Nee! Zonden verdwijnen niet door een biecht, maar met het geloof in het evangelie van het water en de Geest. Onze zonden kunnen alleen verdwijnen wanneer we geloven in het doopsel en het bloed van Jezus, die ons reinigde van al onze zonden. Dit is het evangelie van de geestelijke zaligmaking van Jezus, die al onze zonden met Zijn doopsel in de Jordaan wegwaste.
Het opbiechten van zonden is het accepteren van de Wet van God, maar de verlossing wordt ons gegeven wanneer we in het doopsel en het Kruis van Jezus geloven.
Het water van het doopsel en het bloed van Christus is de Waarheid van de Hemel dat alle mensen van de zonde redde, en onze zaligmaking hangt niet af van het biechten van de zonden, maar van het geloof dat Jezus alle zonden van de mensheid wegnam met Zijn doopsel. De kruisiging van Jezus was de bestraffing voor de zonden die Hij wegnam van ons zondaars. Daarom ligt onze ware zaligmaking in het doopsel in de Jordaan en het bloed aan het Kruis. De reden waarom we van al onze zonden gereinigd zijn, is dat we in Jezus geloven die al onze zonden wegwaste.
Zij die prediken dat wij alleen verlost kunnen worden door onze zonden te biechten, negeren de ware zaligmaking van God.
Daarom moeten we in het doopsel en het bloed, de zaligmaking van Jezus, geloven. Zeg nooit dat de zonden van een mens verlost kunnen worden door ze voor God te biechten.
Weet dat onze zonden ons in de hel zullen laten belanden. Maar zonden kunnen weggewassen worden door in Jezus te geloven, in Zijn doopsel en bloed, dat ons verlost en ons rechtvaardig voor God laat worden. Het is de enige manier waarop we gered kunnen worden van al onze zonden. Laten we ons er allemaal van bewust worden dat we voor eens en altijd van onze zonden gereinigd zijn door in de Woorden van de Waarheid te geloven, het water en het bloed van Jezus.
Zonden worden nooit uitgewist als wij biechten. Als u blijft vasthouden aan de biecht, zult u in de hel eindigen. Laten we in het ware evangelie geloven zodat de zonden in ons hart weggewassen kunnen worden. Geloof met u hart, niet met u hoofd en wordt voor altijd van u zonden bevrijd.