woorden ‘geleidelijke heiligmaking’ ontstaan door mensen die ketterse religies of afgoden dienden. “Er is niemand rechtvaardig, ook niet een.” Denkt u dat een zondaar rechtvaardig kan worden door zichzelf te trainen en herop te voeden? Men kan niet op eigen kracht rechtvaardig worden. 
“Er is niemand rechtvaardig, ook niet een.” Er is niemand die rechtvaardig zal worden of rechtvaardig is geworden door zijn eigen fatsoenlijke leven. Er is geen enkele persoon die zondeloos is geworden door zijn/haar eigen inspanningen. Het is alleen mogelijk door het geloof in de geestelijke besnijdenis die Gods gerechtigheid bevat.
Vers 11 verklaart ook, “Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.” Er is niemand die zijn/haar eigen kwaad begrijpt. Met andere woorden, er is niemand die begrijpt dat hij/zij diegenen is die naar de hel gestuurd wordt. Een zondaar is zelfs niet in staat te begrijpen dat hij/zij een zondaar is. Een zondaar leeft terwijl hij niet eens duidelijk begrijpt dat hij/zij naar de hel zal gaan vanwege zijn/haar eigen zonden. Daarom moet zo iemand proberen de zaligmaking van de zonden te ontvangen door te begrijpen dat hij/zij het verdient om naar de hel te gaan vanwege zijn/haar zonden. Er is echter niet één die iemands zondige aard begrijpt voor God of zijn/haar lot om naar de hel te gaan. 
Zijn we winstgevende of niet-winstgevende wezens voor God? De hele mensheid is nutteloos totdat zij wedergeboren zijn. Ook al zijn we allemaal rechtvaardig geworden dankzij Hem, waren wij niet ooit mensen die tegen God vochten, weigerden in de waarheid te geloven en Hem zelfs de schuld gaven?
Hoe kan een zondaar God dan verheerlijken? Hoe kan een zondaar, die niet eens zijn/haar eigen probleem van de zonden heeft opgelost, God prijzen? God prijzen in de staat van een zondaar kan geen ware aanbidding zijn. Hoe kan een zondaar ooit God loven? Een zondaar kan God nooit verheerlijken, en Hij accepteert niets van zo’n persoon.
Tegenwoordig hebben zich lof diensten over de hele wereld verspreid. Echter, alleen diegenen die in Gods gerechtigheid geloven, kunnen hem prijzen. Denkt u dat God blij zal zijn met het lof van een zondaar? Het lof van een zondaar is als het offer van Kaïn. Waarom zou God het betekenisloze lof en de zondige harten van zondaars accepteren?
Vers 12 verklaart, “Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe.” De zondaars die afgeweken zijn, kennen de grote werken die God voor hun gedaan heeft niet en geloven niet in Hem of het Woord van de waarheid. Bovendien, weigeren de zondaars niet alleen om Gods woord hoog te houden of erin te geloven, maar zij denken altijd aan vleselijke neigingen die gebaseerd zijn op hun eigen gedachten. Dus kunnen zij nooit onderscheiden tussen wat goed en slecht is voor God.
Een juist oordeel is alleen mogelijk door de woorden van waarheid, die Gods gerechtigheid bevatten. Goede beslissingen en juiste oordelen kunnen alleen binnen Gods gerechtigheid worden genomen. U moet weten dat alle wettige oordelen niet in mensen rusten, maar in Gods gerechtigheid. Menselijke gedachten hebben zich allemaal afgewend en Gods gerechtigheid verworpen. Mensen zeggen, “Ik denk op deze manier en geloof volgens mijn eigen gedachten, het maakt niet uit waar de Bijbel over spreekt.” Maar ik hoop dat u beseft dat iemand die zijn eigen gedachten niet verwerpt zoals deze, iemand is die Gods gerechtigheid verwerpt met zijn eigen egocentrische koppigheid. Door op deze manier te denken, kan iemand niet terugkeren naar Gods gerechtigheid.
 

Het vleselijke denken leidt iemands geest naar de dood
 
Iemand die niet wedergeboren is, is zijn eigen rechter. Dit soort mensen geven niet echt om wat er in Gods woorden geschreven staat, maar in plaats daarvan, als iets anders is dan hun eigen gedachten, zeggen ze dat het verkeerd is en zijn ze het alleen eens met een deel van de woorden die met hun eigen gedachten overeenkomen. De Bijbel verklaart dat mensen zich afwendden tot hun eigen gedachten en egocentrisme. Als iemand hoopt op de meest juiste manier van zijn/haar zonden verlost te worden, heeft hij/zij de gerechtigheid van God nodig. Wat is dan Zijn gerechtigheid?
Gods rechtvaardigheid is Gods gerechtigheid en u moet weten dat het Woord van God het criterium is voor de rechtvaardige gerechtigheid van God. “In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God” (Johannes 1:1). Wie is die Persoon die “het Woord” wordt genoemd? Wie is de Persoon die bij God de Vader en de Heilige Geest was? Hij is onze Verlosser, Jezus Christus. Jezus Christus werd onze Verlosser en de Koning der koningen. Jezus is God.
In Johannes werd gezegd dat het Woord in het ‘beginne was,’ en het Woord was met God. Ja, de Heer Jezus is onze Verlosser. Het Woord is God en Hij is het ‘uitgedrukte beeld Zijner zelfstandigheid’ (Hebreeën 1:3). De Verlosser is God. Daarom, omdat het Woord God Zelf is, zijn Zijn woorden van gerechtigheid anders dan de gedachten van ons mensen. U moet zich realiseren dat zondaars Gods gerechtigheid durven te begrijpen door hun eigen waarnemingsvermogen wanneer ze onwetend zijn in Zijn gerechtigheid. Iemand die vaststaat door het geloof in Gods gerechtigheid, is een winstgevend persoon die goed door God zal worden gebruikt. Iemand die vaststaat en het woord van God vasthoudt, is een persoon van geloof en is nuttig in het bijzijn van God. Deze persoon is ook gezegend.
Alle mensen vechten tegen God met hun eigen gedachten en zonden. U moet weten dat iemand die doet alsof hij heilig en goed is, of doet alsof hij vriendelijk is en medelijden heeft met anderen, allemaal hypocriete daden zijn die voortkomen uit menselijke gedachten die God bedriegen. Doen alsof u goed bent, is tegen God ingaan. Niemand is goed behalve Hij. Als een christen de liefde die Hij volbracht en Zijn gerechtigheid van zaligmaking niet accepteert zonder wedergeboren te zijn, is dat tegen God en ongehoorzaam aan de waarheid.
Denkt u dat alleen diegenen die in deze wereld grote zonden begaan, de veroordeling van God zullen ontvangen? Allen die niet in Gods gerechtigheid geloven, zullen niet worden vrijgesteld van Gods razende woede.
Iemand die niet oprecht in Jezus gelooft, is vervuld met de dwingende opvatting dat hij/zij een goed leven moet leiden. Wie leerde zulke ideeën? Het was Satan die dat deed. Mensen zijn echter niet in staat om vanaf hun geboorte goede levens te leiden. Daarom zegt het woord van God dat we de verlossing van de zonden moeten ontvangen. Betekent dit dat we met opzet slechte dingen moeten doen, zodat de genade overvloedig kan zijn? Zeker niet. Omdat mensen vanaf de dag dat ze werden geboren met zonde waren besmet, zijn ze voorbestemd om naar de hel te gaan vanwege de wonden van besmettende zonde. Daarom zei God tegen hen dat ze de vergeving van zonden moeten ontvangen die Jezus al voor hen heeft voorbereid. Hij is de God van zaligmaking en adviseert ons allemaal om de zaligmaking te ontvangen door het woord van Zijn gerechtigheid, dat de waarheid is, in ons hart te aanvaarden.
 

Wat is de aard van een mens?
 
Verzen 13-18 verklaren, “Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen. Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid. Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten. Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; En den weg des vredes hebben zij niet gekend. Er is geen vreze Gods voor hun ogen.”
“Met hun tongen plegen zij bedrog.” Hoe goed bedriegen al die mensen! In Johannes staat geschreven, “Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen” (Johannes 8:44). “Ik vertel de waarheid, het is de waarheid. Begrijpt u me?” Alle woorden waarvan een persoon die niet wedergeboren is, krachtig beweert dat ze waar zijn, zijn onjuist.
Een persoon die nog niet wedergeboren is, kan het niet helpen dat hij/zij leugens vertelt wanneer hij/zij met mensen praat. Hij/zij benadrukt dat alles wat hij/zij heeft gezegd waar is, maar het is het paradoxale bewijs dat bewijst dat elke keer dat hij/zij een leugen verteld, hij/zij mensen bedriegt door te zeggen dat het de waarheid is. Alle dingen die een persoon die nog niet wedergeboren is, zegt, zijn vals omdat hij/zij niet in Gods gerechtigheid gelooft.
Een oplichter kan mensen nooit frauduleuze praktijken aandoen nadat ze allemaal weten dat wat hij doet, frauduleus is. Hij praat alsof het echt is. Hij praat op een realistische en oprechte manier tegen de mensen zodat zij hem vertrouwen. “Ik vertel u de waarheid. Als u hier wat geld in investeert, zult u tonnen verdienen. Investeer gewoon een miljoen dollar en binnen een jaar zult u ongeveer twee miljoen dollar meer hebben dan dat u geïnvesteerd heeft. In de komende jaren zult u zoveel geld verdienen. Dit is het nieuwste soort van zakendoen en het is absoluut veilig. Kom op, u moet zich haasten en beslissen want er zijn anderen die wachten.” Dat is wat een oplichter de mensen verteld. U moet eraan denken dat een persoon die niet de vergeving van zonden heeft ontvangen, met zijn/haar tong bedrog beoefent.
De Bijbel zegt dat wanneer Satan een leugen verteld, hij uit zijn eigen middelen spreekt. Alles wat een persoon zegt die niet is wedergeboren van de zonde, is een leugen. Het is geen verassing dat een pastoor die niet wedergeboren is, de kerkleden bedriegt door te zeggen dat zij rijk zullen worden als zij grote hoeveelheden geld aan de kerk doneren. Hij zal bovendien zeggen dat als een persoon een ouderling van de kerk wordt, deze persoon rijk zal worden door ‘de onweerstaanbare zegeningen van God.’ Waarom proberen de mensen zo hard om een ouderling te worden? Dit komt door de leugens van de valse pastoors die zeggen dat God hun met materiële weelde zal vullen als hij/zij ouderling wordt. Er zijn zoveel christenen die hun bezittingen zijn ontnomen nadat ze probeerden een ouderling te worden. Zij hebben buitensporig veel devoties betaald voor hun bedriegende pastoors omdat ze ouderling wilden worden. 
Laten we nog eens aandacht besteden aan Romeinen 3:10. De zinsnede “Gelijk geschreven is” zegt ons dat de volgende verzen citaten uit het Oude Testament zijn. In plaats van aanvullende uitleg te geven, citeerde Paulus liever de exacte zin uit de oorspronkelijke Schrift, “Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij” (Psalmen 5:10). “Hun voeten lopen tot het kwade, en zij haasten om onschuldig bloed te vergieten; hun gedachten zijn gedachten der ongerechtigheid, verstoring en verbreking is op hun banen” (Jesaja 59:7). Mensen die naar de hel gaan omdat zij Gods gerechtigheid niet kennen, zijn zo zielig.
Vers 19 verklaart, “Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.”
“Want de wet werkt toorn” (Romeinen 4:15). God geeft de wet aan diegenen die nog niet wedergeboren zijn om hen zichzelf als zondaars te laten zien. De wet leert elke zondaar dat hij/zij niet in staat is om volgens Zijn wet te leven. Er werd duidelijk gezegd dat God ons de wet niet gaf om ernaar te leven. Maakt God de wet dan ongeldig? Nee, dat doet Hij niet. God zegt dat Hij ons de wet gaf door Mozes om ons te leren dat wij zondaars zijn. Hij wil dat we ons door de wet bewust worden van onze zondige aard en dat het ons niet gegeven is om ons eraan te houden. De rol van de wet is erop te wijzen hoe ontoereikend en zwak we zijn als mensen.
Dus verklaart vers 20, “Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde.” Geen vlees zal in Zijn ogen rechtvaardig worden door de daad van de wet. Niet alleen voor Paulus zelf, maar ook voor alle andere dienaren van God, “zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem.” Er is niemand die de wet kan houden, niemand zal ze kunnen houden, en niemand heeft ze gehouden. Daarom is de conclusie dat niemand rechtvaardig kan worden door de daden van de wet.
Kunnen we in rechtvaardige mensen veranderen door ons aan de wet te houden? Als we deze passages zien, kunnen we gemakkelijk denken dat we stap voor stap heilig kunnen worden, om uiteindelijk heiliging te bereiken door een goed leven te leiden door onze daden nadat we in Jezus zijn gaan geloven. Dit is echter helemaal niet waar. Door te zeggen dat iemand het Koninkrijk van de Hemel kan binnengaan door stapsgewijs geheiligd te worden, is absoluut niet waar. 
Allen die niet wedergeboren zijn, zijn nog steeds onder de wet van God, de wet van de zonde en dood (Romeinen 8:2). Dit komt omdat zo gauw als iemand christen wordt, hij/zij denkt dat hij/zij volgens Gods woorden moet leven. Christenen voelen zich verplicht om zich met hun daden aan de wet te houden, maar in werkelijkheid kunnen ze helemaal niet volgens de wet leven. Daarom gaan zij elke dag berouwgebeden opzeggen. Ze realiseren zich niet dat ze in het slijk van een hopeloze religie vallen, nl. het christendom. Dit bewijst dat het vanaf het begin verkeerd is om dit soort religieus leven te leiden. Zich aan Gods wet proberen te houden, na de wet verkeerd begrepen te hebben, leidt religieuze christenen naar de confrontatie met Gods gerechtigheid, ook al is de wet er alleen om de mensen te leren dat ze zondaars zijn.
De Doctrine van Geleidelijke Heiligmaking in het christendom is dezelfde religieuze doctrine als die van de heidense religies van de wereld. Net als de Doctrine van het behalen van het Nirvana in het Boeddhisme, verklaart de Doctrine van de Geleidelijke Heiligmaking in het christendom dat iemands vlees en geest heiliger en heiliger worden nadat men in Jezus begint te geloven, en dat men uiteindelijk heilig genoeg wordt om de Hemel binnen te gaan.
Iemand die geboren is met de infectie van de zonde, kan alleen het werk om de zonde gedurende zijn hele leven te verspreiden doen. De reden hiervoor is dat iemand al besmet is met de zonde. Het virus van de zonde komt uit iemands lichaam, ook al is het niet de bedoeling zonde te verspreiden. Er is maar één remedie tegen deze ziekte. Het is luisteren naar en geloven in het woord van het evangelie van de waarheid dat Gods gerechtigheid bevat. Men kan van alle zonden worden gered en zelfs het eeuwige leven ontvangen als men de woorden van de ware vergeving van zonden hoort, wat ons in staat stelt de geestelijke besnijdenis te ontvangen. 
Hoe kan er een persoon in deze wereld zijn die perfect volgens de wet leeft, zelfs nadat hij/zij is wedergeboren? Er is niemand. De Bijbel verklaart, “want door de wet is de kennis der zonde” (Romeinen 3:20). Is deze waarheid niet duidelijk en eenvoudig? Adam en Eva verlieten het woord van God door niet te geloven en in zonde te vervallen door misleid te worden door Satan in het Tijdperk van de Onschuld, en ze gaven na het incident alle zonden door aan hun nakomelingen. Maar hoewel alle mensen zonde van hun voorouders hebben geërfd, weten zij echter niet dat zij echt als zondaars geboren worden.
Sinds de tijd van Abraham, gaf God de mensheid de concrete kennis over Zijn gerechtigheid om alle mensen de vergeving van zonden te laten ontvangen door in het woord van God te geloven.
 
 
Paulus praat over de gerechtigheid van God los van de wet
 
Verzen 21-22 verklaren, “Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten. Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.”
Er wordt gezegd dat de gerechtigheid van God geopenbaard is, “hebbende getuigenis van de wet en de profeten.” “De wet en de profeten” impliceert het Oude Testament. Nu sprak Paulus over het evangelie van Gods gerechtigheid dat geopenbaard werd door het offeringssysteem van de Tabernakel. De Geschriften laten ons duidelijk Gods gerechtigheid zien waardoor men de verlossing van zonde kan ontvangen door het zondeoffer, en Paulus’ geloof was ook gebaseerd op het geloof in Gods gerechtigheid, dat geopenbaard is in alle Geschriften.
Paulus verklaart dat iedereen die in Jezus Christus gelooft, zonder onderscheid Gods gerechtigheid kan verkrijgen. Of iemand gered wordt of niet hangt volledig af van iemands geloof of ongeloof. Hij zegt dus dat de gerechtigheid van God geopenbaard is “door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.”
Wat is het ware geloof? Wie is de Inhoud van het geloof? Het is Jezus Christus. Hebreeën 12:2 verklaart, “Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus.” We moeten over Gods waarheid leren van een wedergeboren heilige en de zaligmaking in Jezus Christus ontvangen door in deze waarheid te geloven en dan leven door het geloof in Gods woorden. Als men met het hart in de gerechtigheid van de Heer gelooft, heeft men het ware geloof.
Romeinen 10:10 verklaart, “Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid.” We kunnen rechtvaardig worden door met ons hart in Jezus’ doopsel en bloed te geloven en bevestigd worden in onze zaligmaking door ons geloof met onze mond te belijden. De verlossing van zonden kan niet verkregen worden door onze daden, maar alleen door ons geloof in Gods gerechtigheid. 
Verzen 23-25 verklaren, “Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods; En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is; Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die tevoren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods.”
De Bijbel verklaart dat iedereen gezondigd heeft en daarom niet de heerlijkheid van God bereikt. Zondaars hadden geen andere keuze dan naar de hel te gaan. Door de verlossing die in Christus Jezus en Gods gerechtigheid is, ontvingen mensen de vergeving van zonden gratis. Mensen werden zondeloos omdat zij in Gods gerechtigheid geloofden. God heeft Jezus voorgesteld als een verzoening door Zijn bloed door geloof. 
Als we de verzen 25-26 bekijken, zien we “Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die tevoren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods; Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende dengene, die uit het geloof van Jezus is.”
Hier verwijst het zinsdeel “Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid” naar Gods gerechtigheid die vervuld werd door de rechtvaardige daad van Jezus Christus. De reden waarom Jezus bloed aan het Kruis vergoot, was omdat Hij vóór Zijn dood alle gerechtigheid van God had vervuld door gedoopt te worden van Johannes in de rivier de Jordaan (zie Mattheus 3:13-17). God de Vader maakte van Jezus een verzoeningsoffer voor de zonde van deze wereld om vrede te sluiten tussen de mens en Hemzelf. Jezus was de incarnatie van Gods gerechtigheid. 
Jezus nam alle zonden van deze wereld weg door het doopsel van Johannes te ontvangen. Jezus werd de alfa en de omega. Dit betekent dat iedereen de zaligmaking van zonden kan ontvangen als hij/zij in de woorden gelooft die verklaren dat de Heer alle zonden van de wereld heeft uitgewist, vanaf het begin tot het einde. 
Gods gerechtigheid die door Jezus werd vervuld, staat ons toe vrede met God te hebben. Het was zo gemaakt zodat alleen iemand die vrede had met God, de Hemel zou kunnen binnengaan. Pas nadat ik in het evangelie van de waarheid ben gaan geloven, begreep ik de vers, “Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die tevoren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods.” In de tijd van Zijn verdraagzaamheid begon ik Gods gerechtigheid door Jezus te begrijpen en erin te geloven.
Gods gerechtigheid werd vervuld in de voltooid verleden tijd, wat aangeeft dat het al was vervuld. We ontvingen de vergeving van zonden door geloof in het ware Woord dat zegt dat Jezus al onze zonden heeft uitgewist door Zijn doopsel en bloed. Hoewel onze geest in één keer van de zonden is vergeven, zondigt ons vlees nog steeds zonder dat het er iets aan kan doen. God verwees naar de zonden die wij in deze huidige wereld begaan als ‘zonden die tevoren geschied zijn.’
Waarom? God stelde het doopsel van Jezus in als het beginpunt van de zaligmaking. Daarom werd de vergeving van zonden in één keer vervuld door de gerechtigheid van God, die Jezus Christus vervuld had. De zonden die we op dit moment met het vlees begaan, zijn zonden die volgens Gods visie al zijn geëlimineerd door het doopsel van Jezus. Alle zonden van de wereld zijn al vergeven in de ogen van God. ‘Het doorgeven van de zonden die tevoren geschied zijn’ betekent ‘te beschouwen dat het loon van de zonden al is afbetaald.’ Alle zonden van deze wereld zijn zonden die al weggewassen zijn door het doopsel dat de Heer ontving en Zijn bloed aan het Kruis.
Daarom zijn alle zonden van de mensheid, vanaf het begin van deze wereld tot aan het einde, van de tijd van Adam tot de laatste dag van de aarde en zelfs de zonden die de mensen momenteel begaan, zonden die ‘tevoren geschied zijn’ die Jezus in het verleden heeft weggehaald. Zij die in Gods gerechtigheid geloven, zijn zonder zonde. Deze waarheid is dat de zonden ‘die tevoren geschied zijn’ al zijn doorgegeven. Zelfs de zonden die we nu begaan zijn ook een deel van de zonden ‘die tevoren geschied zijn’ en zijn in Gods ogen vergeven. Mensen van deze wereld begaan zonden die geëlimineerd werden door Gods Zoon, die naar deze wereld werd gezonden om alle zonden van de wereld weg te nemen. De zonden die we nu begaan zijn zonden die onze Heer al geëlimineerd heeft. Begrijpt u wat dit betekent?
Jezus zei dat Hij al de zonden van deze wereld heeft uitgewist door Gods gerechtigheid. Men kan dit verkeerd begrijpen als men de betekenis van deze passage niet echt begrijpt. In het perspectief van de Heer zijn de zonden die wij mensen begaan zonden die al in het oordeel zijn opgenomen omdat Hij Zelf gedoopt werd in de Jordaan en veroordeeld werd aan het Kruis. De reden dat God ons zegt dat we ons geen zorgen hoeven te maken over de zonden, is omdat Jezus naar deze wereld kwam en mensen in één keer perfect heiligde.
Deze waarheid waarover Paulus in deze passage spreekt, is erg belangrijk voor iemand die gered is door in Gods gerechtigheid te geloven. De mensen die echter niet zijn wedergeboren, negeren Gods gerechtigheid en zullen naar de hel gaan. Broeders, u moet luisteren en het woord van God volledig begrijpen. Alleen dan is het goed zijn voor de vestiging van uw geloof en voor de prediking van het evangelie aan een ander. Weet u dat God de wereld van de zonde, gerechtigheid en oordeel zal overtuigen zodat Zijn gerechtigheid uiteindelijk benoemd zal worden? (Johannes 16:8).
God heeft Jezus voorgesteld als verzoening door Zijn bloed, door het geloof om Zijn gerechtigheid te demonstreren, omdat God in Zijn verdraagzaamheid de zonden die tevoren geschied zijn, had doorgegeven. Omdat God Jezus als verzoening had voorgesteld, leert Hij ons dat zelfs de zonden die tevoren geschied zijn, al uitgewist waren. Daarom werden wij rechtvaardig door in Gods gerechtigheid te geloven.
In vers 26 staat geschreven, “Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende dengene, die uit het geloof van Jezus is.” ‘In dezen tegenwoordigen tijd,’ staat God ons het eeuwige leven toe, en Hij wil de wereld niet veroordelen. ‘In dezen tegenwoordigen tijd,’ toen God Jezus Christus stuurde om ‘Zijn gerechtigheid te betonen,’ demonstreerde de Heer Gods gerechtigheid door Zijn doopsel en bloed. God liet Zijn eniggeboren Zoon naar deze wereld komen om gedoopt en gekruisigd te worden en liet ons daardoor Zijn liefde en gerechtigheid zien.
God vervulde al Zijn gerechtigheid door Jezus. Elke gelovige in Gods gerechtigheid is rechtvaardig. Onze God vervulde de rechtvaardige daad van het voor eens en altijd uitwissen van de zonden van de wereld. Kunnen we dan in Gods gerechtigheid geloven met ons hart? God zegt dat we rechtvaardig zijn en zonder zonde als we in Zijn gerechtigheid geloven. Waarom? Is een gelovige in Jezus niet zondeloos omdat Hij al de rechtvaardige daad van het wegwassen van al onze zonden heeft vervuld? Een gelovige in Gods gerechtigheid is rechtvaardig omdat hij/zij geen zonde bezit. Omdat de Heer alle zonden die we gedurende ons hele leven begaan heeft uitgewist, zijn we in staat in Gods gerechtigheid te geloven. Anders zouden we nooit in staat zijn geweest de gerechtigheid van God te ontvangen. 
 

Er is alleen Gods gerechtigheid om over op te scheppen
 
Verzen 27-31 verklaren, “Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs. Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet. Is God een God der Joden alleen? en is Hij het niet ook der heidenen? Ja, ook der heidenen; Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof. Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.”
Het bevestigen van de wet betekent dat we niet van onze zonden gered kunnen worden door onze daden. We zijn zwakke en onvolmaakte wezens, maar Gods gerechtigheid maakte ons volmaakt door Zijn Woord. Het geloof in Gods woord van gerechtigheid heeft ons gered. Zelfs nadat we van onze zonden zijn verlost, blijft onze Heer tegen ons spreken en zegt, “U bent onvoldoende, maar Ik maakte u heilig. Daarom moet u met Zijn gerechtigheid nader tot God komen.”
In vers 27 staat geschreven, “Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.” Men moet de wet van Gods gerechtigheid kennen die God heeft gevestigd en in deze wet van Zijn gerechtigheid geloven. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.”
U moet weten dat we alleen van onze zonden verlost worden als we in Gods gerechtigheid geloven en dat we niet gered kunnen worden door onze eigen daden. Romeinen hoofdstuk 3 spreekt over dit deel door de Apostel Paulus. “Zal hun ongelovigheid het geloof van God te niet doen? Dat zij verre.” Een gelovige in Gods gerechtigheid zal standhouden, maar iemand die niet in Gods gerechtigheid gelooft zal vallen.
Romeinen hoofdstuk 3 openbaard duidelijk Gods gerechtigheid. U moet in gedachten houden dat God de wet van Zijn gerechtigheid heeft gevestigd om diegenen die in hun eigen gedachten geloven, te laten vallen. God redde ons volledig van alle zonden. Daarom kunnen we van alle zonden gered worden door in Gods woord te geloven dat Zijn gerechtigheid openbaart. We zullen het Koninkrijk van God erven en met Hem vrede hebben door in Zijn gerechtigheid te geloven.
Zij die niet in Gods gerechtigheid geloven kunnen geen vrede in hun hart hebben. De vraag of iemand gezegend of vervloekt is, hangt ervan af of die persoon in Gods gerechtigheid gelooft of niet. Als iemand de woorden van Gods gerechtigheid niet in zich opneemt, zal hij/zij geoordeeld worden volgens de rechtvaardige veroordeling van Gods woorden. De zaligmaking komt voort uit Gods liefde en dan ontvangen we de vergeving van onze zonden door in Zijn gerechtigheid te geloven. We prijzen onze Heer die ons dit geloof in Gods gerechtigheid gaf. Laten we dankbaar zijn voor het feit dat we hetzelfde geloof hebben dat de Apostel Paulus had! We prijzen de Heer.
We prijzen en danken Hem ook, want we zijn verlost van alle zonden door in Jezus’ doopsel en Zijn bloed aan het Kruis te geloven. Als deze zaligmaking, het geloof of de kerk van God er niet was geweest, zouden we nooit de vergeving van zonden kunnen ontvangen. We geloven echt in Gods gerechtigheid met het hart, en de belijdenis werd met de mond tot zaligmaking gemaakt. Wij danken God die ons van alle zonden gered heeft met Zijn gerechtigheid.