(Romeinen 7:14-26)
“Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is. Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Zo vind ik dan deze wet in mij; als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens; Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangenneemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde.”
We danken onze God die ons deze Zomer Bijbelbijeenkomst heeft toegestaan en over het weer regeerde, om tyfoons te voorkomen om ons deze prachtige dagen te schenken. Hij heeft zielen gezonden en Zijn volk bijeengebracht om ons Zijn Woord te geven en ons te laten verheugen in vriendschap met elkaar en de Heilige Geest.
God leeft! Hoe verbazingwekkend is Zijn genade! Mensen denken dat de tyfoon “Doug” zeker naar ons land zal komen, dus patrouilleren politiebeambten om alle kampeerders in de In-Jae Vallei terug te halen. Ik ben vanmiddag naar de binnenstad van In-Jae geweest. Ik hoorde hoe de mensen, die bezorgd waren over de tyfoon, met elkaar spraken terwijl ze speculeerden over hoe krachtig en destructief deze tyfoon zou worden.
Maar zal alles zo gebeuren zoals ze verwachten, zelfs als wij, de kinderen van God, hier zijn samengekomen voor de Zomer Bijbelbijeenkomst? Als we bidden, zal het niet regenen door de genade van God. Zal God Zijn volk wegblazen? God beheerst het weer, maar Hij doet dit vanwege ons geloof. Hij werkt wijselijk en dit betekent dat Hij de mensen wiens geloof net begonnen is niet op de proef zal stellen door hen zich af te laten vragen, “Waarom geeft God ons een tyfoon als we deze Zomer Bijbelbijeenkomst hebben?”
Ik had geen macht om tyfoon “Doug” te voorkomen toen ik het nieuws hoorde. Alles wat ik doen kon was bidden. Deze Zomer Bijbelbijeenkomst was al georganiseerd, we waren al samengekomen en er was niets dat ik ertegen kon doen. Ik was bang dat deze kerk niet sterk genoeg zou zijn om de tyfoon te weerstaan, gezien het feit dat hij gebouwd was met geprefabriceerde materialen. Dus ik kon niet anders dan op God vertrouwen. Ik bad, “Help ons God. Bescherm ons. Ik vraag U in naam van Jezus Christus, Amen.” En inderdaad, God voorkwam tyfoon ‘Doug’! Ik geloof dat God alles weet. Hij leidt ons naar veiligheid omdat Hij onze situaties beter begrijpt dan wij.
Het weer toont ons tot in het kleinste detail dat God leeft. Ik hoorde een galmende donder als het gedreun van kanonnen in mijn tent. Dus kwam ik mijn tent uit en keek naar de lucht. De lucht was donker en dikke wolken kwamen over de vallei. Dus vroeg ik, “Heer, komen er wolken?” Mijn geloof begon af te zwakken, “Heer, wat gebeurt er? Komt de tyfoon naar hier? Is het werkelijk hier?” Maar ik had gebeden en geloofde in God, en ik hield vast aan dit geloof, terwijl ik tegen God zei, “Ik geloof dat U voor ons zult zorgen, Heer. Ik geloof in U. Ik geloofde al dat U voor ons zou werken.” God zegende ons echt, omdat we geloofden. We danken Hem met onze harten.
We danken God, door Jezus Christus, onzen Heere
Paulus verklaarde, “Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde” (Romeinen 7:24-26). Wat dient het vlees? Het vlees dient altijd de zonde. We dienen God echter met ons hart. Door wie danken we God? We danken God door Jezus Christus, onze Heer.
Paulus zei, “Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.” Dat doe ik ook. Als de Heer niet al mijn zonden had weggenomen, had ik niet gered kunnen worden omdat het vlees nu nog steeds de zonde dient.
“Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.” We danken de Heer omdat Hij alle zonden van het vlees wegnam. Ons vlees dient alleen de zonde, zelfs nadat we de vergeving van onze zonden hebben ontvangen. Maar het hart wil God dienen. De reden waarom we God danken en waarom het hart rechtvaardig is gemaakt, is door Jezus Christus. Gelooft u dit? We danken God en dienen Hem omdat Hij onze zonden wegnam. Als de Heer ze niet had weggenomen en ons niet van de zonden van het vlees had gered, zouden we voor eeuwig zijn omgekomen. Gelooft u dit?
Als de Heer niet al onze zonden had weggenomen, hoe zouden we dan vrede kunnen hebben, hoe zouden we de Heer dan kunnen danken en Hem kunnen dienen? Hoe kan een persoon die onder de zonde is, anderen helpen? Hoe kan een gevangene anderen van de gevangenis redden? “Ik dank God, door Jezus Christus, onze Verlosser.” De Heer heeft al onze zonden weggewassen zodat wij Hem kunnen dienen, en Hij gaf ons vrede in ons hart.
We zijn al dood voor de wereld
Hoe kunnen we het evangelie prediken, God dienen, voor Hem werken en aan Zijn ambt deelnemen, zonder onze Heer? We doen al deze dingen door onze Heer. We blijven de Heer vandaag, morgen en overmorgen volgen, zonder ooit te veranderen. Dit is het juiste geloof. Zij die de Heer dienen, zijn als een deugdzame en wijze vrouw die haar huishouden goed doet. Leid geen grillig religieus leven zoals een pan die net zo snel afkoelt als dat hij warm wordt. U moet de Heer de hele tijd volgen, totdat Hij terugkomt. Beschouw uzelf als afgesneden en omgekomen van de wereld nadat u wedergeboren bent. Ik wil dat u onthoudt dat u geen persoon meer van de wereld bent. We zijn al dood voor de wereld.
Onze namen zijn verwijderd uit de stamboom van de wereld. Begrijpt u dit? Onze namen staan er niet meer in.
De wereld zal tegen u zeggen, “Dat is lang geleden dat we je voor het laatst gezien hebben. Hoe is het? Ik hoorde dat je naar de kerk ging. Ik hoorde ook dat al je zonden vergeven zijn. Dus je hebt geen zonde meer, he?”
“Nee, ik heb geen zonde.”
“Dat is vreemd. Ik denk dat je bij een verkeerde kerk terecht bent gekomen.”
“Nee, zo moet je het niet bekijken. Kom naar mijn kerk. Je zult zien hoe goed het is.”
“Toch denk ik dat je raar bent.”
Dan denken wij, “Waarom begrijpen zij me niet? Ik zou willen dat zij me begrepen.” Maar kunnen zij, die nog wedergeboren moeten worden, ons begrijpen? Hoe kunnen zij die niet weten dat mensen zonder zonde kunnen zijn, ons begrijpen? Hoe kunnen zij begrijpen dat Jezus alle zonden van de wereld wegnam? Dat kunnen ze niet. Dus verwacht niet dat ze u begrijpen. De Heer nam voor ons afscheid van de wereld. Hij zwaaide met een gele zakdoek aan het Kruis. Hij zei, “Het is volbracht!” (Johannes 19:30), uit angst dat wij geen afscheid van de wereld zouden kunnen nemen omdat we gemakkelijk door medelijden worden bewogen. Hij zei ook, “Ik heb uw namen verwijderd uit de stamboom van de wereld.”
De Heer stelde ons, die Hem nooit zouden kunnen dienen, in staat om Hem te dienen door al onze zonden weg te nemen
Wij, die de Heer nooit zouden kunnen dienen, zijn tot de personen gemaakt die Hem kunnen dienen door Jezus Christus. Wij waren, van nature, diegenen die de Heer nooit zouden kunnen dienen. We moeten de Heer loven omdat Hij ons naar Zijn kerk heeft gebracht en ons gekwalificeerd heeft om Hem te dienen. De Heer gebruikt ons. Het is niet waar dat wij Zijn werken doen. Begrijpt u dit? Met andere woorden, de rechtvaardige Heer, gebruikt ons in Zijn rechtvaardige werken.
Evangelist Lee verwees ooit eens in zijn preek naar de mest-reeks en zei dat hij zo smerig en walgelijk was als een hoop stinkende mest. Maar zelfs dat is zacht uitgedrukt. Wij zijn nog smeriger dan alles wat u zich ooit kunt bedenken. Jeremia 17:9 verklaart, “Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen?” God stelde diegenen wiens hart boven alles bedrieglijk is, in staat om te leven tot eer van God, de Heer en de Allerhoogste. Hij riep ons om Zijn rechtvaardige werken te doen.
We kunnen de Heer volgen en in Zijn genade leven omdat de Heer al onze zonden wegwaste. We kunnen met Hem lijden en samen met Hem verheerlijkt worden. We zijn al gestorven, behalve voor de Heer. Als de Heer niet al onze zonden had weggenomen, zouden we de zaligmaking niet hebben gekregen. We zouden nog steeds wereldlijke mensen zijn als we volgens het vlees hadden geleefd.
De Heer redde ons voor eens en altijd. Hij redde ons en maakte ons tot de werktuigen van Zijn eeuwige ambt. Wij zijn zo slecht en smerig! Nadat we de Heer hebben ontmoet, merken we steeds meer hoe slecht en smerig we zijn. Dit is waarom we ons verheugen als we het licht zien. Maar als we naar onszelf kijken, zuchten we van verdriet net zoals Paulus toen hij beleed, “Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?” (Romeinen 7:24).
Maar Paulus loofde onmiddellijk de Heer, “Ik dank God, door Jezus Christus onze Heere” De Heer waste al onze zonden weg. Hij wiste alle zonden van het vlees uit. Hoeveel zonden begaat ons vlees dagelijks? Doe niet alsof uw vlees niet zondigt.
Dankt u de Heer?
De Heer wiste alle zonden uit die we met het vlees begaan. Gelooft u dit? Dat de Heer de zonden van de wereld wegnam, lijkt misschien niet veel voor u, maar als u zich realiseert dat Hij alle zonden wegnam die begaan worden door uw eigen vlees, zult u uitroepen, “Ik dank God – door Jezus Christus onze Heer! Dank U, Heer! Ik loof U!”
Zonde heeft zijn eigen gewicht. De Heer heeft alle zonden weggenomen die we tijdens ons hele leven begaan, tot onze laatste dag. Wij zijn zo dankbaar! Als we maar een beetje hadden gezondigd, dan kunnen we de Heer om vergeving vragen met onze berouwgebeden. Maar onze zonden zijn ontelbaar en onophoudelijk tot het einde van onze dagen. Als we ons dit realiseren, kunnen we niet anders dan God te loven, “Dank U, Heer. U heeft al mijn zonden uitgewist! Ik loof U!” Met andere woorden, we danken God, “door Jezus Christus onze Heere” Dankt u God en belijdt u zo? “Dank U, Heer. Ik dank U dat U mij geroepen en verlost heeft om Uw gerechtigheid te dienen. Ik dank de Heer die me van alle zonden van het vlees verloste.” Dankt u de Heer? De ware verlossing van zonden ziet er zo eenvoudig uit, maar tegelijkertijd is het niet iets dat lichtvaardig moet worden opgevat. Het is heel diepgaand, groots, wijd, waardevol en eeuwig.
We moeten de Heer volgen, want er is niets nuttigs in ons
We zijn een massa zonden. We moeten weten dat we zelf de duisternis zijn. “Ik ben de duisternis, maar U bent het Licht. U bent het ware Licht, terwijl ik absolute duisternis ben. U bent de zon. Ik ben de maan.” De maan kan de aarde alleen verlichten door het licht dat zij van de zon ontvangt.
De maan zelf kan geen licht geven. De maan geeft licht door het licht te weerspiegelen dat zij van de zon ontvangt. Alles is duisternis. Bent u licht of duisternis? We zijn in duisternis zonder de Heer. We kunnen God danken, dienen en volgen vanwege Jezus Christus en omdat er in Hem geen veroordeling is. Alleen ons vlees te dienen, is daarentegen, alleen de duisternis te dienen. Geef het zo goed als u kunt op. Ons vlees verandert niet, hoe hard we het ook proberen. Er is niets bijzonders in ons. Ons vlees is niet eeuwig en dus moeten we leven voor de eeuwige dingen. Iemand die voor eeuwige dingen leeft, is een wijs persoon. We moeten onszelf vroeg kennen en onszelf vroeg opgeven. We moeten weten dat er niets van onszelf te verwachten is en dat er niets goeds in ons is. We zijn een massa zonden en dienen alleen ons vlees. Het vlees zegt, “Geef me alles wat ik wil,” en gedraagt zich als een bloedzuiger die bloed zuigt en zich aan het lichaam hecht (Spreuken 30:15).
We voelen ons hongerig zo gauw we naar de w.c. geweest zijn nadat we iets gegeten hebben. We zijn niet tevreden met het vlees hoe hard we ook proberen het te dienen. We voelen ons hongerig binnen een paar uur, ongeacht hoeveel of hoe smakelijk we net gegeten hebben. Maar als we de Heer danken en Hem volgen, wordt onze vreugde alleen maar groter.
We voelen ons niet leeg als we onze Heer volgen. Wilt u na uw verlossing eeuwige vreugde hebben? Volg dan de Heer. Wilt u een leven van licht leiden? Volg dan de Heer. Wilt u een genadig leven leiden? Volg dan de Heer. Wilt u een vruchtbaar leven leiden? Weet dat u in duisternis bent en volg gewoon het Licht.
We volgen de Heer waar Hij ook gaat en we stoppen waar Hij stopt. We doen wat de Heer wil dat we doen en niet wat de Heer niet wil dat we doen. We moeten met Hem wandelen en Hem volgen. Heeft u iets van uzelf te verwachten? Natuurlijk niet! We moeten Hem volgen omdat er niets is dat we van onszelf kunnen verwachten. Is uw vlees eeuwig? Natuurlijk niet! Waarom volgt u dan iets dat u niets kan bieden noch eeuwigdurend is?
Een lange tijd geleden zong ik meestal een lied dat zo ging. “♪ Geef me mijn jeugd terug ♪” Maar nu voel ik me oké, zelfs als God me mijn jeugd niet teruggeeft. Achteraf realiseerde ik me dat ik helemaal niet gelukkig zou zijn als ik terugkeerde naar mijn jeugd. Als we de Heer volgen, die het licht van ons leven is, wordt de kroon van heerlijkheid voor ons neergelegd. U hoeft niet terug te keren naar uw kindheid. In plaats daarvan zingen we, “♪ Ik zal de Heer niet ontkennen en ik zal Hem iedere dag voor de rest van mijn leven volgen ♪” Dit toont het ware geloof waarmee we de Heer in onze levens niet verloochenen en waarmee we God altijd danken. Laten we dit kerklied zingen!
“♪ Ik houd van God de Heer die de mens heeft gevormd uit de stof van de aarde; Die de levensadem in zijn neusgaten blies; ♪ En die Zijn Zoon voor ons heeft gestuurd. Ik ben naar Zijn gelijkenis gevormd, dus zal ik mijn lichaam aan de Heer opdragen. ♫ Ik zal de Heer niet verloochenen en ik zal Hem de rest van mijn dagen elke dag volgen ♪”
Ik dank de Heer werkelijk
Ik dank de Heer werkelijk. De Heer nam onze zonden weg en maakte het voor ons mogelijk Hem te dienen, te volgen en Zijn rechtvaardige werk te doen. Als de Heer niet alle zonden die we met het vlees begaan had uitgewist en ze allemaal had weggenomen, hoe zouden we dan Zijn rechtvaardige werk kunnen doen? Dat konden we niet, nog geen 0,1%! Een zondaar is nog steeds slecht, hoe goedaardig hij/zij ook mag lijken. Is het niet wonderbaarlijk dat de Heer onze zonden heeft weggewassen en het voor ons mogelijk maakte om Hem te dienen? Hoe wonderbaarlijk is het dat de Heer al onze zonden zou wegnemen en ons zou zegenen, die ons hele leven in smerigheid waren ondergedompeld, als een vrek hadden geleefd, gedoemd waren om naar de hel te gaan en een nutteloos leven zouden leiden zonder de Heer?
Dat de Heer ons gekozen heeft om Hem te dienen, door al onze zonden weg te nemen en ons met onze verlossing te zegenen door geloof, toont ons hoe groot Gods genade is. Hoe kunnen we rechtvaardig zijn met zonde in ons hart? Het feit dat we geen zonden hebben, is beslist een buitengewone genade. Loof de Here God! Het vlees zal zeker weer zondigen. Ook al horen we nu Gods Woord, we zullen weer zondigen, misschien zodra we deze kerk verlaten. Daarom loof ik de Heer voor het weggewassen van al onze zonden. Twijfel niet, onze Heer Jezus Christus nam al onze zonden weg door Zijn doopsel in de Jordaan en beëindigde het oordeel voor zonde aan het Kruis! Ik geloof en loof God! Hoe kunnen we God loven? We kunnen God loven door Jezus Christus!
Geliefde heiligen! We kunnen Gods genade niet compenseren, hoe hard we de rest van ons leven ook onze best doen. Het is zelfs niet genoeg als we de Heer eeuwig danken, die ons in staat heeft gesteld Zijn rechtvaardige en vruchtbare werk te doen door al onze zonden weg te nemen, hoe zwak we ook mogen zijn. We kunnen Hem niet genoeg danken, al danken we Hem voor de rest van ons leven.
We weten heel goed dat er niets goeds in ons woont. Denk erover na. Zult u zondigen zolang u leeft? U zult zeer zeker zondigen, maar de Heer heeft uw zonden al weggenomen. De Heer zegende ons om het werk van God te doen. De Heer stelde ons in staat Hem te dienen. We kunnen niet anders dan onze Heer danken. Ik wil dat u de Heer looft en een leven van dankbaarheid voor Hem leidt door Jezus Christus voor uw hele leven. Onze God stelde ons in staat een dankbaar leven voor God te leiden. God redde ons van alle zonden die we begaan met het vlees. Hij redde ons van al onze zonden zodat we Hem met ons hart kunnen dienen. Omdat de genade van onze Heer zo groot is, willen we Hem volgen en dienen. Laten we Hem met heel ons hart danken.
Hoe wonderbaarlijk is de genade van God die ons door Jezus Christus gegeven is! Ik wil dat u weet hoe slecht en zwak uw vlees is, onderzoekt wat u doet, nadenkt of de Heer werkelijk uw zonden wegnam of niet, de Heer dankt en uit geloof leeft. Ik dank de Heer die ons in staat heeft gesteld een waardevol leven te leiden. “Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde” (Romeinen 7:25-26). We houden van God met ons hart, maar met ons vlees houden we van de zonde. Maar onze Heer is liefdevol. Het zal geen zonde zijn totdat we een wetteloze daad met ons vlees begaan, maar de Heer heeft zelfs de zonden die we in de toekomst zullen begaan al uitgewist. Daarom is onze Heer liefdevol en moet Hij bedankt worden.
Dank U, Heer. Ik loof U omdat U ons het hart heeft gegeven om U te dienen en ons volledig heeft verlost van alle zonden van ons vlees, die we tijdens ons leven begaan.