Search

佈道

Onderwerp 11: De Tabernakel

[11-8] De kleur van de poort van de voorhof van de Tabernakel (Exodus 27:9-19)

De kleur van de poort van de voorhof van de Tabernakel
(Exodus 27:9-19)
“Gij zult ook den voorhof des tabernakels maken; aan den zuidhoek zuidwaarts, zullen aan den voorhof behangselen zijn van fijn getweernd linnen; de lengte ener zijde zal honderd ellen zijn. Ook zullen zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van koper zijn; de haken dezer pilaren, en hun banden zullen van zilver zijn. Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in de lengte, de behangsels honderd ellen lang zijn; en zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van koper; de haken der pilaren, en derzelver banden zullen van zilver zijn. En in de breedte des voorhofs, aan den westerhoek, zullen behangselen zijn van vijftig ellen; hun pilaren tien, en derzelver voeten tien. Van gelijken zal de breedte des voorhofs, aan den oosterhoek oostwaarts, van vijftig ellen zijn. Alzo dat er vijftien ellen der behangselen op de ene zijde zijn; hun pilaren drie, en hun voeten drie; En vijftien ellen der behangselen aan de andere zijde; hun pilaren drie, en hun voeten drie. In de poort nu des voorhofs zal een deksel zijn van twintig ellen, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, geborduurd werk; de pilaren vier, en hun voeten vier. Al de pilaren des voorhofs zullen rondom met zilveren banden bezet zijn; hun haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten zullen van koper zijn. De lengte des voorhofs zal honderd ellen zijn, en de breedte doorgaans vijftig, en de hoogte vijf ellen, van fijn getweernd linnen; maar hun voeten zullen van koper zijn. Aangaande al het gereedschap des tabernakels, in al deszelfs dienst, ja, al zijn pennen, en al de pennen des voorhofs, zullen van koper zijn.”
 
 
De kleur van de poort van de voorhof van de Tabernakel
 
Er zijn duidelijke verschillen tussen het geloof van de wedergeborenen en dat van de zogenaamde Christenen: de eerste weet en gelooft dat God al onze zonden heeft uitgewist en de laatste gelooft in Jezus op basis van zijn/haar eigen gedachten, als slechts een kwestie van religieuze praktijk. En toch hebben degenen die slechts in God geloven als een religieuze kwestie, zo veel succes dat degenen die de echte waarheid preken zelfs ontmoedigd zijn om deze mensen van het verkeerde geloof hun valse leringen en succes te zien verspreiden. Zij zijn ontmoedigd omdat zij duidelijk weten dat zoveel Christenen in zulke valse religies van bedrog en fraude betrokken zijn. 
Ik was hierdoor ook een tijdje ontmoedigd. Omdat ik werkelijk wedergeboren was door de waarheid tegen te komen en door God werkelijk dankbaar te zijn voordat Hij me als een instrument voor Zijn werken gebruikt, en omdat mijn hart ernaar verlangt dat de waarheid van God overal verspreid wordt, kon ik slechts diep bedroefd raken als ik zoveel mensen zag die hun religieuze levens leden doordat ze bedrogen waren door leugens.
Wat desalniettemin duidelijk is, is dat de Heilige Geest in mijn hart is en dat ondanks mijn tekortkomingen, mijn hart geen zonde heeft. In mijn hart wordt daarom dankbaarheid gevonden en ik heb geen schaamte over het evangelie waarin ik geloof. Als de mensen over de hele wereld dit Woord van waarheid horen en erin geloven wanneer ik dit evangelie preek, kunnen zij ook zonder schaamte tegenover God en de mensen staan want als zij in deze waarheid geloven, zullen zij allemaal werkelijk Gods kinderen worden. 
U kunt zeker ook dezelfde zegens hebben door geloof. Zelfs als u niet theologie gestudeerd heeft, zult u de verlossing van uw zonden ontvangen, Gods kind worden en de Heilige Geest in uw hart ontvangen, als u slechts in de waarheid van dit evangelie van het water en de Geest gelooft. En met de Heilige Geest kunt u ook met de dienaren van God wandelen. Dit is de duidelijke waarheid en het ware geloof.
Alhoewel ik in een wereld leef die gevuld is door leugens, ben ik in staat geweest het evangelie van de waarheid te blijven preken tot op dit moment omdat dit ware geloof in mijn hart is. Sinds ik het Woord over het thema van de Tabernakel begon te preken, begon ik duidelijk de streken van de leugenaars te zien, en dus kon ik de waarheid van het valse onderscheiden. Daarom ben ik deze waarheid van de Tabernakel aan het getuigen. Het maakt me enorm gelukkig dat mensen in staat zijn de waarheid van het valse te onderscheiden door de verspreiding van de echte waarheid door de Tabernakel.
De moeilijkste taak bij het schrijven van dit boek over de Tabernakel was voor mij de terminologie ervan. Ik heb grote aandacht aan dit thema gewijd voor het opzoeken van de originele teksten om me ervan te vergewissen dat de moeilijke woordenlijsten die met de Tabernakel verband houden, niet zouden resulteren in mededelen van verkeerde informatie noch dat het door de lezers verkeerd begrepen kan worden. Ondanks mijn eigen begrip en kennis van de Tabernakel, was ik enigermate bezorgd hoe ik precies en beslist het werkelijke belang van de Tabernakel kon uitleggen omdat de modaliteit van de Tabernakel en de verborgen betekenis ervan aan mensen moest worden uitgelegd wiens kennis erg gering was. 
Het zou natuurlijk fijn zijn als de mensen het meteen de eerste keer als zij het horen, zouden begrijpen en geloven. Maar Rome was niet op een dag gebouwd; en het verspreiden van de waarheid en het ware geloof is net als alle andere dingen ook niet op een dag volbracht, maar het wordt geleidelijk behaald als we stukje bij beetje dieper naar de kern graven. Ik was daarom bijzonder bezorgd dat ik vanaf het begin te diep ging graven, want niet iedereen zou dan in staat zijn om het te begrijpen, en dit was een van de meest ontzaglijke uitdagingen die in aanschouwde bij het schrijven van dit boek. 
Desalniettemin is het boek uiteindelijk, met Gods hulp, zonder te veel moeite uitgegeven. Het is onnodig te vermelden dat dit me erg gelukkig en dankbaar maakt. Met dit boek en door de waarheid van het valse te onderscheiden, zal ik onthullen hoe waardevol, duidelijk en ongetwijfeld de huidige gelovigen van het evangelie van het water en de Geest gered zijn en hoe religieus en nutteloos het geloof van de gelovigen van andere evangelies daarentegen is. Ik ben God daarom bovenal dankbaar dat Hij me van mijn zonden heeft gered.
Er zijn tegenwoordig zogenaamde evangelisten die onvoorwaardelijk beweren dat zij zondeloos zijn alleen maar omdat zij in Jezus geloven. Hun hart is gevuld met geloof dat op niets gebaseerd is en slechts een waanvoorstelling is. Terwijl ik de Tabernakel bestudeerde, ging ik me nog meer realiseren hoe nutteloos en vals hun geloof werkelijk is en door dit besef dank ik met heel mijn hart God nog meer voor mijn zaligheid.
 
 
De poort en de omheining van de voorhof van de Tabernakel
 
De poort en de omheining van de voorhof van de Tabernakel
 
Uit de hoofdpassage kunnen we het feit ontdekken dat de rechthoekige voorhof van de Tabernakel 45 m lang was en 22,5 m breed, omdat een el een lengtemaat is die gelijk staat aan 0,45 m; dat de voorhof van de Tabernakel omheind was door 60 pilaren aan alle kanten, de hoogte van iedere pilaar was 2,25 m; dat de poort in het oosten en 9 m breed was; en dat de rest van de hele omheining (ongeveer 126 m van de 135m) omgeven was door doeken van wit getweernd linnen. 
De poort van de voorhof van de Tabernakel was geweven van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen en het was 9 m breed en 2,25 m hoog. Deze vier verschillende draden waren dus geweven om een scherm te maken dat 9 x 2,25 m was. Eerst werd de blauwe wol over de hele lengte en breedte op het witte getweernde linnen geweven, daarna werd de paarse wol 2,25 hoog geweven, en daarna werd de dieprode wol 2,25 m hoog geweven wat gevolgd werd door het weven van de witte draad, waardoor het een dik en stevig scherm werd dat geweven was als een tapijt en dat 2,25 m hoog was. Zo werd een scherm, dat geweven was met de maten 2,25 m in de hoogte en 9 m breedte, tussen vier pilaren van de voorhof van de Tabernakel gezet. 
Om de voorhof van de Tabernakel binnen te gaan, moesten de mensen dus het tapijtachtige scherm omhoog trekken. De poort van de Tabernakel was niet zoals andere poorten van hout. Alhoewel de pilaren van hout waren, was de poort die tussen deze pilaren hing, van blauwe, paarse en dieprode wol en getweern linnen geweven.
U bent misschien al eens naar het circus geweest en heeft gezien hoe een circustent gebouwd is. De deur is meestal gemaakt van zware stoffen. De poort van de voorhof van de Tabernakel was ongeveer gelijk aan dit soort deur. Omdat het gemaakt was van zware stoffen, werd het niet geopend door eraan te trekken of duwen, zoals bij zware deuren, maar het werd opgetild om naar binnen te gaan. Dit was niet slechts het geval voor de poort van de voorhof van de Tabernakel, maar ook voor de poorten van het Heiligdom en het Allerheiligdom in de Tabernakel. 
Waarom zei God tegen de Israëli’s dat ze alle drie de poorten van de voorhof van de Tabernakel, het Heiligdom en het Allerheiligdom moesten maken door blauwe, paarse en dieprode wol en getweern linnen te weven? We moeten duidelijk uitvinden wat de wil van God was achter dit gebod. Het Boek van Hebreeën vertelt ons dat alle goede dingen van het Oude Testament de schaduwen zijn van het echte onderwerp dat komen ging, d.w.z. Jezus Christus (Hebreeën 10:1). 
Zo was ook de poort van de voorhof van de Tabernakel op ingewikkelde wijze verbonden met het doopsel van Jezus Christus, Zijn dood aan het Kruis en Zijn eigen identiteit. Als dusdanig kunnen we dit begrip verkrijgen door naar het Nieuwe Testament te kijken als we moeite hebben om het Oude Testament te begrijpen. Zonder het eigenlijke onderwerp te zien, is het moeilijk om de schaduw te zien, maar als we zien wat of wie de schaduw werpt, kunnen we ons realiseren waar het allemaal om gaat. We moeten ons allen duidelijk realiseren wie de Verlosser van de zondaar die God van het Oude Testament heeft voorbereid, werkelijk is, Hem als het eigenlijke onderwerp van de Tabernakel kennen en geloven dat Zijn werken ons van al onze zonden hebben gered. 
Wie dan is het werkelijke onderwerp van de Tabernakel, de Ene die de Verlosser van de zondaars is geworden? Het is niemand minder dan Jezus Christus. Als we onderzoeken hoe Jezus Christus, onze Verlosser, naar deze aarde kwam en hoe Hij ons van onze zonden heeft gered, kunnen we de zekere waarheid ontdekken dat Hij de zondaars gered heeft door de blauwe, paarse en dieprode wol.
De kennis en het geloof van de waarheid die getoond wordt in de kleuren van de poort van de voorhof van de Tabernakel is het allerbelangrijkste in het begrip van Jezus’ zaligheid van de zondaars. Als we diep ingaan op de Tabernakel, moeten we ons eerst realiseren dat de poort van de voorhof gemaakt was van vier draden. En als we het mysterie van deze poort oplossen, gaan we een permanent begrip krijgen van alle werken van Jezus Christus. Door naar het scherm te kijken dat geweven is van deze vier soorten draad, kunnen we ook duidelijk begrijpen hoe we Jezus moeten kennen en hoe we in Hem moeten geloven, en welk soort geloof het verkeerde geloof is.
De buitenste voorhof van de Tabernakel herinnert ons eigenlijk aan een schaapskooi. Jezus, onze Messias, is in feite de deur van de schaapskooi van God en Hij is ook de goede Herder geworden (Johannes 10:1-15). Als we aan de pilaren denken die de voorhof omheinen, worden we eigenlijk aan de Messias herinnert die de deur en de goede Herder van Zijn schapen, de wedergeboren heiligen, is geworden.
De Herder heeft de palen eigenlijk rond de schaapskooi opgezet om Zijn schapen te beschermen en Hij heeft er een deur gemaakt en door deze deur bewaakt Hij Zijn schapen. Door deze deur heeft de Herder nauwe betrekkingen met Zijn schapen en Hij beschermt hen. Allen die niet Zijn schapen zijn, zijn dus feitelijk niet toegestaan om door deze deur te gaan. De Herder maakt een onderscheid tussen schapen en wolven. Daarom hebben de schapen de Herder nodig. 
En toch is het mogelijk dat er enkelen onder deze schapen zijn die weigeren geleid te worden door de Herder. Zulke schapen zullen binnenkomen door het doodspad terwijl ze denken dat het een mooie en goede manier is, terwijl het in feite een bedrieglijke en gevaarlijke weg is want zij hebben niet geluisterd naar de stem van de Herder en ze weigeren door Hem geleid te worden. Deze schapen kunnen eigenlijk gered worden en door de Herder goed gevoerd worden, en prachtige levens leiden door Hem. Onze Herder is in feite Jezus Christus die onze Messias werd.
 
Jezus Christus toonde ons de vier kleuren van de poort van de Tabernakel
 
Het scherm dat opgezet was als de poort van de Tabernakel was dus geweven van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. Deze draden, in vier verschillende kleuren, werden gebruikt om de poort van de Tabernakel te maken. Zij symboliseerden vier diensten die de Messias vervullen moest om de verloren schapen, d.w.z. de geestelijke Israëli’s over de hele wereld, van hun zonden te redden toen Hij naar deze aarde kwam, en ze in het zondeloze volk van God te keren.
Als we werkelijk weten wie onze Messias is die met Zijn vier diensten naar ons kwam, dan is de onbetwistbare waarheid dat al onze zonden door dit geloof van ons zijn weggespoeld, dat we ons verdere leven opofferen aan het preken van het evangelie van het water en de Geest en dat ze door dit geloof naar de Hemel zullen gaan. Iedereen moet daarom in feite het Woord van de waarheid kennen dat de Messias naar ons is gekomen door de blauwe, paarse en dieprode wol en dat Hij ons van al onze zonden gered heeft.
Wilt u de verlossing van uw zonden ontvangen door in de vier diensten van de Messias te geloven? Laat ons dan over de Tabernakel leren. Degenen die deze vier diensten kennen, zullen in feite de rechtvaardigen worden door de verlossing van de zonden te verkrijgen die geweven is van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. 
Het volk van Israël moest werkelijk geloven dat de Messias in de toekomst zou komen en deze vier diensten zou vervullen als zijn naar de poort van de Tabernakel keken dat geweven was van de vier verschillende kleuren draden. 
 
 
De waarheid die iedere zondaar moet geloven
 
Als we naar de witte linnen doeken van de voorhof van de Tabernakel keken, zouden we onze noodzaak voor de Verlosser herkennen door ons te realiseren hoe heilig God werkelijk is. Iedereen die Gods heiligheid kwam te weten, kon slechts toegeven, “God, ik erken dat ik verdoemd ben om naar de hel te gaan vanwege mijn zonden, want ik ben een grote massa zonden.” Terwijl ze naar de witte linnen draperingen over de pilaren van de voorhof kijken, zouden de mensen door de reinheid en verhevenheid ervan, de zonden die in hun hart gevonden worden, herkennen en zich realiseren dat zij volledig ongeschikt zijn om met God te leven. Altijd als degenen wiens hart onrein is, voor God proberen te gaan, zullen hun zonden steeds onthuld worden. Als dusdanig waren de mensen voorbehouden om voor God te gaan want zij zijn bang dat hun zonden onthuld zullen worden.
Maar als zulke zondige mensen zich realiseren dat hun Verlosser met Zijn blauwe en dieprode wol hun probleem van de zonde heeft opgelost, kunnen zij vol vertrouwen voor God gaan met een grote overtuiging van zaligheid en hoop in hun hart. 
De viervoudige waarheid die getoond wordt in de poort van de Tabernakel, vertelt ons dat de Messias naar deze aarde kwam in de gedaante van een mens, alle zonden van de wereld op Zich nam met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving, en Zijn bloed aan het Kruis vergoot. Degenen die, door het evangelie van het water en de Geest, precies de waarheid van de vier kleuren van de poort van de voorhof van de Tabernakel kennen en erin geloven, kunnen dan de eeuwige verlossing van de zonden ontvangen. Het doopsel van Jezus en Zijn kruisiging, de waarheid dat Christus ons volledig gered heeft van al onze zonden met Zijn doopsel en Zijn bloed aan het Kruis, zijn de zaligheid als de vier kleuren van de poort van de voorhof van de Tabernakel.
De blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen tonen ons eigenlijk de diensten van de Messias die de zondaars van al hun zonden heeft gered. De waarheid van de zaligheid die God de mensheid heeft gegeven, is geopenbaard in deze blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Degenen die zonden in hun hart hebben, zijn in feite vergeven van al hun zonden door in de waarheid van de zaligheid te geloven die geopenbaard is in het evangelie van het water en de Geest.
Ontelbare religies zijn in deze wereld opgekomen. Al deze wereldlijke religies zijn opgekomen met hun eigen leringen die ze verzonnen hebben met hun eigen gedachten, terwijl ze allen de mensen laten proberen om de heiligheid te bereiken. Maar nog niet een persoon heeft ooit zijn zonden weggewassen gekregen door wereldlijke religies. De reden is dat zij hun eigen leringen van de zaligheid verzonnen hadden en erin geloofden zonder zich te realiseren dat zij slechts gevuld zijn met zonde. Omdat iedereen een grote hoeveelheid zonde is, die nooit heilig uit zichzelf kan worden, hoe hard iemand ook zijn best doet om van zijn/haar oorspronkelijke aard te zondigen af te komen, kan niemand dit ooit bereiken. Dit is waarom iedereen absoluut de Verlosser nodig heeft die hem/haar van de zonden kan verlossen. Daarom heeft iedereen Jezus nodig. U moet zich realiseren dat menselijke wezens geen ware Verlosser hebben behalve Jezus Christus.
Omdat de Wet van God zondaars niet in het Huis van God toestaat, moeten we weten en geloven dat de Messias werkelijk al onze zonden heeft uitgewist.
Het evangelie dat de zonden van de mensheid voor eens en voor altijd heeft vergeven, is niets minder dan het evangelie van het water en de Geest. Als men zijn/haar geloof in de leringen van wereldlijke religies plaatst, zal men in grote moeilijkheden komen vanwege de zonden want onze Heilige God veroordeelt, zonder twijfel iedere ongerechtigheid van de zondaars.
De waarheid die door de blauwe, paarse en dieprode draad en het getweernde linnen onthuld wordt, werd voltooid door het evangelie van het water en de Geest in het tijdperk van het Nieuwe Testament. Heeft u ooit iemand horen beweren dat de poort van de voorhof van de Tabernakel slechts met dieprode wol of slechts met paarse en dieprode wol gemaakt was? Zo ja, dan moet u zich nu realiseren dat vanaf dit moment de poort van de Tabernakel eigenlijk geweven is van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. God gebood de Israëli’s om een poort van de voorhof van de Tabernakel te maken met een scherm dat geweven was van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen dat door een wever gemaakt was. 
En toch, omdat veel mensen verkeerd gedacht hebben dat de poort van de voorhof van de Tabernakel slechts met dieprode wol geweven was, konden zij het mysterie van de ware vier diensten van onze Heer niet oplossen. Daarom hadden zij nog steeds zonde in hun hart zelfs als zij in Jezus geloofden. Realiseert u zich nu dat Christus al uw zonden wegnam door Zijn diensten van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen en geloof in deze waarheid. Het werk van de zaligheid die vervuld werd door deze blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen, hebben u inderdaad volledig van al uw zonden gered. U moet zich realiseren dat Jezus al uw zonden met deze vier diensten van u wegnam. Het is gewoonweg verkeerd om uw eigen maatstaven van de verlossing van de zonden te zetten terwijl u onwetend blijft t.o.v. deze waarheid.
Sommige mensen beweren foutief dat iemand onvoorwaardelijk gered kan worden door slechts in Jezus als de Verlosser te geloven, zelfs als zij zich de betekenis van de blauwe, paarse en dieprode wol dat gebruikt werd voor de poort van de voorhof van de Tabernakel, niet bewust zijn. Als we de leiders van de Christelijke gemeenschappen in feite over de vier diensten van Jezus vragen, ontdekken we dat velen van hun er niets van weten. Zij zeggen dat zij slechts in de dienst van de dieprode wol geloven. Als zij in meer dan een ding geloven, zullen zij zeggen dat zij ook in de dienst van de paarse wol geloven. Onze Heer heeft echter alle taken voor de zaligheid van de mensheid voltooid met de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Als dusdanig moeten we geloven dat onze Heer voor ons Zijn vier diensten van de zaligheid heeft uitgevoerd. Iedereen die een hart heeft, dat ernaar verlangt om de waarheid die geopenbaard wordt in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen van de poort van de Tabernakel te kennen, kan het in feite kennen en erin geloven.
“Hoe moet ik de ware betekenis van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen begrijpen?” Als u deze vraag aan iemand zou stellen op zoek naar de waarheid van deze wol en linnen, zult u berispt worden, “Je moet niet proberen de Bijbel te gedetailleerd of te diep te kennen; het kan je schaden,” en uw nieuwsgierigheid zal genegeerd worden. Ontmoedigd, zullen veel mensen dan hun nieuwsgierigheid in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen verliezen. En u zult nooit meer de Messias, die gedetailleerd geopenbaard wordt door de poort, ontmoeten.
Degenen die proberen om de Messias te ontmoeten, zonder zich de rol van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen te realiseren, zijn eigenlijk slechts religieuzen die in het Christendom geloven alsof het een van de wereldlijke religies is. Om het Huis van God binnen te kunnen, moeten we de waarheid van de vier diensten van Gods zaligheid, die geopenbaard is in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen dat gebruikt werd voor de poort van de voorhof van de Tabernakel, goed kennen. En degenen die deze waarheid hebben gevonden, moeten zich realiseren dat de Heer het met het evangelie van het water en de Geest in de tijd van het Nieuwe Testament voltooide.
God gebood Mozes dat hij de poort van de voorhof van de Tabernakel met blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen moest weven. Wat is dan de geestelijke betekenis hiervan? Elke kleur van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen dat voor de poort van de voorhof van de Tabernakel gebruikt werd, is het werk van Jezus dat Hij voor ons deed om onze zonden te laten verdwijnen. Deze draden en linnen zijn daarom ingewikkeld met elkaar verbonden. Degenen die dus aandacht besteden aan het evangelie van het water en de Geest en erin geloven, kunnen in hun eeuwige verlossing van de zonden geloven als de vier diensten van Jezus.
Desondanks is het een uitdrukking van complete onverschilligheid tegenover de Messias en het is hetzelfde als dat men Zijn vijand is geworden die Hem tegenwerkt wanneer men niet probeert om deze waarheid van de zaligheid, die in de kleuren blauw, paars en dieprood getoond wordt, te kennen en deze waarheid negeert. Veel mensen blijven in feite onverschillig t.o.v. de waarheid die getoond wordt in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen en ze keren het Christendom in een van de vele wereldlijke religies. Als deze mensen Jezus’ vier diensten met onverschilligheid beschouwen, dan is dit het bewijs dat zij de vruchten van de wereldlijke religieuzen zijn die tegen Christus werken. Gelukkig is er echter nog steeds hoop voor ons, want in deze wereld zijn veel mensen nog steeds aan het zoeken naar het evangelie van het water en de Geest.
Als mensen de kennis hebben van de geestelijke waarheid van de verlossing van de zonden, die geopenbaard wordt door de poort van de voorhof van de Tabernakel, dan kunnen zij allen de geestelijke zegen van de Hemel ontvangen. Omdat dit geloof eigenlijk het vereiste geloof is dat iemand moet kennen en erin moet geloven om de Messias te ontmoeten, moeten we er niet maar een keer over uitweiden, maar altijd. Als u werkelijk een Christen bent, moet u aandacht aan deze waarheid besteden.
Iedereen die het Huis van God binnen wilt, moet de waarheid die getoond wordt in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen ontdekken en God overeenkomstig loven.
 
 
De Messias die kwam als de Volbrenger van de voorspellingen
 
God profeteerde met Zijn Woord dat de Messias geboren zou worden door het lichaam van een maagd. Jesaja 7:14 zegt, “Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten.” Micha 5:2 verklaart aan de andere kant dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden: “En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.” De Messias kwam inderdaad naar deze aarde, precies zoals geprofeteerd werd door dit Woord van het Oude Testament. Hij kwam naar deze aarde in de gedaante van een mens als de vervulling van de voorspellingen volgens het Woord van God.
Op welk punt in de menselijke geschiedenis kwam de Messias dan? Wanneer kwam Jezus Christus naar deze aarde? Hij kwam naar deze aarde tijdens het heerschappij van de Romeinse Keizer Augustus (27 V.Chr. - 14 N.Chr.). Jezus kwam naar deze aarde om u en mij van al onze zonden en de veroordeling te verlossen door het doopsel van Johannes te ontvangen en gekruisigd te worden en aan het Kruis te bloeden. 
Jezus kwam als de Verlosser van de mensheid toen Israël een kolonie van het Romeinse Rijk was en toen Augustus als keizer heerste. Omdat Israël een Romeinse kolonie was, moest het de Roomse verordeningen volgen. In die tijd had keizer Augustus iedereen in het hele Romeinse Rijk verordend om naar zijn/haar geboortestad terug te keren en zich te laten registreren voor een volkstelling. Deze volkstelling werd meteen voltrokken volgens Augustus’ verordening. Omdat de census van iedere persoon rekenschap wilde geven die in het Rijk leefde, inclusief degenen die in Israël leefden, moesten alle Israëli’s naar hun geboortestad terugkeren. Vanaf dit moment werkte Jezus Christus reeds in de geschiedenis van de mensheid.
 
 
Kijk naar de vervulling van het Woord van het Oude Testament!
 
In die tijd in het land van Judea, was de Messias reeds in de schoot van de Maagd Maria ontvangen. Deze Maria was verloofd met Josef. Zowel Maria als ook Josef waren van de stam van Judah, zoals God beloofd had dat van de twaalf stammen van Israël, alleen maar koningen geboren zouden worden van de stam van Judah.
Toen de Romeinse keizer Augustus dus tot een volkstelling verordende, droeg Maria, van de stam van Judah, reeds een baby in haar schoot. Toen haar tijd erop zat en zij zou gaan bevallen, moest zij vanwege de verordening van de keizer naar de geboortestad van Josef gaan om zich in te laten schrijven voor de volkstelling. Maria ging daarom met Josef naar Bethlehem zelfs al kon ze ieder moment bevallen. Toen Maria haar weeën kreeg, moesten zij een kamer voor haar zien te vinden, maar in de hele stad was geen te vinden. Daarom moesten zij maar elke mogelijke plek die ze krijgen konden, gebruiken, zelfs al was het in een stal. En Maria baarde haar baby Jezus in de stal.
Op 1. N.Chr., werd Jezus geboren en in een kribbe geplaatst. De Almachtige God kwam naar deze aarde in de gedaante van een mens. De Verlosser van de mensheid kwam naar een plek waar dieren ooit verbleven. Dit betekent dat Jezus op deze laagste plek geboren werd om onze Messias te worden en al deze dingen waren zelfs nog voor de schepping bepaald en gepland door God. Alhoewel de mensen zullen weten dat Jahweh God de geschiedenis van de mensheid beweegt, kon niemand zich ooit realiseren dat God Zelf werkelijk naar deze aarde zou komen om hen te redden. God maakte het daarom voor iedereen mogelijk om zich te realiseren dat Hij hem/haar zou redden door Zichzelf te verlagen om geboren te worden op deze aarde in een nederig lichaam van een man, om alle menselijke wezens van hun zonden te verlossen.
Waarom was Jezus dan van alle plaatsen in de wereld, in Bethlehem geboren? We zullen ons ook afvragen waarom Hij in een stal geboren moest worden en waarom, van alle tijden, net wanneer Israël door Rome als een kolonie onderworpen is? Maar we kunnen al deze dingen gauw uitvinden onder Zijn volmaakte voorzienigheid die aandachtig getekend was, om Zijn volk van hun zonden te verlossen.
Toen Josef en Maria zich voor de volkstelling registreerden in hun geboorteplaats, moesten zij bewijzen dat zij inderdaad van deze stad waren, en een bewijs van hun exacte identiteit meenemen. Zij konden zich slechts voor de volkstelling registreren als zij het noodzakelijke bewijs konden leveren dat hun voorouders inderdaad generaties lang in Bethlehem leefden. Dus moesten zij bekendmaken wie hun voorouders waren en aan welke huizen zij toebehoorden en zij moesten al deze details van hun geslacht op de volkstelling noteren. Omdat niets hiervan verzonnen of veranderd kon worden door historisch opname van de exacte identiteiten van Josef en Maria, verzekerde God dat de geschiedenis van de mensheid ook zou getuigen van de geboorte van Jezus (Mattheüs 1:1-6, Lukas 3:23-38). Dit alles waren Gods werken die Hij deed om de profeties van het Woord van het Oude Testament te vervullen.
Micha 5.2 verklaart, “En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.” Dat de dag van de geboorte kwam en de Verlosser in de geprofeteerde stad van Bethlehem geboren werd door Jozef en Maria in die stad te laten arriveren, betekent dat God dit werk deed om de profeties van Zijn profeten te vervullen. Dit is zeker Gods geplande prestatie om alle zonden van de mensheid uit te wissen. Dat Jezus geboren moest worden in de kleine stad van Bethlehem was om het Woord van de Profetie van het Oude Testament te vervullen.
Honderden jaren voordat Jezus Christus geboren was in de kleine stad Bethlehem, had God reeds door Zijn profeet Micah Zijn Woord van profetie gegeven, zoals hierboven geciteerd werd (Micha 5:2). Ook de Profeet Jesaja had ongeveer 700 jaar voor de komst van onze Heer geprofeteerd hoe de Messias naar Zijn volk zou komen om de Verlosser van de zondaars te worden (Jesaja 53). Omdat Jezus Christus inderdaad in Bethlehem geboren was, precies zoals God door de profeet Micah geprofeteerd had, vervult Hij altijd Zijn Woord van profetie. 
Deze profetie was vervuld als een historisch feit toen Maria en Josef op weg waren naar de geboorteplaats van hun voorvaders om zich te registreren voor de volkstelling. God vervulde Zijn Woord door zich ervan te vergewissen dat de geboortetijd van de baby precies zou zijn als Maria in Bethlehem zou arriveren, zodat ze geen andere keuze zou hebben dan in deze stad te baren.
Hier ontdekken we dat onze God de God is die Zijn Woord van profetie tot ons spreekt en vervolgens het hele Woord vervult. Hieruit kunnen we leren dat het “getweernde linnen” dat gebruikt werd voor de poort van de voorhof van de Tabernakel, de fijnheid en volledigheid van Gods Woord aangeeft. God heeft nauwgezet de zaligheid van de mensheid bepaald, zelfs nog voor de Schepping, en Hij heeft dit zonder falen volgens Zijn Woord van profetie vervuld. 
We kunnen ons daarom realiseren dat het Woord van het Oude Testament zeker het Woord van God is en dat het Woord van het Nieuwe Testament ook het Woord van God is. We kunnen ons ook realiseren, evenals geloven, dat God inderdaad over de hele geschiedenis van het hele heelal en deze aarde heerst en deze beweegt. We kunnen met andere woorden ontdekken dat zoals God de hele melkweg heeft geschapen, Hij ons ook toonde dat Hij grondig over alle mensen heerst, de hele geschiedenis en alle toestanden van iedereen. God toont ons daarom dat niets verkregen kan worden volgens iemands eigen wil, wat het ook zijn moge, tenzij Hij het toestaat.
Toen de Baby Jezus op deze wereld geboren werd, kon Hij slechts op de rustplaats van dieren geboren worden, omdat er geen plaats was in de herberg. En Hij werd inderdaad in de stad van Bethlehem geboren. We moeten ons realiseren dat dit alles de wonderbaarlijke prestatie van Gods geprofeteerde voorzienigheid was volgens Zijn overgave. 
Daarom moeten we geloven dat de Ene die de geschiedenis beweegt van dit heelal, onze God is, de Verlosser die ons van onze zonden heeft verlost. Deze waarheid is het Woord van God dat ons toont dat Hij over alles heerst, want God is de Heer van alles.
Het is dus nu bewezen dat de geboorte van Jezus in de kleine stad van Bethlehem geen toevallig incident was, noch iets dat willekeurig uitgevonden was, door het Woord van de Bijbel te manipuleren. Dit is wat God Zelf zei en het is ook wat God Zelf door Jezus vervulde.
We moeten dit weten en erin geloven. We moeten het in ons hart nemen en geloven dat de zaligheid van onze Messias de waarheid is die vervuld is door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. God heeft ons getoond dat de verlossing van de zonden ook niet iets is dat toevallig verkregen wordt, maar dat het behaald wordt door de vier diensten van Jezus die in Gods voorzienigheid voorbereid zijn.
Dit toont ook nog dat het Christendom niet slechts een van de vele wereldlijke religies is. De grondlegger van een wereldlijke religie is slechts een sterfeling, maar de grondlegger van het Christendom is onze Verlosser Jezus en God heeft ons getoond dat de waarheid van het Christendom bij het feit begint, dat deze Verlosser van ons, God Zelf is. God getuigt dus tot ons dat het Christendom waarin we geloven, niet slechts een wereldlijke religie is. Ondanks alle andere aardse religies, heeft het Christendom zich gevestigd op alle genade die door God gegeven is. Zoals geschreven staat in Romeinen 11:36, “Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen,” Hij gaf ons Zijn eniggeboren Zoon als onze Verlosser, het evangelie van het water en de Geest voor de verlossing van onze zonden, de aanwezigheid van de Heilige Geest en het Koninkrijk van de Hemel. Daarom moeten we allen in ons hart weten en geloven dat we God en Zijn Woord met ons hele hart moeten vrezen en gehoorzamen.
De geboorte van de Messias op deze aarde was volgens het plan van de zaligheid die nog voor de schepping door God, de Vader bepaald werd. Onze zaligheid is hierbinnen volmaakt gepland. God heeft ons toegestaan om ons duidelijk te realiseren dat deze waarheid het eigenlijke onderwerp van de blauwe, paarse en dieprode wol is en het getweernde linnen is. We moeten daarom herkennen dat de zaligheid die door het evangelie van het water en de Geest, naar ons is gekomen als de verlossing van onze zonden, en zo moeten we erin geloven. Het is door dit geloof dat wij gered konden worden van al onze zonden. We moeten geloven dat deze waarheid van de vier kleuren ook heel is gemaakt door ons geloof in het evangelie Woord van het water en de Geest. 
 
 

Jezus Christus, de Verlosser die ons met Zijn blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen redde

 
De werken waardoor Jezus Christus de zondaars van hun zonden heeft gered zijn viervoudig: de blauwe wol (Jezus’ doopsel); de paarse wol (Jezus als Koning der koningen – God zelf, met andere woorden); de dieprode wol (het bloed van Jezus); en het getweernde linnen (de vervulling van de zaligheid van alle zondaars van hun zonden door het nauwgezette Woord van de Oude en Nieuwe Testamenten). Jezus is precies de Verlosser met de blauwe wol, de paarse wol, de dieprode wol en het getweernde linnen. 
We moeten ons realiseren dat, tenzij we geloven dat Jezus, die naar ons kwam door het water en de Geest, ons van onze zonden redde met de blauwe wol (het doopsel van Jezus), de paarse wol (Jezus is God), de dieprode wol (het bloed van Jezus), en het getweernde linnen, (Jezus die de zaligheid behaalde met het Woord van de Nieuwe en Oude Testamenten), we nooit van onze zonden en veroordeling voor deze zonden verlost kunnen worden. Zonder ons dus van onze zonden en veroordeling te verlossen, kon onze Heer niet de volmaakte Verlosser worden.
We moeten geestelijk de reden realiseren waarom de voorhang van de poort van de voorhof van de Tabernakel geweven was met blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. De poort van de voorhof van de Tabernakel was met deze blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen gemaakt zodat iedereen de poort ongetwijfeld kon herkennen en het gemakkelijk kon vinden. Door deze poort stond God iedereen toe om Zijn schitterende Huis binnen te gaan.
De Tabernakel zelf is het schitterende Huis van God. Niemand die zich wenste om het Huis van God binnen te gaan, kon dit doen zonder zich de waarheid van de zaligheid te realiseren die getoond werd in de omheining en de poort van de voorhof van de Tabernakel. God zei dat degenen die de heiligheid van de witte, linnen voorhangen die de Tabernakel drapeerden, negeerden, niet de Tabernakel binnenkwamen door de poort, maar dat zij op de een of andere manier eroverheen geklommen waren, en dat het dieven en rovers waren. De poort van de zaligheid verwijst naar Jezus Christus (Johannes 10). 
Als de Bijbel zegt dat deze poort geweven is met blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen, toont God ons duidelijk door Zijn ware Woord van de Oude en Nieuwe Testamenten, dat Jezus Christus naar deze aarde kwam als de Zoon van God, door Johannes gedoopt werd, aan het Kruis stierf, van de dood herrees en daarbij onze Messias is geworden. We kunnen dus het mysterie van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen uitvinden. We moeten geloven dat God ons heeft toegestaan om te geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is die naar ons kwam om ons te redden van het oordeel voor de zonden van deze wereld, en dat Hij de Verlosser is die nu de zaligheid van de mensheid heeft behaald door het Woord van het Oude en het Nieuwe Testament.
We moeten in staat zijn ons werkelijk te realiseren waarom de poort van de voorhof van de Tabernakel geweven was met deze blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. Wat zegt de blauwe wol ons? En wat zeggen de blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen ons? Als we ons Gods plan realiseren, kunnen we ons ook realiseren dat de werken van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen Gods plan van de zaligheid voor ons zijn en de waarheid van het eeuwige leven en we kunnen daarbij Zijn Koninkrijk binnen gaan door ons geloof van de verlossing van de zonden. 
Als we zeggen dat we de blauwe, paarse en dieprode wol kennen en erin geloven, betekent het dat we de reden waarom Jezus door Johannes de Doper gedoopt werd en waarom Hij zijn bloed aan het Kruis vergoot, goed kennen. Ook weten we dan goed wie de Messias is, we weten alle mysteries van het opofferingssysteem van het Oude Testament en het evangelie van het water en de Geest van het Nieuwe Testament. Kort gezegd, de waarheid die aangeduid wordt in de poort van de voorhof van de Tabernakel is van belang voor alle gelovigen die ernstig naar de waarheid zoeken, om eeuwig gered te worden.
Het zal lijken alsof veel mensen veel kennis hebben over de Tabernakel, maar in feite is dit eigenlijk niet het geval. De mensen zijn eigenlijk tamelijk onwetend over wat bedoeld wordt met de blauwe, paarse en dieprode wol in de poort van de voorhof van de Tabernakel. Omdat het mysterie van deze blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen moeilijk te begrijpen is, hebben veel mensen een waar verlangen om het te leren en erin te geloven. Omdat dit mysterie echter niet gewoon maar door iedereen begrepen kan worden, zijn veel van hen het uiteindelijk verkeerd gaan interpreteren op basis van hun eigen mening. Veel religieuze leiders hebben deze waarheid in feite verkeerd geïnterpreteerd en verkeerd begrepen op de manier hoe zij zich voelden, om het slechts voor hun eigen religieuze doeleinden te gebruiken. Maar God kon de Christenen niet langer toestaan om bedrogen te worden door deze leugenaars. Dus moest Hij duidelijk de betekenis uitleggen van de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen dat gebruikt werd voor de poort van de voorhof van de Tabernakel en ze daarmee van al hun zonden redden.
1 Johannes 5:6-8 van het Nieuwe Testament verklaart, “Deze is het, Die gekomen is door water en bloed, namelijk Jezus, de Christus; niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest is het, Die getuigt, dat de Geest de waarheid is. Want Drie zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn Een. En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn tot een.” Deze passage verklaart nadrukkelijk dat onze Heer naar deze wereld kwam in de gedaante van een mens, onze zonden met Zijn doopsel op Zich nam en ons redde door Zijn bloed te vergieten. Daarom was de poort van de voorhof van de Tabernakel helemaal geweven van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen.
Ten eerste, wat zegt de blauwe wol ons? Het toont ons een deel van de waarheid van Jezus die de eigenlijke Messias van de zondaars werd, naar deze aarde kwam en de zonden van de wereld op Zich nam door Zijn doopsel van Johannes te ontvangen. Dit doopsel dat Jezus in feite van Johannes in de Jordaan ontving, is de waarheid dat Jezus alle zonden van de wereld in een keer op Zich nam. Jezus droeg eigenlijk alle zonden van de wereld op Zijn schouders door gedoopt te worden door Johannes de Doper, de vertegenwoordiger van de hele mensheid. Omdat de zonden van alle mensen dus aan Christus’ eigen hoofd waren doorgegeven, hebben degenen die in deze waarheid geloven, geen zonden in hun hart.
Ten tweede, wat is de eigenlijke betekenis van de paarse wol die in de poort van de voorhof van de Tabernakel geweven is? Het vertelt ons dat Jezus de eigenlijke Koning der koningen is. Jezus maakte in feite het heelal, is de Schepper Zelf en geen schepsel, en Hij is de eigenlijke Messias die naar deze aarde kwam. Hij, de Messias, kwam feitelijk naar deze aarde reeds in de gelijkenis van een mens. En door alle zonden van de wereld op Zijn eigen lichaam te dragen door het doopsel dat Hij van Johannes ontving en met Zijn opofferende dood en herrijzenis, heeft Jezus Zijn hele volk dat herkend, gevreesd en geloofd heeft in hun Messias, van al hun zonden en hun oordeel voor de zonden gered.
Jezus is in feite onze absolute God en absolute Messias. Hij is de absolute Verlosser. Omdat Jezus al onze zonden van de wereld op Zich nam met Zijn doopsel, door aan het Kruis te sterven en te bloeden en van Zijn dood te herrijzen, heeft Hij niet alleen al onze zonden gereinigd, maar Hij heeft ook het indirecte oordeel voor onze zonden ontvangen.
De dieprode wol, verwijst op de derde plaats naar het bloed dat Jezus aan het Kruis vergoot en de betekenis ervan is dat Christus nieuw leven heeft gegeven aan degenen die geloven. Deze waarheid van de dieprode wol vertelt ons dat Jezus Christus niet alleen het oordeel van onze eigen zonden ontving door met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving de zonden van de wereld op Zich te nemen, maar dat Hij de gelovigen een nieuw leven gaf door het levensgevende geloof te geven aan degenen die aan de zonden waren gestorven. Jezus heeft inderdaad nieuw leven gegeven aan degenen die in Zijn doopsel en bloed dat Hij vergoot, geloven.
Wat betekent het getweernde linnen dan? Het toont dat God met het Nieuwe Testament, Zijn belofte van de zaligheid dat geschreven staat in het Oude Testament, vervulde. En het zegt ons dat, toen Jezus alle zonden van de wereld op Zich nam met Zijn doopsel en ervoor werd veroordeeld aan het Kruis in het Nieuwe Testament, Hij de zaligheid vervulde die God aan de Israëli’s en ons beloofd had met Zijn Woord van het verbond.
Jahweh God zei in Jesaja 1:18, “Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.” Het opofferingssysteem van het Oude Testament dat bestuurde hoe de offers geofferd dienden te worden in de Tabernakel, waardoor de zonden van het volk van Israël doorgegeven werd aan het offerlam met het opleggen van handen, was ook de belofte die God de Israëli’s en ons gemaakt heeft. Dit was Gods openbaring van de belofte dat Hij alle mensen van de wereld in de toekomst zou redden van hun dagelijkse en jaarlijkse zonden door het Lam van God.
Dit was ook het teken van de beloofde Messias die komen zou. Toen Jezus Christus, in de tijd van het Nieuwe Testament, in een keer alle zonden van de wereld op Zich nam door Zijn doopsel op de manier van het Oude Testament te ontvangen, was Gods verbond voltooid. Doordat Hij ons Zijn hele Woord van belofte heeft gegeven, heeft God ons getoond dat Hij ze werkelijk allemaal vervuld heeft, precies zoals Hij had beloofd. Het doopsel dat Jezus ontving, toont deze waarheid, dat de God van het verbond, al Zijn verbonden heeft vervuld.
 
 

Jezus Christus die uit het water, het bloed en de Geest kwam

 
Waarom was Jezus door Johannes gedoopt? De reden was om alle zonden van de mensheid op Zich te nemen, en het oordeel van de zonden voor ons te ontvangen. Jezus werd door Johannes de Doper gedoopt, ging naar het Kruis, bloedde en stierf eraan om alle zonden van de hele mensheid te laten verdwijnen en om onze ware Verlosser te worden. Door dit te doen, waste Hij niet alleen al onze zonden weg, maar Hij ontving ook het hele oordeel voor deze zonden voor ons en daarbij is Hij onze eeuwige Verlosser geworden. Al onze zonden zijn aan Jezus doorgegeven toen Hij gedoopt werd door Johannes en Hij deze zonden van de wereld naar het Kruis droeg. Het is omdat Christus al onze zonden met Zijn doopsel droeg en omdat hij deze zonden van de wereld naar het Kruis droeg dat Hij gekruisigd kon worden, Zijn bloed kon vergieten en in onze plaats kon sterven. 
Jesaja 53:5 zegt, “Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.” Door het doopsel van onze Heer, waren de erfzonden die we van onze gezamenlijke voorvader Adam hebben geërfd, en onze actuele zonden die we tijdens ons leven begaan, allen aan Hem doorgegeven. En Hij werd voor al deze zonden veroordeeld. Door dus naar ons te komen door het water en het bloed heeft onze Heer al onze zonden laten verdwijnen (1 Johannes 5:5-8).
Wie is dan deze Jezus Christus, onze Verlosser en Messias die voor al onze zonden zorgde en ze allen liet verdwijnen? Genesis 1:1 verklaart, “In den beginne schiep God den hemel en de aarde.” Wie is dan deze machtige God die het heelal met Zijn Woord schiep? Hij is niemand minder dan de Messias van de zondaars, Hij die kwam door het water van Zijn doopsel om u en mij van alle zonden van de wereld te redden, de Ene die kwam als de Verlosser die aan het Kruis bloedde om voor alle zonden van de wereld veroordeeld te worden. Door het water, het bloed en de Geest heeft Jezus ons van onze zonden en oordeel gered. Onze Heer kwam naar ons als onze Verlosser om al onze zonden op Zich te nemen en om in onze plaats voor deze zonden veroordeeld te worden.
Jezus Christus is in feite de Zoon van God en God Zelf, want de Messias is eigenlijk onze God. De naam “Jezus” betekent “de Verlosser die Zijn volk van hun zonden zal redden” (Mattheüs 1:21). “Christus” “Basileus” in het Grieks, betekent aan de andere kant, “Koning der koningen.” Jezus is de Schepper die het hele heelal maakte. Hij is de absolute heerser van alles, de Verlosser van de zondaars en de Koning der koningen die Satan veroordeelt.
Deze absolute God schiep eigenlijk de mens naar Zijn eigen beeld. Omdat wij, Zijn eigen schepping, in de zonde vervielen en verdoemd waren tot de vernietiging vanwege onze zwakheden, beloofde deze Koning der koningen om ons van onze zonden te redden en Zijn belofte om naar ons toe te komen, te vervullen. En om ons het volledige volk van God en zondeloos te maken, kwam onze Heer Zelf door het water, het bloed en de Geest. 
De Messias, die de Schepper is, kwam eigenlijk naar deze aarde in de gedaante van een mens om al onze zonden te laten verdwijnen, en Hij nam al onze zonden op Zich door het doopsel van Johannes in de Jordaan te ontvangen. En door aan het Kruis te sterven, werd Hij in onze plaats, voor al onze zonden veroordeeld. Omdat Jezus in feite de Messias was voor ons, en omdat Hij onze Verlosser is en de Heer van ons leven, konden we een nieuw en eeuwig leven verdienen door in Hem te geloven. De Messias is daarom inderdaad onze God geworden. Daarom is de poort van de Tabernakel geweven van blauwe, paarse en dieprode wol want dit was het mysterie van het water en de Geest dat ons van al onze zonden en het oordeel van onze zonden verlost.
De waarheid dat de Heer ons inderdaad van onze zonden gered heeft, is niet vaag. Onze Heer beloofde ons Zijn zaligheid niet op een dubbelzinnige manier, Hij presteerde het niet grofweg en Hij kan het geloof van degenen die willekeurig in Hem geloven niet, naast Zijn concrete waarheid dat Hij ons werkelijk gered heeft door Zijn water en bloed, goedkeuren. Onze Heer zei daarom tegen degenen die zogenaamd in Hem geloofden, “Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is” (Mattheüs 7:21). 
Valse leraren houden vol dat zij werkelijk mensen de Heilige Geest lieten ontvangen in de naam van Jezus, dat zij in Zijn naam demonen uitdrijven en vele wonderen in Zijn naam deden. Maar God heeft in Mattheüs 7:23 tegen hun gezegd “Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” Dit zegt ons dat onder de Christenen, werkelijk velen zijn die nog steeds zondig zijn, die veroordeeld zullen worden voor hun zonden op de Dag des Oordeels en dan in de hel geworpen zullen worden. 
Er zijn in feite veel Christenen die duidelijk belijden, “Jezus is onze Verlosser. Jezus heeft ons onbetwistbaar van al onze zonden gered.” Maar ondanks zulke beweringen, proberen ze zelfs niet eens te leren dat de Messias inderdaad hun zonden met Zijn doopsel op Zich nam en dat Hij inderdaad hun zonden en het oordeel van deze zonden droeg door Zijn bloed aan het Kruis te vergieten. Deze mensen zouden allen voor God staan terwijl ze nog steeds zondig zijn, want zij geloven slechts zogenaamd alsof zij slechts een van de velen wereldlijke religies beoefenen.
Omdat zij dus niet volgens de waarheid geloven die onze Heer heeft gezegd, “En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken,” zijn zij niet toegelaten tot de Heer. Of mensen nu in Jezus geloven of niet, degenen die zonde in hun hart hebben, kunnen niet het Koninkrijk van God, waar geen zonde te vinden is, binnen, want zij zijn niet gemachtigd om er naar binnen te gaan. Zij moeten zich daarom van verzekeren dat zij gemachtigd kunnen zijn om de Hemel binnen te gaan door slechts in de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol te geloven terwijl ze op deze aarde zijn. De poort van de voorhof van de Tabernakel te maken door de doeken met deze blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen te weven, was de voorzienigheid van de Messias. Degenen die naar de hel gaan vanwege hun zonden, moeten hierin geloven.
Omdat deze mensen onwetend zijn t.o.v. de waarheid en omdat zij met hun verkeerde kennis, die ze door zichzelf hebben gekregen, in Jezus geloven, blijven ze nog steeds zondig. Zij hebben nog steeds zonden omdat zij hun eigen gedachten over hun Verlosser hebben en hun eigen leringen maken over de zaligheid, die gebaseerd zijn op deze gedachten en ze geloven dat de zaligheid door hun eigen inspanningen komt, door offergebeden van berouw aan God aan te bieden en te proberen hun geleidelijke heiligmaking te behalen in plaats van te geloven volgens de waarheid die verborgen ligt in de materialen van de Tabernakel.
Er zijn veel mensen in deze wereld die beweren dat ze in Jezus als hun Verlosser geloven en toch niet werkelijk in het doopsel van Jezus en Zijn bloed geloven. Er zijn veel mensen in deze wereld die, in plaats van werkelijk in de blauwe, paarse en dieprode wol als hun zaligheid te geloven, denken dat zij het Heilige Koninkrijk van God binnen kunnen door slechts in het bloed van Jezus te geloven zelfs als zij nog steeds zondig blijven.
 
 
De overeenkomsten tussen het Oude en het Nieuwe Testament
 
God zegt ons in Jesaja 34:16 dat ieder Woord van God overeenkomt. Het Woord van God komt met andere woorden overeen. God zei dat we voor onszelf moesten uitzoeken en zien of Zijn Woord van het Oude Testament met Zijn Woord van het Nieuwe Testament overeenkomt. Wat in het Oude Testament geschreven staat, komt overeen met het Woord in het Nieuwe Testament. De Israëli’s gaven bijvoorbeeld in het Oude Testament hun zonden aan een offerlam door, doordat ze hun handen erop legden, wat overeenkomt met het doopsel van Jezus Christus in het Nieuwe Testament om al onze zonden van de wereld op Zich te nemen en dus al onze zonden aan Zichzelf door te geven.
Door Zijn water en bloed, kwam Jezus naar deze aarde als het zondeoffer en de Verlosser van de zondaars. Als Hij niet de zonden van de wereld op Zich had genomen door Zijn doopsel, zou er absoluut niet nodig zijn geweest dat Hij aan het Kruis stierf. Onze Heer heeft het duidelijk gemaakt dat al onze zonden met de blauwe, paarse en dieprode wol verdwijnen. Dit heeft God ook beloofd met Zijn Woord waarop onze Heer naar ons kwam door dit Woord, en onze dieprode zonden wegwaste en ze wit als sneeuw maakte.
Voordat we ons in feite deze waarheid realiseren, stroomden we ongetwijfeld over met oneindig veel zonden. Daarom hadden we niets om over te roemen voor God. Niet alleen hadden we niets te roemen voor God, maar we hadden niets waarover we zelfverzekerd konden zijn voor Hem. Met andere woorden, er is niets dat ons zou toestaan om ook maar net te doen alsof we slim zijn. Voor God kunnen we slechts zeggen, “Ja, U heeft gelijk.”
Als God zegt, “Je bent een zaad van ongerechtigheden, die verdoemd is om naar de hel te gaan.”
“Ja, U heeft gelijk; redt me alstublieft.”
“Ik heb je op deze manier gered, door het water, het bloed en de Geest.”
“Ja, Heer! Ik geloof!”
We kunnen slechts iedere keer ‘ja’ zeggen. Als we voor God staan, kunnen we niet tegen Hem zeggen, “Ik deed zus en zo; ik diende mijn kerk zo goed; ik heb werkelijk met mijn hele hart in Jezus geloofd; ik verdedigde mijn geloof met een halsstarrigheid die niemand zich ook maar kan voorstellen!” 
Hoe liet de Heer eigenlijk al onze zonden verdwijnen? Hij heeft ons getoond dat Hij ze liet verdwijnen door de blauwe, paarse en dieprode wol en door het Woord van het Oude en Nieuwe Testament. In het Oude Testament liet Hij onze zonden verdwijnen met de blauwe, paarse en dieprode wol terwijl Jezus in het Nieuwe Testament onze Verlosser werd door naar deze aarde te komen in de gedaante van een mens, met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving al onze zonden op Zich nam en door Zijn bloed aan het Kruis te vergieten voor al onze zonden en het oordeel voor deze zonden te zorgen. 
Door gedoopt te worden, nam onze Heer alle zonden van de wereld in een keer op Zich (Mattheüs 3:15). Al onze wereldlijke zonden waren aan Jezus’ schouders doorgegeven. Na dus al onze zonden van de wereld met Zijn doopsel te nemen, droeg Hij deze zonden naar het Kruis, werd gekruisigd, vergoot Zijn bloed, stierf aan het Kruis, herrees van de dood en liet daarbij al onze zonden werkelijk verdwijnen. Jezus Christus is dus onze zekere Verlosser geworden. 
De gerechtigheid van God, die we ontvangen hebben, is de gerechtigheid die verkregen wordt door in deze Jezus Christus te geloven, die naar deze aarde kwam door het water, het bloed en de Geest. Dit is de zaligheid die we door God ontvangen, en niet iets wat we zelf kunnen verkrijgen. Er is niets waarover we tegenover God kunnen opscheppen.
We zijn in feite van al onze zonden gered door in Jezus Christus te geloven die onze zekere Verlosser werd. Wij, die zondaars zijn geweest, ontvingen met andere woorden werkelijk de verlossing van de zonden door in het doopsel van Jezus te geloven en het bloed dat Hij voor ons vergoot. Als onze zaligheid voor bijvoorbeeld 70 procent afhankelijk was van de werken van zaligheid van Jezus en de overige 30 procent van onze eigen inspanningen om geen zonden te begaan, zouden we letterlijk de hele nacht op moeten blijven om ijverig te bidden en we zouden iedere dag berouwgebeden moeten aanbieden en de samenleving moeten dienen of anders proberen om al het mogelijke te doen om geleidelijk aan geheiligd te worden en dat onze zaligheid stukje bij beetje voltooid wordt. 
Maar de Apostel Paulus zei in Romeinen, “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.” (Romeinen 7:24-8:1). Zoals Paulus dus beleed, moeten wij ook geloven in Jezus Christus zoals hij dat deed. De Geschriften zeggen ons dat Jezus Christus ons volledig gered heeft van dit lichaam van de dood, voor 100 procent. Wie kan ons dan mogelijkerwijs veroordelen? Niemand kan ons ooit veroordelen want Jezus Christus heeft ons reeds voor 100 procent gered, ongeacht onze eigen ongerechtigheden.
 
 
U en ik waren ook allen geestelijke Farizeeën
 
Sommigen van u zullen Jezus al geruime tijd een beetje gekend hebben en in Hem geloofd hebben. Met andere woorden, u geloofde al in Jezus, als uw Verlosser, voordat u het evangelie van het water en de Geest ontmoette. Ik ben zelf ook tien jaar lang een Christen geweest zonder wedergeboren te zijn.
Toen we voor het eerst in Jezus als onze Verlosser gingen geloven, was het een tamelijk verfrissende ervaring. Dit begin was zo verfrissend dat we dachten dat we onvoorwaardelijk gered zouden zijn door slechts in Jezus als onze Verlosser te geloven, zelfs als we onwetend bleven ten opzichte van de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol.
Toen ik voor het eerst in Jezus geloofde, was mijn hart in feite gevuld met vreugde. Dus verheugde ik me enorm toen ik voor het eerst in Jezus geloofde, maar na ongeveer vijf jaar ging ik mezelf eens bekijken en ik zag dat ik constant door mijn zonden die ik begaan had gebonden was en ik ging erkennen dat ik nog steeds niet vrij was. Denkt u dat ik zonden beging of dat ik helemaal geen zonden beging in die vijf jaar van mijn vroegere Christelijke leven? Of u me kent of niet, het antwoord is tamelijk duidelijk: natuurlijk zondigde ik. In deze tijd, toen ik de waarheid niet kon, werd ik iedere keer dat ik een zonde beging, geplaagd en om van deze folterende pijn af te komen moest ik berouwgebeden aanbieden en soms zelfs drie dagen achter elkaar vasten. De last van mijn hart scheen zich dan een beetje te verlichten en stond me toe om God te loven, “♫ Verbazingwekkende genade, ♫Hoe zoet is het geluid dat een ellendeling als ik redde? ♪” Maar daarna beging ik natuurlijk alweer zonden. Omdat ik zoveel tekortkomingen had en zo vol smet was, beging ik iedere dag zonden, ook al haatte ik mezelf hiervoor. Niet een keer kon ik al mijn problemen van de zonden voor altijd oplossen.
Onder deze omstandigheden gingen nog vijf jaar voorbij en toen ik dus ongeveer tien jaar Christen was, schrok ik opeens toen ik ontdekte hoeveel zonden ik over al die jaren begaan had. Omdat ik mezelf dagelijks zulke grote zonden zag begaan, was ik diep bedroefd en uiterst ontmoedigd. En toen ik voor de Wet stond, ontdekte ik ook hoe zondig ik werkelijk was. Het werd steeds moeilijker voor me om voor God te staan en uiteindelijk keerde ik in een zondaar die nog niet eens in goed geweten kon beweren, Jezus goed te kennen en in Hem te geloven. In mijn tiende jaar als Christen kon ik dus slechts mijn zondigheid aan mezelf belijden. 
Toen ik voor het eerst in Jezus geloofde, dacht ik werkelijk dat ik een redelijk goed Christen was. Maar met de tijd realiseerde ik me slechts steeds meer dat ik eigenlijk niets had om voor God te roemen. Ik erkende, “Ik ben in werkelijkheid een Farizeeër. Farizeeërs worden niet alleen in de Bijbel gevonden, want ik ben nu zelf een Farizeeër!”
Farizeeërs zijn het soort mensen die in hun pretentieuze heiligheid iedere zondag naar hun medechristenen “Goedemorgen, Halleluja!” roepen als zij op weg zijn naar de kerk met de Bijbel in hun broekzak gestoken. En iedere keer als zij iemand over het Kruis horen spreken als zij aanbidden, beginnen ze te huilen. Ik heb ook vele tranen vergoten terwijl ik aan Jezus’ bloed dacht. Ik dacht dat het hierom draaide als men echt aanbid. Maar terwijl men op deze wereld leeft, ontdekt iedereen uiteindelijk zijn eigen ik, doordat ze zonde na zonde begaan. Dus grijpen de mensen weer naar het geven van de berouwgebeden. Zij zullen zich misschien werkelijk een tijdje beter voelen, maar ooit zullen zij niet meer zulke berouwgebeden hebben want er zijn gewoon te veel zonden die zij begaan hebben. Sommige mensen spreken zelfs in vreemde tongen en hebben later visioenen maar ze zijn allemaal nutteloos. Het doet er niet toe wat zij alles geprobeerd hebben, het is voor hen nutteloos om het probleem van hun zonden in hun hart op te lossen.
Als zij zich uiteindelijk realiseren dat zij gewoonweg waardeloze wezens zijn voor God en ze erkennen dat zij verdoemd zijn om naar de hel te gaan vanwege hun zonden, zelfs als dit besef laat komt, zou dat nog steeds een gelukkige uitkomst zijn. Hoe langer we in feite in Jezus hebben geloofd, hoe meer we ons realiseren hoe vreselijk zondig we werkelijk zijn geweest. Maar de Farizeeërs kunnen dit goed verbergen. Zij zijn zo goed in het verbergen van de zonden in hun hart en het spelen van de schijnheiligen, dat zij zelfs door degenen om zich heen, goedgekeurd worden voor hun vroomheid.
De religieuzen van deze wereld respecteren elkaar enorm. Maar ongeacht hoeveel respect en goedkeuring zij van anderen krijgen, zij zijn slechts een grote massa zonde als zij voor God staan.
Toen we de waarheid niet konden, offerden wij ook vlijtig onze berouwgebeden. Maar na een tijdje worden we moe en uiteindelijk bidden we, “Heer, doe wat U doen wilt. Ik heb zoveel zonden. Ik heb alweer eens gezondigd. Nu is het te beschamend voor me om U er nog eens over te vertellen.” Alhoewel het te genant is, blijven we tot Hem bidden, “Heer, ik heb gezondigd. Vergeef me alstublieft,” omdat ons gezegd werd dat God behaagt zou zijn als we onze zonden zouden belijden en dat Hij onze zonden met Zijn gerechtigheid zou vergeven en ons van alle ongerechtigheid zou reinigen. “Vergeef me, Heer!” En toch bleven onze zonden nog steeds in ons hart.
Altijd als mensen hun hoofd buigen om tot God te bidden, herinnert hun geweten hen aan hun zonden en vreet hun hart op. Ons geweten kwelt ons hart terwijl het ons zegt, “Hoe durf je zelfs maar tot God te bidden terwijl je zoveel zonden hebt begaan?”
Dus na een tijdje begonnen we gewoon te huilen omdat we werkelijk niets meer te zeggen hadden, “Heer, Heer!” Steeds vaker gingen we naar een berg om de naam van de Heer uit te roepen. Om de schaamte, dat we de aandacht van andere mensen trokken, te vermijden, beklommen we’s nachts een berg, gingen een grot binnen en riepen de naam van de Heer uit. Maar dit was ook gewoon een vlaag van onszelf en onze zonden bleven dus nog steeds bij ons.
We probeerden ook om ons geweten te sussen door onszelf te zeggen dat we niet langer zondig zijn, “God is zo genadig dat Hij mijn zonden liet verdwijnen. Ik heb drie dagen gevast en gebeden. En daarbij vind ik dat ik helemaal niet zoveel gezondigd heb. Zou onze genadige God ons dan niet vergeven?” 
Maar kunnen we onszelf werkelijk bedriegen, zelfs als we God voor Zijn barmhartigheid loven? Hoe kunnen we ooit ons eigen hart bedriegen als we zondig blijven tegenover God? Dat kunnen we nooit doen! Het doet er niet toe hoe hoog we de ladder van het leiderschap in onze kerken beklimmen, en het doet er niet toe hoeveel we door anderen aanbevolen worden, zolang we zelf nog steeds zonden begaan, kunnen we nooit verlost worden van deze zonden en worden we dus uiteindelijk schijnheiligen. 
Zondige verlangens blijven in ons hart opkomen. Alhoewel we zo vaak van Jezus’ bloed aan het Kruis gesproken hebben, alhoewel we zoveel tranen vergoten hebben door slechts te denken aan Zijn bloed aan het Kruis en alhoewel we goede Christenen zijn geweest, waren we nog steeds zondig totdat we het volmaakte evangelie van het water en de Geest ontmoeten. Ondanks het feit dat we volgens alle rituelen van het Christendom leefden, hadden we nog steeds zonden. Dit was de religie van de Farizeeën. Er zijn nog steeds veel mensen op deze aarde die dit soort geloof hebben en zij worden zelfs in onze Christelijke gemeenschappen gevonden.
 
 

Al onze zonden verdwijnen door in het evangelie van het water en de Geest te geloven

 
Voordat we het evangelie van het water en de Geest konden, en voordat we in dit evangelie geloofden, hadden we allen zonden in ons hart. Voordat we in deze waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen geloofden, was ons geweten zondig. In alle eerlijkheid, we waren allen zondig voor God en we waren allen verdoemd om naar de hel te gaan vanwege onze zonden want de Bijbel zegt ons dat “de bezoldiging voor de zonden de dood is.” We werden dus enorm gekweld door onze zonden. En we waren verdoemd om zowel lichamelijk als ook geestelijk naar de hel te gaan vanwege Gods oordeel op ons voor onze zonden.
We hadden vele mensen tot het Christendom bekeerd en hun onderwezen. Maar we hadden gewerkt terwijl we niet in staat waren zelfs ons eigen geweten te reinigen. Dit konden we niet ontkennen voor God. We herkennen voor God dat ons hart zondig is en dat we verdoemd zijn om naar de hel te gaan.
Ik had altijd een onbeantwoorde vraag: “Waarom was onze Heer gedoopt toen Hij naar deze aarde kwam?” Ik wilde uitvinden waarom Jezus het doopsel had ontvangen. Waarom en met welk doel moest Jezus gedoopt worden? Ik kon begrijpen dat ons waterdoopsel het teken van ons geloof in Jezus was, maar ik kon helemaal niet begrijpen waarom Jezus door Johannes de Doper gedoopt moest worden. Waarom was Hij gedoopt? Waarom?
Dus vroeg ik enkele leiders in de Christelijke gemeenschappen, “Eerwaarde, ik heb een vraag. Vindt u het erg als ik het u vraag?” Ze zeiden me los te schieten, en dus vroeg ik het hun. “Het gaat over de Bijbel. Het is duidelijk dat Jezus het doopsel van Johannes ontving in het Nieuwe Testament. Maar ik weet niet zeker waarom Hij gedoopt werd. Weet u waarom, Eerwaarde?” Dan lachten ze tegen me en zeiden, “Weet je dat nog niet eens? Zelfs onze kinderen in de Zondagsschool weten dit! Het wordt in de oorspronkelijke Geschriftteksten gevonden en ook in de Bijbelwoordenboeken. Was Jezus niet gedoopt om ons een voorbeeld te geven, een model en om ons Zijn nederigheid te tonen?” Dus zei ik, “Maar Eerwaarde, als het antwoord zo eenvoudig is, dan zouden inderdaad zelfs de kinderen van onze zondagsschool het weten. Ik heb zowel de oorspronkelijke als ook de historische tekst nagekeken, maar Zijn doopsel betekent niet dat. Zou er geen reden zijn geweest waarom Jezus werkelijk door Johannes gedoopt werd?”
Ik bleef vragen. Ik begon meteen nadat ik een Christen geworden was, naar het juiste antwoord te zoeken. Ik had geen andere keuze dan jaren aan de zoektocht naar het antwoord op deze vraag op te offeren. Ik keek alle werken van de geleerden na over deze vraag. Zelfs toen ik dus zocht, vroeg en alles onderzocht, kon ik nergens iets vinden dat Jezus’ doopsel duidelijk en beslist verklaarde. Ik heb geworsteld om het uiteindelijke antwoord te vinden totdat de Heer me verlichte over het evangelie van het water en de Geest dat getoond wordt in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen.
Terwijl ik gevangen was door de onopgeloste puzzel van het doopsel van Jezus, kreeg ik een kans om Mattheüs 3:13-17 te onderzoeken : “Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!”
Toen ik dit Woord las, realiseerde ik me uiteindelijk, “Dus dit is het! De reden waarom Jezus gedoopt was, was omdat Hij het zondeoffer was van het Oude Testament! En we moeten Hem danken door in de waarheid van het evangelie dat in deze blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen verborgen is, te geloven.” 
Johannes de Doper was eigenlijk Elija die God beloofd had te zenden in het Oude Testament. God zei in Maleachi 4:5 dat Hij Elijah zou zenden voor de Dag des Oordeels en Mattheüs 11:14 vertelt ons dat deze Elija die Hij beloofd had te zenden, niemand minder was dan Johannes de Doper. Dus leerde ik over Elijah maar ik was nog steeds niet zeker waarom Jezus gedoopt moest worden door Johannes de Doper. Toen ging ik terug naar Mattheüs 3:13-17 en onderzocht de passage weer, “‘Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen.’ …En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water... Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!” Al mijn twijfels waren opgelost. “Om alle gerechtigheid te vervullen,” Hij ontving werkelijk Zijn doopsel. Jezus vervulde inderdaad dit rechtvaardige werk om alle mensen door Zijn doopsel te redden.
Het doopsel is hetzelfde als het opleggen van handen in het Oude Testament, omdat de handen volgens het opofferingssysteem van de Tabernakel op het hoofd van het zondeoffer werden gelegd. Zondaars die deze zondeoffers voor het brandofferaltaar brengen om er hun handen op te leggen en daarbij hun zonden te belijden en ze aan het zondeoffer door te geven, hogepriesters die alle zonden van het volk van Israël belijden en ze aan het zondeoffer van de Israëli’s en zichzelf doorgeeft, en Jezus die door Johannes de Doper in de tijd van het Nieuwe Testament gedoopt werd – dit zijn alles dingen die met elkaar overeenkomen. Ik ging me uiteindelijk realiseren dat Jezus dus Zijn doopsel (het opleggen van handen) ontvangen had om alle zonden van de wereld op Zich te nemen en de zonden van iedereen te laten verdwijnen.
Dus keek ik de originele Geschriftteksten na. Ik zocht hoe de zin “want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen,” in het Grieks geschreven is “δικαιοσύνην” In deze zin, wordt “want aldus” en “gerechtigheid” in het Grieks als “hutos (οὕτως γὰρ” en “dikaiosune (δικαιοσύνην” geschreven. Het eerste betekent “op deze wijze,” “gepast,” “slechts door deze methode,” “de meest geschikte,” of “met deze methode.” En de laatste betekent, “rechtschapenheid, rechtvaardigheid of de deugd die door God geaccepteerd is.” 
Het zegt ons dat Jezus de zondaars van hun zonden redde. Het zei ons dat Jezus de gerechtigheid van God heeft vervuld door gedoopt te worden en Zijn bloed te vergieten. Het betekent met andere woorden dat Hij al onze zonden met Zijn doopsel heeft overgenomen. Al onze raadsels waren dus opgelost want we realiseerden ons nu dat de ware betekenis van wat ons zoveel verwarring en dwalingen had veroorzaakt. Omdat Jezus met Zijn doopsel al onze zonden op Zich nam, ging Hij naar het Kruis en stierf eraan als het oordeel voor deze zonden. Dit was de waarheid die in het evangelie van het water en de Geest gevonden wordt.
Wij, de wedergeborenen, gingen ons met andere woorden realiseren dat het doopsel dat Jezus van Johannes ontving, het onmisbare onderdeel van onze zaligheid was, en dat Hij de zonden van de wereld in een keer op Zich nam met dit doopsel. U moet zich ook dezelfde waarheid in het evangelie van het water en de Geest realiseren. Slechts dan kan uw ziel verlicht worden. 
We kunnen in feite nooit de dag vergeten dat Jezus het doopsel van Johannes ontving. We kunnen nooit de dag vergeten dat we ons realiseerden dat al onze zonden werkelijk aan Jezus waren doorgegeven. We hebben de veranderingen gezien die zich in ons hart voordeden met ons besef van deze waarheid. De veranderingen verspreiden zich in ons hart als de golven die zich in een meer verspreiden. Het heldere licht van de ochtendgloren bereikte ons terwijl het zich een weg baande door de duisterheid en ons toestond, de waarheid van de zaligheid te kennen.
 
 

Het doopsel dat Jezus ontving, gaf de zonden van de wereld aan Hem door

 
Nadat ik Mattheüs 3:13-17 gelezen had, kon ik een tijdlang geen woord meer zeggen. Alhoewel ik in feite zondig was, ontving Jezus Zijn doopsel en zei, “Laat nu af, want aldus betaamt het ons om alle gerechtigheid te vervullen.” De reden waarom Hij daarom Zijn bloed aan het Kruis (de dieprode wol) vergoot, was Jezus’ doopsel (de blauwe wol). Deze Jezus was God Zelf (de paarse wol). En met het Woord van het Oude en Nieuwe Testament (het getweernde linnen), heeft Hij ons de werkelijke waarheid van de zaligheid geleerd. Met andere woorden, Jezus nam al onze zonden weg.
“Hebben we dan nog steeds zonden of niet? Toen Jezus door Johannes de Doper gedoopt werd, waren de zonden van iedereen aan Hem doorgegeven. Waren onze eigen zonden dan ook aan Hem doorgegeven? Waren de zonden van de wereld dan aan Hem doorgegeven? Zijn de zonden die we reeds hadden toen we nog in de schoot van onze moeder zaten, wereldlijke zonden of niet? En hoe zit dat met de zonden die we begingen toen we ongeveer een jaar oud waren? Zijn dat niet ook de zonden van de wereld? Hoe is dat dan met de zonden die we in onze kindertijd begingen? Horen zij niet ook tot de zonden van de wereld?” 
We moeten onszelf deze vragen stellen om ons ervan te vergewissen dat we gelijk hebben. Zo draait het er in het geloof om, dat we ons ervan vergewissen dat we op de juiste voet staan met het Woord van God. De zonden die we in onze kindertijd begingen, zijn inderdaad de zonden van de wereld evenals de zonden die we in onze tienerjaren hebben begaan, wereldlijke zonden zijn. Alle zonden die we in ons leven hebben begaan, ook die van onze volwassenheid, zijn de zonden van de wereld. Al deze zonden van de wereld werden reeds aan Jezus doorgegeven. Of niet soms? Natuurlijk werden ze dat! Er staat geschreven dat onze Heer niet alleen onze zonden op Zich nam maar alle zonden van iedereen. Dus realiseerden we ons, “Al onze zonden waren inderdaad aan Jezus doorgegeven. Hebben we dan nog steeds zonden? Nee, we hebben niet langer meer zonden in ons!”
Omdat Jezus werkelijk gedoopt was door Johannes, getuigde Johannes “Ziet! Het Lam Gods die de zonden der wereld wegneemt!” (Johannes 1:29). Jezus nam alle zonden van iedereen weg die ooit leefde en ooit zal leven, vanaf het begin van de mensheid tot het eind. Alle zonden die iedereen ooit heeft begaan tijdens zijn hele leven en zelfs de zonden van allemans kinderen, zijn allen door Jezus weggenomen. Het doet er niet toe hoe lang deze wereld bestaat, of dat nog duizenden jaren zijn of zelfs nog miljarden jaren, onze Heer nam de zonden van alle mensen met Zijn doopsel, op Zich, droeg deze zonden op Zijn schouders naar het Kruis, werd gekruisigd en ontving daarbij voor ons het oordeel voor de zonden. Dit beseften we. 
Omdat wij, de wedergeborenen, ons werkelijk gingen realiseren dat Jezus van de dood herrees en hierdoor onze Verlosser werd, en omdat we dat ook geloofden, waren al onze vragen beantwoord.
Met het doopsel dat Hij dus ontving en door Zijn bloed aan het Kruis te vergieten, zorgde onze Heer voor al onze zonden. Daarom spreekt de Bijbel van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen van de poort van de voorhof van de Tabernakel en daarom vertelt het ons in 1 Johannes 5:4-6 dat Jezus niet slechts door het water naar ons kwam maar door het water en het bloed. We gingen ons dus realiseren, “Dus dit is waarom de Bijbel ons zegt dat onze Verlosser Jezus, alle gerechtigheid van God vervulde door Zijn doopsel te ontvangen. Dit is de waarheid! De Christelijke leiders leerden ons echter niet deze waarheid omdat zij allen onwetend zijn hierover!”
We worden slechts zondeloos als Gods waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen ons vertelt dat we zondeloos zijn. Niemand kan de zaligheid van een andere ziel goedkeuren. Het is nutteloos om complimenten van anderen te krijgen. Hoe kan dat, wat mensen tegen ons zeggen, bijv. dat we tamelijk goede Christenen zijn, of zelfs 10+ Christenen, ooit bijdragen tot onze zaligheid van de zonde? We worden niet zondeloos wanneer mensen ons goedkeuren, maar slechts als het Woord van God ons zegt dat Christus al onze zonden liet verdwijnen met de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen.
Het Woord van God vertelt ons dat Jezus niet alleen mijn, maar ook uw zonden liet verdwijnen. Het zegt ons dat we allen de verlossing van de zonden zullen ontvangen als we het slechts geloven, omdat Jezus Christus de Messias alle zonden van de mensen liet verdwijnen. Zo kunnen we de poort van de voorhof van de Tabernakel binnengaan, door de verlossing van de zonden te ontvangen door het water en de Geest.
 
 

Wat is het volmaakte geloof?

 
De poort van de voorhof van de Tabernakel was geweven van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. Iedereen moet dus dit volmaakte geloof hebben dat gelooft dat onze Heer naar deze aarde kwam en ons aldus van al onze zonden gered heeft. Als wij geloven dat de Heer dus op deze aarde geboren was in de gedaante van een mens, gedoopt werd door Johannes, aan het Kruis stierf, van de dood herrees, en daarbij onze Verlosser werd, kunnen we allen Gods kinderen worden. Alhoewel onze daden tekortkomen, en alhoewel ons vlees waardeloos is, zijn we zondeloos geworden door in ons hart in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen te geloven. Daarom kunnen we slechts de rechtvaardigen worden door geloof. Door in de zaligheid te geloven die getoond wordt door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen, zijn we in Gods gerechtigheid gekleed. Door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, zijn we Gods kinderen geworden.
Enkelen van u zullen dit nog niet volledig begrijpen. Als dat zo is, moet u slechts dit boek blijven bestuderen of naar Gods kerk gaan. Tot dusver hebben we slechts de algemene aspecten van de Tabernakel behandeld, maar als u eens de gedetailleerde uitleg begint te lezen, zult u allen in staat zijn om een volledig begrip van de Tabernakel te verkrijgen. Het is zo gemakkelijk dat zelfs een kind het kan begrijpen.
Als de mensen hun geloof op hun eigen grove kennis van Jezus zouden baseren, zouden zij in geen duizend jaar van hun zonden gered worden, ongeacht de tijd dat zij in Jezus geloven. Zij zouden nog steeds iedere dag zondigen. Zij zouden dan iedere dag huilen, want zij kunnen niet aan de vloek van hun zonden ontsnappen. Als de dingen goed gaan voor hen, denken deze mensen dat God hen helpt. Maar als dingen een beetje verkeerd gaan, vragen zij zich af, “Is dat omdat ik geen kerkgeld heb betaald? Of is het omdat ik de vorige zondag niet naar de kerk ben gegaan? Ik heb gezondigd en faalde om God goed te dienen, en ik denk dat Hij me ervoor aan het straffen is.” Op deze manier zullen zij uiteindelijk sterven terwijl ze gevangen zijn in de Wet want de Geschriften zeggen ons dat “de wet toorn brengt” (Romeinen 4:15).
Om werkelijk het geloof te hebben dat volledig is, moeten we de vier diensten van Jezus Christus, die tot ons kwam door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen, goed kennen en erin geloven. We moeten ons de waarheid, die door Jezus Christus gegeven werd, realiseren. Slechts als we een duidelijk begrip hebben van deze viervoudige waarheid en erin geloven, kunnen we het geloof hebben dat heel is voor God en we kunnen werkelijk Zijn volmaakte kinderen worden. Omdat we zondeloos zijn geworden door in deze vier diensten van Jezus te geloven, zijn we, zelfs zonder onze eigen strijd om ons van de slavernij van de zonde te bevrijden, altijd de zondeloze rechtvaardigen; we zijn de zondeloze mensen van het geloof, zelfs zonder onze eigen wilskracht te laten werken en we zijn de volmaakte kinderen van God wiens zonden allen rijngewassen zelfs zonder onze eigen goede daden of inspanningen.
Net zoals een baby in vrede speelt en rust onder het waakzame oog van de ouders, hebben wij in feite vrede en rust in ons hart onder het barmhartige oog van God de Vader doordat we in deze waarheid geloven. Alles wat u doen moet, is in de werken van de Heer te geloven, ook al zijn uw daden niet voldoende, want hoe minder voldoende u bent, hoe meer zult u de liefde van onze Heer voelen.
Schreeuwt u om de verlossing van uw zonden te verkrijgen, terwijl u nog steeds niet in staat bent het geloof te hebben dat in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen gelooft? Degenen die nu deze waarheid kennen, hoeven niet te schreeuwen om de verlossing van de zonden te ontvangen, maar ze geloven het slechts stilletjes. Degenen die volgens het geloof de kinderen van God zijn geworden, zijn degenen die Jezus Christus werkelijk kennen en in Hem geloven, Hij die door het water, het bloed en de Geest naar ons kwam. Zij dienen God niet met hun oppervlakkige daden, maar zij houden van Hem en dienen Hem eerst met hun geloof. Omdat wij geloven, schenkt God ons Zijn audiëntie en wandelt met ons. Omdat wij in Hem geloven, helpt Hij ons. En omdat we in Jezus, die ons gered heeft met het doopsel en het bloed, geloven, zijn we Gods dienaren geworden die Zijn rechtvaardige werken dienen.
We moeten nu allen deze waarheid realiseren dat God de poort van onze zaligheid in de voorhof van de Tabernakel maakte door blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen te weven om ons de zaligheid van de definitieve verlossing van de zonden te geven. De Geschriften vertellen ons dat Jezus naar ons kwam door het water, het bloed en de Geest en dat Hij ons van onze zonden heeft gered met de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen van de poort van de voorhof van de Tabernakel van het Oude Testament. Onze Heer is de poort van onze zaligheid van de zonde geworden. We moeten geloven, en nog eens geloven, in deze vier werken van de Messias die ons werkelijk en feitelijk van al onze zonden heeft verlost.
 
 
Het doopsel dat Jezus van Johannes ontving, is het wezenlijke van de blauwe wol die getoond wordt in de poort van de voorhof van de tabernakel 
 
de doop van Jezus
Laat ons naar Mattheüs 3:13-17 keren: “Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!’” Op het moment dat Jezus gedoopt werd, was het 30 jaar geleden dat Hij van de Maagd Maria geboren werd. Het woord “toen” verwijst hier naar de tijd dat zowel Johannes de Doper als ook Jezus beiden 30 jaar oud waren.
Johannes de Doper, die 6 maanden eerder als Jezus geboren werd, was de vertegenwoordiger van de mensheid van de aarde die hun de doopsbelijdenis gaf (Mattheüs 3:11, 11:11). Toen Jezus 30 werd, kwam Hij naar deze Johannes, die de mensen in de Jordaan doopte en werd gedoopt. Maar Johannes de Doper probeerde Hem tegen te houden door te zeggen, “ Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?” Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: “Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen.” Johannes stond het toen toe en Jezus werd door hem gedoopt. De Geschriften noteren ook dat toen Jezus dus gedoopt was, de hemel zich voor Hem opende en een stem zei: “Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.”
 Mattheüs 3:15 vertelt ons hier de reden waarom Hij van Johannes gedoopt werd. Deze waarheid verwijst naar de blauwe wol van de voorhof van de Tabernakel: “Laat nu af, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen.” Het doel van het doopsel dat Jezus van Johannes had ontvangen, was om de ongerechtigheden van de zondaars te vergeven door Zijn werken die getoond worden in de blauwe, paarse en dieprode wol – “want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen.”
Dat Jezus Christus de zonden van iedereen op Zich zou nemen door van Johannes de Doper gedoopt te worden, was de rechtvaardige liefde van God en de voltooiing van Zijn werk van de zaligheid van alle zondaars. Zoals Johannes 3:16 zegt, “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Jezus werd gedoopt om ons van de zonden van de wereld te redden zodat we niet voor onze zonden veroordeeld zullen worden. Daarom nam Jezus alle gerechtigheid van God en alle zonden van de mensheid op Zich door gedoopt te worden van Johannes want aldus betaamt het hun om alle gerechtigheid te vervullen. 
Wat is “alle gerechtigheid van God?” De bovenstaande passage vertelt ons dat Jezus door Johannes de Doper gedoopt werd om alle gerechtigheid van de Vader te vervullen. 
Hier moeten we precies uitvinden wat alle gerechtigheid van God werkelijk is. “Alle gerechtigheid” verwijst naar het feit dat Jezus Christus, door gedoopt te worden van Johannes, alle zonden van de mensheid op Zich nam. Met Zijn doopsel nam Hij alle zonden van de mensheid in een keer op Zich. Zoals het doel van Zijn geboorte was om alle zonden van de wereld in een keer uit te wissen, zo was het doopsel dat Jezus van Johannes ontving, duidelijk rechtvaardig. Om alle gerechtigheid van God te vervullen, betekent om de rechtvaardige werken te vervullen die alle zonden van de wereld laten verdwijnen, d.w.z. het is om de zaligheid te vervullen.
Het doopsel van Jezus was de onmisbare methode waarmee God ons van onze zonden zou verlossen. God bepaalde in het Oude Testament dat Hij Johannes de Doper als de vertegenwoordiger van de mensheid zou verheffen om Hem Zijn Zoon Jezus Christus te laten dopen en daarbij al onze zonden aan Zijn Zoon te laten doorgeven, om onze zonden uit te wissen. Niets anders dan dit was het werk van Gods genade. Omdat God ons zo enorm liefhad, liet God Jezus dopen door Johannes om ons in Zijn eigen kinderen te keren en om het rechtvaardige werk te voltooien om onze zonden uit te wissen. Daarom zei God toen Jezus gedoopt werd en uit het water kwam, “Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.” God de Vader zei met andere woorden, “Met Zijn doopsel, heeft Mijn Zoon al uw zonden op Zich genomen.”
Jezus Christus, kwam met andere woorden naar deze aarde en door deze methode van het doopsel door Johannes, droeg Hij alle zonden in een keer, op de meest geschikte wijze en werd dus het zondeoffer dat onze zonden liet verdwijnen. 
Omdat de Zoon van God voor ons gedoopt was en Hij dus al onze zonden op Zich accepteerde, droeg Hij deze zonden naar het Kruis, werd gekruisigd en vergoot Hij Zijn waardevolle bloed en daarmee werd Hij de Verlosser van ons allen. Jezus heeft ons, de gelovigen, gered door voor onze zonden gedoopt te worden, Zichzelf met Zijn bloed aan het Kruis op te offeren en van de dood te herrijzen. En nadat Hij van de dood is herrezen en Zijn werken van de zaligheid heeft voltooid, zit Hij nu aan de rechterkant van de troon van God en als Zijn tijd aanbreekt, zal Hij zeer zeker terugkeren. Deze waarheid is het evangelie van het water en de Geest en de kern van de zaligheid.
Exodus 27:16 noteert over de poort van de voorhof van de Tabernakel, “In de poort nu des voorhofs zal een deksel zijn van twintig ellen, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, geborduurd werk; de pilaren vier, en hun voeten vier.” Dus de poort van de voorhof van de Tabernakel was geweven van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. Dit vertelt ons de waarheid dat we het Koninkrijk van de Hemel binnengaan door in de gave van de zaligheid te geloven. 
De blauwe wol die geweven is in de poort van de voorhof van de Tabernakel, verwijst naar het feit dat al onze zonden aan Jezus waren doorgegeven toen Hij naar deze aarde kwam en gedoopt werd. 
De paarse wol vertelt ons dat Jezus Christus, die voor onze zonden gedoopt was, in wezen de Schepper Zelf was die het hele heelal maakte met alles erin, de Heer van u en mij. Paars is de kleur van de koningen (Johannes 19:2-3) en daarom zegt het ons dat Jezus Christus de Koning der koningen is en de Heer van iedereen. Het woord “Christus” betekent “de gezalfde” en slechts koningen, priesters of profeten, konden gezalfd zijn. Alhoewel Jezus Christus dus in de gedaante van een mens naar deze aarde kwam, was Zijn werkelijke identiteit dus eigenlijk de Koning der koningen. Met andere woorden, Jezus was de Heer en de Schepper die het hele heelal heeft gemaakt. Jezus was de Almachtige God Zelf en de eniggeboren Zoon van God de Vader.
De dieprode wol die geweven is in de poort van de Tabernakel, verwijst naar het offer dat deze Koning der koningen gemaakt heeft toen Hij, nadat Hij naar deze aarde kwam in de gedaante van een mens en onze zonden op Zich had genomen met Zijn doopsel, gekruisigd werd en Zijn bloed aan het Kruis vergoot. Jezus Christus betaalde de lonen van onze zonden voor ons, door gedoopt te worden, Zijn waardevolle bloed te vergieten, en dus Zichzelf voor ons op te offeren. De dieprode wol toont het offer van het bloed van Jezus Christus.
Ten slotte, verwijst het getweernde linnen naar Gods ingewikkelde Woord van het Oude en Nieuwe Testament. De Bijbel vertelt ons van onze zaligheid door het Woord van het Oude en het Nieuwe Testament. In het Oude Testament beloofde God dat Hij als de Verlosser van de zondaars naar ons zou komen en in het Nieuwe Testament kwam Jezus Christus, God Zelf, zoals Hij had beloofd, inderdaad naar deze aarde, werd gedoopt en vergoot Zijn bloed aan het Kruis; Hij gaf Zichzelf op als het offer van onze zonden.
Met de blauwe wol toonde God het Woord dat Jezus Christus naar deze aarde kwam om ons van onze zonden te redden en deze zonden van ons met Zijn doopsel op Zich te nemen; met de paarse wol toonde Hij dat deze Ene, die gedoopt was, in feite God Zelf was. En met de dieprode wol toonde God dat Hij u en mij van onze zonden gered heeft door naar deze aarde te komen als onze Verlosser, door gedoopt te worden, de zonden van de wereld naar het Kruis te dragen en Zijn waardevolle bloed te vergieten. 
Dat deze zaligheid kwam door het Woord dat God in het Oude Testament beloofde, werd aan de andere kant getoond in het getweernde linnen. Daarom was de poort van de voorhof van de Tabernakel geweven met deze blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. Als we naar de poort van de voorhof van de Tabernakel kijken, dan toont deze poort ons duidelijk hoe God ons van onze zonden heeft gered en ons tot Zijn volk maakte; als dusdanig moeten we allen in de geestelijke betekenis van de vier draden geloven die gebruikt werden voor de poort van de voorhof van de Tabernakel.
Als gesproken wordt van de kleuren van de poort van de voorhof van de Tabernakel, noemt de Bijbel altijd eerst de blauwe wol. We denken gewoonlijk in de volgorde van de paarse, blauwe en dieprode wol, maar de Bijbel somt het op in de volgorde van de blauwe, paarse en dieprode wol. Dit toont ons het belang van de blauwe wol. We zouden niet in staat zijn geweest onze zonden te reinigen, als Jezus Christus inderdaad naar deze aarde kwam als onze Verlosser, maar niet door Johannes gedoopt werd. Daarom werd Jezus, volgens de wil van de Vader gedoopt van Johannes en gekruisigd, om ons van de zonden van de wereld te redden.
Jezus is de Heer van het heelal die alle dingen schiep en Hij is onze God. Hij is God Zelf die ons op deze aarde geboren liet worden, die ons een nieuw leven heeft gegeven, en die onze levens beheerst. Hij moest gedoopt worden door de vertegenwoordiger van de mensheid en daarbij alle zonden op Zich nemen, om ons van onze zonden te redden. Met andere woorden, Jezus Christus werd onze ware Verlosser door gedoopt te worden van Johannes.
Jezus Christus kwam naar deze aarde om ons van onze zonden te verlossen en Hij werd gedoopt om al onze zonden op Zich te nemen. Als er geen doopsel van Christus was geweest, dan zou Hij nooit gekruisigd zijn geweest. Daarom toont de poort van de voorhof van de Tabernakel ons duidelijk hoe Jezus Christus ons precies van onze zonden heeft gered, d.w.z. de exacte methode van Zijn zaligheid.
De kleuren van de poort van de voorhof van de Tabernakel zeggen ons dat Jezus Christus naar deze aarde zou komen, met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving alle zonden van de mensheid op Zich zou nemen en gekruisigd zou worden. Met andere woorden, dat Hij Zelf voor al onze zonden zou zorgen. Toen Jezus gedoopt was, openden de hemelen zich en God de Vader sprak, “Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!” Jezus Christus is onze Messias en Verlosser, maar Hij is ook de Zoon van God, God de Schepper die het hele heelal maakte met Zijn eigen Woord. Omdat Hij de Heilige God was, kon Jezus al onze zonden dragen door gedoopt te worden om aldus onze ware Verlosser te worden.
Jezus Christus die het hele heelal en de regels ervan schiep, heeft ons de duidelijke zaligheid van onze zonden getoond. Het is omdat Jezus Christus naar deze aarde kwam, met Zijn doopsel al onze zonden op Zich nam en aan het Kruis stierf om onze zonden uit te wissen, dat wij werkelijk gered zijn. Jezus Christus is de Schepper die ons leven en dood beheerst, die het hele heelal schiep en die onze voorvaders en de hele mensheid naar deze aarde bracht. Hij was het wezen van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen.
God Zelf kwam naar deze aarde als het zondeoffer voor de zondaars. Jezus die ons gered heeft, was deze God, de Almachtige en de God van de genade. Omdat Jezus Christus met Zijn doopsel alle zonden op Zich nam, vervulde Hij alle gerechtigheid van God en daarom droeg Hij de zonden van de wereld naar het Kruis, werd gekruisigd en vergoot Zijn waardevolle bloed. Net zoals in de poort van de voorhof van de Tabernakel getoond wordt, werd Jezus Christus ons eigen zondeoffer om al onze zonden uit te wissen.
Daarom was niet alleen de poort van de voorhof van de Tabernakel, maar ook de deur van het Heiligdom, de voorhang van het Allerheiligdom en zelfs het dak van het Huis van God geweven met blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. Omdat Jezus Christus voor ons gedoopt was, zijn wij van al onze zonden gereinigd door erin te geloven. Jezus was gedoopt om alle gerechtigheid te vervullen en deze gerechtigheid werd voltooid door de zonden van alle mensen op Zich te nemen door Zijn doopsel. We moeten ons daarom realiseren dat in die tijd ook al onze eigen zonden aan Jezus waren doorgegeven en dat we er ook in geloven. 
Er zijn echter zoveel Christenen die willekeurig en roekeloos in Hem geloven. Ze zijn te koppig om hun eigen religieuze geloof van onwettigheid te verwerpen en ze dagen God vanaf het begin uit. We moeten op de manier van de zaligheid, die Hij ons gegeven heeft, in Hem geloven. Jezus zei, “Ik ben de weg, de waarheid, en het leven” (Johannes 14:6). Hij zegt ons “Ik ben de manier. Ik ben de manier die je naar de Hemel zal leiden. Ik ben de Herder, de weg en de waarheid. Ik ben inderdaad het leven dat u redt.” Door ons van onze zonden te redden, is Jezus Christus de Heer van het nieuwe leven voor ons geworden.
 
 
Als we in Jezus geloven, hoe zouden we dan in Hem moeten geloven en Hem begrijpen?
 
We kunnen slechts van al onze zonden gered worden door op de juist te geloven hoe Hij naar deze aarde kwam en ons heeft gered. Het woord “geloof” omvat zulke betekenissen als “afhankelijk zijn van”, “vasthouden aan”, en “vertrouwen in.” Als ouderen te oud worden, zijn ze vaak afhankelijk van hun kinderen omdat ze het te moeilijk vinden om zelfstandig te wonen. Daarom vertrouwen we onszelf ook aan God toe, gewoon omdat we onze zonden niet zelf kunnen laten verdwijnen. Zelfs als we proberen niet te zondigen, leiden we uiteindelijk toch altijd zondige levens. Omdat we onszelf niet van onze zonden kunnen bevrijden, geloven we in God en plaatsen we vertrouwen in Jezus Christus onze Verlosser door te geloven in wat Hij voor ons heeft gedaan.
Daarom moeten we eerst, als we in Jezus gaan geloven en naar onze zaligheid zoeken, weten welk soort geloof het goede geloof is. Meer dan 2.000 jaar geleden, kwam Jezus naar deze aarde om ons te redden, ja inderdaad, ieder mens van deze wereld, van onze zonden. Toen Hij 30 was, werd Hij gedoopt door Johannes de Doper en daarmee nam Hij alle zonden van de wereld op Zich. We moeten allen in dit feit geloven. We moeten geloven toen Jezus met Zijn doopsel niet alleen onze zonden, maar alle zonden van de wereld op Zich accepteerde, iedere zonde van het verleden, het heden en de toekomst door Jezus Christus waren opgenomen.
Veel mensen negeren echter nog steeds het feit dat niet alleen alle zonden van de wereld, maar ook al hun eigen zonden aan Jezus zijn doorgegeven toen Hij gedoopt werd en ze blijven slechts in het bloed aan het Kruis geloven. Daarom kan niemand van hen gemakkelijk onderscheiden wat het goede geloof is, zelfs al zien ze dat alle poorten van de Tabernakel geweven zijn met blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen.
Toen Jezus Christus naar deze aarde kwam om ons te redden, redde Hij ons niet op een nonchalante manier. Omdat Hij met Zijn doopsel werkelijk al onze zonden op Zich droeg en met Zijn kruisiging alle veroordeling voor onze zonden droeg, zijn wij volledig gered. Zo heeft Jezus Christus de hele mensheid gered. Daarom zei onze Heer, “Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen” (Johannes 6:37). 
Als we zeggen dat we in Jezus geloven, geloven we niet alleen in Zijn persoon, noch slechts in Zijn Almachtigheid. We zijn eerder gered door te geloven dat Christus, ondanks het feit dat Hij God is, naar deze aarde kwam, al onze zonden op Zich nam met Zijn doopsel en aan het Kruis voor ons geofferd werd. Als we naar de zaligheid kijken die getoond wordt in de Tabernakel, wordt het ons kristalhelder wat precies het juiste geloof is dat we moeten hebben als we belijden dat we in Jezus geloven.
Tegenwoordig zijn er veel mensen die slechts in het bloed aan het Kruis geloven, terwijl ze onophoudelijk zingen, “♫Zou je vrij zijn van de last van de zonde? ♪Het bloed is machtig, het bloed is machtig♫,” en die blindelings en in hun eigen gretigheid roepen, “Heer! Ik geloof!” Het doet er niet toe hoe geestdriftig zij in Jezus geloven, zij kunnen nooit van hun zonden verlost worden door alleen maar in het bloed aan het Kruis te geloven.
Omdat we nooit van onze zonden verlost kunnen worden tijdens ons hele leven, hebben we absoluut een Verlosser nodig en deze Verlosser is niemand minder dan Jezus Christus. Jezus Christus die kwam om ons te verlossen, is de Verlosser, de Koning der koningen, de Schepper die het hele heelal en alles erin heeft geschapen, en de Heer van ons leven. Hij kwam naar deze aarde, nam met Zijn doopsel onze zonden op Zich, en reinigde ons van onze zonden door aan het Kruis te sterven. Met andere woorden, we zijn gered door in Jezus Christus te geloven die, als onze Verlosser, alle veroordeling van onze zonden met Zijn doopsel en Kruis droeg. Dit is wat de poort van de voorhof van de Tabernakel ons duidelijk en beslist toont.
 
 
Mensen die slechts religieus in Jezus geloven
 
Tegenwoordig beweren mensen dat zij gered kunnen worden door slechts in het bloed van het Kruis te geloven. Het is niets meer dan een vertoning van hun religieuze geloof om zulke losse beweringen te maken. Deze mensen zeggen, “Toen ik mijn gebeden van berouw aan God gaf, sprak de Heilige Geest in mijn hart tot me, ‘Mijn kind, Ik heb je zonden vergeven.’ Ik was zo dankbaar toen ik Zijn stem hoorde!” Zij beweren dat zo’n geloof hun getuigenis van geloof is. 
Maar onze zaligheid komt niet door onze eigen emotionele gevoelens. We zijn eerder gered door de hele dimensie van onze persoonlijkheid: kennis, emotie en wil. We moeten gered worden, door eerst te weten hoe God, onze Verlosser, ons gered heeft, en dan moeten we hierin geloven. Maar hoe zit dat met religies? Wat zijn ze? Religies zijn niets meer dan menselijke instellingen die gebouwd zijn op de eigen gedachten van de mensen.
Vroeger was mijn moeder de baas in mijn familie. Ik was haar hulp terwijl ik haar overal in de keuken volgde en haar vroeg wat ik doen kon, een beetje zoals Jakob in de Bijbel. Als mijn moeder in de keuken het eten aan het klaarmaken was, dan dekte ik in de eetkamer de tafel. Mijn moeder en ik waren een fantastische combinatie. Als we’s ochtends opstonden, maakten we het vuur aan, dekten de tafel en na het eten, veegden we de keukenvloer met een bezem. Alle taken van de ochtend werden met deze bezem beëindigd.
Dit was toentertijd in Korea geen vreemd decor. Maar het interessantste was dat deze bezem, die gebruikt werd om de keukenvloer te vegen, plotseling in een god zou keren die ons ogenschijnlijk alles zou geven waarom we vroegen. Met andere woorden, er waren mensen die werkelijk tot deze versleten bezem deden bidden. Zo’n onzin kwam in ons leven veel voor; niet alleen dit, maar altijd als er pech was in de familie of de buurt, dan riepen we de hulp van een sjamaan in om hekserij uit te oefenen. Omdat de mensen toentertijd pantheïstisch waren en geloofden dat goden overal waren, kon niet alleen de bezem, die gebruikt werd om de grond mee te vegen, in een god keren, maar ook tafels waarop de namen van hun voorvaders geschreven waren, een grote steen op een heuvel, of praktisch alles dat in hun ogen in een god kon keren. 
Tegenwoordig zijn de mensen geleidelijk aan van deze onwetendheid afgestapt, maar toentertijd kwam het vaak voor dat zowat alles in een god kon keren. De meest levendige handel in die tijd was niets minder dan hekserij. Ik kan me nog herinneren dat ik heksen zag die onverstaanbare toverspreuken opzeiden terwijl ze hekserij uitvoerden. Ik aapte de manier waarop de heks een toverspreuk opzei na, terwijl ik zei, “Abracadabra Abracadabra, zal het daglicht komen, zal het daglicht komen, alles zal van mij zijn, als het daglicht komt. De gouden koets ging kapot omdat er te weinig toewijding was. Abracadabra Abracadabra.” Ik had er geen benul van wat zij bedoelden.
Als in een van de huizen van de buren hekserij werd uitgevoerd, dan zou iedereen van het hele dorp zich samenscholen om het te zien. Het hoogtepunt van zo’n gebeurtenis kwam wanneer biljetten in het hoofd van een dood varken, dat lachte zonder zich van iets bewust te zijn, werden gestopt. Het aantal biljetten dat erin gestopt werden, besliste de toverspreuken van de heks en haar vermogen. Deze hekserij zou de hele nacht tot s morgenvroeg blijven doorgaan. 
Tussen mijn oude bekenden, was iemand die beweerde dat hij bezeten was door de geest van een maagd. Hij beweerde dat hij zowat alle demonen kon verdrijven omdat hij bezeten was door de geest van een maagd (de geesten van maagden hebben schijnbaar meer macht dan anderen). Hij zei dat als hij ooit eens een machtigere demon zou tegenkomen, hij eerder zelf gewurgd kon worden dan dat hij deze demon uit zou drijven, maar hij beweerde desalniettemin dat hij alle tuinvariëteiten van demonen kon uitdrijven. Hij was gewoon een heks. 
Zijn gewone leven leidde hij zoals iedereen. Maar altijd als iemand hem vroeg zijn exorcisme uit te voeren, deed hij zijn heksenkledij aan en vertoonde zijn spectaculaire show. Omdat het hart van de mensen zich met zulke bijgelovigheid bezighoudt, volgen zij dit soort primitieve religies die niets te maken hebben met het Woord van God, en uiteindelijk gaan ze geloven in allerlei soorten gekke en schaamtevolle dingen.
Mensen hebben dus hun eigen religies uitgevonden. Zoals in het bovenstaande verhaal, hebben zij hun goden zelf uitgevonden. Omdat mensen dit soort instinct hebben, zelfs als Christenen, kunnen mensen gemakkelijk overweldigd zijn door hun eigen emoties als hen gezegd wordt dat Jezus voor hen gekruisigd werd en uiteindelijk raken ze hierdoor geobsedeerd en gaan blindelings in Hem geloven. En als zij gezegd krijgen dat Jezus de Zoon van God is en de Schepper die het hele heelal maakte, zijn ze gewoon verrukt en opnieuw geloven ze dit onvoorwaardelijk. Zij houden er ook van om “Ik ben de weg, de waarheid, en het leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij” te horen en er alweer onvoorwaardelijk in te geloven zonder enig begrip. Omdat geen Woord van God fout is, zeggen zij allen dat zij gewoon van Jezus houden, zelfs als zij het goede Woord voor het eerst horen.
Maar Jezus zal komen om deze mensen, wiens hart nog steeds zondig blijft ondanks dat zij hun geloof in Jezus belijden, te veroordelen. Hij zal ook komen om degenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, mee te nemen. De meeste mensen die onwetend zijn t.o.v. de waarheid van het evangelie van het water en de Geest en slechts op basis van hun eigen gedachten in Jezus geloven, zullen zich uiteindelijk realiseren, ongeveer 10 jaar nadat ze hun religieuze levens zijn begonnen, dat zij werkelijk zondaars zijn die niet in staat zijn om volgens de Wet van God te leven.
Ik geloofde ook willekeurig in Jezus. Ik zong de hele tijd lofgezangen, omdat ik gewoon enorm verheugd was om Christus te hebben ontmoet. Maar nadat ik Jezus heb leren kennen, ging ik de Wet kennen en nadat ik de Wet kon, ging ik mijn zonden ontdekken. Nadat ik mijn zonden kon, begon ik me te realiseren dat er een eeuwig oordeel voor de zonden zou zijn en dat hierdoor het lijden van de zonden zou volgen. 
Om dit lijden van de zonde op te lossen, bood ik mijn oprechte berouwgebeden aan. Zo’n geloof was echter slechts het bijgeloof waarmee mensen tot alle dingen bidden om gezegend te worden. Omdat mijn hart zo bezorgd was nadat ik de Wet die geschreven staat in het Woord van God, ging kennen, en mijn zonden ging realiseren, dacht ik dat ik mijn berouwgebeden moest aanbieden en zulke berouwgebeden brachten me enige emotionele verlichting. Maar er bleven nog steeds zonden in mijn geweten, en toen ik ontdekte dat mijn ziel nog steeds in slavernij van de zonde was, leed ik nog steeds.
Zo ging ik niet in Jezus geloven en Hem liefhebben omdat ik gevangen was door mijn zonden, maar omdat ik in Jezus geloofde werd ik me bewust van mijn zonden werd, en nadat ik dus mijn zonden besefte, kwam het leed tot me. “Ik moet te vroeg in Jezus hebben geloofd,” dacht ik zelfs, en uiteindelijk had ik er zelfs spijt van dat ik Jezus zo vroeg in mijn jeugd heb leren kennen en erin ging geloven. En toch kon ik niet gewoon stoppen om in Jezus te geloven. En om dus van de slavernij van de zonde los te breken, gaf ik mijn berouwgebeden, maar zonder nut, want deze gebeden losten weinig van het wezenlijke probleem op. 
Gewone mensen zijn zich niet bewust van de zonden die zij begaan hebben, zelfs niet wanneer zij ze begaan, maar als zij naar de kerk beginnen te gaan, horen zij van de Wet en gaan zich hun zonden realiseren, en daarom worden ze gevangen in hun zonden. Dan proberen ze eerst om het probleem van hun zonden op te lossen door hun emotionele berouwgebeden, maar na verloop van tijd gaan ze zich realiseren dat zij gebonden zijn aan hun zonden en dat zij ervoor vergeven moeten worden.
Het doet er niet toe hoeveel berouwgebeden zij bidden, ze zullen zich realiseren dat hun zonden veel duidelijker onthuld worden en ze nog meer aan hun aanwezigheid herinnert worden in plaats van dat de zonden weggaan, als ze meer bidden. Vanaf dat moment wordt het religieuze leven van zulke mensen zeer pijnlijk en zij blijven lijden. Zij vragen zich af, “Ik voelde me zo goed toen ik begon te geloven, maar waarom voel ik me nu zo veel slechter als 5 of 10 jaar geleden? Waarom heb ik meer zorgen?” Zij realiseren zich dat zelfs hun eigen overtuiging van de zaligheid, die zo stevig vastgehouden werd toen zij begonnen te geloven, niet meer daar is. Terwijl ze denken dat ze zondig werden nadat ze in Jezus gingen geloven, grijpen zij naar allerlei leringen van hun geloof en uiteindelijk worden ze religieuzen. 
Omdat deze mensen onwetend zijn t.o.v. de waarheid dat Jezus ze met Zijn blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen van hun zonden gered heeft, kunnen zij uiteindelijk slechts religieuzen worden. Alhoewel zij belijden dat zij in Jezus geloven, zijn zij nog steeds bezorgd want hun hart heeft nog steeds geen vrede. Zulke mensen kunnen niet eens hun toevlucht zoeken in een andere god, want zelfs als zij dit proberen, weten ze reeds dat het geloof in een andere god dan God Zelf, verafgoding is. Omdat zij duidelijk weten dat slechts Jezus de Zoon van God is, dat Hij alleen God Zelf is en dat slechts Hij hun Verlosser is, kunnen zij niet eens in een andere god geloven. En toch leven zij in verdriet en hebben steeds zorgen vanwege hun zonden omdat zij de waarheid niet kennen.
Daarom moeten zij de Jezus Christus die door de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen kwam, kennen en in Hem geloven. Deze Christenen die dus uiteindelijk religieuzen worden, weten ook dat Jezus de Koning is, dat Hij Zijn bloed aan het Kruis vergoot en dat het Woord van de Bijbel het Woord van God is. 
Wat zij echter niet weten is dat Jezus niet alleen hun zonden, maar ook de zonden van de wereld op Zich nam met Zijn doopsel en deze onwetendheid is de reden waarom zij als zondaars leven, ook al belijden zij hun geloof en dit is ook de reden waarom zij op de plek zullen eindigen die voor de zondaars gereserveerd is. Omdat zulke Christelijke religieuzen geen idee hebben hoe Jezus precies voor hun zonden zorgde, geloven zij in hun eigen emoties als die naar boven komen. Hierdoor komt de eigenlijke werkelijkheid niet overeen met wat zij geloven, net zoals een blinde probeert een olifant te onderscheiden door het te betasten. Daarom zijn ze zich er helemaal niet van bewust wat verkeerd is aan hun geloof en daarom zullen ze weer eens verward raken.
 
 
Wat zal er met ons gebeuren als we niet in de waarheid van de blauwe wol geloven?
 
Wat zal er gebeuren als we in Jezus als onze Verlosser zouden geloven terwijl we de blauwe wol uit de poort van de voorhof van de Tabernakel zouden laten? Toen God gebood om de poort van de voorhof van de Tabernakel te bouwen door het te weven van blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen, wat zou Hij dan gezegd hebben als Mozes in plaats daarvan tegen de Israëli’s had gezegd dat ze de poort gewoon met paarse en dieprode wol en getweernd linnen moesten weven en de Israëli’s de poort inderdaad zo gemaakt hadden? Zou God het als de poort van Zijn Tabernakel geaccepteerd hebben? Hij zou het nooit als dusdanig goedgekeurd hebben. Omdat God de Israëli’s zei dat ze de poort van de voorhof van de Tabernakel met de vier draden van verschillende kleuren moesten maken, zou het nooit de poort van de Tabernakel genoemd worden als het niet zo gebouwd werd. Geen van de vier draden kan ooit weggelaten worden.
De poort van de voorhof van de Tabernakel moest geweven worden met blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen. Omdat Jezus, God zelf, als onze Verlosser naar deze aarde kwam in de gedaante van een mens, alle zonden van de wereld op Zijn lichaam nam, aan het Kruis stierf, van de dood herrees en daarmee al onze zonden heeft weggewassen, zijn we van onze zonden verlost door in deze Jezus Christus te geloven en Hem te vertrouwen. De kleuren van de poort van de Tabernakel zeggen ons hoe we in Jezus moeten geloven om van onze zonden gered te worden. Degenen die in de waarheid geloven die getoond wordt in de poort van de Tabernakel, zijn van al hun zonden gered. Zij hebben allen de verlossing van hun zonden ontvangen en ze zijn nu zo zuiver als sneeuw. Jezus Christus heeft uw en mijn zonden weggewassen, en maakte ons zo zuiver als sneeuw. Jezus Christus is de eigenlijke Verlosser van ons geworden. 
Dit is de waarheid die getoond wordt in de poort van de Tabernakel. En toch zijn er tegenwoordig veel mensen die niet in de betekenis van de blauwe wol geloven, ook al belijden zij dat ze in de paarse en dieprode wol en het getweernde linnen geloven. 
Om preliminair onderzoek voor dit boek te doen, ging ik een keer naar een Christelijke boekenwinkel. Daar vond ik enkele boeken over de Tabernakel die geschreven waren door enkele van de meest bekende Christelijke leiders. Enkelen spraken echter niet eens de poort van de voorhof van de Tabernakel aan, terwijl anderen zo’n ongegronde beweringen maakten als de volgende: “Wat zegt ons dan de blauwe, paarse en dieprode wol en getweernd linnen van de voorhof van de Tabernakel? Blauw is de kleur van de hemel en daarom zegt het ons dat Jezus God is. Dieprood verwijst naar het kostbare bloed dat Jezus aan het Kruis vergoot toen Hij naar deze aarde kwam. Paars zegt ons dat Hij Koning is.” 
Deze interpretatie zit er helemaal naast. Dat Jezus God is, wordt ons verteld door de paarse wol. Waarom zou God zich met de blauwe wol nog eens herhalen als Hij ons reeds met de paarse wol heeft gezegd dat Jezus de Koning der koningen is? Omdat deze mensen niet het mysterie van de blauwe wol kennen, hebben zij gefaald het goed te interpreteren.
Omdat zij slechts het bloed aan het Kruis kennen, leggen zij grote nadruk op de dieprode wol. Als wij hun tekeningen van de poort van de Tabernakel zien, kunnen we zien dat het gedomineerd wordt door witte en rode kleuren. Terwijl de vier kleuren van de blauwe, paarse en dieprode wol en getweernde linnen duidelijk getoond dienen te worden in de poort van de voorhof van de Tabernakel, tonen hun tekeningen slechts dieprode en witte wol, met een beetje paarse maar helemaal geen blauwe wol. 
Er zijn zoveel mensen in de huidige wereld die van zo’n onvast geloof spreken zonder zich zelfs maar de waarheid van de blauwe wol te beseffen. Er zijn nu zoveel mensen die beweren dat zij gered kunnen worden door slechts in Jezus’ bloed aan het Kruis te geloven, zelfs als zij zich nog niet eens realiseren dat Jezus in een keer met Zijn doopsel onze zonden van de wereld op Zich nam om voor ons de veroordeling te dragen. Het hart van zulke mensen blijft altijd zondig. Vandaag, morgen en later, (in feite, totdat zij sterven) zijn zo’n mensen gemarteld omdat zij niet van hun zondigheid bevrijd kunnen worden. Dus belijden sommigen, “Ik ben een zondaar voor God totdat ik sterf.” Maar is het werkelijk juist om te geloven dat zij tot hun dood zondaars zullen blijven, zelfs als zij in Jezus geloven?
Wanneer precies worden we dan rechtvaardig nadat we in Jezus zijn gaan geloven? Is de Hemel niet een plaats die gereserveerd is voor degenen die zondeloos zijn geworden door in Jezus’ doopsel en bloed te geloven? De Hemel is inderdaad een plaats voor de rechtvaardigen, niet voor de zondaars. Slechts de rechtvaardigen, die beslist gered zijn van hun zonden en die zondeloos zijn geworden, kunnen de Hemel binnen. 
Degenen die van zichzelf beweren dat ze tot hun dood zondaars zijn, zelfs als zij in Jezus geloven, zijn niet overtuigt van hun zaligheid hoe vaak zij ook hun geloof in Hem hebben belijd, omdat zij onwetend zijn t.o.v. de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Zelfs als zij in Jezus geloven en tot Hem bidden, zijn zij er niet van overtuigd dat hun gebeden beantwoord zullen worden. Alhoewel zij in Jezus geloven, worden zij door Hem niet geholpen noch geliefd. Ze zullen zich geliefd voelen wanneer ze hun toewijding tonen, maar als zij hun toewijding verminderen voelen zij zich alsof zij door God verlaten zijn of dat Hij hen haat. Zij denken dat God hun liefheeft en hun slechts zegent als zij hun offers en toewijding aan Hem geven en dat Hij hun niet langer liefheeft als zij falen Hem offers te geven. Als zij door moeilijke tijden gaan, denken zij dat God hen haat, terwijl ze niet in staat zijn te begrijpen waarom zij door zulke moeilijkheden moeten gaan, en uiteindelijk gaan ze Hem de schuld geven voor hun ellende en geloven ze niet meer in Hem.
Uiteindelijk is het vertrouwen tussen zo’n mensen en God verbroken. Omdat hun geloof een product van hun eigen gedachten en emoties is, is het erg willekeurig, wankel en verkeerd. Als we naar God gaan, moeten we onze eigen gevoelens verwerpen. Als we naar God gaan, moeten we met ons geloof gaan dat duidelijk in de waarheid gelooft dat Jezus Christus ons (die naar de hel zouden gaan vanwege onze zonden) met Zijn doopsel en bloed redde. We moeten duidelijk herkennen dat we degenen waren die slechts tot de hel verdoemd konden zijn volgens het Woord van God en het Woord van de Wet, volgens het evangelie van het water en de Geest, en ook volgens ons geweten. Slechts als we weten, leren, geloven en vertrouwen in wat voor een zondige wezens we eigenlijk zijn en hoe God ons van onze zonden gered heeft, kunnen we ons allen realiseren dat Jezus Christus onze ware Verlosser is geworden.
 
 
Slechts door het ware geloof kunnen we de gave van de zaligheid ontvangen
 
Daarom moeten wij ons realiseren dat we van onze zonden gered zijn door in de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen te geloven, en niet door zelf rechtschapen daden te doen. En we moeten weten en geloven dat Jezus Christus duidelijk in deze viervoudige waarheid naar ons is gekomen om ons te redden van onze zonden. Hij beloofde in het Oude Testament om als de Messias te komen, en Hij kwam inderdaad naar de aarde (zoals Hij beloofd had) en met Zijn doopsel nam Hij onze zonden en de zonden van de hele mensheid in een keer op Zich. En daarna droeg Hij deze zonden van de wereld naar het Kruis, werd gekruisigd, vergoot Zijn waardevolle bloed en stierf nadat Hij zei, “Het is volbracht!” (Johannes 19:30). Nadat Hij na drie dagen van de dood herrees, getuigde Hij nog voor 40 dagen en steeg daarna op naar de rechterkant van de troon van God, terwijl Hij beloofde terug te keren. We moeten dit geloven.
“Ik heb jullie zeker gered met Mijn diensten van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. En ik zal terugkeren om degenen die in deze waarheid van de zaligheid geloven, mee te nemen. Ik zal hen ook het recht geven om Gods kinderen te worden. Want degenen die met hun hart in deze waarheid geloven, zal ik van hun zonden reinigen en hun zo zuiver als sneeuw maken. Ik zal hun de Heilige Geest geven en hun Mijn eigen kinderen maken.” Dit is wat onze Heer ons heeft gezegd. 
We moeten in dit Woord geloven. Onze Heer heeft reeds deze beloften vervuld, en Hij werkt echt in de levens van degenen op deze aarde. Hij beschermt degenen die in deze waarheid geloven en draagt de getuigenis voor hun. Zo zijn we door de werken van het doopsel en het bloed van onze Heer gered; zo zijn we aanwezig in de genade, de bescherming en liefde van God en leven de levens van de rechtvaardigen. Omdat Hij ons gered heeft, zijn we verlost van onze zonden door te geloven.
Als dit boek over de Tabernakel in alle talen van de wereld vertaald is, ben ik ervan overtuigd dat de mensen van de hele wereld van hun zonden gered zullen worden door hun geloof in de waarheid. Degenen die beweren dat de verlossing van de zonden slechts door het bloed van Jezus komt, zullen niet langer in staat zijn om zulke beweringen te maken, maar zij zullen zich in plaats daarvan gaan realiseren hoe vals hun beweringen waren. Zij zullen niet langer in staat zijn om zich aan iets dat vals is, vast te houden en te beweren dat dit de zaligheid is. Zij zullen nooit in staat zijn om te zeggen dat zij gered kunnen worden door slechts in het bloed van Jezus te geloven.
In de poort van de voorhof van de Tabernakel wordt het evangelie van het water en de Geest gevonden, het duidelijke Woord van de zaligheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen. Omdat dit het Woord van God is, dat in het Oude Testament beloofd en geprofeteerd werd, en omdat God deze belofte in het Nieuwe Testament heeft gehouden door de zaligheid van alle zonden te vervullen met Zijn doopsel en kruisiging, kunnen we allen de eeuwige verlossing van de zonden ontvangen als we in deze gave van de zaligheid in vreugde en dankbaarheid geloven. 
Dit is het Woord dat zo gemakkelijk en volmaakt is, maar het is ook de waarheid die zelfs niet misverstaan kan worden met alle kennis van het hele heelal, als u niet het pure geloof in Zijn Woord heeft. Daarom moeten we zo in Zijn Woord geloven zoals het is. Omdat het zo’n waardevolle waarheid is dat we het ons niet kunnen veroorloven om onwetend te blijven, moeten u en ik zeker in het evangelie van het water en de Geest geloven. God heeft ons toegestaan om deze onbetaalbare gave van de zaligheid met ons geloof te hebben, door ons de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen te leren dat gratis en eenvoudig getoond wordt in de Tabernakel.
U en ik, die in deze waarheid geloven, geven allen dank aan God voor Zijn liefde van waarheid. En toch zijn er velen die onwetend blijven t.o.v. de echte waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en die anderen leren en naar hun valse wegen leiden. Wij willen ook tot hen deze waarheid verspreiden. We preken dit evangelie van de waarheid van het water en de Geest tot degenen wiens hart geteisterd wordt door hun onwetendheid van de waarheid, omdat we hen willen verlossen van hun zonden en omdat we willen dat ze de deur van de zaligheid binnengaan. Als we de waarheid van de Tabernakel preken, zullen degenen die erin geloven, gered worden en degenen die er niet in geloven, verdoemd worden voor hun zonden. Als we hebben besloten om in Jezus te geloven, moeten we in Hem geloven door de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol te kennen.
Niemand kent vanaf het begin de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol. God zei ons, “En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:32). Wat is de waarheid? De waarheid is het ware evangelie (Efeziërs 1:13), d.w.z. het evangelie van het water en de Geest dat getoond wordt in de blauwe, paarse en dieprode wol. Het juiste geloof in de waarheid, is om de blauwe, paarse en dieprode wol goed te kennen en erin te geloven. 
Waarom zei God dat de waarheid ons vrij zal maken? Hoe bent u van uw zonden gered? Door in de blauwe, paarse en dieprode wol te geloven, bent u niet alleen van al uw zonden gered, maar is de Heilige Geest ook over uw hart gekomen. Zijn uw zonden duidelijk verdwenen van zowel uw hart als uw geweten? Gelooft u werkelijk en kunt u werkelijk belijden van de diepte van uw hart dat God inderdaad uw Vader is? Omdat God slechts degenen die zondeloos zijn als Zijn kinderen erkent, keurt Hij slechts het geloof goed van degenen die de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen, dat geweven is in de poort van de voorhof van de Tabernakel, kennen en erin geloven. Zondaars zijn niet Gods kinderen; slechts de wedergeborenen die in het evangelie van het water en de Geest geloven, het enige evangelie dat God ons heeft gegeven, zijn de kinderen van God de Vader.
Alhoewel we veel moeilijkheden aanschouwen en veel lijden terwijl we op aarde leven, zijn we gelukkig omdat God in ons aanwezig is. Alhoewel we onvoldoende zijn, leven we ons gezegende leven, terwijl we in de gerechtigheid van God geloven en over de hele wereld het evangelie van de blauwe, paarse en dieprode wol preken, het evangelie dat ons de gerechtigheid van God schenkt.
Ik ben God vooral dankbaar voor de blauwe, paarse en dieprode wol. Toen ik pas in Jezus geloofde, had mijn hart nog altijd zonde en ik werd enorm hierdoor geteisterd, ongeacht mijn toegewijde geloof. Het deed er niet toe hoe oprecht ik beleed dat ik in Jezus geloofde, de zonde was duidelijk in mijn geweten aanwezig. Iemand kan voor God uitvinden of hij/zij zondig is of niet door naar zijn/haar geweten te kijken. Met andere woorden, degenen die nog steeds zonden in hun geweten hebben geschreven, zijn degenen die nog steeds niet in staat zijn geweest om de verlossing van hun zonden te ontvangen. Als hun geweten ook maar het geringste beetje zonde heeft, is dit het bewijs dat zij niet de verlossing van de zonden hebben ontvangen. 
Toen ik echter nog niet de waarheid, die al mijn problemen van de zonden kon oplossen kon, en toen allerlei vragen in mijn hart naar boven kwamen, ontmoette God me door Zijn Woord van de blauwe, paarse en dieprode wol.
Dit Woord werd in de passage van het Evangelie van Mattheüs gevonden, die we voorheen gelezen hebben. Terwijl ik Mattheüs 3:13-17 las, kwam ik bij de passage “Laat nu af, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen” (Mattheüs 3:15). Toen realiseerde ik me dat God Zijn gerechtigheid getuigde toen Jezus gedoopt werd en uit het water kwam en dat alle gerechtigheid vervuld was omdat alle zonden uitgewist waren door dit doopsel van Jezus, en ik geloofde erin. 
Toen Jezus Christus gedoopt werd door Johannes, waren al mijn zonden duidelijk aan Hem doorgegeven, en in een keer waren ze allen opgelost aan het Kruis. Op het moment dat ik me realiseerde en geloofde in de reden waarom Jezus gedoopt werd, waren alle problemen en vragen over mijn onopgeloste zonden beantwoord, omdat al mijn zonden uit me waren gesneden. Ik was zo dankbaar voor deze waarheid van de verlossing van de zonden, voor het feit dat ik deze verlossing van de zonden ontving door het evangelie van het water en de Geest te kennen en erin te geloven, het ware Woord van God.
De Heer kwam naar me door Zijn geschreven Woord en ik ontving de verlossing van mijn zonden door dit Woord van het water en de Geest, door er met mijn hart in te geloven. Vanaf dat moment heb ik het evangelie van de blauwe, paarse en dieprode wol aan vele mensen getuigd door het Woord van het Oude en Nieuwe Testament, en zelfs nu blijf ik al deze waarheden en mysteries van de zaligheid verspreiden. Het ware evangelie is niet iets dat gemaakt is door de menselijke gedachten, leringen of emotionele ervaringen.
Met de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen, heeft onze Heer onze zonden uitgewist. Door de blauwe, paarse en dieprode wol zal iedereen over de hele wereld zich de waarheid van de zaligheid duidelijk gaan realiseren en ze zullen gaan herkennen dat deze waarheid niets minder is dan het evangelie van het water en de Geest. Dit is ook de waarheid die absoluut noodzakelijk is in de eindtijd. Ontelbare mensen zullen in deze waarheid gaan geloven. 
Het huidige tijdperk is een tijdperk waar de gerechtigheid van de mensen helemaal uit elkaar valt en hun kwaadaardigheid overheerst. Als omgevende situaties achteruit gaan, verspillen de mensen alle kwaadaardigheid die oorspronkelijk in hun aanwezig is. En toch heeft onze Heer ons ondanks dit alles, van onze zonden gered door het evangelie van de blauwe, paarse en dieprode wol. Hoe dankbaar en onbetaalbaar is deze zegen? Ik dank onze Heer voor deze duidelijke zaligheid, want ik stroom over van vreugde en geluk.
De wereld gaat nu de eindtijd tegemoet die God voorspelde, en het is reeds dit tijdperk binnengegaan. In tijden als deze, als er steeds minder mensen zijn die God toegewijd dienen, en als zelfs het geloof van de gelovigen afgezwakt is, zult u indien u zich aan iets anders dan de waarheid van het water en de Geest probeert op te offeren, tenslotte uw hart verwonden. Als u niet in het evangelie van de blauwe, paarse en dieprode wol gelooft terwijl u in God gelooft, zult u slechts teleurgesteld worden want het zou niets van betekenis in uw hart achterlaten noch zal het voelbaar vruchten afwerpen.
Omdat de waarheid van het evangelie van de vier kleuren van de Tabernakel (van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen) de duidelijke waarheid is, is het enigste en beste evangelie voor deze donkere wereld. Dat we ons leven leiden terwijl we de verlossing van onze zonden hebben ontvangen door de waarheid, die getoond wordt in de Tabernakel, te kennen en erin te geloven, is een onbetaalbare zegen, een waardevolle gave, en een groot geluk voor ons. 
Omdat degenen die de waarheid van de blauwe, paarse en dieprode wol en het getweernde linnen, dat getoond wordt in de poort van de Tabernakel, kennen en erin geloven, de waarheid dienen, en niet het valse, wordt er altijd een grote vreugde in hun hart gevonden. 
Kent u deze waarheid die in de poort van de voorhof van de Tabernakel geopenbaard wordt ook en gelooft u erin? U moet het kennen en erin geloven.