Search

Sermons

Onderwerp 3: Het evangelie van het water en de Geest

[3-9] Laat ons de Wil van de Vader met Geloof doen (Mattheus 7:21-23)

Laat ons de Wil van de Vader met Geloof doen
(Mattheus 7:21-23)
“Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!”
 
 
MISSCHIEN BEN IK DE DIEGENE . . . 
 
Gaat iedereen die ‘Heer, Heer’ zegt het Koninkrijk Van de Hemel binnen?
Nee. Alleen diegenen die de wil van God doen.

Jezus Christus zegt, “Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.” Deze woorden hebben angst veroorzaakt in de harten van veel Christenen, waardoor ze hard zijn gaan werken om de wil van God te doen.
De meeste Christenen denken dat ze alleen maar in Jezus hoeven te geloven om het Koninkrijk van de Hemel binnen te gaan, maar Mattheus 7:21 vertelt ons dat niet iedereen die tegen Hem zegt ‘Heer, Heer,’ het Koninkrijk van de Hemel zal binnengaan. 
Veel mensen die dit vers lezen vragen zich af, “Misschien ben ik diegene.” Zij proberen zichzelf te overtuigen, “Nee, Jezus moet de ongelovigen bedoeld hebben.” Maar de gedachte blijft in hun hoofd en blijft aan hen knagen. 
Dus houden ze vast aan het laatste deel van het vers dat luidt, “maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.” Zij houden vast aan de woorden, “die den wil Mijn Vaders doet,” en zij denken dat zij dat kunnen doen door getrouw het kerkgeld te betalen, in de vroege ochtend te bidden, te prediken, goede daden te doen en niet te zondigen ... en ze doen zo hard hun best. Ik heb medelijden als ik naar hen kijk. 
Veel mensen maken fouten omdat ze dit vers niet begrijpen. Daarom zal ik dit vers duidelijk uitleggen zodat we allemaal de wil van God kennen en ernaar kunnen leven. 
Ten eerste moeten we weten dat het Gods wil is dat Zijn Zoon de zonden van alle mensen wegneemt en ons aldus van de zonde bevrijdt. 
In Efeziers 1:5 staat geschreven, “Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil.” 
Met andere woorden, het is Zijn bedoeling dat we het ware evangelie kennen dat Jezus Christus al onze zonden heeft weggewassen en ons aldus toestond wedergeboren te worden. Hij wil dat we wedergeboren worden uit het water en de Geest door al onze zonden door te geven aan Zijn Zoon, Jezus. Dit is de wil van God.
 
 
ALLEEN DOOR TE ZEGGEN, “HEER! HEER!”
 
Wat moeten we weten als we in Jezus geloven?
De wil van de Vader.

“Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is” (Mattheus 7:21). 
We moeten de wil van de Vader op twee manieren begrijpen. Ten eerste moeten we weten dat het Zijn wil is dat we de vergeving voor onze zonden verkrijgen en dat we wedergeboren worden uit het water en de Geest. En op de tweede plaats moeten we werken aan de hand van dat geloof.
Het is Zijn wil om de zonden van alle mensen op aarde uit te wissen. Satan heeft door de zonde de val van onze voorvader Adam veroorzaakt. Maar de wil van onze Vader is het om alle zonden van de mens uit te wissen. We moeten begrijpen dat het niet de wil van onze Vader is dat we getrouw kerkgeld betalen en in de vroege ochtend bidden, maar het is Zijn wil om ons van alle zonden te redden. Het is Zijn wil om de mens van de verdrinking in de zee van zonde te redden. 
De Bijbel zegt dat niet iedereen die ‘Heer, Heer’ zegt, het Koninkrijk van de Hemel zal binnen gaan. Dit betekent dat we niet alleen in Jezus moeten geloven, maar moeten weten wat onze Vader voor ons wil. Het is Zijn wil om ons te redden van zonde en het oordeel van de hel, wetende dat de erfenis van Adam en Eva betekent dat we niet anders kunnen dan in zonde te leven. 
 
 

DE WIL VAN GOD

 
Wat is de wil van God?
Om ons Zijn kinderen te maken door ons van de zonden te bevrijden

Mattheus 3:15 zegt, “Want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen.” Aldus kwam Jezus naar deze wereld om ons allemaal van de zonden te redden om Gods plan te vervullen. De wil van God werd vervuld toen Jezus gedoopt werd door Johannes de Doper. 
Hij wilde ons redden en ons Zijn kinderen maken. Om dit te doen, moest Zijn Zoon al onze zonden wegnemen. Het was Zijn wil om van alle mensen Zijn kinderen te maken. Dus stuurde Hij Zijn eigen Zoon om de zonden van alle mensen die in Satans greep waren gevallen, weg te nemen. Het was Zijn wil om het leven van Zijn eigen Zoon voor alle mensen te offeren, zodat zij Zijn kinderen konden worden. 
Toen Jezus gedoopt was en aan het Kruis stierf, was de wil van God vervuld. Het is ook Zijn wil dat we geloven dat al onze zonden aan Jezus werden doorgegeven toen Hij gedoopt werd en dat Hij het oordeel voor al onze overtredingen op Zich nam door Zijn dood aan het Kruis. 
“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft” (Johannes 3:16). God redde Zijn volk van de zonde. Jezus moest eerst in Zijn publieke ambt gedoopt worden door Johannes de Doper om dit te doen. 
“Maar Jezus antwoordde en zei, “Laat nu af, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen.” Toen liet hij van Hem af” (Mattheus 3:15). Het was de wil van God dat Jezus naar deze wereld kwam, alle zonden van de wereld wegnam door Zijn doospel, aan het Kruis stierf en herrees. 
We moeten dit duidelijk weten. Veel mensen lezen Mattheus 7:21 en denken dat het Zijn wil is dat we de Heer tot aan de dood dienen door al onze wereldlijke bezittingen aan te bieden om kerken te bouwen. 
Beste Christenen, wij, die in Jezus geloven, moeten eerst de wil van God kennen en het dan doen. Het is verkeerd om uzelf aan de kerk toe te wijden zonder Zijn wil te kennen. 
Mensen vragen zich af wat er nog meer kan zijn behalve in geloof te leven binnen hun orthodoxe kerken. Maar ik heb zelf Calvinisme in de Presbyteriaanse Kerk gestudeerd en ik werd opgevoed door een adoptief moeder die zo religieus was als iedere ervaren pastoor. Ik leerde in de zogenaamde “orthodoxe kerk.”
De Apostel Paulus zei dat hij ook kon opscheppen dat hij van de stam van Benjamin was en de Wet onder Gamaliël bestudeerde, die destijds een grote rabbi was. Voordat Paulus wedergeboren werd, was hij op weg om diegenen die in Jezus geloofden, te arresteren. Maar hij vond geloof in Jezus op de weg naar Damaskus en werd rechtvaardig door de zegen van de wedergeboorte uit het water en de Geest. 
 
 

WE MOETEN DE WIL VAN GOD KENNEN VOORDAT WE HET KUNNEN DOEN

 
Wat is noodzakelijk voordat we in Jezus geloven?
We moeten eerst Zijn wil kennen.

Onze heiligmaking is de wil van God. “Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij” (1 Thessalonieken 4:3). We weten dat het de wil van God is dat we volledig geheiligd worden door het water en de Geest en ons hele leven in geloof leven. 
Iemand die in Jezus gelooft maar nog altijd zonde in zijn hart heeft, leeft niet volgens de wil van God. Het volgen van Zijn wil vereist dat we geheiligd zijn door de zaligmaking die gevonden wordt in Jezus. Dit te weten is de wil van God te vervullen. 
Als ik u vraag, “Hebt u nog altijd zonden in uw hart ook al gelooft u in Jezus?” en uw antwoord is ja, dan is het duidelijk dat u niet weet wat de wil van God is. Het is de wil van God dat we geheiligd en gered worden van al onze zonden door het geloof in het water en de Geest.
Er was eens een man die gehoorzame zonen had. Op een dag riep hij de oudste, die ook het meest gehoorzaam was en zei, “Zoon, ga naar het dorp aan de andere kant van het veld....” 
Voordat hij uitgesproken was, zei de zoon, “Ja vader” en was weg. Hij wachtte niet om erachter te komen wat hij moest doen. Hij ging gewoon. 
Zijn vader riep hem na, “Zoon, het is allemaal goed en wel dat je zo gehoorzaam bent, maar je moet weten wat ik van je wil.” 
Maar de zoon zei, “Het is al goed, vader. Ik zal u gehoorzamen. Wie kan u beter gehoorzamen dan ik?” 
Maar hij kwam natuurlijk met lege handen thuis. Hij kon zijn vaders wil niet doen zonder te weten wat het was dat hij wilde. Hij gehoorzaamde gewoon blindelings. 
We lijken op hem als we Jezus Christus niet kennen. Velen wijden zich aan het volgen van theologische doctrines, offeren getrouw kerkgeld, bidden de hele nacht, vasten ... alles zonder de wil van God te kennen. 
Als zij met zonde in hun hart sterven, worden zij bij de hemelpoort weggestuurd. Zij wilden zo graag de wil van God doen, maar zij wisten niet wat God wilde.
 
Wat betekent het om de wetteloosheid uit te oefenen?
Het betekent dat men als een zondaar in Jezus gelooft terwijl men niet het evangelie van het water en de Geest kent.

“Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” (Mattheus 7:22-23)
Er zijn dingen die God wil dat we doen en er is geloof dat Hij van ons eist. Hij wil dat we geloven dat Jezus al onze zonden heeft weggenomen. Velen profeteren, verdrijven demonen en doen wonderen in Zijn naam zonder de waarheid van het water en de Geest te kennen.
Het doen van wonderen betekent onder andere het bouwen van veel kerken, het verkopen van zijn bezittingen om aan de kerk te doneren, het opofferen van iemands eigen leven voor de Heer. 
Om in Zijn naam te profeteren betekent dat men een leider is. Zulke mensen zijn net als de Farizeeën die opschepten over het leven volgens de wet terwijl ze weerzin opwekten bij Jezus. Dit geldt ook voor potentiële orthodoxe Christenen. 
Het verdrijven van demonen is het uitoefenen van macht. Zij zijn allemaal enthousiast in hun geloof maar de Heer zal ze uiteindelijk vertellen dat Hij ze niet kent. Hij zal ze vragen hoe zij Hem kennen als Hij hen niet kent.
De Heer zegt, “En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” Op die dag zal de menigte naar Hem roepen, “Heer, ik geloof. Ik geloof dat U mijn Verlosser bent.” Zij zullen zeggen dat ze van Hem houden maar dat zij zonden in hun hart hebben. De Heer noemt hen de beoefenaars van wetteloosheid (de zondaars die niet verlost zijn) en Hij zal hen zeggen dat ze van Hem weg moeten gaan. 
Op die dag zullen diegenen die gestorven zijn zonder wedergeboren te zijn, naar Jezus uitroepen. “Ik profeteerde, bouwde kerken en zond 50 missionarissen in Uw naam.” 
Maar Jezus zal tegen deze zondaars verklaren, “En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” 
“Wat bedoelt U? Weet U niet dat ik in Uw naam heb geprofeteerd? Ik diende zoveel jaar de kerk... ik leerde anderen in U te geloven. Hoe kunt U me niet kennen?”
Hij zal antwoorden, “Ik heb u nooit gekend. U die beweert dat u Mij kent en toch nog zonde in uw hart hebt, ga van Me weg!” 
Het is wetteloosheid voor God om in Hem met zonde in het hart of niet volgens Zijn wet van zaligmaking te geloven. Het is wetteloosheid om niet Zijn wil te kennen. Het is wetteloosheid om te proberen Zijn wil te doen zonder het te kennen of zonder de zegen van de wedergeboorte van het water en de Geest te kennen. Het is ook wetteloosheid om Hem te volgen zonder Zijn wil te gehoorzamen. Wetteloosheid is een zonde.
 
 

DE WIL VAN GOD IN DE BIJBEL

 
Wie zijn de kinderen van God?
De rechtvaardigen die geen zonden hebben.

Het is Zijn wil dat we in het evangelie van de wedergeboorte uit het water en de Geest geloven. Het ware evangelie zorgt voor onze wedergeboorte. Het is ook Zijn wil dat we voor het evangelie leven als Zijn kinderen. We moeten de wil van God kennen, maar zoveel mensen kennen het evangelie van de wedergeboorte uit het water en de Geest niet. 
Als ik mensen vraag waarom zij in Jezus geloven, zeggen velen dat zij in Jezus geloven om van hun zonden gered te worden.
Ik vraag, “Heeft u dan zonden in uw hart?”
En zij zeggen, “Natuurlijk.”
“Bent u dan gered of niet?”
“Natuurlijk ben ik gered.”
“Kan een zondaar die zonden in zijn hart heeft het Koninkrijk van de Hemel binnengaan?”
“Nee, dat kan hij niet.”
“Gaat u dan naar het Koninkrijk van de Hemel of naar de vuren van de hel?”
Zij zeggen dat ze naar het Koninkrijk van de Hemel gaan, maar kunnen ze dat? Zij zullen naar de hel gaan. 
Sommigen denken dat ze, omdat ze in Jezus geloven, het Koninkrijk van de Hemel kunnen binnengaan, zelfs als ze zonden in hun hart hebben en dat het Gods wil is dat ze dat doen. Maar God accepteert geen zondaars in het Koninkrijk van de Hemel. 
Wat is de wil van God? In de Bijbel staat dat het Gods wil is dat we in Zijn Zoon geloven, dat we geloven in de zegen van de verlossing door het doopsel van Jezus en Zijn bloed aan het Kruis. 
Diegenen die in de zegen van de wedergeboorte uit het water en de Geest geloven, worden Zijn kinderen. Het is onze glorie om Zijn kinderen te worden. Zijn kinderen zijn rechtvaardig.
Beschouwt Hij een zondaar-christen als rechtvaardig wanner hij ons rechtvaardig noemt? God kan nooit liegen. U moet voor Hem dus een zondaar of een rechtvaardig persoon zijn. Er kan nooit ‘beschouwd als zonder zonde,’ zijn. Hij noemt diegenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, geheiligd.
 
Hoe kunnen we kinderen van God worden?
Door het evangelie van het water en het bloed te accepteren.

Omdat God alle zonden van de wereld aan Zijn Zoon doorgaf, moest zelfs Zijn eigen Zoon aan het Kruis veroordeeld worden. God kan nooit een leugen vertellen. Hij zegt, “De bezoldiging van de zonde is de dood” (Romeinen 6:23). Toen Zijn Zoon stierf, werd het drie uur lang donker op de aarde. 
“En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!” (Mattheus 27:46)
Jezus nam alle zonden van de wereld weg door Zijn doopsel om alle mensen van hun zonden te redden. Hij nam de zonden van de mensen weg, wetende dat Hij gekruisigd en door God, Zijn Vader, in de steek gelaten moest worden. Dus veroordeelde God Zijn eigen Zoon voor de zonden die Hij in de Jordaan wegnam en keerde drie uur Zijn gezicht van Zijn Zoon af. 
“Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven” (Johannes 1:12). 
Zijn jullie kinderen van God? We zijn de wedergeborenen omdat we het evangelie van de wedergeboorte van het water en de Geest geaccepteerd hebben. Diegenen die wedergeboren zijn uit het water en de Geest zijn rechtvaardig. Nu zijn we allemaal rechtvaardig geworden. 
“Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?” (Romeinen 8:31) Als een rechtvaardig mens zichzelf rechtvaardig noemt voor God en het volk, zullen diegenen die niet verlost zijn hem veroordelen. Dus zei de Apostel Paulus, “Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt” (Romeinen 8:33). God wiste al onze zonden uit door Jezus en noemde ons geheiligd, rechtvaardig en Zijn kinderen. Hij gaf ons het recht om de glorieuze kinderen van God te worden.
Diegenen die wedergeboren zijn uit het water en de Geest, zijn Zijn kinderen. Zij leven eeuwig met Hem. Zij zijn niet langer gewoon schepsels in deze wereld maar kinderen van God die in de Hemel thuishoren. 
Nu ze rechtvaardige kinderen van God zijn, is er niemand die een aanklacht tegen hen kan indienen, over hen kan oordelen of hen van God kan scheiden.
We moeten het evangelie van het water en de Geest kennen om in Jezus te geloven. We moeten de Bijbel kennen. Het is essentieel dat we de wil van God kennen en geloven om deze naar Zijn wil te kunnen uitvoeren.
 
 

HET IS DE WIL VAN GOD DAT ZONDAARS WEDERGEBOREN WORDEN UIT HET WATER EN DE GEEST

 
Waarom stuurde God Zijn Zoon naar de gelijkenis van de zondige mens?
Om alle zonden aan Hem door te geven.

Het is de wil van God dat we verlost en wedergeboren worden uit het water en de Geest. “Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij” (1 Thessalonieken 4:3). 
Het was de wil van God om Zijn Zoon te sturen zodat alle zonden aan Hem zouden worden doorgegeven en wij gered konden worden. Dit is de wet van de Geest die ons wedergeboren laat worden uit het water en de Geest. Het bevrijdde ons van alle zonden. 
We zijn verlost. Kunt u nu allemaal de wil van God herkennen? Het is Zijn wil om ons allemaal te verlossen. Hij wil niet dat we compromissen sluiten met de wereld, maar Hij wil dat we alleen in Zijn woorden geloven en Hem alleen aanbidden.
Het is ook de wil van God dat diegenen die wedergeboren zijn, het evangelie getuigen en in de kerk leven, zichzelf toewijden aan het werk om andere zielen terug te brengen naar God. 
We zondigen niet omdat we dat willen, maar omdat we zwak zijn. Maar Jezus nam deze zonden weg. God gaf via Johannes de Doper, alle zonden van de wereld aan Jezus door. Hij stuurde daarvoor Zijn eigen Zoon en liet Hem door Johannes de Doper dopen. We zijn gered door hierin te geloven. Dit is de wil van God. 
 
 
HET IS DE WIL VAN GOD DAT WE IN JEZUS, DIE HIJ GEZONDEN HAD, GELOVEN
 
Waarom kwam Jezus in de gelijkenis van de zondige mens?
Om alle zonden van de mensheid weg te nemen.

De Bijbel zegt dat het doen van de wil van God is te geloven in Hem die Hij heeft gezonden. “Zij zeiden dan tot Hem: Wat zullen wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken? Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, Dien Hij gezonden heeft. Zij zeiden dan tot Hem: Wat teken doet Gij dan, opdat wij het mogen zien, en U geloven? Wat werkt Gij? Onze vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn; gelijk geschreven is: Hij gaf hun het brood uit den hemel te eten” (Johannes 6:28-31). 
Mensen vertelden Jezus dat God Mozes een teken had gegeven toen hij op weg was naar Kanaän, waardoor de Israëlieten het manna uit de hemel kregen, en als gevolg daarvan geloofden ze in God (Johannes 6:32-39). Mensen vroegen Jezus, “Wat zullen wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken?” 
Jezus antwoordde dat zij in Hem moesten geloven om de werken van God te doen. Als we het werk van God willen doen, moeten we in de werken van Jezus Christus geloven. Het is de wil van God dat we niet alleen het evangelie geloven en prediken, maar het ook naleven. 
God gebood ons, “Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb” (Mattheus 28:19-20).
Jezus zegt ons duidelijk dat we moeten dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Geest. Alles wat Hij deed voor Zijn Vader en de Geest is opgenomen in Zijn doopsel. Als we dat begrijpen, kunnen we in God geloven en alles zien wat Jezus in deze wereld deed en hoe de Geest daarvan getuigde. 
Jezus werd door God gezonden om van het evangelie van het water en de Geest te getuigen. Daarom kunnen we alleen als we in het woord van God en Zijn dienaar geloven, gered worden.
 
 

HET WERK VAN GOD DOEN

 
Wat is het doel van ons leven?
Om de wil van God te doen door het evangelie over de hele wereld te verspreiden.

Als we het werk van God willen doen, moeten we eerst geloven in het evangelie van het doopsel van Jezus en Zijn dood aan het Kruis. Het is het werk van God om in Hem te geloven die God gezonden heeft. We moeten eerst geloven dat Jezus ons met het water en het bloed redde, om in Hem te geloven.
De wil van God wordt in ons volbracht als we in Jezus geloven en het evangelie prediken. Op deze manier doen we de werken van God. Hij vertelde ons dat alleen diegenen die in de zegening van de wedergeboorte uit het water en de Geest geloven, het Koninkrijk van de Hemel binnengaan. 
Laten we allemaal onze plaats in het Koninkrijk van de Hemel innemen door de volgende essentiële waarheden te erkennen. De ware wil van God, door te weten en te geloven dat al onze zonden aan Jezus werden doorgegeven met Zijn doopsel, door voor de uitbreiding van Zijn koninkrijk te leven en door het evangelie te prediken totdat we sterven. 
Beste Christenen! Diegenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, zijn diegenen die de werken van God doen. Het is het werk van God om in Hem te geloven die God gezonden heeft. Als men gelooft dat alle zonden aan Hem die God gezonden heeft, zijn doorgegeven en dat Jezus Christus onze Verlosser is, dan doet men Zijn wil. 
Het werk van de verlossing van de zonden van de mens werd volbracht toen Jezus gedoopt werd in de Jordaan en aan het Kruis stierf. Het tweede deel van het werk van God is te geloven in Hem die God heeft gezonden, te geloven in de Verlosser die alle zonden van de wereld wegnam en het evangelie over de hele wereld te prediken. 
Nu moeten wij die wedergeboren zijn, leven en het evangelie tot het einde van de wereld prediken.
 
Waar gaan de mensen heen die in Jezus geloven zonder de wil van God te kennen?
Zij gaan naar de hel.

“Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” (Mattheus 7:22-23) 
Deze passage vertelt ons duidelijk wie de zondaars voor God zijn en wie de beoefenaars van wetteloosheid zijn. 
Er zijn zoveel mensen die niet wedergeboren zijn onder diegenen die zeggen, ‘Heer, Heer.’ Zij hebben pijn omdat zij nog altijd zonden in hun hart hebben. Dus roepen zij op een klagende manier naar God, ‘Heer, Heer,’ wat niet past bij de ware gebeden van aanbidding. 
Zij geloven dat hun geweten gereinigd zal worden als zij in gebed uitroepen, maar het is onmogelijk omdat hun zonden in hun hart blijven. Zij bidden in de bergen, huilen in smart, alsof God ver weg is. Als we niet het volledige geloof hebben, neigen we ertoe steeds vaker ‘Heer, Heer’ uit te roepen. 
In sommige kerken waar de congregatie niet is wedergeboren, bidden zij met zoveel enthousiasme dat de preekstoel kapotgaat. 
Maar we kunnen in de Bijbel lezen dat niet iedereen die ‘Heer, Heer,’ uitroept, het Koninkrijk van de Hemel binnengaat. Alleen diegenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, hebben het geloof dat hen het werk van God laat doen. 
De Bijbel vertelt ons dat het wetteloosheid is om Zijn naam uit te roepen met zonden in zijn hart. Bent u ooit naar gebedsbijeenkomsten in de bergen geweest? Sommige oude vrouwelijke diakenen huilen en huilen, roepen Zijn naam omdat zij Jezus niet in waarheid hebben ontmoet, noch de Geest in hun hart hebben aanvaard, noch wedergeboren zijn uit het water en de Geest. Zij roepen Zijn naam zo dringend omdat zij vrezen dat zij naar de hel zullen gaan. 
Stelt u zich voor dat iemand die zijn leven heeft gewijd aan het dienen van de kerk als missionaris of pastoor, uiteindelijk door de Heer wordt weggestuurd. Om door een ouder of een echtgenoot verlaten te worden, zou genoeg zijn om iemands hart te breken, maar waar zouden wij heen gaan als we door God, de Koning der koningen, de Rechter van onze ziel, verlaten zouden worden? 
Ik hoop dat dit niemand van u zal gebeuren. Luister alstublieft en geloof in het evangelie van het water en de Geest. Het is de wil van God dat we wedergeboren worden en binnen het evangelie van het water en de Geest leven. 
Wij Christenen geloven in het evangelie van het water en de Geest en we putten kracht uit de waarheid van de Bijbel. Alleen dan kunnen we gered worden van het oordeel van God.