Search

布道

Onderwerp 9: Romeinen (commentaren over Romeinen)

[Hoofdstuk 2-3] Besnijdenis des Harten

(Romeinen 2:17-29)
“Zie, gij wordt een Jood genaamd en rust op de wet; en roemt op God, En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet; En gij betrouwt uzelven te zijn een leidsman der blinden, een licht dergenen, die in duisternis zijn; Een onderrichter der onwijzen, en een leermeester der onwetenden, hebbende de gedaante der kennis en der waarheid in de wet. Die dan een anderen leert, leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt gij? Die zegt, dat men geen overspel doen zal, doet gij overspel? Die van de afgoden een gruwel hebt, berooft gij het heilige? Die op de wet roemt, onteert gij God door de overtreding der wet? Want de Naam van God wordt om uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is. Want de besnijdenis is wel nut, indien gij de wet doet; maar indien gij een overtreder der wet zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid geworden. Indien dan de voorhuid de rechten der wet bewaart, zal niet zijn voorhuid tot een besnijdenis gerekend worden? En zal de voorhuid, die uit de natuur is, als zij de wet volbrengt, u niet oordelen, die door de letter en besnijdenis een overtreder der wet zijt? Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is; Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.”
 
 

We moeten besneden worden in het hart

 
“Besnijdenis des harten.” We zijn gered als we met ons hart geloven. We moeten in het hart gered worden. God zegt, “de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God” (Romeinen 2:29). We moeten de vergeving van zonden in ons hart hebben. Als we niet de vergeving van zonden in ons hart hebben, is het ongeldig. De mens heeft altijd een “innerlijke en een uiterlijke ik,” en iedereen moet de vergeving van zonde innerlijk ontvangen.
De Apostel Paulus zegt tegen de Joden, “Besnijdenis des harten.” Wat besneden de Joden dan? Zij besneden een deel van het vlees. De Apostel Paulus zegt echter, “Besnijdenis des harten.” De Joden besneden uitwendig, maar Paulus zegt dat de besnijdenis van het hart is. God vertelt het ons in onze harten wanneer we Zijn kinderen worden.
Paulus praat niet over de uitwendige besnijdenis, maar de besnijdenis en de vergeving van zonde in het hart. Toen hij dus zei, “Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest?” (Romeinen 3:3), bedoelde hij, “Als iemand niet in het hart geloofd.” Hij heeft het niet over uiterlijk geloven, maar zegt, “Geloof in het hart.” We moeten begrijpen wat de Apostel Paulus bedoelde en wat de vergeving van zonde is. We moeten ook leren hoe we door Gods woord, de vergeving van zonde in ons hart verkrijgen.
“Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest?” betekent “Want wat als de Joden niet in Jezus Christus als hun Verlosser geloven, zelfs als zij in het vlees afstammelingen van Abraham zijn?” Zal hun ongeloof de geloofwaardigheid van God tenietdoen? Zal het feit dat God al onze zonden uitwiste, inclusief de zonden van Abrahams nakomelingen, ongeldig zijn? Nooit. Paulus zegt dat zelfs de Joden, die door het vlees nakomelingen van Abraham zijn, gered kunnen worden als ze geloven dat Jezus Christus de Verlosser is, de Zoon van God, die de zonden van de wereld wegnam door Zijn doopsel en kruisiging. Hij zegt ook dat de zaligmaking en de genade van God door Jezus Christus niet ongeldig kunnen worden.
Romeinen 3:3-4 verklaart, “Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal hun ongelovigheid het geloof van God te niet doen? Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; gelijk als geschreven is: ‘Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt.’” De Heer beloofde met Zijn woord en heiligde de gelovigen door Zijn belofte Zelf te vervullen. God wil door de vervulling van Zijn belofte, toen Hij veroordeeld werd, Zijn gerechtigheid tonen en Hij wil diegenen rechtvaardigen die door Zijn woord in Jezus geloven. Zelfs wij, die de vergeving van zonden in ons hart hebben, willen ook beoordeeld worden door Zijn woord en we willen overwinnen met Zijn woord als we beoordeeld worden.
 
 
De Apostel Paulus vertelt over de uiterlijke en Innerlijke ik
 
De Apostel Paulus vertelt over de “uiterlijke en innerlijke ik”. We hebben ook een uiterlijk en innerlijk ik, die het vlees en de geest zijn. We zijn hetzelfde als hem. Paulus behandelt dit thema nu.
Romeinen 3:5 verklaart, “Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen?” Paulus bedoelt niet dat zijn uiterlijke ego rein is. Zijn vlees is vies en blijft zondigen totdat hij sterft. Dit omvat alle mensen in de wereld. Maar als God die mensen had gered, zou het dan niet Zijn gerechtigheid tonen? Zou God niet rechtvaardig zijn als Hij mensen had gered, hoewel hun uiterlijke ik zwak is? Dus zegt Paulus, “Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar den mens.) Dat zij verre, anderszins hoe zal God de wereld oordelen?” (Romeinen 3:5-6). Paulus legt uit dat we niet alleen maar gered zijn omdat ons uiterlijke ik rein is.
We hebben een uiterlijke en innerlijke ik. Paulus behandelt echter het rijk van het hart en zegt, “Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal hun ongeloof de gelovigheid van God tenietdoen? Besnijdenis is die van het hart.” Het is geen waar geloof als we de ene dag een rechtvaardig persoon zijn en dan de volgende dag een zondaar door ons geloof te baseren op ons uiterlijke ik, die zondigt en zwakheden heeft.
 
 

De uiterlijke mens zondigt altijd totdat hij sterft

 
De Apostel Paulus had geen hoop in zijn uiterlijke ik. Diegenen waarvan de zonden uitgewist zijn, hebben ook een uiterlijke en innerlijke ik. Hoe voelen zij zich als zij hun uiterlijke ik zien? Zij zijn teleurgesteld. Laten we naar onze uiterlijke ik kijken. Soms zijn we goed, maar soms zijn we gewoon walgelijk. Maar de Bijbel zegt dat onze uiterlijke ik met Jezus Christus gekruisigd werd. Onze uiterlijke ik stierf, en Jezus Christus vergaf alle zonden van onze uiterlijke ik.
Wij, die gered zijn, zijn vaak teleurgesteld in onze uiterlijke ik als we ernaar kijken. We lijken hoopvol te zijn als onze uiterlijke ik goed doet, maar we zijn teleurgesteld als het niet aan onze verwachtingen voldoet. We neigen ertoe te denken dat ons geloof niet goed is als we teleurgesteld zijn in onze uiterlijke ik. Dit is echter niet waar. Onze uiterlijke ik is al gekruisigd met Christus. Zij die de vergeving van zonden hebben ontvangen, zondigen ook verder met hun fysische lichamen. Maar is dat niet een zonde? Ja, dat is het, maar het is een zonde die dood is. Het is dood omdat de zonden met de Heer naar het Kruis werden gebracht. De zonde die het uiterlijke vlees begaat is geen ernstig probleem, het is echter een ernstige zaak dat ons hart niet oprecht is voor de Heer. 
 
 
We moeten met het hart in God geloven
 
Net na de ontvangst van de vergeving van zonden worden meer zwakheden onthuld aan de rechtvaardigen. Daarom zou Gods zaligmaking onvolmaakt worden als we onze basis van verlossing zouden baseren op onze uiterlijke mens, die elk moment kan zondigen. Ons geloof zou afwijken van het geloof in God dat Abraham had, als we ons geloof zouden baseren op de daden van het uiterlijke vlees.
De Apostel Paulus zegt, “Besnijdenis des harten.” We worden geheiligd en rechtvaardig door in het hart te geloven, en niet volgens de daden van de uiterlijke mens. Heiliging hangt niet af of onze uiterlijke mens dat doet wat God zegt of niet. Begrijpt u dit? Het probleem is dat we ze alle twee hebben, de uiterlijke en innerlijke mens, en zij botsen. Daarom neigen we er soms toe om meer waarde te hechten aan de uiterlijke mens. We krijgen vertrouwen als onze uiterlijke mens goed doet, maar we zijn teleurgesteld als het dat niet doen. Paulus zegt dat dit niet het juiste geloof is.
“Besnijdenis des harten.” Wat is de echte waarheid? Hoe weten en geloven we met het hart? In Mattheus 16 vraagt Jezus aan Petrus, “Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? En Simon Petrus, antwoordende, zeide: “Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.” Petrus geloofde aldus met het hart. Jezus zei, “Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.” Jezus zei dat Petrus’ geloof goed was.
Abraham had geen zoon. God leidde hem met Zijn woord en beloofde dat Hij hem een zoon zou geven en dat hij de vader van vele volkeren zou zijn. Hij zei ook dat God, God zou zijn voor hem en zijn nakomelingen na hem. God zei tegen Abraham, zijn familie en zijn nakomelingen te besnijden als een teken van het verbond tussen God en Abraham. “De littekens van het afsnijden van een stukje vlees is het verbond dat Ik God voor u ben,” zei God. Abraham geloofde in het verbond met zijn hart. Hij geloofde dat God voor hem God zou zijn en zijn hart zou zegenen. Hij geloofde ook dat God voor zijn nakomelingen God zou zijn. Hij geloofde in God zelf.
 
 
We worden rechtvaardig gemaakt door met ons hart in het evangelie van het water en de Geest te geloven
 
Wij zijn rechtvaardig gemaakt door met ons hart te geloven dat God onze God is, onze Verlosser. We zijn gered door met ons hart te geloven. We zijn door niets anders gered. We zijn rechtvaardig geworden door met ons hart te geloven dat God onze God is en dat Hij al onze zonden uitwiste met het doopsel van Jezus en Zijn dood aan het Kruis. Geloven met ons hart redt ons. Dus zegt de Bijbel, “Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid” (Romeinen 10:10).
Wat we duidelijk moeten maken op dit moment is dat we rechtvaardig zijn gemaakt door met ons hart te geloven, en niet door deugdzame daden met ons vlees. We zouden niet rechtvaardig worden als Jezus een voorwaarden aan onze uiterlijke ik zou verbinden door te zeggen, “Ik zal al uw zonden uitwissen, maar onder één voorwaarde. U kunt Mijn kind zijn als u niet zondigt. U kunt niet mijn kind zijn als u hierin faalt.”
We zijn rechtvaardig gemaakt door met ons hart te geloven. Zouden we rechtvaardig gemaakt kunnen zijn als God voorwaarden had verbonden aan onze uiterlijke mens? Gelooft u dat God u redde door uw zonden weg te nemen door Zijn doopsel in de Jordaan, door gekruisigd en voor u in de plaats veroordeeld te worden? Hoe gelooft u dit? Gelooft u niet met uw hart? Zou u perfect gered kunnen zijn als God gezegd had, “Ik zal u kleine zwakheden vergeven maar niet de grote. Ik zal uw verlossing ongeldig maken als u zich niet aan deze voorwaarde houdt?”
 
 

We moeten de uiterlijke mens scheiden van de innerlijke mens

 
Ons vlees, de uiterlijke mens, is altijd zwak en kan de rechtvaardigheid van God niet uit zichzelf bereiken. We zijn rechtvaardig gemaakt door met ons hart te geloven voor God, omdat Hij beloofde diegenen te redden die met hun hart geloven. Door ons geloof te zien dat we erkennen wat God deed en dat Jezus al onze zonden wegnam en uitwiste met het hart, maakt God ons tot Zijn rechtvaardige kinderen. Het is het verbond van God en Hij redde ons door Zijn belofte te vervullen.
God zegt dat als Hij geloof in onze harten ziet, we Zijn volk zijn. We moeten de uiterlijke mens van de innerlijke scheiden. Niemand in de wereld zou de verlossing van zonden ontvangen als we de maatstaf van de zaligmaking zouden stellen op onze daden van het uiterlijke vlees. “Besnijdenis des harten.” We zijn gered door met ons hart in Jezus Christus te geloven. Begrijpt u dit? “Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid” (Romeinen 10:10). De Apostel Paulus scheidt schijnbaar de uiterlijke mens van de innerlijke.
Onze uiterlijke mens is erger dan hondenpoep. Het is waardeloos. We hoeven Abraham niet als een voorbeeld te nemen. Kijk naar uzelf. Bekijk uw eigen waardeloze vlees. Het vlees vlucht in bedrog om te proberen, een hogere sociale positie te behalen en in rijkdom te leven. Zoekt het vlees niet altijd zijn eigen belang? Het vlees zou meer dan twaalf keer per dag veroordeeld worden als het werd beoordeeld op hoe het denkt en handelt. Het vlees is tegen God.
Gelukkig geeft God niet om de uiterlijke mens, maar kijkt Hij alleen naar de innerlijke mens. Hij redt ons als Hij ziet dat we werkelijk met ons hart geloven dat Jezus de Verlosser is. Hij vertelt ons dat Hij ons van al onze zonden heeft gered.
 
 
We kunnen nooit gered worden door onze eigen gedachten 
 
Laten we eens naar onze eigen gedachten kijken. We denken dat we alleen met onze gedachten geloven kunnen. We kunnen geloven met de gedachten van het vlees, terwijl we denken, “Ik werd gered omdat God me redde.” We kunnen echter niet gered worden door onze gedachten. De vleselijke geest verandert de hele tijd en het doet steeds kwaad. Is dit waar? Gedachten van de vleselijke geest willen dit en dat doen in overeenstemming met zijn lusten.
Stel dat iemand zijn/haar geloof baseert op zijn/haar gedachten. Hij/zij kan vertrouwen hebben in zijn/haar zaligmaking terwijl zijn/haar huidige gedachte overeenkomt met zijn/haar eerdere gedachte, dat wil zeggen, “Jezus nam al onze zonden weg in de Jordaan.” Omdat de gedachten van het vlees echter niet stabiel zijn, kan hij/zij geen vertrouwen meer hebben in Zijn zaligmaking, zodra een heel klein beetje twijfel zijn/haar zwakke gedachten over de zaligmaking binnendringt. Het verkeerd opgebouwde geloof dat gebaseerd is op vleselijke gedachten, zal met een slag van twijfel ten val komen. 
We kunnen niet werkelijk in Hem en de waarheid geloven als we ons geloof baseren op onze eigen gedachten. Zo’n geloof is als een huis dat op zand gebouwd is, “En de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot” (Mattheus 7:27).
Daarom is het geloof van iemand die met gedachten gelooft verre van het geloof dat op Gods Woord is gebaseerd. God zegt, “Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt” (Romeinen 3:4). Onze zaligmaking moet op Zijn Woord gebaseerd zijn. Het Woord werd vlees en woonde onder ons, en God is het Woord. Het Woord kwam naar de aarde in de gedaante van de mens. Jezus redde ons en werd opgenomen na 33 jaar hier op de aarde geleefd te hebben en leidde Zijn Apostels ertoe het woord van belofte op te schrijven, wat de vervulling is van het Oude Testament dat Hij ook eerder aan Zijn dienaren vertelde. God schreef in de Bijbel wat Hij zei en deed. God verschijnt in en met het Woord, spreekt met het Woord en redde ons door het Woord. 
 
We kunnen niet de perfecte vergeving van zonden met onze eigen gedachten krijgen, terwijl we niet in Gods woord geloven, denkend, “Soms lijkt het alsof ik gered ben, maar soms kan ik niet in de zaligmaking van de Heer geloven.” We kunnen niet gered worden met de gedachten omdat onze gedachten altijd veranderen en omdat we niet altijd eerlijk zijn.
Daarom zegt de Apostel Paulus dat de besnijdenis die van het hart is en wij geloven Zijn gerechtigheid met het hart. Als ons hart in Zijn woord gelooft, getuigt het blijkbaar dat God dit in het Oude Testament beloofde en Zijn verbond volbracht. Hij redde ons zo in het Nieuwe Testament door Zijn woord. We zijn gered en worden Gods kinderen door met ons hart in Zijn woorden te geloven. 
 
 
We worden van onze zonden gered door met ons hart in het evangelie van het water en de Geest te geloven
 
We zijn gered door het geloof omdat het hart God kan toelaten, maar onze gedachten van de vleselijke geest kunnen dat niet. We worden Gods kinderen door met ons hart te geloven, niet door de daden of gedachten van onze uiterlijke mens. Het is duidelijk dat we Gods kinderen worden door met ons hart in Zijn woorden te geloven. Gelooft u met uw hart? Bent u in het hart besneden? Gelooft u in uw hart dat Jezus uw Verlosser is? Hij die gelooft in de Zoon van God heeft de getuigenis in zich. Hebt u de getuigenis van het woord dat Jezus u volledig redde, niet de getuigenis van de persoonlijke ervaring? Hebt u het woord van God in uw hart? Hebt u het woord dat u de vergeving van zonden heeft gegeven? Als u het ware geloof heeft wordt u door het geloof gered. 
We ontvangen de vergeving van zonden door met ons hart in Gods woord te geloven. We zijn echter vaak teleurgesteld als we naar de zwakheden van onze uiterlijke mens kijken. En dan zijn we geneigd om ons van het geloof in God terug te trekken. Iemand die de waarheid niet volledig begrijpt, leeft in een illusie. De meeste christenen meten hun geloof aan hun daden. Dat is een grote fout. We moeten ons geloof niet aan onze eigen gedachten meten. We moeten ons geloof niet op ons uiterlijk vlees baseren omdat het vlees nutteloos is. Het Oude Testament en het Nieuwe Testament verteld ons dat iemand rechtvaardig wordt als hij/zij met het hart in Gods woord gelooft. We worden niet gered van zonden door gedachten of daden, maar alleen door geloof. We kunnen niet door de daden van het vlees gered worden. Of we nu zondigen of goede daden doen, dat heeft niets te maken met God en Zijn heerlijkheid. 
Daarom, waar geloof betekent gered te worden door met het hart in de waarheid van zaligmaking van Gods woord te geloven. Ons geloof is verkeerd als ons hart verkeerd is en ons geloof is goed als ons hart goed is. Goed gedrag komt door goed geloof. Verkeerd gedrag kan naar voren komen omdat het hart zwak is. Maar het belangrijkste is dat God naar het hart kijkt. God kijkt naar het hart en onderzoekt het. God kijkt of het hart goed is of niet. God kijkt of we werkelijk geloven met het hart of niet. Begrijpt u? Weet u dat God naar ons hart kijkt? God kijkt of we met ons hart in Jezus Christus geloven als Hij naar ons hart kijkt. Gelooft u met uw hart?
God observeert of we met het hart geloven of niet als Hij op ons neerkijkt. Hij kijkt in onze harten. We moeten ons hart onderzoeken in Gods aanwezigheid. Besnijdenis des harten. Gelooft u met het hart? God kijkt naar het hart. Hij kijkt of we oprecht met ons hart geloven of niet. Hij kijkt of we oprecht de waarheid weten en of we het willen volgen of niet. Hij kijkt of we geloof in ons hart hebben of niet en of we Hem willen volgen en in Zijn woord geloven.
 
 
Er is een religieus lichaam dat veel belang hecht aan het exacte tijdstip van wedergeboren worden
 
Het is belangrijk om een exacte kennis te hebben van wat Jezus Christus gedaan heeft en er met het hart in te geloven. Er is een religieus lichaam dat de broeders en zusters in onze Kerk zegt dat zij niet gered zijn. Ik heb medelijden met de zielen van dat religieuze lichaam. Ik wil dat ze mij begrijpen en ik wil hun het evangelie van het water en de Geest leren. Zijn uw zonden uitgewist? ─Amen─ Gelooft u het met uw hart?
Maar er zijn sommige mensen die zeggen dat ons geloof niet goed is. Zij zeggen dat we het woord niet moeten geloven zoals het geschreven staat en dat we alleen moeten geloven wat door de wetenschap bewezen is. Zij zeggen dat dit de perfecte zaligmaking en het perfecte geloof is. Zij zeggen dat een wedergeboren persoon precies het tijdstip moet weten waarop hij/zij wedergeboren werd (uur, dag, maand). Toen broeder Hwang iemand van hun ontmoette, vroeg die persoon wanneer broeder Hwang wedergeboren was, dus toen zei broeder Hwang dat hij niet de exacte datum en uur wist, maar dat hij wedergeboren was door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, ergens in het afgelopen jaar. Toen zei hij dat broeder Hwang niet gered was.
Natuurlijk kunnen we het exacte uur en dag en maand en jaar wanneer we wedergeboren zijn, zeggen als we het nagaan. We kunnen zelfs zeggen of het a.m of p.m was; of het ’s ochtends, ’s avonds, lunchtijd of avondmaal was. De zaligmaking hangt er echter van af of we met ons hart geloven. Het doet er niet toe of u zich de exacte tijd niet kan herinneren.
 
 
Besnijdenis des harten
 
De Heer nam al onze zonden op Zich in de Jordaan en werd in onze plaats gekruisigd om voor de zonden veroordeeld te worden. Hij werd verwond om onze overtredingen en verbrijzeld om onze zonden. Hij nam alle zonden van onze uiterlijke en innerlijke mens weg. Onze geest is weer opgestaan uit de dood en nu kunnen we de Heer volgen zoals Hij wil, zelfs als sommige mensen ons op een wrede wijze zeggen dat we niet gered zijn.
Wat zegt de Bijbel over de uiterlijke mens? Steeds meer zwakheden worden onthuld nadat we de verlossing van de zonden ontvangen hebben. Al onze zwakheden zijn nog niet onthuld geworden, er zullen er nog meer onthuld worden. We zijn echter gered als we in ons hart geloven dat God onze God is en dat Jezus al onze zonden wegnam in de Jordaan door Zijn doopsel en dat Hij gekruisigd werd.
We kunnen niet worden vergeleken met mensen die belang hechten aan de datum waarop zij wedergeboren werden en alleen geloven wat door de wetenschap bewezen is. Zij zijn duidelijk niet gered. Wij geloven met ons hart om rechtvaardig te worden. Gelooft u dat Jezus onze Verlosser is? ─Amen─ Geloof begint bij dat punt en de Heer leidt onze harten vanaf die tijd. De Heer zegt dat we Zijn rechtvaardige kinderen zijn en dat ons geloof goed is. Hij zegent ons hart en Hij wil dat we Hem met ons hart door geloof volgen. God leidt en zegent ons als we, door het geloof in ons hart, met Hem lopen.
“Besnijdenis des harten.” We zijn gered door met ons hart te geloven. Veel mensen op aarde zeggen dat het geloof in het evangelie met hun hart hun gered heeft. Zij voegen hun daden echter toe aan het geloof. Ze beschouwen de daden van de uiterlijke mens als een essentiële voorwaarde voor hun geloof. Zij zeggen dat het geloof in het evangelie van het water en de Geest hun niet naar de zaligmaking kan leiden omdat zij het geloof met hun hart en hun eigen vrome daden vermengen.
Het resultaat is dat ze zich meer zorgen maken over hoe goed de uiterlijke mens het doet en hoe vaak zij gebeden van berouw aanbieden. Ze zijn verre van de zaligmaking, ook al denken ze dat ze van hun zonden gered zijn.
 
 
God kijkt naar het hart
 
Wij geloven dat we rechtvaardig in ons hart worden. Het is puur gescheiden van het uiterlijke vlees en het heeft niets te maken met onze daden. De verlossing zelf heeft niets te maken met onze daden. Bent u opgelucht nadat u geleerd heeft dat al uw zonden zijn uitgewist? Wilt u de Heer met vreugde dienen? Predikt u het evangelie met vreugde? Wilt u zich bezighouden met Zijn prachtige missie? Het hart wordt genadig en vreugdevol omdat God ons geloof goedkeurt als we met ons hart geloven. Daarom is het hart erg belangrijk voor God.