Wij, als mensen, begaan zonden vanaf het moment dat we geboren worden tot we sterven. In feite komt dit door onze fundamentele natuur; dat we geboren zijn met zonde. Daarom zegt de Bijbel: “Er is niemand rechtvaardig, ook niet één.” (Romeinen 3:10) Daarom beleed de Apostel Paulus voor God: “Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.” (1 Timotheüs 1:15)
“Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten: Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods; En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is.” (Romeinen 3:21-24)
Deze “gerechtigheid” van God betekent dat Johannes de Doper Jezus doopte in de Jordaan. Voordat Hij gedoopt werd, zei Hij tegen Johannes: “Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen.” (Mattheüs 3:15) Jezus droeg de zonden van de wereld op de meest rechtvaardige en billijke wijze toen Johannes de Doper, de vertegenwoordiger van heel de mensheid, Hem doopte. Daarom riep Johannes de dag na hij Jezus gedoopt had uit: “Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!” (Johannes 1:29)
Wat betekent dan “de zonde der wereld” hier? Het vertegenwoordigt alle zonden van alle mensen vanaf Adam en Eva, de eerste mensen op aarde, tot de laatste persoon die in deze wereld zal leven. De mensen uit het verleden behoren tot de wereld, de mensen van het heden behoren tot de wereld, en zij die in de toekomst zullen leven behoren ook tot de wereld. Jezus, de Alpha en de Omega, had één offer gebracht voor de zonden van alle tijden, door alle zonden der wereld eens en voor altijd te dragen door Zijn doop in de Jordaan en te sterven aan het Kruis. En ‘want aldus’ zijn wij geheiligd.
De Bijbel verklaart duidelijk: “In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied.” (Hebreeën 10:10) Merk op dat dit in de voltooid verleden tijd geschreven is. Wij zijn absoluut en zondeloos geheiligd, vanaf het moment dat wij in God geloofden tot nu en zullen dat altijd zijn. Want de Heer is de Almachtige God, Hij heeft een vogelvluchtperspectief op het begin en het einde van de wereld. Hoewel het ongeveer 2000 jaar geleden was toen Hij werd gedoopt, nam Hij alle zonden weg die mensen begaan vanaf het begin tot het einde der wereld. Daarom zei Hij, voordat Hij aan het Kruis stierf: “Het is volbracht!” (Johannes 19:30) Hij nam ongeveer 2000 jaar geleden door Zijn doop alle zonden der wereld weg en stierf aan het Kruis.
Wij zondigen nog steeds zelfs nadat wij gered zijn omdat ons vlees zwak is. Echter, Jezus heeft ons verlost van alle zonden uit het verleden, heden en de toekomst door alle zonden op Zijn lichaam te dragen door Zijn doop en daarvoor geoordeeld te worden aan het Kruis. Dit is de volmaakte en rechtvaardige zaligheid van God.
Als Jezus de zonden die wij in de toekomst zullen begaan niet had weggenomen, zou geen enkel mens verlost kunnen worden van de dagelijkse zonde, “want de bezoldiging der zonde is de dood.” (Romeinen 6:23) Toen Jakob en Ezau nog in de schoot van hun moeder waren, scheidde God hen in twee volken zelfs voordat zij iets goeds of kwaads gedaan hadden, en had Jakob lief maar haatte Ezau en zei: “De meerdere zal den mindere dienen.” (Genesis 25:23) Deze passage impliceert dat de zaligheid van God niets te maken heeft met onze eigen daden, maar gegeven wordt aan hen die alleen geloven in Gods volmaakte zaligheid in Zijn doop en kruisiging.
Wij mensen zijn voorbestemd voor de hel als zondige wezens vanaf het moment dat wij geboren worden tot het moment dat wij sterven, maar God voorzag onze zonden op het eerste gezicht, en waste al onze zonden eens en voor altijd weg door Jezus’ doop en het Kruis omdat Hij ons liefheeft. Wij leven in een gezegende tijd. De profeet Jesaja zei: “Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend (weggenomen) is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden.” (Jesaja 40:2) De tijd van onze slavernij aan de zonde is geëindigd door het evangelie van Jezus’ doop en het Kruis, daarom kan iedereen die in het evangelie gelooft verlost worden van al hun zonden. “Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden; En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken. Waar nu vergeving (wegneming der zonden) derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.” (Hebreeën 10:16-18)
God oordeelt ons niet meer voor onze dagelijkse zonden omdat Hij reeds alle zonden der mensheid heeft weggewassen en deze door Jezus heeft geoordeeld.
Als gevolg hiervan kunnen wij wachten op de komende Heere en Zijn Woord volgen, als rechtvaardigen zonder zonde, hoewel wij nog steeds zonden begaan in ons leven.