De twee getuigen die in hoofdstuk 11 verschijnen, zijn de twee dienaren van God die God speciaal zal laten opstaan om de Israëlieten in de eindtijd te verlossen. Om Zijn belofte die Hij aan Abraham maakte, te houden, zal God deze twee profeten, die gezonden zijn om de Israëlieten te verlossen van hun zonden, wonderen en tekens laten uitvoeren en de Israëlieten terug laten keren naar Jezus Christus en ze in Hem als hun Verlosser laten geloven onder de leiding van deze twee getuigen. Deze twee getuigen zullen het Woord van God voor 1260 dagen aan de Israëlieten voeden, d.w.z. de eerste drie-en-een-half jaar van de zeven jaar durende periode van de Grote Verdrukking. Door het evangelie van het water en de Geest aan de Israëlieten te verspreiden en ze erin te laten geloven door de twee getuigen, zal God hen dezelfde zaligmaking geven die Hij aan de heidenen heeft gegeven, net zoals de laatsten door het geloof van al hun zonden werden gered.
Openbaring 11:4 zegt: “Dezen zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan.” Er zijn veel verschillende interpretaties van de twee olijfbomen; sommige mensen beweren zelfs dat zij de olijfbomen zijn. De twee olijfbomen verwijzen naar de gezalfden. In de tijd van het Oude Testament werden de mensen gezalfd wanneer zij werden aangesteld als profeet, koning of priester. De Heilige Geest daalde op hun af als zij gezalfd werden. Als zodanig verwijst de olijfboom ook naar Jezus Christus, die verwekt werd door de Heilige Geest (Romeinen 11:17).
Echter als we naar Openbaring 11:1 kijken: “En mij werd een rietstok gegeven, een meet roede gelijk; en de engel stond en zeide: Sta op, en meet den tempel Gods en het altaar, en degenen, die daarin aanbidden,” zouden we ons moeten realiseren dat de focus van hoofdstuk 11 op de zaligmaking van de Israëlieten ligt. Met andere woorden, vanaf dat moment zal het werk van het verspreiden van het evangelie van het water en de Geest aan de Israëlieten beginnen, van hun verlossing van al hun zonden door de genade van de zaligmaking die gegeven is door Jezus Christus en het werk dat zij het ware volk van God worden. De twee getuigen zijn daarom de twee profeten van God die Hij in de eindtijd zal laten opstaan om de Israëlieten te verlossen.
De kandelaar in de Bijbel verwijst naar Gods Kerk. Als zodanig verwijzen de twee kandelaars naar Gods Kerk gesticht onder de heidenen en de Kerk die is toegestaan voor de Israëlieten. God is niet alleen de God van de Israëlieten, maar Hij is ook de God van de heidenen, want Hij is de God van iedereen. God heeft dus Zijn Kerk onder de Israëlieten en de heidenen gevestigd en door Zijn Kerk doet Hij het werk om zielen van de zonden te redden tot de allerlaatste dag.
Sinds de tijd van het Oude Testament hadden de Israëlieten profeten die benoemd waren volgens Gods Wet en door hun hebben ze het Woord van God gehoord. Ze hebben de Wet van Mozes en de Profeten. Ze weten dus alles over het offeringssysteem en de profetieën van het Oude Testament en daarom hebben ze Gods profeten nodig die door hun eigen volk zijn aangesteld.
Zij geloven ook dat zij het uitverkoren volk van God zijn en dat ze daarom de heidenen niet serieus hoeven te nemen of ernaar hoeven te luisteren als deze hen over het Woord van God vertellen. Dus alleen wanneer de profeten die in het evangelie van het water en de Geest geloven en door God zijn aangesteld, uit hun eigen volk opstaan, zullen zij uiteindelijk Jezus Christus als hun Verlosser accepteren en erin geloven.
Dit is de reden waarom God Zelf de twee profeten van het volk van Israël zal vestigen en ze naar de Israëlieten zal sturen. Deze profeten zullen werkelijk vele wonderen doen die de welbekende dienaren van God in het Oude Testament voor hun hebben gedaan. Openbaring 11:5-6 vertelt ons: “En zo iemand die wil beschadigen, een vuur zal uit hun mond uitgaan, en zal hun vijanden verslinden; en zo iemand hen wil beschadigen, die moet alzo gedood worden. Dezen hebben macht den hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de dagen hunner profetering; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te verkeren, en de aarde te slaan met allerlei plage, zo menigmaal als zij zullen willen.”
Tenzij deze dienaren van God voor het volk van Israel zulke macht zouden hebben, zouden de Israëlieten geen berouw hebben, en daarom kleedt God de twee getuigen in Zijn macht. God zal de twee getuigen Zijn bijzondere macht geven, zodat zij het hele Woord van de profetie aan de Israëlieten kunnen prediken en tot hun kunnen getuigen en ze laten geloven dat Jezus Christus hun langverwachte Messias is. De Israëlieten zullen naar hun luisteren en terugkeren naar Jezus Christus als zij de wonderen zien die verricht worden door de twee getuigen.
Als de twee getuigen hun werk voltooiien om het evangelie aan de Israëlieten te verspreiden, zal de Antichrist in deze wereld verschijnen en zich verzetten tegen hun prediking van het evangelie en hen de marteldood laten sterven. Openbaring 11:8 zegt ons: “En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is.”
De twee getuigen zullen dan gedood worden op de plaats waar Jezus gekruisigd werd nadat ze het evangelie aan alle Israëlieten hebben gepredikt en dus alle werken van hun roeping hebben vervuld. Dit feit ondersteunt de interpretatie dat deze twee getuigen van het volk van Israel zijn. Voor het volk van Israël zijn zij de dienaren van God.
Samenvattend, God zal Zijn twee profeten laten opstaan om tot de Israëlieten te getuigen, die hebben geweigerd in Jezus Christus te geloven en Hem hebben verworpen, en die geestelijk als Sodom en Egypte zijn, dat Jezus feitelijk hun langverwachte Messias is en door deze twee getuigen die gekleed zijn in Zijn macht, zal God de Israëlieten in Jezus laten geloven.