Wegens COVID-19 en verstoring van de internationale postdienst hebben wij onze 'Gratis Boekendienst' tijdelijk opgeschort.
In het licht van deze situatie kunnen we u de boeken momenteel niet opsturen.
Bid dat deze pandemie spoedig zal eindigen en dat de postdienst wordt hervat.
De tafel der toonbroden, een van de gebruiksvoorwerpen in de Tabernakel, was gemaakt van acaciahout en overlegd met puur goud. Het was 90 cm lang (3 voet), 67,5 cm (2.2 voet) hoog en 45 cm (1.5 voet) breed. Op de tafel der toonbroden waren altijd 12 broden geplaatst en deze broden konden alleen door de priesters gegeten worden (Leviticus 24:5-9). De eigenschappen van de tafel der toonbroden waren: het had een kader van een handbreed rondom; een gouden profiel was hier omheen geplaatst; op de vierhoeken bevonden zich vier gouden ringen en de ringen hielden de draagstokken van acaciahout die overlegd waren met goud, die gebruikt werden om de tafel te dragen. De gebruiksvoorwerpen op de tafel -de schalen, bekers, kommen en schenkkannen- waren ook van goud gemaakt. Exodus 37:11-12 zegt, “En hij overtrok hem met zuiver goud en maakte er een gouden rand omheen. Ook maakte hij er een sierlijst van een handbreed omheen, en hij maakte een gouden rand rondom die sierlijst.” De tafel der toonbroden in het Heiligdom van het Huis van God had een kader dat even hoog was als een handbreed en rondom het kader was een gouden profiel geplaatst. Waarom gebood God Mozes om zo’n kader te plaatsen? Dit kader van een handbreed, dat ongeveer 10 cm (3 voet) uitstak, was gemaakt om te voorkomen dat het brood van de tafel zou vallen. Omdat alleen de priesters het brood konden eten dat op de tafel der toonbroden was geplaatst, moeten wij diegenen zijn die dit brood geestelijk kunnen eten. Alleen diegenen die gered zijn van hun zonden en die het eeuwige leven hebben ontvangen door in het doopsel van Jezus Christus te geloven en het bloed aan het Kruis, dus diegenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven als hun zaligmaking, kunnen dit brood eten.