Search

Sermons

Onderwerp 11: De Tabernakel

[11-11] We zijn niet degenen die zich terugtrekken naar de verdoemenis vanwege onze zonden (Johannes 13:1-11)

We zijn niet degenen die zich terugtrekken naar de verdoemenis vanwege onze zonden
(Johannes 13:1-11)
“En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde. En als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou), Jezus, wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging, Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelven. Daarna goot Hij water in het bekken, en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met den linnen doek, waarmede Hij omgord was. Hij dan kwam tot Simon Petrus; en die zeide tot Hem: Heere, zult Gij mij de voeten wassen? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan. Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij. Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd. Jezus zeide tot hem: Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen. Want Hij wist, wie Hem verraden zou; daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen rein.”
 
 
Het gehele Woord van de Bijbel is een mysterie tot de valse leraren die nog niet wedergeboren zijn. Zij proberen daarom God’s Woord te interpreteren op hun eigen manier met menselijke gedachten. Zij zijn echter niet eens zelf overtuigd van wat ze onderwijzen. Hierdoor zijn er niet veel mensen die overtuigd zijn van hun zaligheid, zelfs niet onder degenen die in Jezus geloven. 
Waarom is dit het geval? Het is omdat zij zeggen dat zij in Jezus geloven ook al kennen ze het evangelie van het water en de Geest niet echt. Zulke Christenen denken dat ze niet vernietigd zullen worden omdat ze in Jezus geloven. Maar ze moeten zich realiseren dat wanneer men het van een bijbels perspectief bekijkt, het slechts een vaststaand feit is dat ze vernietigd worden tenzij ze wedergeboren zijn uit het water en de Geest.
Het is een algemeen geldend geloof bij de mensen om te denken dat alhoewel ze niet de waarheid kennen, ze tenminste niet vernietigd zullen worden omdat ze blindelings in Jezus geloven. Echter als zij het geschriftelijke Woord niet juist begrijpen, kunnen ze niet beseffen van het Woord dat ze eigenlijk verkeerd geloven net zoals dat ze niet goed gered zijn. 
Dus als mensen het Woord van de Bijbel letterlijk interpreteren en met hun eigen doctrines komen die gebaseerd zijn op hun eigen gedachten, dan kunnen zulke mensen niet de verlossing van de zonden ontvangen en zullen ze uiteindelijk in de hel eindigen vanwege hun zonden, ook al denken ze dat ze in Jezus geloven. De Bijbel is daarom niet iets wat op eigen manier ontrafelt moet worden maar we moeten op God wachten die ons begrip brengt door Zijn wedergeboren heiligen met het Woord van de waarheid. We moeten ons ook realiseren dat het hele Woord van God is uitgelegd binnen het evangelie van het water en de Geest.
Jezus zei, “Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan” (Johannes 3:5). Degenen die deze passage kennen en erin geloven, kunnen inderdaad correct van alle zonden verlost worden en het Koninkrijk van de Hemel binnengaan. Jezus zei dat slechts degenen wiens hart gereinigd is van de zonden door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, de Hemel kunnen binnengaan. Maar als de mensen geloven zonder begrip te hebben van het evangelie van het water en de Geest dat door de Heer gegeven is, d.w.z. de waarheid die gemanifesteerd is in de blauwe, purperen en de scharlakenrode wol en het getwijnde linnen van de Tabernakel, ze vernietigd zullen worden voor hun zonden.
Hoe volslagen wanhopig zou het zijn als we voor onze zonden vernietigd zouden worden ook al geloofden we in Jezus? Het maakt me erg verdrietig te denken dat alhoewel er nu zoveel mensen in deze wereld zijn die in Jezus als hun Verlosser geloven, velen van hun niet een zeker antwoord kunnen geven als hen gevraagd wordt of ze werkelijk overtuigd zijn dat ze van al hun zonden verlost zijn. Het is geen fout te zeggen dat alle zondaars, of ze nu beweren in Jezus te geloven of niet, vernietigd zullen worden voor hun zonden. Hoeveel mensen zullen werkelijk vernietigd worden ook al geloven ze in Jezus? 
Matthëus 7 vertelt ons dat alhoewel velen die in de Heer geloven, tegen Jezus zullen zeggen dat ze geprofeteerd hebben, demonen hebben uitgedreven en vele wonders in Zijn naam hebben verricht, zij nog steeds door Hem in de steek gelaten zullen worden. Jezus zei dat Hij tegen zulke mensen zou beweren: “Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” (Matthëus 7:23). Onze Heer zei dat niet iedereen die Zijn naam roept, de Hemel zal binnengaan. Evenzo zal de Heer degenen die het evangelie van het water en de Geest verkeerd begrijpen, berispen.
En toch realiseren zich velen mensen niet eens dat zij Jezus verkeerd hebben begrepen en verkeerd in Hem geloven, een situatie die diep bedroevend is voor onze Heer. Er zijn te veel mensen die naar hun eigen vernietiging streven omdat ze onwetend zijn over het feit dat de Heer hun eigenlijk berispt voor hun gebrekkige geloof. 
Daarom jammert ons hart voor de symbolische Christenen van tegenwoordig. Zij geloven slechts vaag in Jezus, terwijl ze nog steeds niet in staat zijn een duidelijk en bijbelse definitie te krijgen over wat het ware evangelie van het water en de Geest is. Daarom is het zo’n belangrijke en dringende taak voor ons om het evangelie van het water en de Geest aan hun allen te preken.
Het is van kritiek belang voor ons allen om het evangelie van de waarheid van het water en de Geest te kennen en erin te geloven. Hoe kunnen we dan het evangelie van de waarheid van het water en de Geest kennen? Natuurlijk door te luisteren naar de leringen van het evangelie van het water en de Geest welke omvat zijn in het Woord van God. We moeten het evangelie van de waarheid werkelijk kennen en erin geloven en door God geroepen worden als Zijn heiligen. Door dit te doen kunnen we het Koninkrijk van God door geloof naar binnengaan, de verlossing van de zonden door geloof ontvangen en Zijn eigen kinderen worden door geloof. 
Daarom richt het Christendom zich op de zaligheid die ontvangen wordt door geloof. De religies van de wereld loven iemands eigen handelingen. Maar de echte waarheid vertelt ons dat de zaligheid een geschenk van God is, niet van menselijke werken, opdat niemand zal opscheppen (Efeziërs 2:8-9). Het ware Christendom wijst de weg om verlost te worden van de zonden en de Hemel binnen te gaan door slechts het evangelie van het water en de Geest te kennen en erin te geloven.
De huidige hoofdpassage van Johannes 13 gaat ook over het evangelie van het water en de Geest. Wetende dat de tijd gekomen is voor Hem om aan het Kruis te sterven, probeerde Jezus de voeten te wassen van Zijn discipels. Dit was net voor het Feest van de Pascha. Het feest van de Pascha is van uiterst belang voor de Joden. Omdat het de dag was waarop het volk van Israël uit Egypte ontsnapte en gered werd van hun slavernij, werd het een groot feest voor de Joden. Dus het volk van Israël herinnerde het feest van Pascha van het Oude Testament en vierde het in herinnering door samen Pascha rituelen uit te voeren. 
Tijdens de maaltijd verzamelde Jezus Zijn discipels en probeerde hen iets te vertellen wat van enorm belang was. Door de voeten van Zijn discipels te wassen voordat Hij zelf aan het Kruis stierf, wilde Hij ze de waarheid leren die hun werkelijke zonden heeft weggewassen. Met de komst van het feest van de Pascha, wist Jezus dat Hij gevangen zou worden als het Paaslam, gekruisigd zou worden, zou sterven en van de dood zou herrijzen. Jezus wilde Zijn discipels dus leren dat Hij zelfs hun dagelijkse zonden heeft weggewassen als het Offerlam. Anders gezegd, Hij waste de voeten van de discipels om hun een erg belangrijke les te leren voordat Hij aan het Kruis stierf.
 
 

De reden waarom de Heer Petrus’ voeten waste

 
Laat ons eens kijken naar wat Jezus zei toen Hij de voeten van de discipels probeerde te wassen en toen Petrus weigerde: “Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij” (Johannes 13:8). Hoe streng en ontzaglijk klinkt dit? Jezus wilde Zijn discipels echter leren welk soort geloof nodig is om hun feitelijke zonden weg te wassen en hoe belangrijk het is voor zowel Zijn discipels en voor Hemzelf om hun voeten te wassen voordat Hij aan het Kruis stierf. 
Dus Jezus stond op van de maaltijd, legde Zijn kleding aan de kant, nam een doek en omgordde Zichzelf en goot toen water in een kom en begon de voeten van de discipels te wassen. Toen was het Simon Petrus’ beurt, maar Petrus bleef weigeren. Hij zei tot Jezus, “Heere, zult Gij mij de voeten wassen?” Petrus was vol ontzag dat Jezus zijn voeten wilde wassen. Omdat hij in Jezus had geloofd en Hem als de Zoon van God had gediend, was het moeilijk zo`n absurde situatie te accepteren. Daarom vroeg Petrus waarom de Heer zijn voeten wilde wassen, denkend dat als iemand voeten moest wassen, het Petrus zelf zou zijn die de voeten van de Heer moest wassen en dat het niet gepast of beleefd was van hem om zijn voeten te laten wassen van de Heer. Dus Petrus, die letterlijk geschokt was hierdoor, zei: “Heere, zult Gij mij de voeten wassen?” en weigerde gewassen te worden.
Jezus zei daarop in vers 7: “Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.” Dit betekende “Je zult nu niet begrijpen waarom ik dit doe. Maar nadat ik aan het Kruis sterf, van de dood herrijs en naar de Hemel opstijg, zul je je de reden realiseren waarom ik je voeten heb gewassen.” En toen zei Jezus met kracht, “Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij.” Tenzij Jezus Petrus’ voeten waste, zouden Petrus en Jezus niets met elkaar te doen hebben. Geen deel van Jezus zijn, betekent geen relatie met Hem hebben en dus had Petrus geen andere keuze dan zijn voeten aan Jezus aan te bieden. Jezus stopte Petrus` voeten in een kom en waste ze, en daarna veegde Hij de voeten af met de handdoek.
Toen de Heer tegen Petrus zei: “Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij” zei Petrus geschrokken, “Dan was nog meer van me zodat ik deel mag hebben aan U. Dan Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd.” Terwijl Hij dit hoorde zei Jezus: “Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen.”
Jezus vermelde vaak iets wat de mensen ogenblikkelijk onthutste en verwarde. Niet in staat te begrijpen wat Jezus zei, neigen de mensen ertoe het verkeerd te begrijpen, niet te geloven en enkele bizarre dingen te doen. Degenen die niet de verlossing van de zonden hebben ontvangen door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, kunnen niet goed begrijpen wat Jezus hier tegen Petrus zei. Waarom? Omdat degenen die niet de Heilige Geest hebben, niet de juiste betekenis van het Woord van God kunnen begrijpen. 
Niet zomaar iedereen kan zich de waarheid die in de Bijbel geopenbaard wordt, beseffen, ook als hij/zij een genie is die begaafd is met wonderbaarlijke wereldlijke genialiteit. Terwijl zulke mensen duidelijk het Woord van de Geschriften begrijpen in de letterlijke betekenis, kunnen ze gewoon niet de puzzelstukjes samenleggen en uitvinden welk soort geloof hun feitelijke zonden kan wegwassen, hoe hard ze ook hun best doen, tenzij ze de waarheid van het water en de Geest kennen. 
De Heer zei, “Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen” (Johannes 13:10). Deze passage is erg moeilijk om te begrijpen voor vele Christenen van tegenwoordig, want zij kunnen zich met deze passage er niet van overtuigen dat zij reeds van al hun dagelijkse zonden verlost zijn of niet. Eigenlijk houden ze deze passage als de basis van de doctrine van berouwgebeden, een van de zogenaamde orthodoxe doctrines in het Christendom. 
Zij leggen deze passage als volgt uit: “Als we in Jezus als onze Verlosser geloven, dan zijn we van al onze zonden vergeven, inclusief onze erfzonde. Maar omdat we te ontoereikend zijn om niet iedere dag te zondigen, en we dus weer zondaars worden, moeten we Gods vergeving vragen voor deze werkelijke zonden. Hierdoor kunnen we gereinigd worden van onze zonden en onze relatie met Hem weer herstellen.”
Onzin! Kun je werkelijk je dagelijkse zonden wegwassen door berouwgebeden aan te bieden? Hoe zit dat dan met de zonden waarvoor je vergeving vergeeft te vragen door onnauwkeurigheid? Hoe kunnen deze zonden dan vergeven worden?
De Kerk, het lichaam van God, is in feite de verzameling van degenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven dat door onze Heer gegeven is. Dus toen Jezus zei dat het lichaam volledig rein was, maar dat niet alle discipels rein waren, zei Hij dit om naar Judas te verwijzen die niet in Hem geloofde. Het was omdat Hij wist dat Judas niet in Hem geloofde dat Hij zei, “niet iedereen van jullie.”
 We moeten geloven dat de Heer al onze zonden in een keer heeft weggewassen met het evangelie van het water en de Geest, de cruciale waarheid van de Bijbel. Als we dus de belangrijkste punten van het Woord niet kennen en proberen het Woord van God op onze eigen manier te begrijpen, dan vervallen we in een enorme drogreden. Zelfs nu geven veel mensen die enorme misvattingen hebben, al hun bezittingen op en worden zelfs gemarteld terwijl ze niet eens goed in Jezus geloven, maar uiteindelijk zullen ze voor hun zonden vernietigd worden.
 
 

De reden waarom Jezus onze voeten moest wassen

 
Waarom kon Petrus slechts deel uitmaken van Jezus als Jezus zijn voeten waste? De reden was dat Jezus slechts Petrus’ ware Verlosser kon worden als Hij alle zonden van zijn hele leven uitwiste. Jezus kwam naar deze aarde, nam de zonden van de mensheid op zich door het doopsel dat Hij van Johannes ontving, stierf aan het Kruis, herrees van de dood en waste daarbij in een keer voor altijd Petrus’ zonden weg en alle zonden van Zijn discipels. Jezus wilde deze waarheid in hun gedachten planten. Maar omdat de discipels dachten dat Hij hun voeten slechts waste als een morele kwestie, konden ze de reden niet waarom Jezus hun voeten waste.
Ze moesten zich realiseren dat niet alleen hun huidige zonden maar de toekomstige zonden die ze later zouden begaan hun ook dreigden geestelijk te doden. Dus moesten ze zich realiseren dat zelfs de zonden die ze in de toekomst zouden begaan, reeds aan Jezus waren doorgegeven door geloof. Omdat Petrus geen deel zou hebben in Jezus tenzij dit het geval was, moest Petrus deze belangrijke les leren dat Jezus de voeten van hem en van de andere discipels waste. Jezus moest Petrus de waarheid leren dat Hij “iedere zonde” die Petrus door zijn ontoereikendheid en zwakheden beging, had weggewassen door gedoopt te worden. Daarom moest Jezus Petrus voeten wassen en Petrus moest zijn voeten laten wassen door Jezus. Petrus zou geen deel kunnen zijn aan Jezus tenzij hij geloofde dat alle zonden die door hem tijdens zijn hele leven begaan werden door zijn zwakheden en ontoereikendheid, ook in een keer voor altijd waren weggewassen toen Jezus door Johannes gedoopt werd.
We kunnen de waarheid van het water en de Geest begrijpen door het Woord van God te horen. Het is door het Woord van het evangelie van het water en de Geest wat al onze zonden verlost heeft, te kennen en erin te geloven dat we ook van al onze dagelijkse zonden gereinigd kunnen worden. Jezus zei: “Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen.” Omdat Jezus reeds al onze zonden heeft weggewassen en ons rein heeft gemaakt, zijn degenen die hierin geloven degenen die verlost zijn van al hun zonden. 
Jezus Christus heeft in feite alle zonden weggewassen door gedoopt te worden in de Jordaan en door al onze zonden op zich te nemen. En door naar het Kruis te gaan, gekruisigd te worden, Zijn bloed te vergieten en van de dood te herrijzen, is Hij onze eeuwige Verlosser geworden. Met het doopsel dat Hij ontving en het bloed aan het Kruis, is de Heer onze volmaakte Verlosser geworden. Zo heeft de Heer ook iedereen die in Hem gelooft in staat gesteld gewassen te worden van al hun zonden voor eens en voor altijd door geloof, door het evangelie van het water en de Geest. 
Degenen die deze waarheid kennen en erin geloven, kunnen ook volmaakt verlost worden van hun dagelijkse zonden. Gezien vanuit God’s standpunt, is het waar dat de hele mensheid van alle zonden gereinigd is door Jezus rechtvaardige daden. Alles wat we moeten doen om daadwerkelijk gereinigd te zijn van al onze zonden is deze genade rijkelijk te ontvangen door geloof te hebben in het evangelie van het water en de Geest. Is dit niet het geval? Natuurlijk wel! Door ons geloof in deze waarheid, zijn we degenen geworden die reeds gewassen zijn.
Jezus zei dat degenen die aldus gewassen zijn, slechts hun voeten hoeven te wassen omdat Jezus reeds alle zonden op Zich nam toen Hij gedoopt was en ons volledig heeft gered, alhoewel we iedere dag zondigen. Door gedoopt te worden, heeft Jezus alle zonden van ons hele leven weggewassen, en door dit iedere dag te bevestigen, kunnen we verlost worden van onze dagelijkse zonden. 
Dat is wat deze passage ons vertelt. De werkelijkheid is dat zelfs degene die de verlossing van de zonden hebben gekregen door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, d.w.z. dat Jezus alle zonden accepteerde door het doopsel dat Hij van Johannes ontving, aan het Kruis stierf terwijl Hij de zonden van de wereld droeg en van de dood herrees, nog steeds in zonde leven, want zij hebben ook de vleselijkheid. Echter, God nam reeds alle dagelijkse zonden op zich die de mensen dagelijks begaan nadat ze in Jezus geloven, want Hij is almachtig.
De tijd van eeuwigheid tot eeuwigheid, te boven gaand, heeft God dit werk eens vervuld dat alle zonden van de mensheid uitwist. Zo ook accepteerde Jezus alle zonden van ons hele leven via Johannes nadat Hij van hem gedoopt was, stierf Hij aan het Kruis terwijl hij deze zonden allen droeg, herrees van de dood en waste daarbij al onze zonden weg. En toch, ondanks dit, hoe geloven we? Ondanks dat we in deze waarheid geloven, zijn we nog steeds iedere dag bezorgd door onze zonden die we in ons leven begaan en onze ontoereikendheid. 
Daarom moeten we iedere dag dat we hier op aarde zijn weer met ons geloof de waarheid bevestigen dat Jezus al deze zonden op Zich nam die we in ons leven begaan. Door Zich te laten dopen, heeft Jezus de zonden van de wereld voor eens en voor altijd weggewassen, maar we moeten deze waarheid met ons geloof dagelijks voor altijd bevestigen.
Zoals Petrus verenigd moest blijven met Jezus door geloof, zich moest herinneren dat Jezus zijn voeten had gewassen, moeten wij ook iedere dag de waarheid bevestigen dat Hij reeds al onze zonden met Zijn doopsel en het bloed aan het Kruis heeft uitgewist, om binnen Zijn zaligheid te blijven. Maar degenen die niet in deze waarheid geloven, kunnen niet hun zonden voor altijd wegwassen. Degenen die niet al hun zonden hebben weggewassen door niet in het evangelie van het water en de Geest te geloven, zijn degenen die geen deelhebben aan Jezus. Alhoewel zij iedere dag onophoudelijk proberen hun zonden weg te wassen, zijn hun zonden niet weggewassen, want de zonden die ze proberen weg te wassen door berouwgebeden zijn niet zo’n lichte zonden. Iedere zonde wordt gevolgd door Gods vreselijke oordeel. 
Als dusdanig, zullen degenen die hun zonden met hun berouwgebeden proberen weg te wassen, in plaats van ze weg te wassen door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, ervaren en realiseren dat nog geen greintje van hun zonden is weggewassen. Zouden we onze zonden kunnen wegwassen door iedere dag berouwgebeden te geven? Zelfs als we zelf geloven dat we onze zonden hebben weggewassen met onze berouwgebeden, zijn deze zonden eigenlijk nog steeds aanwezig. 
Slechts degenen die hun hele lichaam gebaad hebben door in het evangelie van het water van de Geest te geloven, zijn gekwalificeerd om hun voeten te wassen terwijl ze hun leven leiden en slechts zij zijn ook gekleed in de genade die hun toestaat hun zonden met geloof iedere dag weg te wassen en daarbij voor altijd hun reinheid te houden.
Jezus nam al onze dagelijkse zonden voor altijd op Zich door gedoopt te worden. We geloven daarom dat met Zijn doopsel, Jezus alle zonden die we door onze ontoereikendheid begaan in ons leven ook op Zich nam, en dat Hij al hun veroordeling droeg. Jezus zei ons dus dat er niet iets moest zijn als het struikelen of sterven van het vallen over onze eigen zwakheden.
Nadat Jezus de voeten van de discipels had gewassen, was het enigste wat Hij moest doen, sterven aan het Kruis, van de dood herrijzen en naar de Hemel opstijgen. Jezus zou nu niet langer aan de zijde van de discipels zijn, maar volgens het geschreven Woord, zou hij aan de rechterhand van de troon van God de Vader zijn. En Hij zal weerkomen. 
Maar hoe konden de discipels dan op deze aarde blijven en het evangelie van het water en de Geest verspreiden als Jezus aan het Kruis gestorven was zonder hen hierover te leren? Jezus’ discipels zouden geleefd hebben terwijl ze dagelijks zouden hebben gezondigd, want ze waren zwak en ontoereikend en niet wetende wat ze moesten doen wanneer ze de zonden van jaloezie, hebzucht of haat zouden hebben begaan, zouden ze niet volgens geloof hebben kunnen leven. Hoe zouden ze dan het evangelie aan anderen hebben kunnen verspreiden? Dat zouden ze niet hebben kunnen doen. Daarom moest Jezus zeker Zijn discipels vertellen dat Hij reeds al deze zonden had weggewassen, en daarom moest Hij hun voeten wassen.
 
 

Zoals de verlossing van de zonde die getoond wordt in de Tabernakel

 
Als we de poort van de voorhof van de tabernakel openen en er binnengaan, zouden we eerst het brandofferaltaar zien en het bronzen wasbekken. De eerste les die de Tabernakel ons geeft voor ons geloofsleven is dat de veroordeling van de zonden ons te wachten staat als we zonden hebben voor God. Ons geloofsleven begon, zoals het brandofferaltaar aangeeft, met de verdoemenis van de zonde en de dood. We zouden voor onze zonden voor God veroordeeld worden maar de Heer kwam naar deze aarde om onze zonden op Zich te nemen. 
Zoals het offer in het Oude Testament de ongerechtigheden van de zondaars accepteerde met het opleggen van handen, het bloed en door te sterven, en het vlees ervan werd op het brandofferaltaar gelegd om verbrand te worden, waarbij het indirect veroordeeld werd voor de ongerechtigheden van de zondaars door het oordeel van vuur te dragen, zo deed Jezus dat voor ons. In plaats dat wij sterven, ontving Jezus het opleggen van handen van Johannes, vergoot Zijn bloed en stierf aan het Kruis en betaalde daarbij de lonen van onze zonden met Zijn eigen dood.
We zondigen iedere dag en we zullen blijven zondigen tot de dag dat we sterven. U en ik zijn degenen die slechts kunnen sterven voor onze zonden. Maar om zulke mensen als ons van onze zonden en oordeel te redden, verliet de Heer de troon van de heerlijkheid van de Hemel en kwam naar deze aarde, nam onze zonden door het doopsel van Johannes op Zijn eigen lichaam te nemen, gaf Zijn lichaam aan het Kruis en werd gekruisigd en vergoot Zijn waardevolle bloed, herrees van de dood en werd daarmee onze ware Verlosser. Door de wet van de dood te beseffen en te herkennen, dus dat we veroordeeld moeten worden en moeten sterven voor onze zonden, is het beginpunt van het geloof. 
Alleen de mensen die weten en geloven dat zij moeten sterven voor hun zonden, kunnen degenen worden die het bad kunnen nemen om zich te reinigen van de zonden en de verlossing van de zonden ontvangen door al hun zonden aan Jezus door te geven door geloof. Het ware geloof begint bij zulk geloof. En wij die van dit geloof begonnen zijn, zijn heel geworden door ons geloof dat Jezus Christus alle zonden die we op een dagelijkse basis begaan, heeft uitgewist en dat Hij zelfs de zonden heeft weggewassen die we in de toekomst zullen begaan. 
Zelfs de Hogepriester en zijn zonen die in de tabernakel aanwezig waren, gaven iedere morgen en avond hun brandoffer. Zij brachten regelmatig hun brandoffer, leidden hun handen op het hoofd ervan, onttrokken het bloed ervan en boden dat aan God aan. Daarom is er geen stoel in de Tabernakel. Met andere woorden, ze bleven de hele tijd offers geven en er was geen tijd voor hun om te zitten en rusten. Zo waren wij ook mensen die onophoudelijk zondigden en Zijn oordeel voor deze zonden niet konden vermijden, maar Jezus Christus heeft ons volledig gered van al onze zonden met het doopsel dat Hij ontving en met Zijn bloedvergieten. 
We moeten ons geloof beginnen door te geloven dat we slechts altijd kunnen sterven voor onze zonden. Voor zulke mensen als ons, kwam Jezus naar deze aarde en nam onze zonden voor eens en voor altijd op zich door gedoopt te worden. Nadat Hij onze zonden met Zijn doopsel had genomen, droeg Jezus Christus alle zonden naar het Kruis en betaalde de lonen van deze zonden met Zijn bloed door Zijn eigen leven te geven. En door weer van de dood te herrijzen, werd Hij onze eeuwige Verlosser.
Romeinen 6:23 verklaart: “Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere.” We waren werkelijk mensen die voor de zonden moesten sterven, maar Jezus Christus heeft ons volmaakt gered. Met andere woorden, door gedoopt te worden, aan het Kruis te sterven en van de dood te herrijzen, heeft onze Heer ons de verlossing van de zonden en het eeuwige leven gegeven. Gelooft u dit? Van hieruit begint het geloof.
Denkt u misschien niet, “Ik kan Jezus niet meer volgen omdat ik te ontoereikend ben?” Denkt u misschien dat u gewoon te waardeloos en vleselijk bent en dus zelfs als u in het evangelie van het water en de Geest gelooft, het te moeilijk voor u is om verder te gaan? Dit is het geloof dat terug gaat naar de verdoemenis.
Laat ons naar Hebreeën 10:36-39 gaan: “Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen; Want: Nog een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven. Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel.” Er wordt gezegd dat we niet degenen zijn die zich terugtrekken naar de verdoemenis. Degenen die in deze waarheid geloven, worden extreem vervolgd, veracht en aanschouwen vele moeilijkheden. Maar de erfenis van de Hemel, welke nooit zal vervallen, wacht op ons. Alle dingen in de Hemel wachten op ons, de eigenaars.
Hebreeën 10:34-35 zegt: “Want gij hebt ook over mijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen. Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.” Dat is juist. Het voortdurende erfenis van de Hemel wacht op ons die in het evangelie van het water en de Geest geloven. God heeft de Hemel als Zijn gave van erfenis gegeven aan degenen die de verlossing van de zonden hebben ontvangen. 
Daarom heeft Hij ons gezegd niet ons vertrouwen in Zijn belofte te verwerpen. Wetende dat we een grote beloning gaan krijgen voor ons geloof, moeten we ons niet terugtrekken naar de verdoemenis, maar we moeten ons geloof nog sterker maken en ons vertrouwen niet wegwerpen. We moeten geloof hebben in het evangelie van het water en de Geest, de echte waarheid, onze geestelijke strijd vechten tot het eind, zielen redden en overwinnen.
Wij, de heiligen, moeten zeker dit geloof bezitten dat in het evangelie van het water en de Geest gelooft. We moeten dit geloof hebben dat de Heer ons toch volledig heeft gered door gedoopt te worden van Johannes en door Zijn bloed aan het Kruis voor ons te vergieten ook al zijn we ontoereikend waardoor we iedere dag dat we op deze aarde leven, zondigen. Door dit geloof kunnen we een enorm vertrouwen hebben en ons leven in rechtschapenheid leven tot het einde van de wereld. We moeten voor God komen door geloof, de wedloop van het geloof lopen met dit ware evangelie, het evangelie verspreiden en ons leven leiden door het evangelie te dienen. Daarom vertelt de Bijbel ons, “Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen” (Hebreeën 10:36).
“Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel” (Hebreeën 10:38-39). Wij die met geloof in het evangelie van het water en de Geest leven, zijn degenen die ook anderen van alle zonden kunnen redden. Als dit het geval is, ondanks het geloof dat andere kan redden van alle zonden, hoe kunnen we ons dan terugtrekken naar de verdoemenis? Als we niet naar het evangelie van het water en de Geest blijven kijken, dan zal ons geloof vervallen en zullen we in het moeras van de dood vallen om er volledig te sterven. Doordat we de verlossing van de zonden hebben ontvangen, is het nu onze taak om met ons geloof te blijven rennen volgens de wil van God, en niet in onze eigen zwakheden te vervallen, te blijven waar we zijn en uiteindelijk zullen sterven.
Wij die in het evangelie van het water en de Geest geloven, zijn niet degenen die zich terugtrekken in de verdoemenis. We zijn degenen die het soort geloof hebben dat de zielen van andere mensen ook kan redden. Als wij zulke mensen zijn, hoe kunnen we dan gewoon inpakken en sterven vanwege onze zwakheden? We kunnen dat nooit doen. Degenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, zijn nooit degenen die zich terugtrekken naar de verdoemenis. Het doet er niet toe hoe ontoereikend en zwak u en ik zijn, we zijn de rechtvaardigen die ons geloofsleven leiden met grote overtuiging in het evangelie van het water en de Geest. 
U en ik moeten denken aan waar ons geloof begon, uit de verdoemenis komen en volgens geloof leven. Eigenlijk waren wij mensen die slechts voor onze zonden konden sterven, maar door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, het evangelie waardoor onze Heer u en mij gered heeft van alle zonden, hebben we onze eeuwige zaligheid ontvangen. 
Met andere woorden, omdat we ons geloof begonnen door volledig al onze zwakheden, ontoereikendheid, onvermogen en slechtheid te herkennen, zullen we doordat we de verlossing van de zonden hebben ontvangen en hier op aarde lopen terwijl we zondigen, niet overwinnen tenzij we al onze zonden aan Jezus Christus doorgeven door in het evangelie van het water en de Geest te geloven en ze weg te wassen met het geloof in Zijn doopsel. Daarom moeten we ons zeker realiseren dat we niet degenen zijn die zich terugtrekken in de verdoemenis en ons leven werkelijk volgens geloof leven.
Soms kunnen we door moeilijkheden in onze eigen omstandigheden en situatie in verschillende verzoekingen vervallen en als we zwak zijn, kan ons geloofsleven ook instorten omdat we niet in staat zijn door te gaan. Maar we zullen niet sterven. Omdat Hij Petrus dit wilde leren, zei Hij tot hem, “Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij.” Jezus wiste alle zonden van Petrus uit. Evenals de Heer gedoopt werd en alle zonden die Petrus in zijn hele leven beging door zijn doopsel op Zich nam, aan het Kruis stierf, van de dood herrees en hem daarbij redde, heeft de Heer ook u en mij van al onze zonden en veroordeling gered. 
Hoe zouden u en ik anders kunnen deelnemen aan Jezus als Hij dat niet gedaan had? Was het evangelie van het water en de Geest er niet geweest, hoe zouden we dan gered zijn van al onze zonden en anderen ook naar de verlossing kunnen leiden? We zouden dit allemaal niet hebben kunnen doen als het evangelie van het water en de Geest er niet was geweest. Deze waarheid is wat Jezus Petrus wilde leren. 
U en ik hebben deze leer gehoord en begrepen, maar hoe zijn we werkelijk? Voelen we ons niet vaak teneergeslagen door onze ontoereikendheid? Vervallen we dan niet in onze eigen zwakheden? Omdat we zien dat we zo ontoereikend en zwak zijn, neigen we ertoe in zelf-verachting te vervallen. U zegt misschien tegen uzelf “Hoe kan ik Jezus tot het eind volgen? Ik kan maar beter nu stoppen Hem te volgen! Ik ben er zeker van dat de Heer ook denkt dat het beter is als ik stop met Zijn Kerk.” Hadden we niet het evangelie van het doopsel dat Jezus ontving, dan zouden we daarom uiteindelijk in de eeuwige verdoemenis vervallen.
Geloof in de waarheid dat onze Heer ons heeft verlost van onze zonden en verdoemenis ook al hebben u en ik in wezen geen andere keuze dan voor onze zonden te sterven. Zelfs als ons vlees te zwak is en we slechts keer op keer kunnen zondigen nadat we de verlossing hebben ontvangen, moeten we nog steeds de volmaakte en eeuwigdurende zaligheid erkennen die Jezus volbracht door het doopsel dat Hij ontving en Zijn bloedvergieten. 
U en ik moeten ons geloof belijden, “Eigenlijk zou ik slechts kunnen sterven voor mijn zonden. Dat is juist. Maar kwam de Heer niet naar deze aarde voor mij en nam Hij niet al mijn zonden weg door gedoopt te worden? Heeft Jezus niet al mijn zonden op Zich geaccepteerd door Zijn doopsel? En stierf Hij niet aan het Kruis? Herrees Hij niet van de dood en leeft Hij niet nu? Omdat mijn zonden aan Jezus Christus zijn doorgegeven, ben ik nog steeds zondeloos hoe ontoereikend ik ook ben en hoe meer mijn zwakheden ook worden onthuld. Ik ben daarom niet bij degenen die zich terugtrekken naar de verdoemenis en sterven.” Door aldus te geloven, moeten we onze zwakheid aan de kant zetten.
Zelfs als we ook morgen weer zwakheden hebben, kunnen we onze zwakheid altijd verwerpen door in het doopsel te geloven dat Jezus ontving in het evangelie van het water en de Geest. Door ons geloof moeten we de geestelijke dood en vloeken verwerpen die ons door onze zwakheden bezoeken.
We moeten zo vaak mogelijk over deze waarheid nadenken door te zeggen “De heer heeft me gered. Omdat al mijn zonden aan de Heer zijn doorgegeven, heb ik dan nog zonde of niet? Natuurlijk niet!” Door aldus te geloven, kunnen we onze zwakheden en zonden verwerpen, het evangelie van het water en de Geest nogmaals erkennen en het feit bevestigen dat we volkomen gered zijn door geloof. Zo kunnen we ons dagelijks naar God keren.
 
 

Alle zonden verdwenen toen Jezus gedoopt werd

 
Broeders en zusters, hoe belangrijk was dit Woord dat Jezus tegen Petrus en Zijn discipels sprak? Hij waste hun voeten om hun stevig in het evangelie van het water en de Geest te laten staan, ook na Zijn dood, vooral als zij in hun zwakheden zouden vervallen. Als Jezus niet de voeten van Petrus en de andere discipels zou hebben gewassen, wat zou er dan met de discipels zijn gebeurd als Jezus aan het Kruis stierf, van de dood herrees na drie dagen en naar het Koninkrijk van God opsteeg? Hoe zouden de discipels dan hun zwakheden hebben opgelost als deze verborgen waren? Ze moesten het oplossen door het geloof dat in het doopsel gelooft dat Jezus had ontvangen en als ze daar niet in hadden geloofd, dan zou het moeilijk voor hun zijn om hun zwakheden op te lossen.
We moeten het probleem van onze zwakheden en dagelijkse zonden met het geloof oplossen dat de waarheid kent en gelooft die gemanifesteerd wordt in de blauwe, purpuren en dieprode wol en het getwijnde linnen; de diensten van Jezus. Als Jezus Zijn discipels niet geleerd had over de macht van het doopsel dat Hij ontvangen had, zouden Zijn discipels ook gewanhoopt hebben en geestelijk zijn gestorven. Zij zouden niet de kracht hebben gehad om het geloof te hebben hun hele leven aan het evangelie op te offeren, om andere zielen te redden en uitiendelijk zelfs gemarteld te worden en ze zouden daar uiteindelijk in gefaald en gewanhoopt hebben om hun geloof te verdedigen. 
Maar volgens de mondelijke overlevering wordt gezegd dat de twaalf discipels van Jezus allen het evangelie hebben gepreekt en dat ze allen gemarteld werden. Onder de twaalf discipels van Jezus, was de naam van de discipel die het meeste twijfelde, Thomas. Maar zelfs Thomas ging naar India en werd daar gemarteld.
Waar was dan dit geloof dat alle discipels van Jezus in staat stelde gemarteld te worden? Dit geloof dat vervuld was met vertrouwen, dat Jezus alle zonden van hun hele leven op Zich nam door gedoopt te worden, dat ze volkomen rein waren geworden omdat al hun zonden aan Jezus waren doorgegeven en dat ze volledig Gods kinderen waren geworden en het Koninkrijk zouden erven, was precies omdat ze dit geloof hadden dat ze het evangelie van het water en de Geest op deze aarde konden verspreiden en naar God konden gaan als Hij hen riep. Met andere woorden, wij kunnen allemaal ook gemarteld worden met dit geloof als God dat wilt.
Toen Petrus Jezus drie keer verloochende voor het hof van Pilatus, ging hij zich nog meer realiseren wat Jezus bedoelde toen Hij zei: “Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij.” Nadat Jezus naar de Hemel was opgestegen, gingen Petrus en de andere discipels van Jezus zich realiseren waarom Jezus hun voeten had gewassen en het was een grote overtuiging om in het evangelie van het water en de Geest te geloven en het te preken. 
De Christenen van tegenwoordig, zullen het ook moeilijk vinden om hun geloofsleven te leiden en zullen uiteindelijk stoppen in Hem te geloven als ze niet in deze waarheid geloven die bevat is in het doopsel van Jezus. Als we gebonden zijn door onze eigen zwakheden, zal ons geweten bedorven worden door ons onvermogen om dit probleem op te lossen en vanwege ons bedorven geweten kunnen we niet langer naar de kerk komen. Dit is waar voor ieder lid van Zijn Kerk, zelfs voor onze kinderen. 
Broeders en zusters, zou u in staat zijn God te aanbidden als je geboden bent door de zonden? Tegenwoordig, zelfs degenen die niet wedergeboren zijn en die naar de kerk gaan, geven hun berouwgebeden voor hun zonden en aanbidden God en zij doen dat omdat zij slechts in Jezus geloven als een kwestie van religie.
Maar degenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, kunnen niet voor God komen en Hem aanbidden als zij voelen dat hun ziel zonde heeft vanwege hun zwakheden en omdat ze eraan geboden zijn. In zulke tijden moeten we onze ziel reinigen door in de macht van het doopsel te geloven dat Jezus ontving, door te geloven dat Jezus al onze zonden heeft geaccepteerd door Zijn doopsel. 
Deze symbolische Christenen die onwetend zijn over de waarheid van het evangelie van het water en de Geest, kennen het pad van geloof niet en dus proberen ze blindelings verlost te worden van hun zonden door berouwgebeden. Net als degenen die de wereldreligies blindelings volgen, hun goden smeken en pleitten: “Ik smeek u, vergeef alstublieft mijn zonden en zegen mij en mijn familie. Ik zal alles doen, ik zal je meer offers brengen, ik zal goede daden doen, vergeef alstublieft mijn zonden.” zulke symbolische Christenen volgen slechts een religie van hun eigen fabrikage. 
Jezus zei tegen Petrus: “Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.” Als ik je niet was, heb je geen deel aan Mij.” Als de discipels van Jezus zich zelfs hierna niet de waarheid gerealiseerd hadden die in dit Woord verborgen was, konden ze niet wedergeboren zijn in dit evangelie van het water en de Geest dat door Jezus gegeven is, en de werken kunnen doen die zelfs anderen van de zonden redde. Als Jezus, terwijl Hij Petrus’ voeten waste, niet de overtuiging in hem had geplant van de volmaakte zaligheid door de macht van het doopsel die Hij ontving, zou Petrus niet in staat zijn geweest gemarteld te worden en zijn rol als leider van Gods Kerk te vervullen.
Als het niet voor de waarheid van het evangelie van het water en de Geest zou zijn, zouden wij ook niet in staat zijn geweest voor God te komen en Hem de aanbidding van het geloof te geven vanwege de zonden, de zonden die we blijven begaan. Degenen die zuiver verlost zijn van hun zonden door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, kunnen naar Zijn Kerk komen. En zij kunnen hun zonden wegwassen door geloof, waar ze ook zijn. Net zoals de Heer zei dat degenen wiens hele lichamen gereinigd waren, slechts hun voeten hoefden te wassen, moeten we ons eraan herinneren dat altijd als we zondingen door onze zwakheden, en we moeten geloven dat zulke zonden van ons aan Jezus waren doorgegeven toen Hij gedoopt werd.
Onze zonden werden aan Jezus doorgegeven toen Jezus gedoopt werd (Mattheus 3:15). Als de zonden die in ons hart waren, aan Jezus zijn doorgegeven, hebben we dan nog zonden of niet? We hebben geen zonde. Omdat onze zonden voor eens en voor altijd aan Jezus zijn doorgegeven door Zijn doopsel, zijn we rein geworden omdat onze zonden uitgewist waren door geloof en omdat we rein zijn, zijn we nog steeds priesters voor God hoe ontoereikend we ook mogen zijn. Daarom kunnen degenen die in het evangelie van de waarheid van het water en de Geest geloven, gauw uit hun zwakheid komen en naar God gaan door geloof, Zijn werken volgens geloof doen, Hem voor de zaligheid die Hij hen heeft gegeven, danken en Hem het lof geven dat Hem verheerlijkt, en het evangelie van het water en de Geest ook aan anderen verspreiden.
“Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.” Kon u deze waarheid toen u pas de verlossing van de zonden had ontvangen? Misschien niet. We hebben echter allen deze leer gehoord en zijn het gaan kennen. Alhoewel u en ik dagelijks zondigen en onze zwakheden onthuld worden, heeft Jezus net zoals dat Hij Petrus voeten heeft gewassen, ook onze voeten dagelijks gewassen. 
In het begin waren we verheugd toen we pas geloofden dat de zonden die we in ons hart waren en die we lang geleden gemaakt hadden en ook de zonden die we onlangs gemaakt hadden, allemaal aan Jezus waren doorgegeven, maar nu hebben we gezien dat onze zwakheden onthuld werden en hoe we gebonden zijn aan onze zwakheden ook na de verlossing van de zonden. In zulke tijden kunnen we eigenlijk alle zonden die we ook in de toekomst begaan, aan Jezus doorgeven door te geloven en te weten dat Jezus zelfs zulke zonden door Zijn doopsel op Zich nam.
Doe het rechtvaardige, en dan zondig vrijelijk hierdoor? Dat doen ze nooit. Romeinen 1:17 zegt: “Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.” Sommige mensen die zich tegen het evangelie van het water en de Geest hebben verzet, zeggen belachelijke dingen als: “Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome?” (Romeinen 3:8). Kunnen de wedergeborenen ongehinderd zondigen nadat ze de verlossing van de zonden hebben ontvangen? Absoluut niet! 
Als we denken door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, broeders en zusters, hebben we dan zonden of niet? Natuurlijk niet! Ook al hebben we zwakheden, zijn we dan onvolmaakt of volmaakt door geloof? We zijn volmaakt. Toen Jezus ons zei dat ons hele lichaam rein is, bedoelde Hij dat door Zijn doopsel, bloed en herrijzenis, Hij ons volmaakt schoon heeft gemaakt.
We kwamen ook de macht van het evangelie van het water en de Geest te weten nadat we in Jezus gingen geloven. Als dusdanig moeten we deze macht van het evangelie van het water en de Geest dagelijks toepassing op ons leven. Als we dit geloof iedere dag toepassen, worden we er misschien moe van later, en vragen we ons af hoe lang we dit nog moeten doen. Maar waar moeten we op dit moment weer naar terugkeren? We moeten terugkeren naar de Heer door te geloven dat alhoewel we in wezen slechts kunnen sterven voor onze zonden, de Heer ons van alle zonden heeft gered doordat Hij onze zonden met Zijn doopsel heeft weggenomen, aan het Kruis stierf en van de dood is herrezen.
Denk eraan dat de priesters iedere dag brandoffers moesten aanbieden in de voorhof van de Tabernakel en hun handen en voeten moesten wassen in het bronzen wasbekken iedere keer als ze er voorbij gingen. Net als zij, moeten wij aan de eerste liefde van de Heer denken en erover nadenken met ons geloof. We konden eigenlijk slechts sterven, maar de Heer nam onze zonden en waste ze weg, en door veroordeeld te zijn voor onze zonden aan het Kruis, heeft Hij de veroordeling van de zonden tot het volledige einde gebracht. Op die manier heeft de Heer ons volmaakt gered van al onze zonden en verdoemenis door Zijn doopsel en bloed. 
Wij, die slechts konden sterven, moeten deze liefde die ons volledig gered heeft, iedere dag in ons hart graveren, en we moeten voor God komen door het geloof dat hierin gelooft. We hadden geen andere keuze dan te sterven, maar door de Heer zijn we volmaakt gered en werden we de volmaakte rechtvaardige kinderen van God. Als de Heer ons zulk geloof heeft gegeven, zouden we dan niet altijd dit geloof met ons moeten hebben?
We zijn de pelgrims die slechts voor een korte tijd op deze aarde wonen en dan vertrekken. Het woord ‘pelgrims’ betekent reizigers. Reizigers betekent degenen die van de ene plaats naar de andere bewegen. We zijn de reizigers die voor een korte tijd op een plaats blijven en dan weer weggaan voor een andere plaats als onze missie daar beëindigd is. We zijn de pelgrims die terugkeren naar het Koninkrijk van de Hemel nadat we een tijdje hier op de wereld hebben geleefd. Als we ons leven leiden als pelgrims om door deze aarde te reizen en naar het Koninkrijk van de Hemel gaan, zijn er tijden wanneer we het allemaal gewoon willen opgeven en neer willen vallen op de grond. Er zullen tijden zijn dat u zich ook wilt laten neervallen, zowel vleselijk als geestelijk. Zulke momenten zullen komen omdat je omstandigheden niet zo ideaal zullen zijn of misschien zijn de omstandigheden ok, maar komen er slechte vleselijke gedachten op ook al ben jezelf wel heel. 
Onze Heer heeft ons, die zo zijn, het Woord gegeven dat zo noodzakelijk voor ons is. “Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.” Ja, nu weten we het. Als we ons leven als pelgrims leiden, moeten we eraan denken dat we volledig de verlossing van de zonden hebben ontvangen door in het doopsel van Jezus en in het bloed aan het Kruis te geloven waardoor zelfs deze dingen zijn uitgewist, als onze ontoereikendheid onthuld worden en we gebonden worden door onze zwakheden en gevangen zijn door onze omstandigheden. Door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, hebben we de verlossing van de zonden volmaakt ontvangen.
Als we naar de Tabernakel kijken, ontdekken we hoe gedetailleerd het is. Zoals ook getoond wordt in het brandofferaltaar, is de loon van de zonden, de dood. Omdat we iedere dag zondigen, moesten we iedere dag veroordeeld en gedood worden voor deze zonden van ons. In het brandofferaltaar wordt de waarheid getoond dat Jezus Christus als het offerlam kwam, het de zonden door het opleggen van handen ontving en voor ons stierf. Als we het brandofferaltaar voorbijgaan, verschijnt het bronzen wasbekken waar we nadenken over het evangelie van het water en de Geest om onze zonden weg te wassen die we dagelijks begaan. Dit evangelie van het water en de Geest is de volmaakte waarheid die ons gered heeft van onze erfzonde en de dagelijkse zonden.
Wat is de gave van God die in Jezus Christus onze Heer is? Is het niet de verlossing van de zonden en het eeuwige leven? De Heer heeft ons volmaakt gered. Hij heeft ons volledig gered, wij die ten alle tijden moesten sterven voor onze zonden. Alle zonden die we in ons hele leven begaan, zijn gereinigd door ons geloof in het water en het bloed, en door het Woord dat de Heer zelfs onze voeten heeft gewassen. Omdat de Heer al onze zonden wegnam toen Hij gedoopt werd en alle zonden die we in ons hele leven begaan, aan Hem zijn doorgegeven, droeg Jezus Christus onze zonden, werd ervoor veroordeeld aan het Kruis en stierf, herrees van de dood en is daarmee onze volmaakte Verlosser geworden. Als we helemaal in deze Jezus Christus geloven, worden we heel. En alhoewel ons vlees ontoereikend zal zijn, zullen we een geestelijk gezegend leven leiden en het eeuwige Koninkrijk van God binnengaan als we het volmaakte geloof hebben.
 
 
Bent u nu niet net als Petrus?
 
Net zoals Jezus Petrus voeten heeft gewassen, heeft Hij niet ook uw voeten gewassen? Het is juist dat Jezus ook iedere dag uw voeten wast. Daarom nam Jezus al onze zonden weg door gedoopt te worden en voor deze zonden stierf Hij in onze plaats aan het Kruis. En na drie dagen herrees Hij van de dood. Zo ook is Jezus door Zijn doopsel, Zijn bloed aan het Kruis en Zijn herrijzenis, onze volmaakte Verlosser geworden. We geloven volledig in deze Jezus Christus.
Het is door het geloof dat we God volledig aanbidden en het is door geloof dat we Zijn werken volledig doen. Onze handelingen kunnen niet volmaakt zijn. Het is ons geloof dat ons volmaakt maakt. Daarom moeten we als de discipels van Jezus leven door in het evangelie van het water en de Geest te geloven. We zijn niet degenen die zich terugtrekken naar de verdoemenis van het geloof. Alhoewel we ontoereikend zijn, kunnen we door geloof rennen en moeten we eigenlijk nog meer rennen door geloof. “De rechtvaardige zal door zijn geloof leven.” “Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid.” Gegeven het feit dat we oprecht zijn geworden door geloof en daarbij degenen zijn die de zielen van andere mensen redden, zullen we in het moeras van verdoemenis en wanhoop vallen en uiteindelijk sterven aan onze zonden als we ons niet opofferen aan de door God gegeven missie om anderen te redden.
De zondelozen verheugen zich Zijn rechtvaardige werken te doen. Zij verheugen zich het evangelie van God te verspreiden dat andere zielen redt. Maar de zondigen verheugen zich niet om te doen wat goed is. Voor degenen die de verlossing van de zonden hebben ontvangen, wordt het doen van rechtvaardige dingen hun geestelijke brood. Het verspreiden van het evangelie over de hele wereld is het juiste ding om te doen dat andere zielen redt, maar tegelijkertijd is het ook ons eigen levensbrood. Ons hart wordt vervuld met de Geest door het juiste ding te doen en nieuwe kracht ontspringt in ons. Zo gauw onze geest groeit en rijpt, worden we moediger. Om dus als Abraham te leven, gezegend te zijn door God en deze zegens met anderen te delen, moeten we de rechtvaardigheid liefhebben, liefhebben wat goed is en de liefde hebben om het evangelie te verspreiden. Ook al zijn we zwak, onze ziel zal sterven als we niet deze rechtvaardige werken blijven doen. We zullen dan zeker geestelijk sterven als we stoppen met het werken voor Zijn rechtvaardige missie. Daarom zei Jezus: “Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden” (Mattheus 5:6).
Jezus zei ook, “Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien” (Mattheus 5:8). Degenen die de verlossing van de zonden hebben ontvangen en geloven dat de Heer volledig al onze zonden heeft weggewassen, zullen God zien. En zij gaan in God geloven, Hem volgen en de hemelse zegens over de hele wereld verspreiden.
We zijn volmaakt geworden door geloof. We zouden slechts kunnen sterven voor onze zonden, maar onze Heer kwam naar deze aarde, werd gedoopt en stierf voor ons aan het Kruis en heeft ons daarbij volmaakt gered. Dit is de waarheid, en de weg naar het Koninkrijk der Hemel. Als we dit beseffen dan beseffen we het pad van geloof. Er is geen andere weg dan deze. We kunnen de Hemel niet binnen door onze goede daden. Slechts door te realiseren en geloven wat de Heer voor ons heeft gedaan, kunnen we de Hemel binnen.
Als we de mensen grofweg in twee groepen zouden verdelen, dan zou er een groep zijn die gewend is aan het goede en degenen die gewend zijn aan het slechte. Degenen die het slechte toepassen, zijn niet degenen die de verlossing van hun zonden goed hebben ontvangen. Door te geloven in wat de Heer voor ons gedaan heeft, zijn we de instrumenten geworden van de gerechtigheid, maar degenen die de verlossing van de zonden niet hebben ontvangen, kunnen slechts de instrumenten van de Duivel blijven, ongeacht hun eigen wil. 
In dit uur zeg ik u met vertrouwen dat God ons Zijn volmaakte zaligheid heeft gegeven, het volmaakte geloof en de volmaakte verlossing van de zonden. Zijn je daden ontoereikend ook al geloof je in dit evangelie, en wordt je hart misschien hierdoor teruggetrokken? Men hoeft niet zo te zijn want de rechtvaardigen leven volgens geloof. Nam de Heer die zeker van onze ontoereikendheid en zwakheden weet, niet al deze dingen op Zich met Zijn doopsel?
Laat me u een alledaags voorbeeld geven over hoe ontoereikend we zijn. We spelen soms voetbal. Wanneer mijn team in de problemen was doordat de bal in een hoge boog naar ons doel kwam, gooide ik de bal vaak gewoon uit of greep het met mijn handen. Was ik de doelman? Natuurlijk niet. Ik wilde gewoon winnen. In zo’n situatie doen wij allemaal, de ministers, heiligen en werkers van God al het mogelijk om te proberen te winnen. Je kunt het vergeten om rustig te doen; om te winnen doen we allerlei gemene truukjes. Het spel wordt zo fel gespeeld dat iedereen alles doet om te winnen, in zulke mate dat het lijkt alsof er geen ander spel is dat de naakte, wezelijke zelf-portret van het menselijke gedrag meer schijnt te openbaren dan voetbal. Als ons team problemen heeft, dan aarzelen we niet om onsportief te zijn, truukjes uit te halen en onze manier vol te houden. 
Al deze dingen zijn voor ons toelaatbaar, maar als het andere team iets verkeerds tegen ons doet, dan schreeuwen we overtreding en eisen we van de scheidsrechter dat hij een gele kaart geeft, maar zelfs de regels van de scheidsrechter schijnen geen effect te hebben. Dit is wie we werkelijk zijn. We willen altijd wat voor ons van voordeel is, voor ons team, en voor onszelf en we willen wat ons baat. En toch heeft God mensen als ons gered. Alhoewel we nog steeds vol smet zijn en enorm bandeloos, zijn we, als het om ons geloof gaat, degenen geworden die wedergeboren zijn zonder smet. 
De Heer heeft ons volledig gered van al onze zonden. Daarom noemen we de Heer als de God van de zaligheid en de God van de zaligheid als de Heer. De Heer is onze God van de zaligheid. Petrus belijdde: “Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods” (Mattheus 16:16). En de Heer gaf zijn goedkeuring tot zijn gezegende geloof als het geloof dat van God gegeven is. Het woord van Christus betekent hier de Ene die onze zonden op Zijn eigen lichaam nam en ze allemaal uitwiste. Jezus Christus is de Zoon van de levende God. Als de Zoon van God en onze Verlosser, heeft Hij ons volmaakt gered. Dus wees desalniettemin moedig in je hart, ook al voelt u zich te ontoereikend en zwak om het evangelie te dienen.
Uw ziel, hart en lichaam zal niet teruggetrokken worden en gebukt gaan, maar in plaats daarvan zal het rechtstaan door geloof en moedig worden, grote mensen van rechtschapenheid die God’s gegeven geloof wijd en ver verspreiden. Kijk naar mij. Ik heb niets om over op te scheppen in mijn vlees, maar verspreid ik niet het evangelie over de wereld? Bent u niet net zo? Denk niet dat degenen die schijnbaar geen zwakheden hebben, werkelijk vrij van tekortkomingen zijn. Zondaars zijn slechts hypocrieten. Hypocrieten zijn ook dezelfde menselijke wezens als u en hoe kan hun vlees dus goed, waardig en rein zijn? Het vlees van de mensen is altijd ontoereikend. U moet zich realiseren dat degenen die opscheppen over hun deugdzaamheid, vooral in Christelijke gemeenschappen, slechts opscheppen over hun hypocriete en bedriegelijke aard. 
Onze God heeft ons volmaakt gered. Daarom kunnen we het evangelie van het water en de Geest dienen door ons geloof dat ons volmaakt heeft gemaakt, en wat ons geautoriseerd is door deze volmaakte gerechtigheid van God. We danken God omdat Hij ons in staat stelt gered te worden door geloof, door de waarheid van de zaligheid die Hij heeft gepland, zelfs voor de schepping van de wereld. Al uw zonden waren reeds weggewassen toen Jezus gedoopt was en Zijn bloed aan het Kruis vergoot. Ik hoop dat u allen in deze waarheid gelooft.