Search

Κηρύγματα

Onderwerp 10: Openbaring (commentaren over Openbaring)

[Hoofdstuk 1-1] Hoor het Woord van God’s Openbaringen (Openbaringen 1:1-20)

Hoor het Woord van God’s Openbaringen
(Openbaringen 1:1-20)
“De openbaringen van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; Dewelke het woord Gods betuigd heeft, en de getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft. Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie, en die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd is nabij. Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn; En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed. En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige. Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus. En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin, Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea. En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren; En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel; En Zijn hoofd en haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs; En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren. En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht. En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij leide Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods. Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen: De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechter hand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen der zeven Gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven Gemeenten.”
 
 

Bijbelverklaring

 
Vers 1: “De openbaringen van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft.”
Het Boek van de Openbaringen werd geschreven door de Apostel Johannes, die de openbaringen van Jezus Christus noteerde die hem gemaakt was tijdens zijn verblijf in Patmos, een eiland in de Aegeïsche Zee waar hij naar verbannen was in de jaren van bewind van de Roomse Keizer Domitian (ongeveer 95 n.Chr.). En op dit eiland zag Johannes het rijk van God dat hem door Jezus Christus getoond werd door de inspiratie van de Heilige Geest en Zijn engelen.
Wat is deze “Openbaringen van Jezus Christus?” Met de openbaringen van Jezus Christus, wordt bedoeld dat God door Zijn vertegenwoordiger Jezus Christus, aan ons zou openbaren, wat er met deze wereld en het Koninkrijk der Hemel in de toekomst zal gebeuren. Wie is Jezus in Zijn grondbeginselen? Hij is de Schepper God en de Velosser die de mensheid van de zonden van de wereld heeft verlost.
Jezus Christus is de God van het Nieuwe Koninkrijk dat komen gaat, de openbaarder die ons alles over deze komende nieuwe wereld toont, en de vertegenwoordiger van God de Vader. Door het Woord van de Openbaringen dat door Johannes genoteerd is, kunnen we zien hoe Jezus met de oude wereld zal afhandelen en de nieuwe zal openen.
 
Vers 2: “Dewelke het woord Gods betuigd heeft, en de getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft.”
Johannes kon getuigenis dragen tot het Woord van de waarheid, vooral omdat hij zag wat Jezus Christus in de toekomst zou doen als de vertegenwoordiger van God de Vader. Johannes zag en hoorde wat door Jezus Christus vervuld zou worden, en als dusdanig kon hij getuigen over zulke dingen.
 
Vers 3: “Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie, en die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd is nabij.”
Er werd gezegd dat degenen die het Woord van God lezen en horen, dat door Johannes getuigd werd, zalig zijn. Wie zijn zalig? Op de eerste plaats, zijn het de gelovigen die het volk van God werden door verlost te worden van al hun zonden door hun geloof in het Woord van God. Slechts de heiligen kunnen gezegend worden omdat zij het zijn die het Woord van God, d.w.z. alle dingen die zullen komen door Jezus Christus, dat genoteerd werd door Johannes, lezen, horen en de getuigenis ervan houden. Zij die op deze manier de heiligen van God zijn geworden, zullen de zegen van de Hemel ontvangen door het Woord van God te horen en hun geloof in Hem te houden.
Hoe zouden de heiligen ooit het geheim van de waarheid van alles dat naar deze aarde en Hemel zou komen, horen en zien, als God het ons niet door Johannes had verteld? Hoe zouden zij kunnen zeggen dat ze de zegen van de kennis van te voren hadden en in alle veranderingen die de wereld ondergaat geloven? Ik dank en verheerlijk God omdat Hij ons door Johannes alles toonde dat deze aarde en hemel te wachten staat. In onze huidige tijd, zijn inderdaad mensen die met hun eigen ogen het Woord van God’s openbaringen door Jezus Christus kunnen lezen en zien, de zaligen.
 
Vers 4: “Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn.”
Johannes zegt hier dat hij zijn brief aan de zeven Gemeenten in Azië zal sturen. Nadat hij de profeties en de openbaringen, die God hem tijdens zijn ballingschap op het Eiland van Patmos maakte, had genoteerd, zond Johannes ze naar de zeven Gemeenten van Azië als ook naar alle kerken van God over de hele wereld.
 
Vers 5: “En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.”
Waarom noemt Johannes Jezus Christus “de getrouwe Getuige”? Onze Heer kwam naar deze wereld en werd door Johannes de Doper gedoopt, om alle mensen die in zonde waren en op weg waren naar hun vernietiging, te verlossen. Door Zijn doopsel nam Jezus alle zonden van de wereld in een keer op Zich, bloedde aan het Kruis om de lonen van de zonde met Zijn eigen leven te betalen, en herrees na drie dagen van de dood, alles om de gelovigen te redden en hun zonden te reinigen. Omdat het niemand minder dan Jezus Zelf is die alle zondaars van de wereld van al hun zonden heeft bevrijd, is Christus de levende getuige aan deze zaligheid.
Door “de eerstgeborenen van de dood,” vertelt Johannes ons dat Jezus de eerste vrucht werd door naar deze wereld te komen en alle vereisten van de Wet te vervullen, met andere woorden, door de loon van de zonde te betalen, door alle zonden met Zijn doopsel weg te nemen, aan het Kruis te sterven, en van de dood te herrijzen. En terwijl Christus “ons liefhad en ons in Zijn eigen bloed” waste, heeft God de mensen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, van al hun zonden verlost.
 
Vers 6: “En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.”
Als de vertegenwoordiger van God de Vader, kwam Jezus naar deze wereld in het vlees en redde de zondaars met Zijn doopsel en bloed aan het Kruis. Met deze daden van genade, heeft Christus ons gereinigd en maakte Hij ons het volk en de prekers van God. Moge alle glorie, lof en dankbetuigingen voor altijd en eeuwig aan de Vader, die ons deze zegen van Zijn wonderbaarlijke genade heeft gegeven, en de Zoon die Zijn vertegenwoordiger en onze Verlosser is, worden gegeven. Het doel van de vleeswording van Christus was, om ons het volk en de prekers van het Koninkrijk van God te maken voor de Vader. We zijn tot ‘koningen’ gemaakt van het Koninkrijk der Hemel waar we met God eeuwig zullen leven.
 
Vers 7: “Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.”
Er wordt gezegd dat Christus zal komen met de wolken, en ik geloof er volkomen in. Dit is niet een science-fiction verhaal. Dit is de profetie dat Jezus Christus inderdaad naar deze aarde van de Hemel zal terugkeren. Er wordt hier ook gezegd dat “zelfs zij die Hem doorstoken hebben” Hem zullen zien. Wie zijn zij? Dit zijn zij die het Woord van het water en de Geest slechts als één van de vele religieuze leren van de wereld zagen, zelfs toen dit Woord de macht had om hun allen te redden.
Zij die Christus doorstoken hebben, zullen het zeker betreuren als Hij terugkeert. Zij zullen huilen en treuren, omdat tegen de tijd dat zij zich realiseren dat het evangelie van het water en de Geest inderdaad het evangelie van de verlossing van hun zonden is en dat Jezus door Johannes gedoopt was om alle zonden van de wereld weg te nemen, het te laat voor hun zou zijn.
 
Vers 8: “Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.”
Met “de Alfa en de Omega,” vertelt Johannes ons dat onze Heer de God van het oordeel van wie zowel het begin en het einde van het hele universum en de geschiedenis van de mensheid afgeleid is. De Heer zal terugkeren om de rechtvaardigen te belonen en de zondaars te veroordelen. Hij is de Almachtige God die de zonden van de mensen zal veroordelen en de gerechtigheid van degenen die in Zijn gerechtigheid geloven, belonen.
 
Vers 9-10: “Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus. En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,”
Het woord “broeder” wordt gebruikt als de mede-gelovigen elkander roepen. In de wedergeboren kerk van God noemen degenen die familie zijn geworden door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, elkaar broeder en zuster en deze benamingen worden ons door ons geloof in het evangelie van het water en de Geest gegeven.
De “Dag van de Heer” verwijst hier naar de dag na de Sabbath toen Jezus van de dood herrees. Het is deze dag van de week dat Jezus herrees en daarom noemen wij de zondag “de Dag van de Heer.” Deze dag markeert het einde van het tijdperk van de Wet en de opening van het nieuwe tijdperk van de zaligheid. Met Zijn Herrijzenis vertelde onze Heer ons ook dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is.
 
Vers 11: “saying, ‘I am the Alpha and the Omega, the First and the Last,’ and, ‘What you see, write in a book and send it to the seven churches which are in Asia: namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea.’”
Johannes schreef op wat hij door de openbaringen van Jezus Christus zag en hij zond dit als brieven naar de zeven Gemeenten in Azië. Dit vertelt ons dat God tot de hele Kerk spreekt door Zijn dienaren die voor ons lopen.
 
Vers 12: “En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren.”
Omdat de Geschriften van God nog niet helemaal voltooid waren in de tijd van de apostels, was er geen noodzaak om te tekens en de visioenen aan de discipels te tonen. Toen Johannes zich omdraaide om de stem van God te horen, zag hij ‘zeven gouden kandelaren.’ De kandelaren symboliseren hier de kerken van God, de samenkomst van de heiligen die in de openbaringen van het evangelie van het water en de Geest geloven. God was de Heer van de zeven kerken in Azië en Hij was en is de Herder die voor alle heiligen zorgt.
 
Vers 13: “En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel.”
“Een, den Zoon des mensen,” die Johannes “in het midden van de zeven kandelaren zag,” verwijst naar Jezus Christus. Als de Herder van de heiligen, bezoekt Jezus en praat Hij met degenen die in het Woord van de waarheid van Zijn doopsel en kruisiging geloven. Johannes beschrijving van Christus in “een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel” symboliseert de status van onze Heer als de vertegenwoordiger van God de Vader.
 
Vers 14: “En Zijn hoofd en haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs;”
Onze Heer is volmaakt heilig, koninklijk en waardig. “Zijn ogen gelijk een vlam vuurs” betekent dat Hij, als de Almachtige God, de gerechte rechter van iedereen is.
 
Vers 15: “En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.”
Wie denken wij dat Jezus is? De heiligen geloven dat Hij helemaal en volledig God is. Onze Heer is almachtig en heeft geen zwakheden. Maar omdat Hij onze zwakheden ervoer toen Hij hier op aarde leefde, heeft Hij een diepgaand begrip ten opzichte van onze omstandigheden en toestanden, en kan Hij ons dus beter helpen. Dat Zijn stem als het geluid van vele wateren was, toont slechts hoe heilig en almachtig onze Heer is. Er is geen beetje onvolmaaktheid of zwakheid in onze Heer, en Hij is gevuld met Zijn heiligheid, liefde, majesteitelijkheid, en eer.
 
Vers 16: “En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.”
Dat “Hij in Zijn rechterhand zeven sterren had” betekent dat de Heer de kerk van God houdt. Het scherpe tweesnijdende zwaard van Zijn mond symboliseert aan de andere kant dat Jezus de Almachtige God is die met het Woord van gezag en de macht van God werkt. “Gelijk de zon schijnt in haar kracht” onze Heer is de God van het Woord, de Alleskunnende.
 
Vers 17: “En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij leide Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste.”
Deze vers toont ons slechts hoe zwak en duister wij zijn voor de heiligheid van God. Onze Heer is altijd alleskunnend en volmaakt en Hij openbaart Zichzelf aan de dienaren van God soms als een vriend, en andere keren als de God van het nauwgezette oordeel.
 
Vers 18: “En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.”
Onze Heer leeft voor altijd en Hij heeft alle gezag van de Hemel als de vertegenwoordiger van God de Vader. Zowel als de Verlosser als ook de Rechter van de mensheid, is Hij de God die het gezag over het eeuwige leven en de dood heeft.
 
Vers 19: “Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen:”
De dienaren van God hebben de plicht om het doel en de werken van God te noteren, van zowel het heden als ook de toekomst. De Heer zei dus tegen Johannes om in geloof te verspreiden wat Hij hem had geopenbaard, het geloof van de kerk van God dat eeuwig leven zou verdienen, en alle dingen die in de toekomst komen zouden. Dit is wat God, door Johannes, ons ook heeft geboden om te doen.
 
Vers 20: “De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechter hand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen der zeven Gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven Gemeenten.”
Wat is “de verborgenheid van de zeven sterren?” Het is dat God Zijn Koninkrijk zou bouwen door ons Zijn volk te maken door Zijn dienaren. “De gouden kandelaars” symboliseren de kerken van God die gebouwd werden door de heiligen die in het evangelie van het water en de Geest geloven dat God de mensheid heeft gegeven.
Door Zijn dienaren en Zijn kerken heeft God de gelovigen getoond wat Zijn doel is en wat deze wereld in de toekomst te wachten staat. Door het Woord van de openbaringen dat Hij aan Johannes heeft getoond, en hem liet noteren, zullen wij ook binnenkort met onze eigen ogen Zijn werken zien. Ik dank en loof God voor Zijn goddelijke voorzienigheid dat alle dingen die in deze wereld gebeuren gaan, heeft geopenbaard.