Search

דרשות

Onderwerp 11: De Tabernakel

[11-10] Het geloof dat getoond wordt in het wasbekken (Exodus 30:17-21)

Het geloof dat getoond wordt in het wasbekken
(Exodus 30:17-21)
“En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ‘Gij zult ook een koperen wasvat maken, met zijn koperen voet, om te wassen; en gij zult het zetten tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar, en gij zult water daarin doen; Dat Aaron en zijn zonen zich daaruit wassen, hun handen en voeten. Wanneer zij in de tent der samenkomst zullen gaan, zo zullen zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven; of wanneer zij tot het altaar naderen, om te dienen, dat zij het vuuroffer den HEERE aansteken; Zij zullen dan hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven; en dit zal hun een eeuwige inzetting zijn, voor hem en zijn zaad, bij hun geslachten.’”
 
 
Het wasbekken in de voorhof van de Tabernakel
 
Het Bronzen Wasbekken
 
Materiaal: Het was gemaakt van brons en altijd gevuld met water.
Geestelijke betekenis: brons betekent het oordeel van alle zonden van de mensheid. Om de veroordeling van alle zonden van de mensheid te dragen, nam Jezus de zonden van de wereld op Zich door gedoopt te worden van Johannes. De betekenis van het wasbekken is dus dat we van al onze zonden gereinigd kunnen worden door te geloven dat al deze zonden van ons aan Jezus waren doorgegeven met Zijn doopsel. 
De priesters die in de Tabernakel dienden, wasten ook hun handen en voeten in het wasbekken voordat ze de Tabernakel binnengingen en daarmee vermeden ze hun dood. Brons verwijst naar het oordeel van alle zonden; en het water van het wasbekken verwijst naar het doopsel dat Jezus van Johannes ontving en waarmee Hij de zonden van de wereld op Zich nam. Met andere woorden, het wasbekken vertelt ons dat Jezus alle zonden die aan Hem werden doorgegeven, accepteerde en dat Hij de veroordeling voor deze zonden droeg. Het water in het wasbekken betekent in het Oude Testament, de blauwe wol van de Tabernakel en in het Nieuw Testament, het doopsel dat Jezus van Johannes ontving (Mattheüs 3:15, 1 Petrus 3:21).
Het wasbekken verwijst dus naar het doopsel van Jezus en het is de plaats waar we ons geloof in het feit dat Jezus al onze zonden droeg, inclusief onze actuele zonden, bevestigen en ze allen in een keer wegwassen door het doopsel dat Hij van Johannes de Doper ontving zo’n 2.000 jaar geleden. 
Er zijn rechtvaardigen in deze wereld die wedergeboren zijn door in het evangelie van het water en de Geest te geloven. Zij zijn het die de verlossing van hun zonden hebben ontvangen door te geloven dat al hun zonden vergeven waren door de werken van Jezus die getoond worden in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Omdat zelfs de rechtvaardigen die de verlossing van de zonden hebben ontvangen, echter onvoldoende zijn in hun vlees, kunnen zij het niet vermijden om dagelijks te zondigen en zulke zonden worden de actuele zonden genoemd. De plaats waar de rechtvaardigen, die hun verlossing van de zonden hebben ontvangen, komen om het probleem van hun actuele zonden op te lossen, is nergens anders dan dit wasbekken. Als de rechtvaardigen actuele zonden begaan, komen zij naar het wasbekken in de voorhof van de Tabernakel en wassen hun handen en voeten en zij kunnen daarbij het feit bevestigen dat Jezus hun reeds ook van al hun dagelijkse zonden vergeven heeft door te geloven in het geschreven Woord van God.
In de Bijbel wordt water soms gebruikt om ook naar het Woord van God te verwijzen, maar de allerbelangrijkste betekenis van water is het doopsel van Jezus. Efeziërs 5:26 zegt, “Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord,” en Johannes 15:3 zegt, “Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.” Het wasbekken stelt de heiligen, die de verlossing van hun zonden hebben ontvangen, in staat om het bewijs te bezitten dat de Heer al hun zonden heeft vergeven met water, hoe ontoereikend hun vlees ook moge zijn. 
1 Petrus 3:21 en 22 verklaart, “Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus;Welke is aan de rechter hand Gods, opgevaren ten hemel, de engelen, en machten, en krachten Hem onderdanig gemaakt zijnde.” Net voor deze verzen, verklaart Petrus de geestelijke betekenis van het water van Noach’s dagen. Zelfs al had Noach de zondaars gewaarschuwd, de zielen die gevangen waren door de zonden, met andere woorden van de vloed die alle viezigheid van de eerste wereld zou wegwassen, en slechts acht waren door het water gered. Het water van de vloed verteerde in die tijd allen die nooit in Gods Woord hadden geloofd. En nu onttrekt Petrus van het incident van de vloed dat Jezus’ doopsel het tegenbeeld van dit water is. Als dusdanig is het wasbekken de plaats waar we nog eens onze zaligheid voor God bevestigen, evenwel als we gered zijn als ook erna.
De heiligen die van hun zonden gered zijn door geloof, zijn gekleed in Gods genade door in het water van het wasbekken (het doopsel van Jezus), het brons (Gods oordeel voor alle zonden) en dat Jezus hen van hun zonden heeft verlost, te geloven. Zelfs als we nog zo vol zwakheden en tekortkomingen zijn dat we onszelf amper als de rechtvaardigen kunnen herkennen, kunnen we zeker bevestigen dat we volledig rechtvaardig zijn door ons geloof in het doopsel van Jezus (het dragen van zonden, water) en Zijn bloedvergieten aan het Kruis (de veroordeling van de zonden, brons) opnieuw te tonen. Omdat we in het Woord van God geloven dat ons reeds gered heeft van al onze zonden en de veroordeling van deze zonden, kunnen we altijd de rechtvaardigen worden die zondeloos zijn. 
Het Woord van God, waarin we geloven, vertelt ons dat Jezus onze zonden op Zich nam door Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving, Zijn bloed aan het Kruis vergoot om alle veroordeling voor de zonden in onze plaats te dragen en Hij heeft ons daarmee volledig van onze zonden gered. God plaatste het wasbekken in de voorhof van de Tabernakel zodat we met ons geloof zouden bevestigen dat we, onder welke omstandigheden dan ook, degenen zijn die volmaakt van al onze zonden gered zijn.
 
 
Bent u voor eeuwig van al uw actuele zonden gered?
 
Tijdens het Laatste Avondmaal, wilde Jezus, na het delen van het Paasbrood en de wijn met Zijn discipels, voordat Hij aan het Kruis stierf, de voeten van Petrus en de andere discipels wassen. Omdat Jezus reeds alle zonden van Zijn discipels had genomen door Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving, wilde Hij ze de waarheid van het wasbekken leren. Jezus zei hen dat Hij, nadat Hij gedoopt was, als het Paaslam de loon (dood) voor de zonden zou betalen door in een boom opgehangen te worden. Als dusdanig werden de twaalf discipels van Jezus nooit meer zondaars, alhoewel ze onvoldoende bleven nadat ze in Hem zijn gaan geloven. 
Zo bevestigde het feit dat Jezus hun voeten wastte, hen ook wat het Woord van de waarheid getuigde, dat Jezus reeds al hun zonden van de wereld heeft weggewassen. Zo konden de discipels altijd tot de mensen van de wereld preken dat Jezus de Verlosser is en het evangelie van het water en de Geest preken dat Hij reeds vervuld had (Hebreeën 10:1-20). Het wasbekken staat de rechtvaardigen, die gered zijn van al hun zonden door in de waarheid te geloven, dus toe om zich het doopsel van Jezus te herinneren. Het geeft hen ook de overtuiging van de zaligheid die God Zelf aan hun heeft geleverd.
 
 
De Bijbel duidt niet de grootte van het wasbekken aan
 
Terwijl de grootte van alle andere dingen in de Tabernakel opgenomen zijn, is de grootte van het wasbekken dat niet. Dit toont ons dat het feit dat Jezus, de Zoon van God, onze zonden op Zich nam met Zijn doopsel, oneindig groot is. Het zegt ons ook dat de liefde van Jezus die ons van onze zonden en veroordeling gered heeft, onbegrensd is. Het wasbekken toont de grote liefde van God die onmeetbaar is. Menselijke wezens zijn voorbestemd om te blijven zondigen zolang dat ze leven. Maar door alle zonden van de wereld met Zijn doopsel dat Hij ontving van Johannes, op Zich te nemen en door gekruisigd te worden en Zijn bloed aan het Kruis te vergieten, heeft Jezus al onze zonden voor altijd uitgewist.
Het wasbekken werd gemaakt door de bronzen spiegels van de vrouwen die de Tabernakel dienden, te smelten (Exodus 38:8). Dit betekent dat het Woord van God het licht van de zaligheid op de zondaars schijnt en al hun duisterheid wegneemt. We moeten ons realiseren dat God het wasbekken heeft gemaakt zodat Hij Zelf onze zonden kon wegwassen. Dit Woord van de waarheid heeft het licht op de zonden van de mensen laten schijnen die diep in hun hart verborgen waren, waste hun zonden voor altijd weg en gaf hun de verlossing van de zonden en heeft hun daarbij in de rechtvaardigen gekeerd. Met andere woorden, het wasbekken speelt de rol van het duidelijk getuigen tot de waarheid dat Jezus Christus ons, de zondaars, volledig met het Woord van God gered heeft.
 
 
Het wasbekken was ook van brons gemaakt
 
Weet u wat de betekenis is van het brons dat gebruikt werd om het wasbekken te maken? Brons verwijst naar niets minder dan de veroordeling voor de zonden die wij zouden moeten aanschouwen. Om duidelijker te zijn, het zegt ons dat Jezus al onze zonden naar het Kruis droeg met Zijn doopsel en dat Hij voor ons veroordeeld werd. Wij waren het die eigenlijk veroordeeld moesten worden voor onze zonden, maar door het water van het wasbekken kunnen we nogmaals bevestigen dat al onze zonden gereinigd zijn. Degenen die hierin geloven, worden degenen die veroordeeld zijn door hun geloof en daarom hoeven zij niet meer een oordeel te aanschouwen. 
Het wasbekken dat gevuld is met water, vertelt ons, “Door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernd linnen, heeft Jezus reeds al uw zonden gereinigd en ben je volledig van al je zonden gered. Hij heeft je rein gemaakt.” Het wasbekken is met andere woorden, het positieve bewijs voor de rechtvaardigen die de verlossing van de zonden hebben ontvangen dat zij van hun zonden gereinigd en gered zijn. 
Het brandofferaltaar betekent het oordeel voor de zonden, terwijl het wasbekken, dat verwant is aan de blauwe wol onder de materialen van de Tabernakel, ons vertelt dat Jezus onze zonden op Zich nam met Zijn doopsel in het Nieuwe Testament. 
We kunnen slechts het Heiligdom binnengaan als we de poort van de voorhof van de Tabernakel openen en binnengaan, aan het brandofferaltaar voorbij lopen en dan naar het wasbekken gaan. Degenen die de Tabernakel, waar God aanwezig is, binnen kunnen, zijn slechts degenen die duidelijk volgens geloof door het brandofferaltaar en het wasbekken zijn gegaan. Slechts degenen die de verlossing van de zonden hebben gekregen door in de waarheid van het wasbekken van de voorhof van de Tabernakel te geloven, kunnen het Heiligdom binnengaan. 
Als iemand uit zijn eigen kracht het Heiligdom binnen probeert te gaan, zal er vuur uit het Heiligdom komen en deze persoon verslinden. Zelfs Aarons zonen waren geen uitzondering hierop, en sommigen van hen stierven feitelijk hierdoor (Leviticus 10:1-2). Degenen die onwetend zijn t.o.v. Gods rechtvaardige dragen van de zonden en het oordeel en die deze waarheid negeren, zullen gedood worden vanwege hun zonden. Mensen die het Koninkrijk van God proberen binnen te komen door volgens hun eigen gedachten te geloven in plaats van te geloven in Zijn buitengewoon volmaakte zaligheid van de zonde, zal zeker het oordeel van vuur aanschouwen voor hun zonden. Door het onvermijdelijke oordeel van de zonde, zal hun slechts de hel als consequentie hiervan staan te wachten. 
Jezus voltooide onze zaligheid van de zonde met de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen zodat we in staat zouden zijn om het Heiligdom binnen te gaan. Slechts door in deze waarheid te geloven, zijn we helemaal van al onze zonden gered. God heeft Zijn plan om de mensheid van de zonde te redden, nog voor de schepping bepaald en Hij heeft ons Zijn wil gedetailleerd laten weten door de waarheid van de blauwe wol (het doopsel van Jezus), de dieprode wol (de dood van Jezus aan het Kruis) en de paarse wol (God werd een mens) in de Bijbel. En volgens dit plan heeft Hij inderdaad alle zondaars van hun zonden en ongerechtigheden gered door de werken van Jezus die getoond worden in deze blauwe, paarse en dieprode wol.
1 Johannes 5:4 zegt, “Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof,” en dit wordt gevolgd door vers 10, waarin staat, “Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven.” Wat is deze getuigenis van de zaligheid? Het evangelie van de waarheid dat ons onze zaligheid heeft gegeven door het water, het bloed en de Geest, is de getuigenis van ons geloof in de Zoon van God (1 Johannes 5:6-8). Met andere woorden, slechts het evangelie van het water en de Geest waarin we geloven, is het bewijs dat God ons van onze zonden heeft gereinigd en ons Zijn eigen volk heeft gemaakt. De enigste manier voor ons om van al onze zonden gered te worden, het Heiligdom binnen te gaan, het brood des levens gevoed te krijgen dat door God gegeven wordt en in Zijn genade te leven, is om in niets minder dan dit evangelie van het water en de Geest te geloven. Door in het evangelie van het water en de Geest te geloven dat onze zonden reinigt, moeten we nu gered zijn en ons geloofsleven leiden door ons met Gods Kerk te herenigen. 
Door de waarheid van het evangelie van het water en de Geest kunnen we bevrijd worden op het Woord van God in Zijn Kerk, ermee verenigd worden en als de rechtvaardigen leven wiens gebeden door God worden verhoord. Als we in deze waarheid geloven, kunnen we de rechtvaardigen worden die het geloof van de blauwe, paarse en dieprode wol hebben en die een leven leiden terwijl ze gekleed zijn in de genade van God in Zijn aanwezigheid. Het geloofsleven dat slechts geleefd kan worden door het volk van God, komt slechts door in het water, het bloed en de Geest te geloven. We kunnen gered worden van al onze zonden door met ons hart in het doospel van Jezus te geloven, Zijn bloedvergieten en dood, en dat Jezus God Zelf is. Het geloof dat u in staat stelt om in Gods Kerk te leven is het geloof in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen.
Tegenwoordig zeggen veel mensen, “Alles wat we doen moeten is in Jezus geloven; waarom moeten we ons met al deze ingewikkeldheden vervelen? Laten we onze tijd niet verspillen met nutteloze gesprekken en gewoon geloven op de manier die wij het meest geschikt vinden.” Zulke mensen zullen ons slechts als lastposten van het Christendom zien, maar wat absoluut duidelijk is, is dat als iemand in Jezus gelooft zonder de verlossing van de zonden te hebben, hij/zij de eeuwige veroordeling moet aanschouwen. Als men niet volledig in het evangelie van het water, het bloed en de Geest gelooft, dan is het een vals en gebrekkig geloof. Het is in feite hetzelfde als niet in Jezus als de Verlosser geloven.
Als ik blindelings tot een vreemdeling bleef volhouden “Ik geloof in je”, alleen maar om in het goede licht te komen bij die vreemdeling, zou deze persoon dan overtuigd zijn, “Deze man moet werkelijk in mij geloven,” en er gelukkig over zijn? In tegendeel, hij zou waarschijnlijk zeggen, “Ken je me? Ik geloof niet dat ik jou ken.” Als ik weer tegen hem zou zeggen, “Maar ik geloof toch nog in u,” en met ernstige ogen naar hem zou kijken om hem een beter gevoel te geven, zou hij er dan gelukkig over zijn? Het is veel eerder mogelijk dat hij me slechts als een slijmbal zal zien die geen ruggengraat heeft, die gewoon probeert zijn gedachten te lezen en naar zijn pijpen probeert te dansen. 
Zo is God ook niet behaagt met mensen die gewoon blindelings in Hem geloven. Als we zeggen, “Ik geloof in God. Ik geloof dat Jezus de Verlosser van de zondaars is,” dan moeten we ons geloof in Hem belijden nadat we te weten zijn gekomen hoe Jezus voor de ongerechtigheden van de zondaars gezorgd heeft door erin te geloven. Als we gedachteloos of blindelings geloven, als we helemaal geen karakter hebben, dan kunnen we nooit gered worden. We zijn slechts gered als we geloven door eerst duidelijk te weten hoe Jezus onze zonden liet verdwijnen. Als we zeggen dat we in iemand geloven, plaatsen we ons echte vertrouwen in deze persoon omdat we hem/haar goed genoeg kennen en deze persoon geloofwaardig vinden. Als we vertrouwen in iemand plaatsen die we niet goed kennen, kan dat slechts betekenen dat we oftewel liegen, of dat we dwazen zijn die bereid zijn om bedrogen te worden. Als we dus belijden in Jezus te geloven, moeten we precies weten hoe Jezus al onze zonden liet verdwijnen. Slechts dan kunnen we niet op het laatste moment door onze Heer verbannen worden en kunnen we de Hemel binnengaan als de wedergeboren kinderen van God.
Het ware geloof dat ons naar de Hemel kan leiden, is het geloof in de blauwe, paarse en dieprode wol. Met andere woorden, het echte geloof is om in het evangelie van het water en de Geest te geloven dat ons door het water (het doopsel van Jezus), het bloed (de dood van Jezus) en de Heilige Geest (Jezus is God), gered heeft. We moeten precies weten hoe groot de genade van onze Heer is die ons gered heeft, en erin geloven, want het geloof in deze waarheid zal ons naar onze zaligheid leiden. 
Of iemands geloof heel is of niet, hangt ervan af of deze persoon de waarheid kent. U kunt slechts in Jezus als uw Verlosser geloven als u met uw hart in het evangelie van het water en de Geest gelooft. En dit geloof in Jezus als onze Verlosser, die ons de verlossing van de zonde door het evangelie van het water en de Geest, is het ware geloof dat ons van al onze zonden gered heeft. 
 
 

Het wasbekken is de bevestiging van de zaligheid die onze zonden heeft vergeven

 
Het wasbekken was gevuld met water. Het was precies in het midden van het Heiligdom geplaatst. Het wasbekken is de plaats waar we onszelf eraan herinneren dat we de verlossing van de zonden hebben ontvangen en de ontvangst door geloof bevestigen. Het is de bevestiging van het feit dat God alle zonden van de gelovigen heeft gereinigd. Net zoals de priesters die in het Heiligdom dienden, hun handen en voeten in het wasbekken wasten als zij vies waren, moeten degenen die de verlossing van de zonden hebben ontvangen, ook als zij zondigen hun zonden wegwassen door zichzelf eraan te herinneren en nogmaals te bevestigen door het Woord van God dat Jezus ook reeds deze zonden die hen bevuilen, heeft uitgewist en verzoend evenals dat Hij voor deze zonden indirect veroordeeld is.
We worden onteerd omdat we het niet kunnen vermijden om te blijven zondigen als we in deze wereld leven. Waarmee zouden we dan al deze zonden moeten wegvegen? We wassen ze weg door te geloven dat Jezus Christus, de Koning der koningen, ongeveer 2.000 jaar geleden in de gedaante van een mens naar deze aarde kwam om de zondaars te redden, door hun zonden op Zich te nemen met Zijn doopsel, Zijn bloed aan het Kruis te vergieten en daarbij de zondaars van al hun zonden te vergeven. We kunnen de verlossing van de zonde ontvangen en ook onze actuele zonden wegwassen door slechts in de waarheid te geloven dat Jezus alle zonden op Zich nam door gedoopt te worden. We kunnen ook van onze actuele zonden verlost worden als we slechts in deze waarheid geloven dat God reeds al onze zonden door de blauwe, paarse en dieprode wol heeft weggewassen.
 
 
We moeten het geloof hebben dat de waarheid van het wasbekken kent en erin gelooft
 
Zonder het geloof in het wasbekken, kunnen we nooit het Heiligdom waar God woont, binnengaan. Onze daden kunnen niet altijd volmaakt zijn. Omdat we tekortkomingen hebben, zondigen we soms. Maar de zaligheid die God ons gegeven heeft, is desalniettemin volmaakt want het Woord van God is volmaakt. Omdat God onze tekortkomingen heeft weggewassen met Zijn volmaakte zaligheid, kunnen we moedig het Heiligdom binnengaan door geloof. Degenen die niet door het wasbekken gaan, kunnen nooit het Heiligdom binnengaan. We hebben het recht om het Heiligdom binnen te gaan door ons geloof in de waarheid dat Jezus 2.000 jaar geleden naar deze aarde kwam en alle zonden van de wereld met het evangelie van het water, het bloed en de Geest die geprofeteerd werd door de blauwe, paarse en dieprode wol, uit te wissen. Zonder te geloven dat de Heer reeds al onze zonden heeft uitgewist en ons zondeloos heeft gemaakt, kunnen we niet het Heiligdom binnen. 
Omdat we niet het Allerheiligdom van God binnen kunnen zonder in de blauwe, paarse en dieprode wol te geloven, kunnen we ook niet de zegen van het voorgaan naar de troon van de genade van God genieten door in Zijn Woord in Zijn Kerk te geloven, door het tot Hem bidden en Zijn genade te ontvangen en van het leven met Zijn dienaren en heiligen als we niet in het evangelie van het water en de Geest geloven. We kunnen slechts ons leven in Gods Kerk leven met onze medegelovigen, Zijn Woord horen en erin geloven en tot Hem bidden, als we geloven dat God ons reeds gered heeft van al onze zonden door de blauwe, paarse en dieprode wol. 
Het wasbekken is de laatste bevestiging van onze zaligheid van de zonde. God plaatste het wasbekken precies voor het Heiligdom en vulde het met water om de bevestiging van het geloof te geven aan degenen die in het evangelie van de verlossing van de zonden geloven. Dit wasbekken reinigt de onteerde gewetens van de rechtvaardigen die geloven. 
Laat ons 1 Johannes 2:1-2 lezen. “Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.” Amen.
Als we zondigen, hebben we een voorstander in de Vader, Jezus Christus de rechtvaardige. Jezus reinigde de onteerde harten van de rechtvaardigen met water. De dag voordat Hij gekruisigd werd, goot Jezus, tijdens het laatste avondmaal terwijl Hij Zijn discipels om Zich verzameld had, water in een wasbekken en begon de voeten van hen te wassen. “Toen ik gedoopt werd, droeg ik al jullie zonden, inclusief de zonden die jullie later zullen begaan, en ik zal voor jullie aan het Kruis veroordeeld worden.” Ik nam zelfs jullie toekomstige zonden op Me en ik wiste ze uit. Ik ben jullie Verlosser geworden.” 
Jezus waste tijdens het laatste avondmaal van Pasen de voeten van de discipels om dit te zeggen. Tot Petrus, die weigerde om zijn voeten door Jezus te laten wassen, zei Hij, “Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan” (Johannes 13:7). Jezus wilde de volmaakte Verlosser worden van degenen die werkelijk in het evangelie van het water en de Geest geloven. Voor degenen die in de blauwe, paarse en dieprode wol geloven, is Jezus hun eeuwige Verlosser geworden.
 
 
Het gebruik van het wasbekken
 
Het gebruik van het wasbekken
Het wasbekken werd gebruikt om alle viezigheid van de priesters weg te wassen als zij in de Tabernakel werkten om offers aan God te geven. Het was nodig om de vuiligheid van de priesters weg te wassen die ze kregen door de zondeoffers te doden, het bloed ervan te nemen en het in stukken te snijden om God het offer te geven dat de zonden van het volk van Israël zou verzoenen. Wanneer de priesters bevlekt werden terwijl ze de offers gaven, moesten zij met water gewassen worden en het wasbekken was de plaats waar al deze viezigheid gereinigd werd.
Altijd als we zondigen, of het geestelijk of in ons vlees is, en altijd als we bevuild worden doordat we Gods geboden breken, moeten we al onze viezigheid met dit water van het wasbekken wegwassen. De priesters moesten altijd als hun lichaam met iets onreins of smerigs in aanraking kwam, de bevuilde delen van hun lichaam met water wassen, of zij dat wilden of niet. 
Zo moet ook iedereen die in God gelooft, als zij met iets vies of onreins in contact komen, het water van het wasbekken gebruiken om al deze viezigheid te reinigen. Kort gezegd, het water van het wasbekken werd gegeven om gebruikt te worden om alle viezigheid van de wedergeborenen weg te wassen. Als dusdanig bevat het wasbekken Gods genade. De betekenis van het wasbekken is niet een extra ding waarvan we kunnen kiezen of we er wel of niet in geloven, maar het is een noodzakelijk item dat absoluut noodzakelijk is voor degenen die in Jezus geloven.
God bepaalde de omvang voor alle andere items in de Tabernakel door aan te duiden hoeveel ellen ze hoog, lang en breed moesten zijn. Maar Hij omschreef niet de grootte van het wasbekken. Dit is een kenmerk dat slechts voorkomt bij het wasbekken. Dit toont de eindeloze liefde die de Messias ons (die dagelijkse zonden begaan) heeft gegeven. In deze liefde van de Messias werd Zijn doopsel gevonden, een vorm van het opleggen van handen dat al onze zonden wegwaste. Het wasbekken moest altijd gevuld worden zijn met water omdat er veel water gebruikt moest worden wanneer de priesters besmeurd werden tijdens het vervullen van hun taken. De omvang van het wasbekken was dus afhankelijk van deze behoefte. Omdat het wasbekken van brons gemaakt was, gingen de priesters, iedere keer als zij zich met dit water wasten, over het oordeel van de zonden nadenken.
De priesters die de Tabernakel dienden, moesten al hun onreinheid van hun handen en voeten wegwassen met het water van het wasbekken. Als het brons het oordeel van God toont, dan toont het water het wegwassen van de zonden. Hebreeën 10:22 zegt, “het lichaam gewassen zijnde met rein water,” en Titus 3:5 zegt, “door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes.” Zoals deze passages, vertelt het Woord van het Nieuwe Testament ons ook veel over het wegwassen van de viezigheid met het water van het doopsel.
Als de priesters met het water van het wasbekken hun viezigheid wegwasten die zich in hun leven ophoopten, dan kunnen wij, de wedergeboren Christenen van tegenwoordig, al onze dagelijkse zonden die we in ons leven hebben begaan, wegwassen door in het doopsel van Jezus te geloven. Het water van het wasbekken van het Oude Testament toont ons dat de Messias naar deze aarde kwam en alle zonden van de wereld met het doopsel dat Hij van Johannes ontving heeft weggewassen.
God zegt ons door de Bijbel dat niet alleen de zonden die het volk van Israël heeft begaan, maar de actuele zonden die door alle mensen van de hele menselijke geschiedenis zijn begaan, aan Jezus zijn doorgegeven door het doopsel dat Hij van Johannes ontving. Toen Jezus door Johannes gedoopt was, zei Hij in Mattheüs 3:15, “Laat nu af, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen.” Door Zijn doopsel te ontvangen, accepteerde Jezus alle zonden van de mensheid op Zijn eigen lichaam door dezelfde vorm als het opleggen van handen van Johannes, de vertegenwoordiger van de mensheid.
Daarom kunnen we allen van de vieze zonden van ons hart gereinigd worden door in het feit te geloven dat al onze zonden aan Jezus de Messias door Zijn doopsel zijn doorgegeven. Omdat we reeds al onze zonden aan Jezus hebben doorgegeven door in deze waarheid te geloven, hoeven we maar te geloven dat de Zoon van God de zonden van de wereld naar het Kruis heeft gedragen, gekruisigd werd, Zijn bloed vergoot, het volmaakte zondeoffer werd voor de hele mensheid en ons daarmee van al onze zonden gered heeft. Gelooft u dit in uw hart? Degenen die werkelijk geloven dat de Messias ons eigen zondeoffer werd, zijn voor altijd gered.
 
 

Het probleem van de actuele zonden kan ook opgelost worden door in het doopsel van Jezus te geloven

 
Zegt de Bijbel ons hoe we al onze actuele zonden kunnen wegwassen? Zoals de priesters hun viezigheid met het water van het wasbekken in het Oude Testament wegwasten, zo kunnen wij de verlossing van onze dagelijkse zonden krijgen door te geloven dat Jezus de gerechtigheid van God heeft vervuld door de zonden van de wereld op Zich te nemen met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving. Uiteindelijk zijn alle zonden weggewassen door in de waarheid te geloven.
Als de mensen van Israël het zondeoffer aan God gaven, brachten zij een onbevlekt offerdier zoals een schaap of een geit naar de Tabernakel, bekenden hun zonden en gaven ze allemaal aan het offer door hun handen op het hoofd ervan te leggen en dit zondeoffer dat hun zonden geaccepteerd had, te doden. Daarna sneden ze zijn keel door en namen het bloed en ze sprenkelden dit bloed op de hoorns van het brandofferaltaar en sprenkelden de rest over de grond (Leviticus 4). Zelfs de zonden van een jaar waren allen in een keer verlost volgens het geloof door het zondeoffer op de Grote Verzoendag (Leviticus 16). Uiteindelijk ontvangen we onze verlossing van de zonden met dezelfde methode als het zondeoffer van het Oude Testament, d.w.z. door in het doopsel van de Messias, die kwam om onze zonden uit te wissen en het bloed aan het Kruis, te geloven.
Het opleggen van handen van het Oude Testament is hetzelfde als het doopsel dat Jezus in het Nieuwe Testament ontving. Onze Messias zorgde voor en reinigde al onze zonden door gedoopt te worden van Johannes en door gekruisigd te worden. Wat blijft er voor ons over om te doen om van onze zonden vergeven te worden als God ons volmaakt van onze zonden gered heeft door de werken van het doopsel van de Messias en Zijn bloed aan het Kruis? Wat we ons moeten herinneren en waar we in moeten geloven is dat zelfs als we in ons leven dagelijks zondigen vanwege onze zwakheden, dat al onze zonden reeds zijn weggewassen door Jezus Christus die door het water en het bloed kwam. Zelfs al geloven we in God, we zullen toch nog steeds in onze zwakheden en overtredingen vervallen door onze tekortkomingen. Maar onze God, die dit alles weet, heeft ons gered door ons de Messias naar deze aarde te sturen, Hem de zonden van de mensheid met Zijn doopsel op Zichzelf liet nemen en Zichzelf liet offeren. 
Door het brandofferaltaar en het wasbekken in de voorhof van de Tabernakel te plaatsen, heeft God ons toegestaan om al onze actuele zonden die we dagelijks begaan, weg te wassen voordat we het Allerheiligdom, het Huis van God, binnengaan. Maar dat betekent niet dat we onze actuele zonden moeten wegwassen met de dagelijkse berouwgebeden. In tegendeel, het is ons geloof in het doopsel van het Messias en Zijn bloed aan het Kruis dat al onze zonden reinigt. God heeft bepaald dat als de rechtvaardigen fouten maken, zonden en wandaden begaan nadat ze in Jezus zijn gaan geloven, zij van al deze zonden gereinigd moeten worden door in het doopsel dat de Messias, de Heer van het wasbekken, ontving, te geloven.
Veel mensen neigen ertoe om Jezus’ dragen van de zonden en Zijn veroordeling voor alle zonden als hetzelfde ding te zien, terwijl ze deze twee blindelings aan elkaar vastknopen. Maar omdat we dagelijks actuele zonden begaan door onze zwakheden, moet het reinigen van de zonden en het oordeel voor de zonden gescheiden worden. Het doopsel dat Jezus van Johannes ontving en Zijn dood aan het Kruis, waren er om al onze zonden op Zich te dragen om voor deze zonden veroordeeld te worden en om ons er volmaakt van te redden. In dit geloof kunnen we dus in een keer het oordeel van onze zonden krijgen. Het probleem van onze actuele zonden die we dagelijks begaan moet dus opgelost worden door in het doopsel te geloven van de Messias. Door deze twee componenten te verenigen, het doopsel en het Kruis, wordt de enige volmaakte zaligheid voltooid. Dit is de waarheid van de volmaakte verlossing van de zonde. In zoverre de oplossing van het probleem van onze zonden aangaat, moeten we het doopsel van Jezus en het Kruis gescheiden van elkaar geloven en eraan denken.
Wanneer de priesters offerdieren doodden in de Tabernakel, werden ze besmeurd met viezigheid en spetterend bloed. We kunnen ons zelfs niet voorstellen hoe vies zij werden. De priesters moesten al deze viezigheid wegwassen maar als er geen water in het wasbekken van de voorhof van de Tabernakel geweest zou zijn, dan zouden ze hiertoe niet in staat zijn geweest. Het doet er niet toe of het de Hogepriester of een gewone priester was, die voor de zonden van een jaar vergeven was; als hij niet meteen de viezigheid die op hem was, wegwaste met het water van het wasbekken, dan kon deze persoon het niet vermijden om met de viezigheid die nog steeds op hem was te leven. 
Zelfs als de Hogepriester allerlei viezigheid op zich had, kon hij altijd gereinigd worden door het wasbekken in de voorhof van de Tabernakel. Zelfs als een priester volledig van de zonden van een jaar vergeven zou zijn, dan zou het nog steeds door het wegwassen van de dagelijkse zonden zijn dat deze persoon gereinigd was. God bepaalde dat de priesters die offers aan Hem gaven, van al hun viezigheid gereinigd moesten worden in het wasbekken. We kunnen ons dan realiseren waarom God het wasbekken in de voorhof van de Tabernakel heeft gezet. We kunnen ook weten waarom dit wasbekken tussen het brandofferaltaar en het Heiligdom werd geplaatst.
 
 
Waarom hebben we het wasbekken nodig?
 
De waarheid die in het wasbekken wordt aangeduid, is geopenbaard in Johannes 13. Tijdens het Paasfeest begon Jezus, nadat Hij met Zijn discipels het Laatste Avondmaal had gehad, hun voeten te wassen, beginnend bij Petrus. Toen Jezus zijn voeten probeerde te wassen, vroeg Hij Petrus om zijn voeten uit te strekken zodat Hij ze kon wassen. Petrus sloeg dit echter af terwijl hij zei, “Ik zou Uw voeten moeten wassen; hoe kunt U, Heer, mijn voeten wassen?”
Petrus weigerde omdat hij dacht dat het niet gepast voor een leraar was om de voeten van Zijn eigen discipels te wassen. “Hoe zou ik mijn leraar durven vragen om mijn voeten te wassen? Dat kan ik niet.”
Petrus bleef Jezus’ dienst afwijzen. Wat Jezus daarna tegen Petrus zei, is van groot belang.
“Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan” (Johannes 13:7). Dit is wat Jezus bedoelde: “Je kunt nu niet begrijpen waarom ik je voeten heb gewassen. Maar dit zal zeker belangrijk zijn bij het oplossen van het probleem van je actuele zonden. Je zult vanaf nu veel actuele zonden begaan, maar ik heb reeds al je actuele zonden van de toekomst op Me genomen en vanwege deze zonden moet ik nu Mijn bloed aan het Kruis vergieten. Je moet daarom weten en geloven dat ik de Messias ben die zelfs voor je actuele zonden van de toekomst zorgde.”
In Petrus’ gedachten was het gewoon onethisch dat de Messias zijn voeten waste en daarom weigerde hij gewassen te worden. Maar Jezus zei Petrus, “Je zult het hierna weten,” en Hij waste zijn voeten.
“Slechts als Ik je voeten was, kun je een verbintenis met Mij hebben. Begrijp je nu waarom Ik je voeten was. Maar nadat ik gekruisigd ben en naar het Koninkrijk van de Hemel ben opgestegen, zul je weten waarom ik je voeten waste. Omdat ik je Messias ben, droeg ik reeds je toekomstige zonden met Mijn doopsel en door het zondeoffer van jullie zonden te worden, werd ik jullie Verlosser.” 
Zoals onze Heer zei, begreep Petrus er op dat moment niets van, maar na de herrijzenis van de Heer, werd hij zich ervan bewust. Dit was werkelijk de gebeurtenis die zelfs zijn actuele zonden heeft uitgewist.
“Omdat ik slechts actuele zonden in de wereld kan begaan, waste de Heer mijn voeten zodat ik zou geloven dat Jezus de Messias zelfs deze actuele zonden op Zich nam met Zijn doopsel van Johannes de Doper! Het doopsel van de Messias zorgde zelfs voor deze actuele zonden van de toekomst! Jezus nam al deze zonden op Zich met Zijn doopsel, droeg de zonden van de wereld naar het Kruis en droeg de veroordeling van alle zonden door gekruisigd te worden! En door van de dood te herrijzen, heeft Hij ons werkelijk en volledig van al onze zonden gered!”
Slechts later, nadat hij de Heer zelfs drie keer had verloochend, ging Petrus zich dit realiseren en erin geloven. Daarom zei hij in 1 Petrus 3:21, “Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.” Het woord ‘tegenbeeld’ betekent hier ‘hetgeen dat voorgegaan is of geïdentificeerd is door een eerder symbool of beeld, zoals een figuur in het Nieuwe Testament die een tegenhanger heeft in het Oude Testament.” De voorafgaande context verklaart dus duidelijk dat het doopsel van Jezus het tegenbeeld van het ‘water’ in het Oude Testament is.
In het Oude Testament moest de Hogepriester die het volk van Israël vertegenwoordigde wanneer het offer op de Grote Verzoendag aan God gegeven werd om de verlossing voor de zonden van een jaar te ontvangen, zijn handen op het zondeoffer leggen en de zonden van de Israëli’s bekennen die ze begaan hadden om zo hun zonden aan het offer door te geven. Deze methode van het opleggen van handen had dezelfde opmaak als het doopsel van Jezus. In het Oude Testament moest het zondeoffer dood bloeden omdat het de zonden van alle Israëli’s had geaccepteerd die aan het dier waren doorgegeven. Zijn keel werd doorgesneden en het bloedde al gauw dood. De priesters onthuidden het, sneden het in stukken en offerden het vlees aan God door het in het vuur te verbranden.
De Messias die het wezenlijke van het zondeoffer is van het Oude Testament, kwam naar deze aarde, accepteerde onze zonden door het opleggen van handen, bloedde aan het Kruis en stierf voor ons. Tegenwoordig hebben wij daarom volledig de verlossing van onze zonden ontvangen door het doopsel van Jezus Christus en Zijn dood aan het Kruis. En we moeten onze actuele zonden die we in ons dagelijkse leven begaan, ook wegwassen door te geloven dat deze zonden reeds gereinigd zijn door het doopsel dat onze Heer ontving en het bloed dat Hij aan het Kruis vergoot. We moeten deze waarheid kennen en erin geloven. We kunnen van al onze actuele zonden verlost worden als we slechts geloven dat Jezus al onze zonden op Zich nam en ze allen wegwaste door Zijn doopsel. Altijd als we actuele zonden begaan, moeten we met andere woorden ons geloof in het water en de Geest bevestigen. En door over de waarheid na te denken dat zelfs deze actuele zonden reeds door Jezus met Zijn doopsel en Kruis zijn uitgewist, kunnen we in ieder geval niet onze zaligheid verliezen en we kunnen het altijd als ons hart aangevallen wordt door een gevoel van schuld, herstellen.
Omdat Jezus zelfs alle actuele zonden die dagelijks door de rechtvaardigen, die de verlossing van hun zonden gekregen hebben, worden begaan, heeft uitgewist, heeft God hen het wasbekken toegestaan zodat deze rechtvaardigen, wiens verlossing van de zonde kwam door het water, het bloed en de Geest, hun actuele zonden door hun geloof in het evangelie van het water en de Geest zullen wegwassen. 
Daarom liet God het wasbekken maken door de handspiegels van de vrouwen, die in de Tabernakel dienden, te verzamelen en te smelten want deze spiegels voorzagen in een weerspiegeling van het ego. Altijd als we actuele zonden begaan en in wanhoop vervallen door onze zwakheid, moeten we naar het wasbekken gaan en onze handen en voeten wassen. De rol van het wasbekken is om ons eraan te herinneren dat Jezus de zonden van de mensheid in een keer op Zich nam toen Hij van Johannes gedoopt werd. Het was om deze waarheid aan de rechtvaardigen, die de verlossing van de zonden ontvangen hadden, te leren dat onze Heer de Israëli’s het wasbekken maakte door de handspiegels van deze vrouwen te smelten, het met water liet vullen en de priesters toestond om alle viezigheid van hun handen en voeten te wassen met dit water.
We moeten geloven dat Jezus de Zoon van God is, de Schepper en de Verlosser van de mensheid. En we moeten ons herinneren dat de Messias naar deze aarde kwam in de gedaante van een mens en dat Hij al onze zonden op Zijn eigen lichaam accepteerde door het doopsel dat Hij van Johannes ontving, d.w.z. als we actuele zonden in deze wereld begaan, vervallen we in zwakheid of onze zwakheid wordt onthuld, we moeten ons zelfs nog meer herinneren dat de Messias in het vlees kwam, gedoopt en gekruisigd werd, en daarmee al onze zonden uitgewist heeft. 
Als we ons dit niet herinneren en er niet in geloven, zelfs al hebben we de verlossing van de zonden ontvangen, dan zouden we weer gebonden zijn aan onze actuele zonden en terugkeren naar onze oude, zondige ego’s. Als dusdanig moeten we iedere dag geloven dat al onze zonden die we begaan hebben door onze zwakheid of tekortkomingen, reeds aan Jezus zijn doorgegeven door Zijn doopsel. We moeten ons iedere dag eraan herinneren, weer geloven en bevestigen dat de Messias al onze zonden op Zich nam met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving en dat ze allen heeft weggewassen.
Er is niemand op deze aarde die de verlossing van de zonden kan krijgen door in Jezus te geloven zonder te geloven dat Hij de zonden van de wereld op Zich droeg door gedoopt te worden van Johannes en door Zijn bloed te vergieten. En zelfs als mensen de verlossing van de zonde hebben gekregen, is er niemand die geen actuele zonden begaat. Zonder dus in het doopsel van Jezus te geloven zou iedereen zondig zijn en de wil van God zou nooit bij iedereen vervuld zijn. Daarom gaf God ons Zijn Zoon, liet Hem dopen door Johannes en gaf Hem op aan het Kruis om te bloeden.
Als we in Jezus Christus als onze Messias geloven, moeten we geloven dat al onze zonden aan Hem zijn doorgegeven door Zijn doopsel dat Hij ontving van Johannes en dat Hij al onze veroordeling door de zonden van de wereld naar het Kruis te dragen, gekruisigd te worden en Zijn bloed te vergieten. We ontvangen onze verlossing van de zonde door in het doopsel van Jezus en Zijn bloed te geloven. Al onze zonden zijn uitgewist door in deze waarheid te geloven. We hebben de gerechtigheid bereikt door met ons hart in de liefde van God te geloven. Ons hart is nu zondeloos, rein en vlekkeloos. Maar er zijn nog steeds tekortkomingen in ons vlees. Daarom moeten we ons iedere dag aan het doopsel van Jezus herinneren en onszelf altijd aan dit geloof herinneren. Altijd als onze tekortkomingen en zwakheden onthuld worden, altijd als kwade gedachten opkomen en we verontreinigd zijn, en altijd als onze daden op het dwaalspoor komen, is onze Heer slechts behaagt als we ons herinneren dat Jezus al deze zonden op Zich nam met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving en dat we ons hart reinigen door weer in deze waarheid te geloven.
Altijd als we zonden begaan, moeten we eerst onze zonden voor God toegeven. We moeten dan weer geloven dat al deze zonden aan Jezus door Zijn doopsel zijn doorgegeven. Wij die gereinigd zijn door de werken van Jezus’ doopsel, moeten dagelijks van onze actuele zonden gereinigd worden door in dit werk te geloven. Daarom moeten we ons absoluut herinneren en geloven in het feit dat we al onze zonden door het doopsel van Jezus Christus kunnen wegwassen.
We hebben nu onderzocht waarom God het wasbekken tussen het brandofferaltaar en de Tabernakel plaatste. God plaatste het wasbekken tussen het brandofferaltaar en de Tabernakel zodat als we naar Hem gaan, we zouden gaan met gereinigde lichamen en harten. Zelfs nadat we de rechtvaardigen werden die de volmaakte verlossing van de zonde hebben ontvangen door het doopsel en het Kruis van Jezus, ons hart is nog steeds geneigd om bevuild te worden als we zondigen, of dat nu gewild of ongewild is. Daarom moeten we deze vuiligheid in het wasbekken wegwassen als we het brandofferaltaar voorbij lopen en naar God gaan. Omdat we niet voor God kunnen gaan als we ook maar het kleinste beetje viezigheid hebben, plaatste God het wasbekken tussen het brandofferaltaar en de Tabernakel zodat we in staat zullen zijn om in reinheid de aanwezigheid van God binnen te gaan, doordat we onszelf met het water van het wasbekken hebben gewassen.
 
 
Welk geweten is een goed geweten voor God?
 
1 Petrus 3:21 omschrijft ook Jezus’ doopsel als “een vraag is van een goed geweten tot God.” “Een goed geweten” betekent hier het geweten dat gelooft dat Jezus alle zonden van de mensheid, inclusief alle actuele zonden die dagelijks begaan worden, heeft weggewassen met het doopsel dat Hij van Johannes in de Jordaan ontving. Om onze zonden op Zich te nemen, werd onze Heer door Johannes gedoopt en heeft daarmee onze zonden op Zijn eigen lichaam geaccepteerd. Omdat Jezus al onze zonden op Zijn lichaam droeg, moest Hij aan het Kruis sterven. Als we negeren wat Hij deed en er niet in geloven, dan kan ons geweten slechts slecht zijn. Daarom moeten we in Zijn doopsel geloven. We moeten een goed geweten hebben voor God. Alhoewel we in ons vlees niet in staat zullen zijn om voor 100 procent volmaakt te leven, kunnen we tenminste in ons geweten goed zijn en dat moeten we ook voor God.
Ongeveer 50 jaar geleden, toen Korea alles verloor in de vernieling van de Koreaanse Oorlog, kwam een vloedgolf van buitenlandse hulp het land binnen om Korea van het ongeluk te verlichten. Er waren enkele gewetenloze mensen die alles in hun eigen zakken staken en zo hun eigen rijkdom opbouwden, zelfs al moesten weeshuizen het eerst zulke hulp ontvangen. Zij hadden geen geweten. Als het buitenland melk, meel, dekens, schoenen, kleding en andere hulpmiddelen gaf, zonden de ondersteuners het zodat de naakte en hongerige mensen in vreselijke nood goed gekleed en gevoed zouden worden; zij konden zich amper voorstellen dat enkele slechte openbare ambtenaren en oplichters deze hulpmiddelen zouden omleiden naar andere doelen. 
Mensen met goede gewetens zouden het eerlijk onder de armen hebben verdeeld. Degenen die de buitenlandse hulp niet in een mogelijkheid tot het opbouwen van hun rijkdom hebben gekeerd en het eerlijk verdeelden onder de armen die stierven van de honger, hoeven zich niet te schamen voor God want zij zouden met een goed geweten geleefd hebben. Maar degenen die dit niet deden, zouden door hun eigen geweten beschuldigd zijn van diefstal. Natuurlijk zouden deze dieven zelfs nu nog steeds van al hun zonden gereinigd kunnen worden als zij zich omkeren en in het doopsel van Jezus geloven.
Om onze zonden op Zich te nemen en al onze actuele zonden uit te wissen, kwam Jezus naar deze aarde en werd gedoopt. Door dus van Johannes gedoopt te zijn, waste Jezus al onze zonden in een keer weg. Ik zou graag de ongelovigen in Zijn doopsel willen berispten door te zeggen, “Wat maakt jouw dan zo trots om niet in Zijn doopsel te geloven? Met welke zekerheid geloof je niet? Ben je goed genoeg om het Koninkrijk zonder het geloof in Zijn doopsel binnen te gaan? 
Als we werkelijk het volk van het goede geweten willen worden, moeten we al onze actuele zonden met het doopsel dat Jezus van Johannes ontving, wegwassen. Om dat te doen, moeten we met ons hart geloven dat Jezus alle zonden die we in ons hele leven begaan hebben, op Zich heeft genomen en ze weggewassen heeft. Daarom is Jezus, Onze Messias, door Johannes gedoopt voordat Hij naar het Kruis ging.
Jezus zei tegen de vrouw die overspel had gepleegd, “Ik veroordeel je ook niet. Ik beoordeel je ook niet.” Waarom? Omdat Jezus ook reeds de zonden van overspel van deze vrouw op Zich had genomen en omdat Jezus Zelf ook de veroordeling voor deze zonde zou dragen. Hij zei, “Ik ben de Ene die veroordeeld zal worden voor je zonden. Maar ben van al je zonden gereinigd door in Mijn doopsel te geloven. Daarom ben je gered van al je zonden door in Mij te geloven. Ben ook gered van alle veroordeling van de zonden door geloof en ben gereinigd van al je zonden. Ben gereinigd van de zonden van je geweten en drink het water van Mij dat ons nooit meer dorstig laat zijn.”
Tegenwoordig geloven wij dat Jezus de Ene is die ons van onze zonden heeft gered. Gelooft u werkelijk dat Jezus inderdaad onze zonden op Zich nam met Zijn doopsel en dat Hij ze allen wegwaste? Onze Heer waste onze zonden weg door gedoopt te worden. We kunnen nu in goed geweten naar God gaan. Waarom? Omdat onze Heer al onze zonden op Zich nam en ze allen wegwaste door gedoopt te worden, deze zonden naar het Kruis droeg, in onze plaats veroordeeld werd door gekruisigd te worden en van de dood herrees. Lange tijd geleden kwam Jezus naar deze aarde en Hij nam al onze zonden tijdens Zijn 33-jarige leven op Zich en waste ze allen weg met Zijn doopsel.
Door zelfs onze actuele zonden op Zich te nemen en ze weg te wassen, heeft onze Heer ons in staat gesteld om naar God te gaan en de rechtvaardigen te worden en om voor al onze zonden door het offer van Jezus Christus veroordeeld te worden. Met andere woorden, door in deze Heer te geloven, kunnen we God onze Vader noemen en in Zijn aanwezigheid treden. Als dusdanig zijn degenen die in Jezus’ werken van het water, het bloed en de Geest geloven, degenen die een goed geweten hebben. Het is daarentegen zeker het slechte geweten dat niet in de rechtvaardige daden van de Heer gelooft, Zijn doopsel en kruisiging. 
 
 
Tegenwoordig nemen veel mensen het Woord van God niet serieus vanwege hun bijgeloof
 
Veel leugenaars die het Woord van God afvallig worden alsof het slechts een sierraad is, preken slechts dat we ook goed zouden moeten doen naast ons geloof in God om het Koninkrijk der Hemel binnen te kunnen. En als het om de zaligheid gaat, spreken zij slechts van het bloed aan het Kruis, en denken foutief dat zij een of andere berg moeten bestijgen om er te bidden of te vasten om dan God door hun vleselijke ervaringen te ontmoeten. Alhoewel niets foutiever kan zijn dan dit geloof, zijn zij er volledig van overtuigd. Zij zeggen, “Ik werd geteisterd door mijn zonden en dus bleef ik de hele nacht op om te bidden, ‘God, ik heb gezondigd. Ik geloof in U, Heer.’ Ik werd op de avond van die dag nog steeds geplaagd, maar nadat ik de hele nacht opbleef om te bidden, voelde ik plotseling in de ochtenduren, alsof er vuur op me werd geworpen en op dat moment was mijn geest heel helder, al mijn zonden van mijn hart waren gereinigd tot ze zo wit als sneeuw waren. Op dat moment was ik wedergeboren. Halleluja!” 
Zulke gedachten zijn slechts door de mens gemaakt; onwetende en dwaze gedachten die het Woord van God nutteloos maken. U moet zich eraan herinneren dat God degenen die zulke mystieke onzin zeggen en daarmee mensen bedriegen en ze naar de hel leiden, veelvuldig zal straffen.
“Mijn oren doen zo’n pijn. Maar ik geloof in wat de Heer zei, dat we geheeld zullen worden als we geloven en dus hield ik mijn pijn uit en zei, ‘Heer, ik geloof!’ Toen ik zo geloofde, was de pijn helemaal weg!”
“Ik had een maagzweer dus iedere keer als ik iets at, kreeg ik ontzettende maagpijn. Dus voordat ik at, bad ik ‘Heer, ik heb hier pijn, maar U zei dat U naar alles zou luisteren als we er maar in geloof voor zouden bidden. Ik geloof nog steeds in Uw Woord.’ Ik had absoluut geen spijsverteringsproblemen!”
Wat zijn dit allemaal? Dit zijn de gevallen waar mensen de Heer niet door het Woord ontmoetten. Deze gevallen demonstreren de valsheid van hun geloof dat niet gelooft volgens het Woord. Dit zijn niet de antwoorden op hun gebeden die ze ontvingen door het Woord, maar dit is slechts hun mystieke geloof. Zij geloven niet in God volgens het Woord, maar in hun foutieve verwarring die gebaseerd is op hun eigen gevoelens en ervaringen. Wat zo spijtig en verdrietig is, is dat er zoveel mystieken zijn onder de huidige Christenen. 
Zo bedraagt het wegduwen van het Woord van God en het blindelingse geloof in Jezus dat gebaseerd is op hun gevoelens of ervaringen slechts bij tot een bijgeloof. Mensen die beweren dat ze in Jezus geloven zelfs als zij niet volgens het Woord geloven, moeten zichzelf onderzoeken om te zien of zij door demonen bezeten zijn of niet. “Ik ontmoette Jezus terwijl ik aan het bidden was. Jezus verscheen in mijn droom. Ik bad geestdriftig en mijn ziekte was genezen.” Iedereen met een half-intacte mond kan zulke beweringen maken, maar wat duidelijk is, is dat dit niet het geloof is dat gegeven werd door God, maar het valse geloof dat gegeven werd door Satan.
Door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernd linnen, heeft onze Heer Zichzelf aan ons getoond. Toont onze Heer Zichzelf aan ons op nieuwe en verschillende manieren in het huidige tijdperk? Verschijnt Hij werkelijk voor ons in een waanbeeld of een droom? Hij sleept enorme ketens aan Zijn voeten, Hij bloed over Zijn hele lichaam en een kroon van doorns op Zijn hoofd heeft, terwijl Hij zegt, “Zie je, op deze manier leed ik voor je. Wat zal je nu voor Mij doen?” – is dit de manier waarop onze Heer Zichzelf aan ons toont? Dit is alles nonsens! 
En toch zijn er nog steeds mensen die, nadat ze zogenaamd dit soort droom hebben gehad, tegenover God zweren, “Heer, ik zal Uw dienaar worden en U dienen met mijn hele hart voor de rest van mijn leven. Ik zal hier een gebedshuis bouwen. Ik zal hier een kerk bouwen. Ik zal mijn kruis op mijn rug dragen voor de rest van mijn leven en van U getuigen in het hele land en de hele wereld.”
We kunnen in feite gemakkelijk zulke vrome prekers in de straten of openbare plaatsen tegenkomen. Zonder uitzondering, zijn zij allen mystieken die zeggen dat zij hebben besloten om op deze wijze te leven nadat ze Jezus in hun droom hebben gezien of nadat ze de stem van de Heer gehoord hebben terwijl ze aan het bidden waren. Maar de Heer openbaarde Zichzelf slechts door Zijn Woord; Hij spreekt niet tot ons in een droom of terwijl we bidden, vooral niet in dit tijdperk waarin Zijn hele Woord aan de mensheid is gegeven. Dromen komen slechts van het gecompliceerde rijk van het menselijke onderbewustzijn. Deze mensen hebben deze droom omdat zij allerlei voorstellingen hebben over Jezus in hun onbeantwoorde liefde en zij denken gewoon te veel.
Als u met uw gedachten met iets bezig bent voordat u in slaap valt, zult u waarschijnlijk zien dat u dit thema ook in uw drooom tegenkomt. Zo worden onze dromen in ons onderbewustzijn gemaakt. Daarom krijgen we allerlei gekke dromen als we teveel nadenken. Zij hebben allen niets te maken met geloof, maar zij zijn slechts een weerspiegeling van de lichamelijk verandering van het onderbewustzijn.
Daarom verschijnt Jezus met een kroon van doornen op Zijn hoofd in de dromen van mensen als zij veel over Jezus’ lijden aan het Kruis nadenken. Op zich is niets mis met zo’n droom. Maar het is een ernstige fout om deze droom te serieus te nemen. Wat gebeurd er als Jezus vol bloed aan hen verschijnt en tegen hen zegt, “Wat zal je voor Mij doen? Je zult de rest van je leven als een asceet leven voor Mij. Je zult voor Mij geen bezit hebben.” Er zijn dwaze mensen die werkelijk al hun bezittingen opgeven zodat zij zo kunnen leven. Is er iemand die de schrik aangejaagd kreeg vanwege een droom, die het serieus nam of wiens leven hierdoor veranderde? Dit is niets minder dan mystiek. 
God ontmoet ons door het Woord. Hij is niet iemand die we kunnen ontmoeten in een droom of visioen in ons gebed. Het Woord van God staat geschreven in het Oude en het Nieuwe Testament en als we dit Woord horen dat tot ons gepreekt worden en als we het in ons hart accepteren, kan onze geest Hem door het Woord ontmoeten. Onze geest kan dus, met andere woorden, slechts God ontmoeten door het Woord en alleen maar door het Woord.
Door het Woord kwamen we te weten dat Jezus al onze zonden op Zich nam met Zijn doopsel en door dit Woord te horen, gingen we met ons hart geloven. Het antwoord op de vraag waarom Jezus aan het Kruis moest sterven wordt ook gevonden in het Woord. Omdat Jezus onze zonden op Zich nam door gedoopt te worden, stierf Hij aan het Kruis en heeft Hij ons gered. Door het Woord, gingen we God kennen en door het Woord gingen we in Hem geloven. Dat Jezus Christus God is, wordt door ons ook slechts geweten en geloofd door het Woord.
 
 
Hoe konden we in God gaan geloven? Kwam dat niet door het geschreven Woord van God?
 
Hoe zouden we Jezus, die al onze zonden liet verdwijnen, hebben kunnen ontmoeten en in Hem gaan geloven als er geen Woord van God was? Als er geen Woord van God was, zou ons geloof niets zijn. “Dit denk ik” zullen we zeggen, maar dit is niet de waarheid en als ons hart gevuld is met wat niet waar is, dan kan de echte waarheid niet ons hart binnen. Het juiste ding om te zeggen is niet “dit is wat ik denk,” maar “Dit is wat de Bijbel zegt.” Als we de Bijbel lezen, komt de waarheid die door God gesproken wordt in ons hart en het corrigeert de fouten van onze voorgaande gedachten.
Waaruit bestaat uw geloof in het evangelie van het water en de Geest? Bestaat het uit uw eigen gedachten? Of werd u de wedergeborene door erachter te komen door het Woord te horen en erin te geloven? Het is door het Woord dat we in God zijn gaan geloven en Hem in ons hart ontmoeten. Daarom was de poort van de voorhof van de Tabernakel geweven van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen.
Het water dat in het wasbekken was, betekende het doopsel waarmee Jezus Christus al onze zonden op Zich nam. “Laat nu af, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen” (Mattheüs 3:15). Door het Woord van God, kwamen we te weten over het doopsel waarmee Jezus de zonden van de wereld op Zich nam. Omdat we door het Woord te weten kwamen dat het doopsel van Jezus, die alle zonden op Zich nam die wij tijdens ons hele leven begingen, liet dit Woord ons het geloof van het doopsel in ons hart hebben. Door het Woord kunnen we de waarheid die getoond wordt in het wasbekken, ontdekken.
Door het Woord van God kunnen we uitvinden dat het wasbekken van brons gemaakt was. In de Bijbel betekent brons het oordeel. Als dusdanig is de betekenis van het bronzen wasbekken (dat de rol speelt van een spiegel die ons weerspiegelt) dat als we volgens de Wet naar onszelf kijken, we allen verdoemd zijn om veroordeeld te worden. Daarom was het wasbekken gemaakt van de spiegels van de vrouwen die de Tabernakel dienden. De Heer heeft ons (die het niet konden vermijden om veroordeeld te worden voor onze zonden) gered door naar deze aarde te komen, gedoopt te worden en aan het Kruis te sterven. Door het geschreven Woord van God, kwamen we te weten dat het kwam doordat Jezus gedoopt werd om al onze zonden op Zich te nemen, naar het Kruis ging en de veroordeling van de zonden droeg. En we zijn gered doordat we deze waarheid in ons hart accepteren en erin geloven. En u? Hoe bent u gered?
In een bepaalde denominatie die de mystiek volgt, beweren ze dat de leden de precieze datum van hun zaligheid moeten kennen, in welke maand en op welke dag zij gered zijn. En men zei dat een pastoor van deze denominatie voor veel gelovigen getuigde dat hij in Jezus geloofde en gered was toen hij een berg beklom om te bidden en zich toen realiseerde dat hij niets was. Hij beweerde erg trots dat hij nooit de exacte datum en tijd had vergeten dat hij wedergeboren werd. Dit heeft zeker niets te maken met het getweernde linnen, maar het is slechts emotioneel. Het geloof van de pastoor heeft niets te maken met de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. De zaligheid die door deze denominatie onderwezen wordt, heeft niets te maken met de ware zaligheid die gemaakt wordt door het Woord van God, maar het is slechts hun eigen creatie.
Het is werkelijk mogelijk om zichzelf te hypnotiseren. Als mensen blijven volhouden dat zij zondeloos zijn en dit steeds maar weer denken, dan zullen zij zichzelf hypnotiseren en zelf zondeloos worden. Als zij deze spreuk tot zichzelf blijven herhalen dan kunnen zij zich werkelijk voelen alsof zij echt zondeloos zijn maar zulke gevoelens blijven niet duren. In een mum van tijd hebben zij zich dus weer zelf gehypnotiseerd terwijl ze zingen “Ik ben zondeloos. Ik ben zondeloos.” Wat een zelfgecentreerd, onwaar, onwetend en bijgelovig geloof is dit!
Het getweernde linnen betekent Gods Woord van het Oude en het Nieuwe Testament. Dat de poort van de voorhof van de Tabernakel, van het Heiligdom en het Allerheiligdom, allen geweven waren van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen, vertelt ons dat Jezus de deur tot onze zaligheid en onze Verlosser is geworden zoals het precies geschreven staat in het Oude en Nieuwe Testament. Ik dank God werkelijk voor hoe zeker deze zaligheid is die God tot ons heeft gesproken! 
Daarom probeer ik als ik bid niet mijn gevoelens aan te spreken of een show te vertonen. Ik bid gewoon door alles aan God over te laten en Hem te vertrouwen. “Vader, help ons alstublieft. Laat ons het evangelie over de hele wereld preken. Bescherm en houdt al mijn mede-geestelijken en heiligen. Geef ons de werkers die het evangelie kunnen dienen, sta het toe dat dit evangelie verspreid wordt en laat de gelovigen zich van Uw Woord bewust worden en erin geloven.” Dit is alles wat ik zeg als ik bid; ik bid niet om te proberen mijn gevoelens naar boven te laten komen en te huilen, en niets van deze hokus-pokus is een deel van mijn gebeden.
Sommige mensen denken zelfs aan hun langgeleden overleden vaders en moeders om tranen eruit te persen en om te veinzen dat hun gebeden door anderen serieus genomen worden, als zij niet hun gevoelens omhoog kunnen laten komen, hoe hard zij ook hun best doen. Zulke verzonnen gebeden zijn als een vuilnishoop die God zouden laten overgeven. Mensen roepen ook hun gevoelens op door aan Jezus’ kruisiging te denken en zij blijven blindelings uitroepen, “Ik geloof in U, Heer!” 
Maar betekent dit werkelijk dat het geloof van zo’n mensen sterk is? Als u over uw zonden nadenkt en probeert uw gevoelens op te roepen door te zeggen, “Heer, ik heb gezondigd. Help me om rechtvaardig te leven,” dan is het eigenlijk goed mogelijk om uw gevoelens op te wekken. Omdat zo’n emotionele ervaring en een goede huilbui een hoop stress kan oplossen, voelen veel mensen zich opgelucht en denken dat het daarom gaat in het geloof. Alhoewel hun leven vol problemen is, laten zulke emotionele ervaringen hun tenminste een tijdje beter voelen en zij blijven hun religieuze leven zo leiden.
 
 

U moet geloven dat de Heer naar ons is gekomen door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen

 
Onze Heer kwam naar ons door het Woord. U zult daarom nooit op uw gevoelens moeten wachten maar u moet luisteren naar wat het Woord van God u zegt. Het is belangrijk of u wel of niet in dit Woord van God gelooft in uw hart. Probeert u zich niet, wanneer u bidt, op uw gevoelens te concentreren. U moet ze eerder op een gepast niveau houden. Waarom? Omdat er veel leugenaars in deze wereld zijn die degenen die graag emotioneel opgewonden willen zijn, benaderen en inspireren om hun voordeel te halen uit hun emotionele gaten. Omdat mensen zo vaak het intellectuele deel verliezen als zij hun gevoelens nastreven, is het doel van oplevingsdiensten die onder het mom van “Grote Geestelijk opleving” worden gehouden, slechts om de emoties van de deelnemers aan te wakkeren. 
Nu dat ik wedergeboren ben, kan ik echter niet zo’n oplevingsbijeenkomsten houden zelfs als ik het zou proberen, want het Woord van God preken is niet het aansporen van de gevoelens van de mensen zoals dat bij deze grote geestelijke oplevingsbijeenkomsten van de wereld gedaan wordt. Omdat ik wedergeboren ben van het Woord van de waarheid, heb ik lang geleden afscheid genomen van mijn emotionele aspect dat mijn geestelijke leven stoort.
Wij, de rechtvaardigen die het Woord van God horen, ons verstand gebruiken en met ons hart geloven, houden er niet van om emotioneel opgewonden te zijn. We geloven in de waarheid door ons snel te realiseren of iemand wel of niet van het Woord van God tot ons spreekt zoals het is, en door snel te onderscheiden of deze persoon die tot ons spreekt, er werkelijk in gelooft. Omat wij, die de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen kennen en erin geloven, de Heilige Geest in ons hart hebben, realiseren we ons allen dat emotionele aansporing verre van de waarheid is en we accepteren alleen de echte waarheid in ons hart.
Jezus kwam naar ons door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Hoe geweldig is deze waarheid? Hoe wonderbaarlijk is de liefde van onze Heer die u gered heeft? Door de viervoudige werken van Jezus die geschreven staan in Gods Woord, zijn we allemaal gaan geloven dat Jezus al uw zonden op Zich nam met Zijn doopsel, dat Hij aan het Kruis stierf en u daarmee gered heeft met Zijn vervulling van alle gerechtigheid. 
Gelooft u met uw hart in deze waarheid? Degenen die het evangelie preken, moeten het binnen het getweernde linnen verspreiden, d.w.z. Gods Woord van het Oude en Nieuwe Testament en het moet de blauwe, paarse en dieprode wol bevatten. En degenen die het horen, moeten het in hun hart accepteren en er met hun hele hart in geloven.
 
 

Het water van het wasbekken wast onze zonden weg

 
Jezus nam met Zijn doopsel al onze zonden op Zich en waste ze allemaal weg. Het doopsel van Jezus verwijst naar het water van het wasbekken; het reinigt ons, die allen verdoemd waren om naar de hel te gaan door onze zonden en het stelt ons in staat om voor God te staan. Omdat Jezus al onze zonden op Zich accepteerde door Zijn doopsel, kon Hij naar het Kruis gaan en ze wegwassen door gekruisigd te worden. Zowel het doopsel van Jezus als ook het Kruis, getuigen dat Jezus de veroordeling van al onze zonden droeg. Door het doopsel en het Kruis, vervulde Jezus al onze zaligheid.
Het geven van berouwgebeden reinigt ons nooit van onze zonden. Omdat Jezus met Zijn doopsel reeds onze zonden op Zich had genomen, zijn onze zonden allemaal weggewassen. Door dit Woord te horen en erin te geloven wat Jezus voor ons heeft gedaan, kunnen we van de veroordeling van al onze zonden verlost worden. Dankzij de veroordeling die Jezus heeft gedragen, hebben we reeds al onze veroordeling voor de zonden gedragen door ons geloof in Zijn doopsel. We zijn werkelijk gered door geloof. Op een manier is de zaligheid uiterst eenvoudig. Als we in de gave en liefde van de zaligheid geloven, kunnen we gered worden maar als we niet geloven, dan kunnen we niet gered worden.
 
 
Naast de zaligheid die vervuld is door God, is er niets dat wij kunnen doen om gered te worden
 
We kunnen helemaal niets doen voor onze zaligheid als God er niet zou zijn. Omdat onze Heer nog voor de schepping besloot om ons zo te redden en omdat Hij onze zaligheid vervulde, is alles afhankelijk van wat God beslist. God de Vader besloot om ons door Zijn Zoon en de Heilige Geest te redden en toen de vastgestelde tijd aangebroken was, zond Hij Zijn eniggeboren Zoon Jezus naar deze aarde. Toen Jezus 30 werd en de tijd aanbrak dat Hij deze werken van de zaligheid moest vervullen, liet de Vader Christus dopen en aan het Kruis sterven, herrees Hem en heeft ons daarmee gered. We zijn gered door te leren en weten wat de Heer voor ons heeft gedaan van het Woord van het Oude en het Nieuwe Testament en door er met ons hart in te geloven. Gered te zijn door met ons hart te geloven, is niets minder dan het geloof in ons hart te accepteren.
Gelooft u dat dit Woord van de Bijbel het Woord van God is? Niets minder dan deze Bijbel is God Zelf die vanaf het begin bestond en Zijn Woord. Door het Woord van het Oude en Nieuwe Testament, het Woord van God, kunnen we God kennen en ontmoeten. En door het Woord van het Oude en Nieuwe Testament, kunnen we ons realiseren en geloven dat Hij ons heeft gered door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Omdat degenen die werkelijk in deze waarheid geloven, gered zijn, kunnen zij ook getuigen dat dit Woord zeker de kracht heeft. We zouden niet het Woord van God moeten beoordelen en meten met onze eigen bekrompen gedachten, maar we moeten ons liever erdoor realiseren hoe God ons precies gered heeft. 
Van het Oude en Nieuwe Testament hoop en bid ik dat u allen het Woord van de blauwe (Jezus’ doopsel), de paarse (Jezus is Koning van de koningen) en de dieprode wol (Het Kruis) en het getweernde linnen (Gods Woord van het Oude en Nieuwe Testament) hoort en erin gaat geloven. Als u het Woord van God verwerpt en Zijn Woord met uw eigen maatstaven voor de rest van uw leven beoordeelt, zult u nooit gered worden.
Als u toegeeft dat u het Woord van God niet goed kent, dan moet u aandachtig luisteren naar wat de voorgangers in het geloof zeggen. Of zij pastoors zijn, werkers of leken, als u naar het Woord van God luistert dat door hen gepreekt wordt, en als dat wat zij preken inderdaad juist is voor God, hoeft u maar te erkennen dat het juist is en er met uw hart in te geloven. 
Degenen die het Woord verspreiden, verspreiden het niet omdat het zo gemakkelijk is, maar omdat dat wat zij verspreiden juist is voor God. Daarom preken zij de juiste kennis voor God, d.w.z. het evangelie van het water en de Geest, de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Het doet er niet toe wie we horen, als het het ware Woord van God is, dan is er niets anders dat wij kunnen doen dan het te accepteren met een ja, want er is geen enkel puntje noch streepje dat verkeerd is aan Gods Woord.
We moeten in het Woord van God geloven. Wat is ‘geloven’? Het is accepteren. Het is vertrouwen. Met andere woorden, omdat onze Heer voor ons gedoopt was, moeten we allen onze zwakheden aan Hem toezeggen en op Hem vertrouwen. “Heeft de Heer me werkelijk gered door dit te doen? Ik vertrouw U en geloof in U.” Het is het ware geloof om op deze manier te geloven.
Onder de theologen van deze wereld is het erg moeilijk om iemand te vinden die de correcte kennis heeft en correct gelooft. Zelfs nog voordat ze het wasbekken bereiken, blijven ze hangen in de poort van de voorhof van de Tabernakel terwijl ze niet in staat zijn de voorhof binnen te gaan. Als zij over de Tabernakel preken, spannen ze zich gewetensvol in om slim de poort van de voorhof te omzeilen en als zij boeken over de Tabernakel uitgeven, voegen zij afbeeldingen bij die de enorme poort die 9 m van de omheining van de voorhof in beslag nam, weglaten.
Af en toe zijn er enkelen bij, die moedig over de poort van de voorhof van de Tabernakel preken, maar omdat zij niet het wezenlijke van de blauwe wol kennen, zeggen zij alleen maar, “blauw is de kleur van de hemel.” Dus zij beweren dat de blauwe wol de kleur van de hemel is dat toont dat Jezus God zelf is en dat de dieprode wol naar het bloed van Jezus verwijst dat Hij aan het Kruis vergoot toen Hij op deze aarde was, en daarbij omzeilen ze, heel slim, de waarheid van de poort van de Tabernakel. En hoe zit dat met de paarse wol? Paars zegt ons dat Jezus de Koning der koningen is en God Zelf. De goddelijkheid van Jezus is reeds volmaakt in de paarse wol vastgelegd, zodat het niet nodig is om de waarheid te herhalen met een andere kleur wol. 
De waarheid van de blauwe wol is dat Jezus naar deze aarde kwam en alle zonden van de mensheid in een keer op Zich nam door van Johannes gedoopt te worden. Maar de theologen van deze wereld kunnen het niet weten, noch kunnen ze het preken omdat zij dit doopsel van Jezus niet herkennen en dus uiten ze slechts hun onzin. Degenen die niet wedergeboren zijn door niet in Jezus, die door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen kwam, te geloven, weten niet dat Jezus alle zonden op Zich nam door het doopsel en hun veroordeling droeg. Zij zijn dus geestelijk verblind en niet in staat het Woord op te lossen en daarom hebben zij het Woord van God religieus gemaakt door het willekeurig te interpreteren op basis van hun eigen gedachten. Zij leren, “Geloof in Jezus. Dan zult u gered zijn. En vanaf nu moet u goed en gehoorzaam zijn.” Zij hebben het geloof in Jezus Christus in niet meer dan een religie gekeerd dat slechts de nadruk legt op hun rechtschapen daden.
Omdat de mensen weten dat zij niet goed kunnen zijn, hoe hard zij ook hun best doen, zijn zij gemakkelijk bedrogen door zulke woorden die de wil van de mensheid om te proberen goed te zijn, aanwakkert. Godsdiensten volgen hetzelfde oude patroon, “Als je probeert, kun je het,” of “Doe je best om heilig te worden.” Het gebruikelijke thema dat in alle godsdiensten heerst, is dat zij de eerlijke gedachten, inspanningen en wil van de mensheid erg hoog inschatten. Hoe zit dat dan met bijvoorbeeld het Boeddhisme? Het Boeddhisme legt de nadruk op eindeloze inspanningen en de wil van de mensheid en het leert de volgelingen dat ze zelf moeten proberen heilig te worden door te zeggen, “Doodt niet; zoek de waarheid en ben goed.” Op een zekere manier is de lering tamelijk gelijk aan Christelijke leringen. De reden waarom het Christendom en het Boeddhisme zo nauw met elkaar verband schijnen te houden, ondanks dat ze elkaars tegenovergestelden zijn, is omdat ze beiden slechts religies zijn.
Religie en geloof zijn volledig verschillend van elkaar. Het ware geloof is om in ons hart de gave te accepteren en te herkennen die onze Heer, die ons gered heeft door de gerechtigheid van God, ons heeft gegeven. Het geloof is het ontvangen van de verlossing van de zonden door in ons hart te geloven dat de Heer naar deze aarde kwam en gedoopt werd door onze zonden op Zich te nemen en dat Hij alle veroordeling voor onze zonden droeg door gekruisigd te worden. Door te geloven dat de Heer ons van al onze zonden en veroordeling heeft verlost door ons door het water en de Geest te redden, is geloof. Gelooft u? We moeten werkelijk geloven in ons hart.
 
 

God heeft ons reeds van al onze zonden gered

 
Alles wat we daarom doen moeten is slechts met ons hart hierin te geloven en het te accepteren. Dit is wat de echt gehoorzame kinderen van God voor Hem moeten doen en al het andere is niet belangrijk. Omdat God u lief heeft gehad, zond Hij Zijn eniggeboren Zoon naar deze aarde, liet Hem uw zonden op Zich nemen door gedoopt te worden, liet Hem kruisigen en bloeden en liet Hem sterven door Hem te veroordelen; Hij herrees Hem en daarmee heeft Hij u van al uw zonden gered. 
Als u dan niet in deze waarheid gelooft, hoe zou God Zich dan voelen? Zelfs nu moet u geloven dat God, door Zijn Zoon, al uw zonden heeft uitgewist en u ervan gered heeft als u Zijn gehoorzame zoon of dochter wilt worden die Zijn hart kan behagen. Als u in uw hart en met dankbaarheid gelooft, moet u belijden met uw mond. Wilt u ook in Hem geloven, maar lijkt het te moeilijk voor u om in uw hart te geloven? Probeer dan uw geloof duidelijk met uw mond te belijden. Als u dus belijdt dat u gelooft, dan zal uw geloof geplant worden en beetje bij beetje groeien. Het geloof hoort tot degenen die het moedig aannemen.
Laat ons eens aannemen dat ik een echte diamanten ring heb. Laat ons verder aannemen dat ik u dit zou geven maar een van u weigert het te accepteren terwijl hij/zij zegt dat hij/zij niet kan geloven dat de ring van echte diamant is. Alhoewel de ring een echte diamanten ring is, is het geen diamant voor degenen die er niet in gelooft en dus heeft hij/zij nu de kans verloren om een echte diamant te krijgen. 
Het geloof is ook zo. Als een geautoriseerde edelsteenspecialist met een geschreven verklaring aan de mensen bewees dat de ring van echte diamant was, dan zouden ze het gaan geloven. God heeft ons gedetailleerd door Zijn geschreven Woord vertelt dat de zaligheid die Hij ons gegeven heeft, echt is. En degenen die in Zijn zaligheid geloven omdat Zijn Woord ervan getuigt, zijn de mensen van het geloof. “Het is moeilijk voor me om te geloven wat werkelijk waar is, maar omdat U, de Absolute Ene, zegt dat het waar is, geloof ik dat.” Als mensen zo geloven, kunnen zij het volk van het geloof worden en de waardevolste gave wordt, zoals beloofd, van hen.
Aan de andere kant is er ook een verschillend soort geloof. Laat ons eens aannemen dat een oplichter een diamanten ring namaakt en dat iemand die het koopt ervan overtuigd is dat het een echte is omdat de koper opgewonden is door de schitterende kleuren. Deze persoon is volledig overtuigd dat hij/zij een goed koopje heeft gemaakt terwijl hij/zij in feite is bedrogen. Als mensen geloven in valse getuigenissen die beweren dat de ring een diamant heeft terwijl dat niet zo is, dan is deze nepdiamant hetzelfde als de echte diamant voor deze mensen want zij geloven blindelings dat de ring van echte diamant is. Maar wat zij hebben is natuurlijk een namaakdiamant. Zo zijn er ook mensen die een namaakgeloof hebben. Ook al zijn zij overtuigd van hun geloof, is het toch nep, grondeloos en mystiek want het kwam niet van Gods Woord.
God zei, “Aanbidt geen andere goden dan Mij.” Het Woord van God is God Zelf en het Woord zegt ons dat tenzij we geboren zijn uit het water en de Geest, we het Koninkrijk van God niet kunnen zien (Johannes 3:5). God zegt ons dat zonder eerst door de poort van de voorhof van de Tabernakel te gaan, dat geweven is van de blauwe, paarse en dieprode wolen getweernd linnen, we niet de voorhof van de Tabernakel binnenkunnen en dat degenen die niet eerst hun handen en voeten reinigen in het wasbekken, niet de Tabernakel binnenkunnen. Omdat alleen dit Woord de waarheid is, is al het andere namaak. 
Slechts het geloof in de waarheid, is het echte geloof en het geloof in iets anders is namaak. Het doet er niet toe hoe ijverig mensen geloven; wat niet het Woord van God is, is uiteindelijk niet het Woord van God. Als Jezus u zegt dat Hij al uw zonden laat verdwijnen met Zijn doopsel en het bloed aan het Kruis, dan is alles wat u doen moet, gewoon geloven. Omdat de Ene die zegt dat Hij dat zo gedaan heeft, God is, is dit geloof in Zijn Woord echt. Als onze Heer dit niet echt gedaan had, dan is dit Zijn fout en uw geloof zelf is niet verkeerd. Aan de andere kant als de Heer het dus beslist gedaan heeft, en u gelooft er toch nog niet in en bent daarom niet gered, dan is dit alles duidelijk uw eigen verantwoordelijkheid. Daarom moeten we geloven. We moeten geloven in wat God ons zegt door Zijn Kerk. Gelooft u?
Wat is het Woord dat door de Kerk gesproken wordt? Het is het Woord van Jezus Christus die naar ons kwam door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. De Kerk verspreidt het hele Woord van God dat Jezus onze zonden op Zich nam door gedoopt te worden, dat Jezus God Zelf is en dat Hij de veroordeling voor al onze zonden aan het Kruis droeg. Geloof in deze waarheid, dat Jezus ons dus gered heeft, is het geloof van de echte diamant die gegarandeerd wordt door God.
Als we eerst de wil van God en de geestelijke betekenissen die getoond worden in de Tabernakel kennen en er dan over praten, is het heel eenvoudig. Maar als we slechts de bijgelovige kennis over de uiterlijke grootte van de Tabernakel, het oorspronkelijke Hebreeuwse woord of de geschiedkundige achtergrond ervan nastreven en het niet kunnen begrijpen, dan zullen we er geen voordeel aan hebben en er slechts hoofdpijn aan over houden.
Geloof in het doopsel van Jezus. Jezus ontving het doopsel dat alle duistere, smerige zonden die zelfs in ons hart zijn, reinigt. Het doopsel betekent het wegwassen van zonde, doorgeven, begraven, overdragen en bedekken. Omdat Jezus zo’n doopsel ontving, nam Hij al uw zonden op Zich. Degenen die hier niet in geloven, zullen gedood worden en in de hel worden geworpen. “Gij zult ook een koperen wasvat maken, met zijn koperen voet, om te wassen...Zij zullen dan hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven; en dit zal hun een eeuwige inzetting zijn, voor hem en zijn zaad, bij hun geslachten.” (Exodus 30:18, 21). Men is vervloekt als men niet gelooft. Men wordt in de hel geworpen als men niet gelooft. Als u niet gelooft, zal de vloek van Jehovah en de vernietiging over u dalen en u zult in het eeuwige vuur geworpen worden.
“Zij zullen dan hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven.” God zei dit tegen de Hogepriester, zeggende dat dit een eeuwige wet is, waaraan hij en zijn nakomelingen over de generaties moesten gehoorzamen. Iedereen die in Jezus als zijn/haar Verlosser wilt geloven, moet in Zijn doopsel en het bloed aan het Kruis geloven. Het geloof hoort tot degenen die het moedig aannemen. De zaligheid wordt van u als u het in uw hart accepteert door erin te geloven. De waarheid kan voor ons voordelig zijn als we erin geloven. We moeten geloven in wat God ons heeft gezegd. Er is geen hindernis groter dan ongeloof voor ons hart.
God zei dat als priesters voor Hem komen, zij eerst hun handen en voeten moeten wassen in het bronzen wasbekken en toch zijn er te veel mensen die niet het geloof hebben om hun handen en voeten met het water van het wasbekken te wassen. Iedereen die niet dit geloof heeft, dat getoond wordt in het wasbekken, zal gedood worden voor God. Geloof in het evangelie van het water en de Geest in uw hart en wordt gereinigd en ga daarmee voor God, vermijdt uw dood en ontvang Zijn Koninkrijk als uw gave. Het doet er niet toe hoe u redeneert en volhoudt voor God, u zult zeker veroordeeld worden voor het niet geloven terwijl u een kans heeft gekregen. Ik hoop en bid dat niemand van u de dood zal aanschouwen voor het niet geloven in de waarheid.
Als u niet in de waarheid van de zaligheid gelooft, die al uw zonden heeft uitgewist met het doopsel van Jezus en Zijn bloed aan het Kruis, zult u enorm geschaad worden. Gelooft u? We moeten onze dank aan God geven omdat Hij ons van onze zonden en veroordeling gered heeft door het wasbekken.
De rest van de Tabernakel zal in vervolgdelen op dit boek besproken worden. Ik hoop dat u allen het privilege heeft om Gods kinderen te worden door de boodschappen in deze boeken.