Search

Проповіді

Onderwerp 3: Het evangelie van het water en de Geest

[3-2] Het Doopsel van Jezus en de Verzoening van Zonden (Matthëus 3:13-17)

Het Doopsel van Jezus en de Verzoening van Zonden
(Matthëus 3:13-17)
“Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.’”
 
 
IS ER IEMAND DIE NOG STEEDS LIJDT ONDER ZONDE?
 
Is onze slavernij van zonde beëindigd?
Ja
 
Onze Heer God bevrijdde alle mensen van de slavernij van zonde. Iedereen die lijdt onder de zonde, is een slaaf. Met Zijn verlossing heeft onze Heer ons absoluut gered. Hij heeft al onze zonden weggenomen. Is er iemand die nog steeds onder de zonde lijdt?
We moeten begrijpen dat onze strijd tegen de zonde, ten einde is. Wij zullen nooit meer onder de zonde lijden. Onze slavernij van zonde eindigde toen Jezus ons verlostte met Zijn doopsel en bloed. Al onze zonden zijn door Zijn Zoon uitgewist. God betaalde voor al onze zonden, voor altijd, door Jezus, die ons bevrijdde.
Weet u hoeveel mensen onder hun zonden lijden? Het begon in de tijd van Adam en Eva. De mensheid lijdt aan de zonden die zij geërfd hebben van Adam.
Maar onze God maakte een verbond welke geschreven staat in Genesis 3:15, en het verbond hield in dat Hij alle zondaars zou bevrijden. Hij zei dat de mensen verlost zouden worden van hun zonden door het offer van Jezus Christus door het water en de Geest. En toen de tijd kwam, stuurde God onze Verlosser Jezus, om samen met ons te leven.
Hij beloofde ook Johannes de Doper vóór Jezus te sturen en Hij hield Zijn belofte.
In Markus 1:1-8, “Het begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS, den Zone Gods. Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. De stem des roependen in de woestijn: ‘Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht. Johannes was dopende in de woestijn, en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden. En al het Joodse land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden. En Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lenden, en at sprinkhanen en wilde honig.’ En hij predikte, zeggende: Na mij komt, Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben, nederbukkende, den riem Zijner schoenen te ontbinden. Ik heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met den Heilige Geest.”
 
 

DE GETUIGE EN VOORLOPER VAN HET EVANGELIE, JOHANNES DE DOPER

 
Wie is Johannes de Doper?
De Hogepriester en de vertegenwoordiger van de hele mensheid
 
Zij die in Jezus geloven zijn gedoopt. Doopsel betekent in het Grieks `onderdompelen`, maar het betekent ook ‘gewassen worden, begraven worden, ondergedompeld worden, of het doorgeven aan.’ Toen Jezus gedoopt werd, was de rechtvaardigheid van God vervuld. ‘Rechtvaardigheid’ is `dikaiosune’ in het Grieks, wat zoveel betekent als ‘rechtvaardig zijn’ en ook `meest juiste`, ‘meest passende’ of de `eerlijkste staat`.
Zich te laten dopen, was voor Jezus de beste en meest geschikte manier om de Verlosser te worden. Daarom krijgen zij die in Jezus geloven, het geschenk van de verlossing van God doordat ze in Zijn doopsel en aan het Kruis geloven, het water en de Geest.
In het Nieuwe Testament is Johannes de Doper de laatste Hogepriester van het Oude Testament. Laten we kijken naar Matthëus 11:10-11. De Geschriften zeggen dat Johannes de Doper de vertegenwoordiger van de mensheid is. En als de Hogepriester in het tijdperk van het Nieuwe Testament, gaf hij alle zonden van de wereld door aan Jezus, aldus het hogepriesterambt van het Oude Testament dienend.
Jezus getuigde Zelf over Johannes. Hij zei, in Matthëus 11:13-14, “Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou.” Daarom was Johannes de Doper, die Jezus doopte, een afstammeling van de Hogepriester Aaron en de laatste Hogepriester. De Bijbel getuigt ook in het Oude Testament dat Johannes een afstammeling is van Aaron (Lukas 1:5, 1 Kronieken 24:10).
Waarom leefde Johannes alleen in de woestijn, gekleed in een gewaad van kamelenhaar? Om het Hogepriesterambt te aanvaarden. Als de vertegenwoordiger van de mensheid, kon Johannes de Doper niet onder de mensen leven. Dus riep hij de mensen toe “Bekeert u, Gij Adderenbroedsels!” en hij doopte ze voor de vrucht van de bekering, zodat de mensen naar Jezus, die al onze zonden zou wegnemen, terug zouden keren. Johannes de Doper gaf voor onze zaligmaking alle zonden van de wereld door aan Jezus.
 

TWEE SOORTEN DOOPSEL
 
Waarom doopte Johannes de Doper de mensen?
Om de mensen te laten bekeren van al hun zonden en om hun in de zaligmaking van het doopsel van Jezus te laten geloven
 
Johannes de Doper doopte de mensen en toen doopte hij Jezus. Het eerste doopsel was ‘het doopsel van de bekering’ waarbij de zondaars werden opgeroepen om naar God terug te keren. Veel mensen die de woorden van God door Johannes hoorden gaven hun afgoden op en keerden terug naar God.
Het Tweede doopsel was het doopsel van Jezus, het doopsel dat alle zonden van de wereld aan Jezus doorgaf. Johannes de Doper doopte Jezus om de rechtvaardigheid van God te vervullen. Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper, om alle mensen van hun zonden te redden (Matthëus 3:15).
Waarom moest Johannes Jezus dopen? Om de zonden van de wereld uit te wissen, liet God Johannes alle zonde aan Jezus doorgeven zodat de mensen die in Jezus geloven, gered kunnen worden.
Johannes de Doper was de dienaar van God wiens ambt het was al de zonden van de wereld aan Jezus door te geven door het doopsel en te getuigen over Jezus zodat alle mensen zich zouden bekeren en gereinigd zouden worden van hun zonden door in het evangelie van de verlossing te geloven. Daarom moest Johannes alleen in de woestijn leven. In de tijd van Johannes de Doper waren de mensen van Israël allemaal corrupt en tot op het bot verrot.
Dus God zei in het Oude Testament, Malaechi 4:5-6, “Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal. En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla.”
In de ogen van God, waren alle mensen van Israël die Jehovah aanbaden corrupt. Niemand was rechtvaardig voor Hem. De religieuze leiders van de tempel, zoals priesters, advocaten en schriftgeleerden waren vooral tot op het bot slecht. De Israëlieten en de priester boden geen offergave aan volgens de Wet van God.
De priesters hadden het opleggen van handen en het ritueel van de offergave van bloed dat God hun had geleerd voor de verzoening van hun zonden, afgeschaft. Het staat genoteerd dat de priesters in de tijd van Malaechi het wettige offersysteem, het opleggen van handen en het offeren van het bloed van het offerdier hadden afgeschaft.
Daarom kon Johannes de Doper niet bij hun blijven. Dus ging Johannes de Doper de woestijn in en riep uit. Wat zei hij?
Het staat geschreven in Markus 1:2-3, citerend de woorden van de profeet Jesaia “Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. De stem des roependen in de woestijn: ‘Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht.’”
De stem in de woestijn riep de mensen op voor het doopsel van bekering. Wat is het ‘doopsel van bekering’ waar de Bijbel het over heeft? Johannes riep op tot het doopsel, het doopsel dat de mensen terug moest brengen naar Jezus, zodat zij in Jezus, die al hun zonden zou wegnemen en hun zou redden, zouden geloven. Het doopsel van bekering zou hen naar de zaligmaking leidden.
“Bekeert u, en laat u dopen, en Jezus zal op een zelfde wijze gedoopt worden om aldus al uw zonden weg te nemen.” De uitroep van Johannes de Doper was dat Jezus alle zonden van de wereld zou wegnemen en veroordeeld zou worden aan het Kruis om alle mensen te redden zodat zij naar God konden terugkeren.
“Ik doop je inderdaad met water, maar Hij zal je dopen met de Heilige Geest.” ‘Dopen met de Heilige Geest’ wil zeggen; al uw zonden wegwassen. Dopen betekent wassen. Het doopsel van Jezus in de Jordaan zegt ons dat de Zoon van God aldus gedoopt was en al onze zonden wegnam om ons te redden.
Daarom moeten we ons afkeren van de zonde en in Hem geloven. Hij is het Lam die de zonden van alle mensen wegneemt. En dit is het evangelie van de verlossing waar Johannes de Doper over getuigde.
 
 
DE TAAK VAN DE HOGEPRIESTER VOOR DE VERZOENING VAN DE ZONDEN
 
Wie bereidde de weg naar de zaligmaking voor?
Johannes de Doper
 
De Profeet Jesaia had voorspeld, “Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden.” (Jesaia 40:2)
Jezus Christus nam de zonden van u en van mij en van iedereen zonder uitzondering weg; de erfzonde, tegenwoordige zonden, en zelfs toekomstige zonden waren weggewassen door Zijn doopsel. Hij verlostte ons allemaal. Wij moeten allemaal weten over Gods verlossing.
Als we van onze zonden gered zijn, zouden we in het evangelie dat Johannes de Doper alle zonden aan Jezus doorgaf door het doopsel, moeten geloven.
Wij moeten het niet verkeerd begrijpen, denkend, “Omdat God liefde is, kunnen we het Koninkrijk van de Hemel binnen alleen maar door in Jezus te geloven zelfs als we zonde in ons hart hebben.”
Om van al onze zonden verlost te worden, moeten we in Zijn doopsel geloven, door welke Johannes de Doper alle zonden van de wereld aan Jezus en het Kruis doorgaf. Het is door ‘het water’ dat Johannes de Doper alle zonden van de mensheid aan Jezus doorgaf.
Het eerste dat God deed om ons te redden was om Johannes naar deze wereld te sturen. De boodschapper van God, Johannes de Doper werd gezonden als een ambasadeur van de Koning, die alle zonden van de wereld aan Jezus zou doorgeven door het doopsel. En hij voerde het hogepriesterambt voor de hele mensheid uit.
God vertelde ons dat Hij Zijn boodschapper Johannes de Doper naar ons toe zou sturen. “Ik zend Mijn boodschapper voor Uw aangezicht.” Voor `Uw aangezicht` wil zeggen voor Jezus. Wat was de reden dat Hij Johannes voor Jezus zond? Om alle zonden van de wereld aan Jezus, de Zoon van God, door te geven door het doopsel. “Hij zal Uw weg voorbereiden.” Dat is wat Hij bedoelde.
Wie bereidde de weg voor, zodat wij verlost konden worden en naar de Hemel kunnen gaan? Johannes de Doper. ‘Uw’ betekent Jezus en ‘Mijn’ betekent God Zelf. “Ik zend Mijn boodschapper voor Uw aangezicht, die Uw weg zal voorbereiden," wat betekent dit?
Wie was er om de weg voor te bereiden zodat wij naar de Hemel kunnen gaan? Johannes de Doper gaf al onze zonden door aan Jezus zodat wij zouden geloven dat Jezus al onze zonden voor ons had weggewassen, het was zijn taak om de zonden door te geven, om Jezus Christus te dopen. Het waren Jezus en Johannes die het voor ons mogelijk maakten om in de Waarheid te geloven en verlost te worden.
Waar hangt onze zaligmaking van af? Het hangt ervan af of we in de werken van Jezus, de Zoon van God, geloven en in het feit dat de boodschapper van God alle zonden van de wereld aan Hem had doorgegeven. Wij zouden allemaal het evangelie van de vergeving van de zonden moeten kennen. God de Vader stuurde Zijn boodschapper vooruit, hij die Zijn Zoon zou dopen, en Hij maakte hem de vertegenwoordiger van de mensheid. Aldus volbracht Hij het werk van de verlossing voor ons.
God stuurde Zijn dienaar Johannes de Doper om Zijn Zoon te dopen, zodat Johannes de Doper de weg kon voorbereiden voor de zaligmaking voor hen die geloven in Zijn Zoon. Dat is de reden van het doopsel van Jezus. Het doopsel van Jezus door Johannes de Doper was de verlossing waardoor alle zonden van de mensheid doorgegeven werden aan Jezus zodat alle mensen in Jezus zouden geloven en naar de Hemel kunnen gaan.
Zelfs de toekomstige zonden van de mensheid werden aan Jezus doorgegeven door Zijn doopsel. Jezus en Johannes de Doper bereidden samen voor ons, de weg naar de hemel voor. Zo onthulde God het geheim van de verlossing door Johannes de Doper.
Als de vertegenwoordiger van de mensheid, doopte Johannes de Doper Jezus, zodat wij in onze verlossing zouden geloven en naar de Hemel kunnen gaan. Door het doopsel gaf hij iedere zonde aan Jezus door. Dit is het vreugdevolle nieuws van de verlossing, het evangelie.
 
 
WAAROM WERD JOHANNES DE DOPER GEBOREN?
 
Door wie kunnen we in Jezus geloven?
Johannes de Doper
 
In Malaechi 3:1 staat geschreven, “Ziet, Ik zende Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal.” U moet de Bijbel aandachtig lezen. Waarom stuurde God ons Zijn boodschapper? Waarom werd Johannes de Doper 6 maanden vóór Jezus geboren?
We moeten begrijpen waar het in de Bijbel allemaal om gaat. Er is een deel in het Oude Testament over het priesterambt van de Hogepriester Aaron. Aaron was de oudste broer van Mozes. Hij en zijn zonen waren door God als priesters aangewezen. De andere Levieten werkten onder hen, hun verscheidene gereedschappen brengend, het deeg mengen voor het brood en zo, terwijl de zonen van Aaron de offergave binnenin de Heilige Tabernakel offerden.
De zonen van Aaron waren gezalfd om een gelijke hoeveelheid werk onder hen te verdelen, maar op de Grote Verzoendag, de tiende dag van de zevende maand, offerde alleen de Hogepriester het verzoenoffer voor de jaarlijkse zonden van zijn volk.
In Lukas 1:5, is een verhaal over de afkomst van Johannes de Doper. We moeten de boodschapper van God goed begrijpen om Jezus goed te kunnen begrijpen. We neigen ertoe veel over Jezus na te denken, maar we negeren Johannes de Doper die vóór Hem kwam. Ik wil u graag helpen dit te begrijpen.
“Het begin van het evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. Zoals het geschreven staat in de Profeten, Ziet, Ik zend Mijn engel in uw aangezicht.” (Markus 1:1-2) Het evangelie van de Hemel begint steeds met Johannes de Doper.
Als we begrip hebben over Johannes de Doper, kunnen we duidelijk het evangelie van de verlossing van Jezus begrijpen en erin geloven. Het is hetzelfde als het luisteren naar de ambassadeurs die we overal op de wereld hebben gezonden om zo de situaties in alle landen te kunnen begrijpen. Als we begrip hebben over Johannes de Doper, kunnen we heel goed de verlossing van God begrijpen.
Wat jammer is, is echter, dat tegenwoordig zo veel Christenen het belang van Johannes niet meer zien. God stuurde Johannes de Doper niet omdat Hij zich verveelde en niets anders te doen had. Alle vier de Evangelies van het Nieuwe Testament spreken van Johannes de Doper voordat ze praten over de verlossing van Jezus.
Maar de evangelisten van tegenwoordig negeren hem helemaal en vertellen de mensen dat het geloof in Jezus voldoende is om gered te worden. Zij zijn in feite de leidende mensen die hun hele leven als zondaars leven en in de hel zullen eindigen. Als u in Jezus gelooft zonder de rol van Johannes de Doper te begrijpen, dan wordt het Christendom gewoon een andere religie voor u. Hoe kunt u van uw zonden verlost worden als u de Waarheid niet kent? Dat is onmogelijk.
Het evangelie van de verlossing is niet zo eenvoudig noch is het gemakkelijk. Zoveel mensen denken dat de verlossing in hun geloof aan het Kruis ligt omdat Jezus voor ons aan het Kruis stierf. Maar als u alleen maar in de kruisiging gelooft zonder de Waarheid van het doorgeven van de zonden te kennen, dan zal geen enkel geloof u naar de hele verlossing leiden.
Daarom zond God Johannes de Doper om de wereld te laten weten hoe de verlossing verkregen werd en hoe Jezus alle zonden van de wereld zou wegnemen. Enkel als we de Waarheid kennen zullen we begrijpen dat Jezus de Zoon van God is die al onze zonden op Zich nam.
Johannes de Doper vertelt ons over de Waarheid van de verlossing. Hij vertelt ons hoe hij getuigde van de goddelijkheid van Jezus, hoe mensen Hem niet wilden ontvangen toen het Licht op aarde neerdaalde. Hij getuigde ook in Johannes 1 dat hij het was die het evangelie van de verlossing voorbereidde door Jezus Christus te dopen.
Als we de getuigenis over de verlossing van Johannes de Doper niet hadden, hoe konden we dan in Jezus geloven? We hebben Jezus nooit gezien, en we komen van andere culturen en religies, hoe is het dan mogelijk om in Jehovah te geloven?
Er zijn zovele verschillende religies over de hele wereld, hoe kunnen we Jezus Christus dan kennen? Hoe konden we weten dat Jezus inderdaad de Zoon van God was die ons verloste door alle zonden van de wereld op Zich te nemen?
Daarvoor moeten we in het Oude Testament kijken om de woorden van verlossing vanaf het begin te vinden en om te weten te komen dat Jezus onze Verlosser is. We moeten juiste kennis vergaren om op de juiste manier te geloven. Er is niets dat we kunnen doen zonder de ware kennis. Om in Jezus te geloven en gered te worden, moeten we het ware evangelie van de verlossing, dat Johannes de Doper getuigde en waar hij zijn rol in had, kennen. Om absoluut geloof in Christus te hebben, moeten we de Waarheid van de verlossing kennen.
Zoals Jezus daarom zei, “En je zult de waarheid kennen, en de waarheid zal je vrij maken,” moeten we de Waarheid van de verlossing in Jezus kennen.
 
 
DE BEWIJZEN IN DE BIJBEL
 
Vanaf welk punt starten de vier Evangelies?
Vanaf de komst van Johannes de Doper
 
Laat ons alle bewijzen van de verlossing in de Bijbel verkennen. Laat ons onthullen wat de vier Evangelies over Johannes de Doper zeggen, wie hij was, waarom hij ‘de vertegenwoordiger van de mensheid’ werd genoemd en ‘de laatste Hogepriester,` hoe alle zonden van de wereld door hem aan Jezus werden doorgegeven, en of Jezus alle zonden op Zich nam of niet.
Alle vier de Evangelies beginnen met Johannes de Doper. Johannes 1:6 vermeldt een van de belangrijkste feiten in het evangelie. Het vertelt ons wie de taak vervulde om alle zonden van de wereld aan Jezus door te geven. “Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes. Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden” (Johannes 1:6-7).
Er wordt gezegd, "allen door hem geloven zouden," en dat "hij van het Licht getuigen zou." Het Licht is Jezus Christus. Het betekent dat Johannes de taak had om over Jezus te getuigen zodat iedereen door hem zou kunnen geloven. Laten we nu hoofdstuk 3 van Matthëus eens nader bekijken.
Matthëus 3:13-17, “Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.”
 
Waarom moeten we de afkomst van Johannes begrijpen?
Omdat de Bijbel zegt dat Johannes de Hogepriester van de hele mensheid is.
 
Johannes de Doper doopte Jezus om de vergeving van alle zonden in de wereld te volbrengen. Het doopsel dat Jezus van Johannes ontving was de belangrijkste gebeurtenis voor onze redding. Maar om de hele waarheid volledig te begrijpen en te geloven, moeten we eerst Johannes de Doper aandachtig bestuderen.
Lukas 1:1-14, “Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben; Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; Zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht, vervolgens aan u te schrijven, voortreffelijke Theofilus! Opdat gij moogt kennen de zekerheid der dingen, waarvan gij onderwezen zijt. In de dagen van Herodes, den koning van Judea, was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren van Aaron, en haar naam Elizabet. En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk. En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren. En het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde. Naar de gewoonte der priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen. En al de menigte des volks was buiten, biddende, ten ure des reukoffers. En van hem werd gezien een engel des Heeren, staande ter rechter zijde van het altaar des reukoffers. En Zacharias, hem ziende, werd ontroerd, en vreze is op hem gevallen. Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes. En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.”
Lukas verteld ons tot in het detail de afkomst van Johannes. Lukas, een discipel van Jezus, legt de stamboom van Johannes vanaf het begin uit. Lukas had het evangelie geleerd aan een man genaamd Theophilus, die van een andere cultuur was en de Heer niet kende.
Om hem dus van Jezus, de Verlosser van de zondaars, te onderwijzen, dacht Lukas dat hij hem de stamboom van Johannes de Doper gedetaileerd moest uitleggen. Omdat we ook niet-Joden van verschillende rassen zijn, kunnen we de zaligmaking van Jezus niet begrijpen als het niet stap voor stap wordt uitgelegd. Laten we eens kijken wat de details zijn.
In Lukas 1:5-9, somt hij op, “In de dagen van Herodes, den koning van Judea, was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren van Aaron, en haar naam Elizabet. En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk. En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren. En het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde. Naar de gewoonte der priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen.”
Hier deed zich een incident voor terwijl Zacharias God diende volgens de gewoonte van het priesterambt. Lukas getuigde duidelijk dat Zacharias een afstammeling was van Aaron. Tot welke divisie behoorde Zacharias dan? Dit is een heel belangrijk punt.
Hij legde uit, “En het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde.” We kunnen zien dat Lukas veel van Zacharias afwist, dat hij het evangelie van de verlossing uitlegde via Zacharias en Elizabeth.
Johannes de Doper werd geboren uit Zacharias en zijn vrouw Elizabeth, die één van Aaron’s dochters was. Laten we nu eens kijken naar de afkomst van Zacharias, de vader van Johannes.
 
 
DE AFKOMST VAN JOHANNES DE DOPER
 
Wiens afstammeling was Johannes de Doper?
Aaron, de Hogepriester
 
Om de afkomst van Johannes de Doper te begrijpen, moeten we het Oude Testament lezen, 1 Kronieken 24:1-19.
“Aangaande nu de kinderen van Aaron, dit waren hun verdelingen. De zonen van Aaron waren Nadab, en Abihu, Eleazar en Ithamar. Maar Nadab stierf, en Abihu, voor het aangezicht huns vaders, en zij hadden geen kinderen. En Eleazar en Ithamar bedienden het priesterambt. David nu verdeelde hen, en Zadok uit de kinderen van Eleazar, en Abimelech uit de kinderen van Ithamar, naar hun ambt in hun dienst. En van de kinderen van Eleazar werden meer gevonden tot hoofden der mannen, dan van de kinderen van Ithamar, als zij hen afdeelden; van de kinderen van Eleazar waren zestien hoofden der vaderlijke huizen, maar van de kinderen van Ithamar, naar hun vaderlijke huizen, acht. En zij deelden hen door loten af, dezen met genen; want de oversten des heiligdoms en de oversten Gods waren uit de kinderen van Eleazar en van de kinderen van Ithamar. En Semaja, de zoon van Nethaneel, de schrijver, uit de Levieten, schreef hen op, voor het aangezicht des konings, en van de vorsten, en van den priester Zadok, en van Achimelech, den zoon van Abjathar, en van de hoofden der vaderen onder de priesters en onder de Levieten; een vaderlijk huis werd genomen voor Eleazer, en desgelijks werd genomen voor Ithamar. Het eerste lot nu ging uit voor Jojarib, het tweede voor Jedaja, Het derde voor Harim, het vierde voor Seorim, Het vijfde voor Malchia, het zesde voor Mijamin, Het zevende voor Hakkoz, het achtste voor Abia, Het negende voor Jesua, het tiende voor Sechanja, Het elfde voor Eljasib, het twaalfde voor Jakim, Het dertiende voor Huppa, het veertiende voor Jesebeab, Het vijftiende voor Bilga, het zestiende voor Immer, Het zeventiende voor Hezir, het achttiende voor Happizzes, Het negentiende voor Petahja, het twintigste voor Jehezkel, Het een en twintigste voor Jachin, het twee en twintigste voor Gamul, Het drie en twintigste voor Delaja, het vier en twintigste voor Maazja. Het ambt van dezen in hun dienst was te gaan in het huis des HEEREN, naar hun ordening door de hand van Aaron, huns vaders; gelijk als hem de HEERE, de God Israëls, geboden had.”
Laten we vers 10 nog eens lezen. “Het zevende voor Hakkoz, het achtste voor Abia.” Hier verdeelt David de ambten aan elk van de zonen van Aaron zodat het offer in volgorde werd geofferd. (Zoals u allemaal weet is Aaron de oudste broer van Mozes. God wijdde Mozes als Zijn waarnemer, en Aaron als de Hogepriester van het Heilige Tabernakel voor het volk van Israël).
Alle andere Levieten werden onder de priesters verdeeld en Aaron en zijn zonen namen de leiding over alle offers voor God. Voordat David de opdrachten verdeelde, moesten de priesters, de afstammelingen van Aaron, iedere keer een lot trekken en dat was erg verwarrend.
Daarom regelde David een systeem om iedere divisie in volgorde te verdelen. Er waren 24 divisies in een volgorde die zijn oorsprong vond bij de kleinzonen van Aaron en de achste was Abia. En er staat, “Was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia.” Zacharias was dus een priester van de divisie van Abia, en zij waren beiden afstammelingen van Aaron, de Hogepriester.
Het was Zacharias, een priester van de divisie van Abia, die de vader van Johannes de Doper was. Wij weten van de Bijbel dat zij binnen de familie trouwden.
Zoals u weet huwde Jacob een dochter van zijn oom van moeder’s kant. Het is deze uitleg van de afkomst die van belang is. Er staat, “Was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia.”
Daarom was hij definitief een afstammeling van Aaron. Wie? Zacharias, de vader van Johannes de Doper. Dit is een belangrijk feit in de uitleg van de verlossing van Jezus, en het priesterambt van Johannes de Doper, en het doorgeven van de zonden van de wereld aan Jezus.
 

ALLEEN DE ZONEN VAN AARON ZULLEN HET PRIESTERAMBT UITVOEREN
 
Wie zou het Hogepriesterambt kunnen uitvoeren in de tijd van het Oude Testament?
Aaron en zijn afstammelingen
 
Waar staat in de Bijbel dat de zonen van Aaron het priesterambt moesten uitvoeren? Laten we het opzoeken.
Numeri 20:22-29, “Toen reisden zij van Kades; en de kinderen Israëls kwamen, de ganse vergadering, aan den berg Hor. De HEERE nu sprak tot Mozes, en tot Aaron, aan den berg Hor, aan de pale van het land van Edom, zeggende: Aaron zal tot zijn volken verzameld worden; want hij zal niet komen in het land, hetwelk Ik aan de kinderen Israëls gegeven heb, omdat gijlieden Mijn mond wederspannig geweest zijt bij de wateren van Meriba. Neem Aaron, en Eleazar, zijn zoon, en doe hen opklimmen tot den berg Hor. En trek Aaron zijn klederen uit, en trek ze Eleazar, zijn zoon, aan; want Aaron zal verzameld worden, en daar sterven. Mozes nu deed, gelijk als de HEERE geboden had; want zij klommen op tot den berg Hor, voor de ogen der ganse vergadering. En Mozes trok Aaron zijn klederen uit, en hij trok ze zijn zoon Eleazar aan; en Aaron stierf aldaar, op de hoogte diens bergs. Toen kwam Mozes en Eleazar van dien berg af. Toen de ganse vergadering zag, dat Aaron overleden was, zo beweenden zij Aaron dertig dagen, het ganse huis van Israël.”
In Exodus, de wet van God, staat genoteerd dat de zonen van de Hogepriester het priestersambt moeten aanvaarden, zoals hun vaders dat deden als zij 30 jaar werden.
Exodus 28:1-5, “Daarna zult gij uw broeder Aaron, en zijn zonen met hem, tot u doen naderen uit het midden der kinderen Israëls, om Mij het priesterambt te bedienen: namelijk Aaron, Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar, de zonen van Aaron. En gij zult voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, tot heerlijkheid en tot sieraad. Gij zult ook spreken tot allen, die wijs van hart zijn, die Ik met de geest der wijsheid vervuld heb, dat zij voor Aaron klederen maken, om hem te heiligen, dat hij Mij het priesterambt bediene. Dit nu zijn de klederen, die zij maken zullen: een borstlap, en een efod, en een mantel, en een rok vol oogjes, een hoed en een gordel; zij zullen dan voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, en voor zijn zonen, om Mij het priesterambt te bedienen. Zij zullen ook het goud, en hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen nemen.”
God wees Aaron, de broer van Mozes, duidelijk aan tot het priesterambt. Het priesterambt was niet open voor iedere man. Daarom gaf God Mozes de opdracht om Aaron als Hogepriester te wijden, en om hem de goede kleding te maken zoals door Hem omschreven. We moeten nooit de woorden van God vergeten.
Er staat ook in Exodus 29:1-9, “Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens runds, en twee volkomen rammen; En ongezuurd brood, en ongezuurde koeken, met olie gemengd, en ongezuurde vladen, met olie bestreken; van tarwemeelbloem zult gij dezelve maken. En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf toebrengen, met den var en de twee rammen. Alsdan zult gij Aaron en zijn zonen doen naderen aan de deur van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen. Daarna zult gij de klederen nemen, en Aaron den rok, en den mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods. En gij zult den hoed op zijn hoofd zetten; de kroon der heiligheid zult gij aan den hoed zetten. En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult hen de rokken doen aantrekken. En gij zult hen met den gordel omgorden, namelijk Aaron en zijn zonen; en gij zult hun de mutsen opbinden, opdat zij het priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de hand van Aaron vullen, en de hand zijner zonen.”
Hen met den gordel omgorden, namelijk Aaron en zijn zonen, en gij zult hun de mutsen opbinden. Opdat zij het priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Alzo zult gij hen zalven, Aaron en zijn zonen. God maakte duidelijk dat alleen Aaron en zijn zonen gezalfd dienden te worden om het eeuwigdurende priesterambt uit te voeren. Toen Hij benadrukte “voor de eeuwigheid,” werd dit standgehouden zelfs nadat Jezus op de wereld kwam.
Daarom legde Lukas diepgaand uit dat Zacharias een afstammeling van Aaron, de Hogepriester was. Toen Zacharias het priesterambt uitvoerde voor God in de Tempel van de Heer, kwam een engel te voorschijn en zei hem dat zijn gebeden verhoord waren; dat zijn vrouw Elizabet hem een zoon zou baren.
Zacharias kon dit niet geloven en zei, “Mijn vrouw is wel in haar dagen, hoe kan zij een zoon baren?” Omwille van zijn twijfel, maakte God hem voor een tijdje stom om hem te tonen dat Zijn woorden de waarheid waren.
Binnen afzienbare tijd werd zijn vrouw zwanger en na een tijdje werd Maria, een maagd ook zwanger. Beide voorvallen waren de voorbereidende werken van God voor onze zaligmaking. Om de ellendige mensheid te redden, moest Hij Zijn dienaar Johannes en zijn eniggeboren Zoon Jezus naar deze wereld sturen.
Daarom had Hij Zijn Zoon laten dopen door Johannes om zo alle zonden van de wereld door te geven zodat zij, die in Hem geloven gered kunnen worden.

 
DE BIJZONDERE VOORZIENIGHEID VAN GOD!
 
Wie bereidde God vóór Jezus voor het werk van de verlossing?
Johannes de Doper
 
Hij is de Verlosser van de mensheid, Jezus Christus, die geboren werd uit het lichaam van de maagd Maria. Maria was verloofd met Jozef, die een afstammeling was van Judas. Jezus moest uit de afstammelingen van Judas geboren worden om het Verbond van God te vervullen net zoals Johannes de Doper geboren moest worden in het huis van de Hogepriester Aaron.
God bereidde deze twee voor om in deze wereld geboren te worden, Johannes vóór Jezus. Johannes werd geboren zodat hij Jezus kon dopen en alle zonden van de wereld aan Hem kon doorgeven. Een afstammeling van de Hogepriester moest de offergave voor verzoening offeren om het Verbond van God dat in het Oude en het Nieuwe Testament gemaakt was, te vervullen. Het evangelie van de verlossing van Jezus moest correct worden uitgevoerd zodat alle mensen verlost zouden worden.
In Exodus geeft God Israël Zijn Wet en Verbonden; de wetten van God en het offersysteem van de Tabernakel, details voor de offergave en het doorgeven van het priesterambt aan de zonen van de priesters, tot aan de kleding van de priesters. God wees Aaron en zijn nakomelingen aan tot het eeuwige Hogepriesterambt.
Daarom konden alle nakomelingen van Aaron offeren en de Hogepriesters konden alleen maar van het huis van Aaron komen. Ziet u waarom dit zo was?
Maar onder de vele nakomelingen van Aaron koos God een bepaalde priester genaamd Zacharias en zijn vrouw Elizabet. Hij zei, “Ziet, Ik zend Mijn engel voor uw aangezicht.” Toen God Zacharias vertelde dat Hij het mogelijk zou maken dat Elizabet een zoon zou krijgen, en dat Hij Johannes genoemd moest worden, was hij zo verbaasd dat hij door God met stomheid geslagen was totdat de zoon geboren en benoemd was.
En inderdaad, er werd een zoon in zijn huis geboren. Toen het tijd was om de baby een naam te geven, werd hij, zoals in Israël het gebruik is, naar zijn vader genoemd.
“En de tijd van Elizabet werd vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon. En die daar rondom woonden, en haar magen hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen had, en waren met haar verblijd.
En het geschiedde, dat zij op den achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, en noemden het Zacharias, naar den naam zijns vaders. En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes heten. En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt. En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou worden. En als hij een schrijftafeltje geeist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen. En terstond werd zijn mond geopend, en zijn tong losgemaakt; en hij sprak, God lovende. En er kwam vrees over allen, die rondom hen woonden; en in het gehele gebergte van Judea werd veel gesproken van al deze dingen. En allen, die het hoorden, namen het ter harte, zeggende: Wat zal toch dit kindeken wezen? En de hand des Heeren was met hem.” (Lukas 1:57-66).
Zacharias was stom op dat moment. Toen het tijd was om de baby een naam te geven, stelden de familie voor dat de baby Zacharias genoemd moest worden. Maar zijn moeder drong aan dat zijn naam Johannes zou zijn. Hierop zeiden de familieleden dat er niemand in de familie die naam droeg en dat de baby naar zijn vader genoemd moest worden.
Toen Elizabet de naam bleef aandringen, gingen de familieleden naar Zacharias en vroegen hem welke naam de baby zou krijgen. Zacharias, vroeg voor een schrijftafeltje omdat hij nog niet kon spreken, en hij schreef ‘Johannes’. Alle familieleden waren verwonderd over deze ongebruikelijke naamkeuze.
Maar na de benaming, opende Zacharia’s mond zich meteen. Hij prees God en hij was vervuld met de Heilige Geest en profeteerde.
Lukas verteld over de geboorte van Johannes de Doper in het huis van Zacharias. “Er was een bepaalde priester genaamd Zacharias, van de divisie van Abia.” In de bijzondere voorzienigheid van God, werd Johannes de Doper, de vertegenwoordiger van de mensheid geboren aan Zacharias, een nakomeling van Aaron. En door Johannes de Doper en Jezus Christus heeft God de zaligmaking van de mensheid volbracht. Wij zijn gered van al onze zonden door te geloven in het werk van de verlossing die uitgevoerd werd door Johannes en Jezus Christus.
 


HET DOOPSEL VAN JEZUS

 
Waarom was Jezus gedoopt door Johannes?
Om alle zonde van de wereld weg te nemen
 
Johannes de Doper getuigde dat Jezus de Zoon van God was en Hij nam al onze zonden weg. Hij was Johannes de Doper, de dienaar van God die gestuurd werd om te getuigen over de zaligmaking van God. Het betekent niet dat God Zelf ons niet verteld dat Hij onze Verlosser is. God werkt door Zijn dienaren in de Kerk, en door de monden van al Zijn mensen die verlost zijn.
God zegt, “Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.” De Profeet Jesaja had voorspeld, “Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden” (Jesaja 40:8, 2).
God had al ongeveer 700 jaar vóór de geboorte van Christus beloofd, “U bent geen zondaars meer. Ik heb al uw zonden verzoend en de strijd is teneinde.” Zo blijft de stem van het evangelie van de verlossing naar ons roepen. Dit is wat het voorbereide evangelie wordt genoemd.
Als we de werken van Johannes de Doper begrijpen, als we echt begrijpen dat alle zonden van de wereld aan Jezus werden doorgegeven door Johannes de Doper, dan kunnen we allemaal van onze zonden bevrijd worden.
Alle vier de evangelies vertellen ons over Johannes de Doper, en Maleáchi, de laatste profeet van het Oude Testament getuigt dat Johannes de Doper, de voorbereide dienaar van God is. Het Nieuwe Testament begint met de geboorte van Johannes de Doper en het doorgeven van de zonden door hem.
Waarom noemen we hem dan Johannes de Doper? Omdat hij Jezus doopte. Wat betekent doopsel? Het betekent, ‘doorgeven van, begraven worden, gewassen worden’ - hetzelfde als ‘het opleggen van handen’ in het Oude Testament.
Als een mens gezondigd had in het Oude Testament, gaf hij zijn zonden door aan het hoofd van de offergave zonder smet, door zijn handen op het offer te leggen, en het offer stierf met deze zonden. ‘Het opleggen van handen’ betekent ‘het doorgeven aan.’ Daarom heeft ‘het opleggen van handen’ en `het doopsel` dezelfde implicaties, ook al lijken ze anders.
Wat is dan de betekenis van het doopsel van Jezus? Zijn doopsel is de enigste manier voor ons om de vergeving van zonden te ontvangen. God had de wet, dat zonden konden worden doorgegeven aan het offer door `het opleggen van handen,` gevestigd. In het Oude Testament moesten zondaars hun handen op het hoofd van een offergave leggen om hun zonden aan het hoofd van deze offergave door te geven. Daarna moesten ze de keel doorsnijden en de priesters deden het bloed ervan op de hoorns van het altaar. Zo werd verzoend voor de dagelijkse zonden.
Hoe dan verzoenden zij voor de jaarlijkse zonden?
Aaron, de Hogepriester, offerde de gave voor het hele volk van Israël. Omdat Johannes de Doper geboren was tot het huis van Aaron, was het gepast voor hem om de Hogepriester te zijn en hij was door God voorbestemd om de laatste Hogepriester te zijn volgens Zijn belofte van de verlossing.
Johannes de Doper was de vertegenwoordiger van de hele mensheid en de laatste Hogepriester van de hele mensheid omdat het Oude Testament eindigde toen Jezus Christus was geboren. Wie anders dan Johannes de Doper kon alle zonden van de wereld aan Jezus doorgeven in het Nieuwe Testament, net zoals Aaron verzoend had voor de zonden van zijn mensen in het Oude Testament? Als de laatste Hogepriester van het Oude Testament en de vertegenwoordiger van de hele mensheid, gaf Johannes de Doper alle zonden van de wereld, door het doopsel van Jezus, aan Jezus door.
Omdat Johannes alle zonden aan Jezus had doorgegeven, kunnen wij verlost worden door te geloven in het evangelie van het water en de Geest. Jezus werd het Lam om alle zondaars te redden, het werk uitvoerende van de verlossing zoals gepland door God. Jezus vertelde ons dat Johannes de Doper de laatste profeet was de laatste Hogepriester die alle zonden van de wereld aan Hem had doorgegeven.
Waarom kon Jezus dat niet Zelf doen? Waarom had Hij Johannes de Doper nodig? Er was een reden voor Johannes de Doper om zes maanden vroeger dan Jezus te komen. Het was om de Wet van het Oude Testament te vervullen, om zijn beloften na te komen.
Jezus werd geboren uit de maagd Maria, en Johannes de Doper werd geboren uit een oude vrouw genaamd Elizabet.
Dit waren de werken van God en Hij plande ze om alle zondaars te redden. Om ons te redden van een eeuwige oorlog tegen zonde, samen met het lijden van ons zondige bestaan, stuurde Hij zijn dienaar Johannes, en daarna Zijn Eigen Zoon Jezus. Johannes de Doper werd gezonden als de vertegenwoordiger van de hele mensheid, de laatste Hogepriester.
 
 
DE GROOTSTE MAN GEBOREN VAN VROUWEN
 
Wie was de grootste man op aarde?
Johannes de Doper
 
Laten we kijken naar Matthëus 11:7-14. “Als nu dezen heengingen, heeft Jezus tot de scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder bewogen wordt? Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die zachte klederen dragen, zijn in der koningen huizen. Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet. Want deze is het, van denwelken geschreven staat: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg bereiden zal voor U heen. Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij. En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld. Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. En als je bereidt bent het te ontvangen, hij is Elijah die komen moet.”
Mensen gingen de woestijn in om Johannes de Doper te zien die uitriep, “Hebt berouw, Addergebroed!” En Jezus zei, “Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die zachte klederen dragen, zijn in der koningen huizen.”
Jezus Zelf getuigde van Johannes’ grootheid. “Wat zijt gij uitgegaan te zien? Een barbaar die gekleed gaat in kamelenhaar en die zijn longen uit zijn lijf schreeuwt? Hij moet het haar van een kameel hebben gedragen. Wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleedt? Die zachten klederen dragen, zijn in der koningen huizen. Maar hij is groter dan de koning,” getuigde Jezus. “Ziet, die zachten klederen dragen, zijn in der koningen huizen. Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet.”
Vroeger waren de profeten groter dan de koningen. Johannes de Doper was meer dan een koning, en meer dan een profeet. Hij was meer dan alle profeten uit het Oude Testament. In feite was Johannes, de laatste Hogepriester en de vertegenwoordiger van de mensheid, meer dan Aaron, de eerste Hogepriester. Jezus Zelf getuigde van Johannes.
Wie is de vertegenwoordiger van de mensheid? Behalve Christus Zelf, wie is de grootste man op aarde? Johannes de Doper. “Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet. `Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal.`"
Johannes de Doper getuigde dat de strijd tegen de zonde beëindigd was. “Zie, het Lam van God die de zonden der aarde wegneemt!” Het was Johannes de Doper die getuigde dat Jezus de zonden van de wereld wegnam.
In Matthëus 11:11, “Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper.” Is er iemand groter dan Johannes de Doper onder de vrouwen geboren?
Wat wil dat zeggen “van vrouwen geboren zijn?” Het verwijst naar de hele mensheid. Behalve Adam en Eva, zijn alle mensen van vrouwen geboren. Ja, onder diegenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper. Daarom is hij de laatste Hogepriester en de vertegenwoordiger van de mensheid. Johannes de Doper was de Hogepriester, de profeet, en onze vertegenwoordiger.
In het Oude Testament, waren Aaron en zijn zonen door God ingewijd om in eeuwigheid te dienen. Alle zonden moesten door Aaron en zijn zonen weggewassen worden. Het was zoals God het bevolen had.
Als andere Levieten naar voren waren gekomen en durfden in hun priesterschap te stappen, zouden ze zeker zijn gestorven. Alles wat zij doen konden was hout verzamelen voor het vuur op het altaar, de dieren villen, de ingewanden schoonmaken en het vet eruithalen en het slachtafval buiten het kamp brengen. Als zij arrogant genoeg zouden zijn geweest om het fysieke werk van de priesters te doen, zouden zij gestorven zijn. Het is de wet van God. Zij konden de grens niet overschrijden.
Er is geen groter man op deze aarde geboren dan Johannes de Doper. Hij was de grootste onder alle stervelingen. “En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.”
De verlossing van de mensheid werd vervuld toen Johannes de Doper Jezus doopte, en zij die in Jezus geloven, kunnen het Koninkrijk van de Hemel binnengaan, omdat zij rechtvaardig worden door geloof. Laten we nu kijken hoe de vader van Johannes van zijn zoon getuigde.
 
 
DE GETUIGENIS VAN ZACHARIAS, DE VADER VAN JOHANNES
 
Wat profeteerde Zacharias over zijn zoon?
Johannes zal de weg van de Heer voorbereiden door de kennis van de zaligmaking te geven aan Zijn mensen.

Laten we Lukas 1:67-80 lezen. “En Zacharias, zijn vader, werd vervuld met den Heiligen Geest, en profeteerde, zeggende: Geloofd zij de Heere, de God Israëls, want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke; En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht; Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn; Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons haten; Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond; En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven, Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze. In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens. En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden; Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden. Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes. En het kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en was in de woestijnen, tot den dag zijner vertoning aan Israël.”
Zacharias profeteerde twee dingen. Hij profeteerde dat de Koning van alle mensen gekomen was. Van vers 68 tot 73, profeteerde hij met vreugde dat God Zijn beloften niet zou vergeten en dat Jezus, zoals God aan Abraham beloofd had, geboren was aan de maagd Maria om zijn nakomelingen te redden uit de handen van hun vijanden.
En dan vanaf vers 74, “Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze.” Dit is een herinnering aan de Belofte die God aan Abraham en het volk van Israël had gemaakt, en hij profeteerde, “Dat wij, Hem dienen zouden zonder vreze.”
In vers 76 profeteerd hij van zijn zoon. “En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden; Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden. Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes.”
Hier zegt hij, “Om zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden.” Door wie zou volgens hem de kennis der zaligmaking gegeven worden? Johannes de Doper. Begrijpt u dit? Johannes de Doper zou ons door de woorden van God de kennis geven, dat Jezus de Zoon van God is die de zonden van de wereld wegnam.
Laten we kijken naar Markus 1. “Het begin van het evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht” Johannnes kwam dopen in de woestijn en preekte een doopsel van berouw voor de kwijtschelding van zonden. En al het land van Judea, en zij van Jeruzalem, gingen naar hem toe en werden allen door hem in de Jordaan gedoopt, hun zonden biechtend” (Markus 1:1-5).
Toen de Israëlieten van Johannes de Doper hoorden, keerden zij zich af van het aanbidden van de afgoden van heidenen en werden door Johannes de Doper gedoopt. Maar Johannes getuigde, “Ik doop u met water zodat u kunt terugkeren naar God. Maar de Zoon van God zal komen en door mij gedoopt worden zodat al u zonden aan Hem worden doorgegeven. En als u gelooft in Zijn doopsel zoals u van mij gedoopt bent geworden, zullen al u zonden aan Hem worden doorgegeven, net zoals de zonden door het opleggen van handen werden doorgegeven in het Oude Testament.” Dat was wat Johannes getuigde.
Het feit dat Jezus in de Jordaan was gedoopt betekent dat Hij werd gedoopt in de rivier van de dood. Wij zingen op een begrafenis, “♫ In het lieflijke bij elkaar, zullen we elkaar ontmoeten op die prachtige kust. Zullen we elkaar ontmoeten op die prachtige kust. ♫” Als we sterven, zullen we de rivier de Jordaan oversteken. De rivier de Jordaan is de rivier van de dood. Jezus werd gedoopt in de rivier van de dood, want Hij nam daar alle zonden van de wereld op Zich en "het loon van de zonde is de dood."
 
 
HET DOOPSEL DAT ONZE ZONDEN DOORGEEFT
 
Wat is het opleggen van handen in het Nieuwe Testament?
Het doopsel van Jezus
 
In Matthëus 3:13-17, lezen we, “Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.”
Jezus kwam naar de Jordaan en werd gedoopt door Johannes de Doper. Hij beval hem, “Doop Mij.” Johannes antwoordde, “Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?” De Hogepriesters van hemel en aarde ontmoetten elkaar.
Zoals gezegd in Hebreën 7, is Jezus Christus voor altijd de Hogepriester, volgens de volgorde van Melchizedek. Dit betekent dat Jezus zonder menselijke genealogie is. Hij is geen afstammeling van Aaron, noch van een ander mens op aarde. Hij is de Zoon van God, onze Schepper. Hij is die Hij is. Daarom heeft Hij geen genealogie. Jezus verliet de heerlijkheid van de hemel en daalde naar de wereld af om Zijn volk te redden.
De reden waarom Hij naar deze wereld afdaalde was, om alle zondaars die onder de misleidingen van Satan lijdden, te redden. Tevens nam Hij alle zonden van de wereld weg door gedoopt te worden van Johannes de Doper. “Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: ‘Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen.’ Toen liet hij van Hem af.”
“Laat nu af.” Laat af! Beval Jezus de vertegenwoordiger van de hele mensheid en boog Zijn hoofd om gedoopt te worden. Als er een offergave, in het Oude Testament, werd gegeven aan God, dan legde oftewel de zondaar of de Hogepriester zijn handen op het hoofd van het offer en gaf de zonden door. ‘Het handen opleggen’ betekent ‘doorgeven.’
Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper. De betekenis was hetzelfde als het opleggen van handen in het Oude Testament. ‘Het doorgeven van’, ‘begraven worden’, ‘gewassen worden’ zijn ook hetzelfde. Het Nieuwe Testament is de realiteit terwijl het Oude Testament zijn tegenbeeld is.
Als een zondaar in het Oude Testament zijn handen op een lam legde, waren zijn zonden aan het lam doorgegeven en moest het lam sterven. Wanneer het lam dood was, werd het begraven. De zonde van de persoon die zijn handen op het lam had gelegd was doorgegeven aan het lam, zodat het lam met de zonde stierf! Als de zonde aan het lam was doorgegeven, was diegene die het lam gebracht had, dan zonder zonde? Ja!
Stelt u zich voor dat deze zakdoek de zonde is en deze microfoon, het lam. En als ik mijn handen op deze microfoon leg, is deze zonde doorgegeven aan de microfoon, het lam. God Zelf besliste dat het zo zou zijn. “Leg u handen op.” Om dus van zonden verlost te worden in de tijd van het Oude Testament, moest iemand zijn handen op het hoofd van een offer leggen. Hierna, was hij zonder zonde. Het doopsel van Jezus is voor het wassen, begraven, en het doorgeven van de zonden van de wereld aan Hem. Dat is precies wat het betekent.
 
Wat betekent het om alle gerechtigheid te vervullen?
Het wegwassen van alle zonden door het doorgeven van de zonden aan Jezus.
 
Toen Jezus gedoopt werd om alle zonden van de wereld weg te nemen, waren zij dan werkelijk allemaal aan Hem doorgegeven? Alle zonden van de wereld waren aan Jezus doorgegeven en alle mensen waren verlost. Het is hetzelfde als het doorgeven van zonden aan de offers in het Oude Testament. Jezus kwam van Galiléa naar de Jordaan en Hij zei: “Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen” (Matthëus 3:15).
Toen liet Hij van hem af en werd gedoopt. Jezus zei Johannes dat hun aldus betaamt alle gerechtigheid te vervullen door Zijn doopsel. ‘Alle gerechtigheid’ betekent ‘de meest juiste en geschikte.’ ‘Want aldus’ was het voor hun betaamt alle gerechtigheid te vervullen. Het betekende dat het juist was voor Johannes om Jezus te dopen, en voor Jezus om van Johannes gedoopt te worden om zo alle zonden aan Hem door te geven.
God verleent verlossing op basis van het doopsel van Jezus, Zijn offer aan het Kruis en ons geloof. “De hele mensheid lijdt onder de zonde en wordt gekweld door de duivel vanwege hun zonden. Daarvoor moet u, als de vertegenwoordiger van de mensheid en een afstammeling van Aaron, Mij voor alle mensen dopen, zodat zij gered en naar de Hemel gestuurd kunnen worden. Ik zal door u gedoopt worden. Dan zal het werk van de verlossing vervuld zijn.”
Johannes antwoordde, “Ik begrijp het.”
Dus Johannes doopte Jezus. Hij legde zijn handen op Jezus’ hoofd en gaf alle zonden van de wereld door aan Jezus. Jezus was de Verlosser die al onze zonden wegwaste. We zijn gered door het geloof in Zijn verlossing. Gelooft u dit?
Nadat Hij door de handen van de vertegenwoordiger van de hele mensheid gedoopt was, (het eerste werk van Jezus in Zijn publieke ambt bij de Jordaan) reisde Hij terwijl Hij preekte gedurende drie en een half jaar, met alle zonden van de wereld op Zich.
 Hij zei tegen de vrouw die op overspel betrapt werd, “Ook Ik veroordeel u niet.” Hij kon haar niet veroordelen omdat Hij al haar zonden op Zich genomen had en voor deze aan het Kruis zou sterven. Terwijl Hij aan het bidden was in een plaats genaamd Gethsemane, bad Hij drie keer tot Zijn Vader om Hem te smeken de beker aan Hem voorbij te laten gaan, maar Hij gaf gauw op en zei, “Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiedt.”
 
 
“ZIE! HET LAM GODS DAT DE ZONDEN DER WERELD WEGNEEMT!”
 
Hoeveel zonde nam Jezus weg?
Alle zonden van de wereld
 
Johannes 1:29 zegt: “Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, en zeide: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!” Johannes de Doper doopte Jezus. En de volgende dag toen Jezus naar hem toekwam, zei hij tegen de mensen, “Zie! het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt!” Dat was zijn getuigenis.
De Zoon van God kwam naar deze wereld en nam alle zonden van de wereld weg. Johannes de Doper getuigde opnieuw. In Johannes 1:35-36, “Des anderen daags wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. En ziende op Jezus, daar wandelende, zeide hij: Ziet, het Lam Gods!”
Het Lam van God betekent dat Jezus de ware en echte entiteit van het offer van het Oude Testament is, die stierf voor alle zonden van Israël. Voor u en mij, daalde de Zoon van God, onze Schepper, af naar deze wereld en nam al onze zonden weg, alle zonden vanaf de schepping van de wereld totdat de wereld eindigt, van de erfzonde tot al onze ongerechtigheden, van onze tekortkomingen tot aan onze fouten. Hij verloste ons allemaal met Zijn doopsel en Zijn bloed aan het Kruis.
Jezus nam al onze zonden weg en gaf ons verlossing. Begrijpt u dit? “Het Lam van God die de zonde der aarde wegneemt.”
Het betekent dat ongeveer 2000 jaar verstreken zijn sinds Hij naar de aarde afdaalde. En in 30 N.Chr., nam Jezus alle zonden van de wereld weg. Het jaar 1 N.Chr. is het jaar waarin Jezus geboren werd. We noemen de tijd voor Christus V.Chr. Dus bijna 2000 jaar zijn verstreken sinds Jezus op deze wereld kwam.
In 30 N.Chr. werd Jezus gedoopt door Johannes de Doper. En de volgende dag riep Johannes uit naar de mensen, “Ziet! het Lam van God die de zonde der aarde wegneemt!” “Ziet!” Hij zei de mensen dat ze in Jezus moesten geloven die al hun zonden weg had genomen. Hij getuigde dat Jezus het Lam van God was, Degene die ons redde van al onze zonden.
Jezus nam al onze zonden weg en beëindigde onze eeuwigdurende strijd tegen de zonde. Wij zijn nu zonder zonde omdat de Zoon van God al onze zonden wegnam. Johannes de Doper getuigde dat Hij al onze zonden wegnam, de zonden van u en van mij. “Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden” (Johannes 1:7).
Hoe zouden wij, zonder de getuigenis van Johannes, kunnen weten dat Jezus al onze zonden weggenomen had? De Bijbel verteld ons vaak dat Hij voor ons stierf, maar alleen Johannes de Doper getuigt dat Hij al onze zonden wegnam.
 
Hoeveel zonde is de zonde van de wereld?
Alle zonden van menselijke wezens van het begin tot aan het eind van de wereld
 
Velen getuigden na de dood van Jezus, maar alleen Johannes getuigde terwijl Hij levend was. Natuurlijk getuigden de apostels van Jezus ook van de verlossing van Jezus. Zij getuigden dat Jezus onze zonden wegnam, dat Hij onze Verlosser is.
Jezus nam al de zonde van de wereld weg. Beste lezer, u bent nog geen 100 jaar oud, toch? Jezus nam de zonde van de wereld weg toen Hij 30 jaar was. Laten we eens kijken naar dit diagram.
 

Laten we aannemen dat het 4000 jaar duurde voordat Jezus kwam. En het is iets meer dan 2000 jaar geleden sinds Jezus kwam. We weten niet hoe lang het zal duren, maar het einde zal zeker komen. Hij zei, “Ik ben de Alpha en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste” (Openbaring 22:13).
Er zal dus zeker een einde zijn. Wij bevinden ons op dit moment in het jaar 2020. Christus nam onze zonden weg in 30 N. Chr., en dat was 3 jaar voordat Hij aan het Kruis stierf.
“Het Lam Gods dat de zonden der wereld op zich neemt!” Hij nam alle zonden van de wereld weg, de zonden van u en mij. We leven nu onze levens ongeveer 2000 jaar nadat Jezus onze zonden wegnam. En we leven vandaag de dag en zondigen nog steeds. Jezus is het Lam van God die de zonde van de wereld wegnam.
We beginnen ons leven en zondigen in deze wereld op het moment dat we geboren worden. Zondigen we allemaal vanaf het moment dat we geboren worden, of doen we dat niet? - Ja, dat doen we. - Laten we het hele process eens doorlopen. Vanaf de dag dat we geboren worden totdat we 10 jaar zijn, zondigen we, of doen we dat niet? - Ja, dat doen we. - Werden deze zonden dan doorgegeven aan Jezus of niet? – Ja, ze werden doorgegeven. - Omdat alle zonden aan Jezus werden doorgegeven, is Hij onze Verlosser. Zo niet, hoe zou Hij onze Verlosser kunnen zijn? Alle zonden werden aan Jezus doorgegeven.
Zondigen wij op de leeftijd van 11 tot 20, of doen we dat niet? Wij zondigen in ons hart en met onze daden.... Daar zijn we erg goed in. We hebben geleerd niet te zondigen, maar zijn van nature geneigd te zondigen.
God verteld ons dat al deze zonden aan Jezus waren doorgegeven. Hij wist dat wij zondig waren, dus nam Hij van tevoren al deze zonden weg.
En hoelang leven wij ongeveer in deze wereld? Laten we zeggen dat dit zo’n 70 jaar is. Als we alle zonden die we gedurende die 70 jaar bij elkaar optellen, hoe zwaar zou dat wel niet zijn? Als we ze op vrachtwagens van 8 ton zouden laden, zouden we waarschijnlijk meer dan 100 ladingen hebben.
Probeert u zich eens voor te stellen hoeveel zonden we begaan tijdens ons leven. Zijn dat de zonden van de wereld, of niet? Ze zijn de zonden van de wereld. We zondigen vanaf onze geboorte tot 10 jaar, van 10 tot 20 en tot 30, tot de dag dat we sterven, maar al deze zonden behoren tot de zonden van de wereld die al werden doorgegeven aan Jezus door Zijn doopsel.
 
 
DE VERLOSSER VAN DE MENSEN, JEZUS CHRISTUS
 
Hoeveel zonde nam Jezus weg?
Alle zonden van onze voorvaders, van ons en van onze nakomelingen tot aan het einde van de wereld
 
Jezus verteld ons dat Hij al deze zonden heeft weggewassen. Jezus kon niet tegen Zichzelf zeggen, ‘Doop Mij,’ dus stuurde God Zijn dienaar Johannes vooruit, de verkozen vertegenwoordiger van de hele mensheid. Zoals er staat geschreven in Jesaja 9:5, zal ‘Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God,` genoemd worden. Door Hemzelf, door Zijn wijsheid, door Zijn raad, stuurde Hij de vertegenwoordiger van de mensheid vooruit, en Zichzelf, de Zoon van God, kwam in levende lijve en nam alle zonden van de wereld op Zich. Is dit niet een prachtige zaligmaking van Gods diepgaande voorzienigheid?
Het is geweldig, toch? Alleen maar door gedoopt te worden van Johannes de Doper, waste Hij alle zonden van de mensen over de hele wereld weg en bevrijdde iedereen van de zonde door gekruisigd te worden, voor eens en altijd. Hij bevrijdde ons allemaal. Denk hier eens over na. Al uw zonden van 20 tot 30, 30 tot 40, 40 tot 60, tot 70, tot 100, en dan zijn er nog die van uw kinderen. Wiste Hij al deze zonden uit, of niet? Ja, dat deed Hij. Hij is Jezus Christus, de Verlosser van de mensheid.
Omdat Johannes de Doper al onze zonden aan Jezus doorgaf, en omdat God het zo gepland had, kunnen wij bevrijd worden door in Jezus te geloven. Zijn wij zondaars? Zijn al onze zonden aan Jezus doorgegeven of niet? -Wij zijn nu geen zondaars meer, omdat al onze zonden al aan Jezus werden doorgegeven.
Wie durft te beweren dat er zonde in deze wereld is? Jezus nam alle zonden van de wereld weg. Hij wist dat wij zouden zondigen en nam ook alle zonden van de toekomst weg. Sommigen van ons zijn nog geen 50 en sommigen hebben nog niet eens de helft van hun leven geleefd, maar we praten over onszelf, ikzelf inbegrepen, alsof we voor eeuwig zouden leven.
Er zijn zovelen onder ons die turbulente levens leiden. Laat het me op deze manier uitleggen. Wat is de helft van de levensduur van een eendagsvlieg? Dat is ongeveer 12 uur.
“Lieve hemel! Ik kwam een persoon tegen, en hij sloeg met de vliegenmepper naar me, en ik werd bijna verpletterd, en weet u....Ik heb nog nooit zo`n wrede man ontmoet tijdens mijn halve leven.” Hij had pas 12 uur geleefd en hij kon niet stoppen met praten. Maar, de helft van zijn leven was al om.
Tegen 7 of 8 uur ‘s avonds treedt hij de schemering van zijn leven tegenmoet, en binnen afzienbare tijd, de dood. Sommigen overleven 20 uur, sommigen 21, en sommigen leven tot de rijpe leeftijd van 24 uur. Zij mogen dan wel praten over hun levenslange ervaringen, maar hoe ziet dat er voor ons uit? Daar wij 70 of 80 jaar oud worden, zullen wij zeggen, “Laat me niet lachen.” Hun ervaring is in onze ogen niets.
Laten we deze gelijkenis toepassen op de relatie tussen God en ons. God is onsterfelijk. Hij leeft in alle eeuwigheid. Hij beslist het begin en het einde. Hij leeft in het tijdperk van de eeuwigheid, omdat Hij altijd leeft. Hij bekijkt ons vanuit de positie van Zijn onsterfelijkheid.
Er was eens een tijd, waarop Hij alle zonden van de wereld wegnam, aan het Kruis stierf en zei, “Het is volbracht.” Op de derde dag herrees Hij en steeg op naar de Hemel. Nu woont Hij in de eeuwigheid en Hij kijkt neer op ons.
En iemand zegt, “Ojee, ik heb zoveel gezondigd. Ook al ben ik maar 20 jaar, ik heb zoveel gezondigd.” “Ik heb 30 jaar geleefd en veel te veel gezondigd. Het is gewoon te veel. Hoe kan ik ooit vergiffenis krijgen?”
Maar onze Heer in Zijn eeuwigheid zou zeggen, “Laat Me niet lachen. Ik heb niet alleen maar u zonden tot op dit moment verlost, maar ook de zonden van u voorvaders voordat u geboren was, en de zonden van alle generaties van u nakomelingen die na u dood zullen leven.” Hij zegt dit tegen u vanuit het eeuwigdurende tijdperk. Gelooft u dit? Geloof het en ontvang het geschenk van de zaligmaking dat u vrijelijk gegeven wordt. En ga het Koninkrijk van de Hemel binnen.
Geloof niet in uw eigen gedachten, maar in de Woorden van God. ‘Het betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen.’ Alle gerechtigheid was reeds vervuld door het Lam Gods die de zonde der aarde wegnam. Jezus nam alle zonden van de wereld weg. Deed Hij dat, of niet? Ja, Hij deed dat.
 
Wat zei Jezus op het einde aan het Kruis?
“Het is volbracht.”
 
Jezus Christus nam alle zonden van de wereld weg door Zijn doopsel, werd ter dood veroordeeld voor het gerecht van Pontius Pilatus, en werd gekruisigd aan het Kruis.
“En Hij, Zijn Kruis dragende, ging naar een plaats genaamd de Schedel, die in Hebreeuws Golgotha genoemd wordt, waar ze Hem kruisigden, en twee anderen met Hem, een aan iedere kant, en Jezus in het midden. Nu schreef Pilatus een titel en hing het aan het Kruis. En de schriftuur luidde: JEZUS VAN NAZARETH, DE KONING VAN DE JODEN. Dit opschrift dan lazen velen van de Joden; want de plaats, waar Jezus gekruist werd, was nabij de stad; en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Grieks, en in het Latijn” (Johannes 19:17-20).
Laat ons eens kijken wat er na Zijn kruisiging gebeurde. “Hierna Jezus, wetende, dat nu alles volbracht was, opdat de Schrift zou vervuld worden, zeide: Mij dorst. Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond. Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf den geest” (Johannes 19:28-30).
 Nadat Hij de edik had ontvangen, zei Hij: “Het is volbracht!," boog Zijn hoofd en stierf. Hij was werkelijk dood. Jezus Christus herrees op de derde dag en steeg op naar de Hemel.
Laten we Hebreën 10:1-9 eens bekijken. “Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan. Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde; Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis der zonden. Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme. Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid; Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God! Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden); Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.”
 
 
DE EEUWIGE VERLOSSING
 
Hoe kunnen we het problem van de dagelijkse zonden oplossen nadat we in Jezus zijn gaan geloven?
Door te bevestigen dat Jezus reeds alle zonden heeft uitgewist door Zijn doopsel
 
De wet, het offersysteem, was een tegenbeeld van de goede dingen die komen zouden. De offering van het Oude Testament, van schapen en geiten, onthult ons dat Jezus Christus zou komen en onze zonden op dezelfde manier zou wegnemen om zo alle zonden uit te wissen.
Alle mensen van het Oude Testament, David, Abraham, en alle anderen, wisten en geloofden in wat het offeringssysteem voor hen betekende. Het onthulde dat de Messias, Christus (Christus betekent de Verlosser) op een dag zou komen en al hun zonden zou wegwassen. Zij geloofden in hun verlossing en waren gered door hun geloof.
De wet was een tegenbeeld van de goede dingen die komen zouden. De offergaven voor hun zonden, dag na dag, jaar na jaar, konden hun nooit geheel verlossen. Daarom moest de Zoon van God, Degene zonder smet, het volmaakte en eeuwige Wezen, naar de aarde komen.
Jezus zei dat Hij komen moest om Zijn Vader’s wil te volbrengen zoals geschreven staat in het boek dat door Hem geschreven was. “En toen zei ik, ‘Ziet, ik ben gekomen om Uw wil te volbrengen, O God.’ Hij neemt weg de eerste zodat Hij de tweede kan volbrengen.” We zijn verlost van onze zonden omdat Jezus Christus onze zonden wegnam zoals het staat geschreven in het Oude Testament, en omdat we in Hem geloven.
Laten we Hebreen 10:10 lezen. “In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied.” Door die wil zijn we geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus voor eens en altijd. Zijn wij geheiligd, of niet? -Wij zijn geheiligd.-
Wat betekent dit? God, de Vader, stuurde Zijn Zoon en gaf door het doopsel al onze zonden aan Hem door en Hij veroordeelde Hem voor eens en altijd tot het Kruis. Dus verloste Hij ons allemaal, die aan zonde leden. Het was de Wil van God.
Om ons te bevrijden, offerde Jezus Zichzelf voor eens en altijd op, zodat wij geheiligd konden worden. Wij zijn geheiligd. Jezus offerde Zichzelf voor al onze zonden op en Hij stierf voor ons in de plaats zodat wij niet veroordeeld hoefden te worden.
Het offer van het Oude Testament werd iedere dag geofferd omdat alle dagelijkse zonden een nieuw offer nodig hadden om weggewassen te worden.
 
 

De Geestelijke Betekenis van Jezus die de Voeten van Petrus Wast

 
Is er nog zonde waarvoor wij gebeden van berouw moeten geven?
Nee
 
In Johannes 13, staat het verhaal van Jezus die de voeten van Petrus wast. Hij waste Petrus’ voeten om hem te laten zien dat Petrus in de toekomst ook zou zondigen en om hem te leren dat Hij ook deze zonden al had verlost. Jezus wist dat Petrus in de toekomst zou zondigen, dus goot Hij water in een kom en waste zijn voeten.
Petrus probeerde te weigeren, maar Jezus zei, "Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan." Deze passage betekent, ‘Je zult hierna weer zondigen. Je zult Mij verloochenen, en weer zondigen nadat Ik al je zonden heb weggewassen. Je zult zelfs na Mijn Hemelvaart zondigen. Daarom was Ik je voeten om Satan te waarschuwen je niet te testen omdat Ik reeds al je toekomstige zonden heb weggenomen.`
Denkt u dat Hij Petrus’ voeten waste om ons te vertellen dat wij iedere dag berouw moeten tonen? Nee. Als wij iedere dag berouw moeten tonen om verlost te worden, dan zou dit betekenen dat Jezus niet al onze zonden voor eens en altijd had weggenomen.
Maar Jezus zei dat Hij ons allemaal voor eens en altijd heiligde. Als wij iedere dag berouw zouden tonen, zouden we net zo goed naar de tijd van het Oude Testament terug kunnen gaan. Wie kan er dan rechtvaardig worden? Wie kan er volledig verlost worden? Zelfs als we in God geloven, wie zou er dan zonder zonde kunnen leven?
Wie kan geheiligd worden door berouw? We zondigen onophoudelijk iedere dag, dus hoe kunnen we om vergiffenis vragen voor iedere enkele zonde? Hoe kunnen we zo ongevoelig worden en Hem elke dag lastigvallen voor onze verlossing? We neigen ertoe onze zonden van de ochtend tegen het eind van de dag te vergeten, en de zonden van de avond zijn we de volgende dag vergeten. Het is voor ons onmogelijk om volledig berouw te tonen voor al onze zonden.
Daarom werd Jezus één keer gedoopt, offerde Hij Zichzelf één maal aan het Kruis zodat wij allemaal in één keer geheiligd kunnen worden. Begrijpt u dit? Wij zijn voor eens en altijd van al onze zonden verlost geworden. We zijn niet elke keer verlost als wij berouw tonen.
Wij zijn van onze zonden gered door te geloven dat Jezus al onze zonden, uw zonden, en mijn zonden, wegnam.
“En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen; Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods; Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten. Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. En de Heilige Geest getuigt het ons ook; Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden; En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken. Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.” (Hebreën 10:11-18)
Wat betekent “vergeving derzelve?” In 10:18, betekent het dat voor de zonde zelf, welke zonde dan ook, voor altijd, zonder uitzondering, boete was gedaan. God heeft hen allemaal uitgewist en ons vergeven. Gelooft u dit? “Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.”
Laten we alles tot nu toe samenvatten. Als Johannes de Doper zijn handen niet op Jezus had gelegd, met andere woorden als hij Jezus niet had gedoopt, zouden wij dan verlost zijn geworden? Nee, absoluut niet! Laat ons eens terugdenken. Als Jezus Johannes de Doper niet had verkozen als de vertegenwoordiger van heel de mensheid en alle zonden door hem had weggenomen, had Hij dan al onze zonden kunnen wegwassen? Nee, dat zou Hij niet gekund hebben.
De Wet van God is rechtvaardig. Het is eerlijk. Hij kon niet alleen maar zeggen dat Hij onze Verlosser was, dat Hij al onze zonden wegnam. Hij moest onze zonden fysiek wegnemen. Waarom is Jezus, God, in het vlees naar ons gekomen? Hij kwam om alle zonden van de mensheid door Zijn doopsel weg te nemen. Jezus wist dat al de zonden in ons hart en vlees niet konden worden uitgewist, tenzij Hij in het vlees geofferd zou worden als het eeuwige offer. Om alle zonden van de mensheid weg te nemen, moest Hij, de Zoon van God, in het vlees naar ons toekomen.
Als Jezus Christus niet was gedoopt, zouden onze zonden blijven bestaan. Als Hij gekruisigd zou zijn zonder eerst onze zonden weg te nemen, zou Zijn dood zinloos zijn geweest. Het zou niets met ons te maken hebben gehad. Het zou volkomen zinloos zijn geweest.
Dus, toen Hij zijn publieke ambt op dertig jarige leeftijd begon, kwam Hij naar Johannes de Doper bij de Jordaan om gedoopt te worden. Zijn publieke ambt begon op dertig jarige leeftijd en eindigde op drieendertig jarige leeftijd. Toen Hij dertig jaar was, ging Hij naar Johannes de Doper om gedoopt te worden. “Laat af, aldus betaamt het ons de gerechtigheid voor alle mensen te vervullen. Het is voor ons het juiste om te doen. Nu, doop Mij.” Ja, Jezus Christus werd gedoopt voor de verlossing van alle mensen.
Omdat Jezus gedoopt was en al onze zonden wegnam, en omdat al onze zonden aan Hem waren doorgegeven door de handen van Johannes de Doper, wendde God Zelf Zijn ogen af toen Jezus stierf aan het Kruis. Ook al was Jezus Zijn eniggeboren Zoon, Hij moest Zijn Zoon laten sterven.
God is liefde, maar Hij moest Zijn Zoon laten sterven. Dus, gedurende drie uur, was het donker over het hele land. Jezus riep kort voordat Hij stierf, “Eli, Eli, Lama Sabachthani?” wat betekent, “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” Jezus droeg al onze zonden en ontving het oordeel aan het Kruis voor ons. Aldus redde Hij ons. Zonder het doopsel van Jezus, zou Zijn dood zinloos zijn geweest.
 
Bent u een zondaar of een rechtvaardig persoon?
Een rechtvaardig persoon die geen zonde in zijn hart heeft
 
Als Jezus aan het Kruis zou zijn gestorven zonder al onze zonden weg te nemen, zonder gedoopt te zijn, zou Zijn dood niet de verlossing hebben gebracht. Om ons te verlossen, werd Jezus gedoopt door Johannes, de vertegenwoordiger van de hele mensheid, en Hij ontving het oordeel aan het Kruis zodat iedereen die in Hem gelooft, gered kan worden.
Vanaf de tijd van Johannes de Doper tot nu heeft het Koninkrijk van de Hemel daarom geleden onder geweld. Omdat Johannes de Doper alle zonden van de wereld aan Jezus doorgaf, konden voor de zonden van u en mij boete gedaan worden. Daarom kunnen u en ik nu God onze Vader noemen en moedig het Koninkrijk van de Hemel binnengaan.
In Hebreën 10:18, “Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.” Bent u nog steeds een zondaar? Nu dat Jezus reeds al uw schulden heeft afbetaald, zou u dan nog steeds schulden moeten betalen?
Er was een man wiens zware drinkgedrag hem in schuld bij vele schuldeisers stelde. Op een dag verdiende zijn zoon een fortuin, en betaalde al zijn vader’s oude rekeningen. Zijn vader zou nooit meer schulden hebben ongeacht hoeveel hij ook zou drinken.
Dit is wat Jezus voor ons deed. Hij betaalde meer dan genoeg vooruit voor al onze zonden. Niet alleen de zonden van onze levens, maar alle zonden van de wereld. Zij werden allemaal aan Jezus doorgegeven toen Hij gedoopt werd. Bent u nog een zondaar? Nee, dat bent u niet.
Hoe gemakkelijk zou het voor ons geweest zijn om in Jezus te geloven als we het evangelie van de verlossing vanaf het begin hadden gekend. Maar het klinkt zo nieuw dat vele mensen zich erover verbazen.
Maar dit is niet iets nieuws. Het bestaat al sinds het begin van de menselijke geschiedenis. We hadden er alleen niet van gehoord. Het evangelie van het water en de Geest heeft altijd in de Geschriften gestaan en is altijd van Kracht geweest. Het is er altijd geweest. Het was er voordat u en ik geboren waren. Het is er sinds de Schepping van de aarde.
 

HET EVANGELIE VAN DE EEUWIGE VERLOSSING
 
Wat moeten wij doen voor God?
Wij moeten in het evangelie van de eeuwige verlossing geloven.
 
Jezus Christus, die al onze zonden voor ons wegwaste, deed dit voordat u en ik geboren waren. Hij nam ze allemaal weg. Hebt u nog steeds zonden? -Nee.- En de zonden die u morgen zult begaan dan? Zij zijn ook in de zonden van de wereld ingesloten.
Laten we nu de zonden van morgen afleggen. De zonden die we tot nu begaan hebben waren ook in de zonden van de wereld inbegrepen, nietwaar? Waren zij aan Jezus doorgegeven, of niet? Ja, dat waren ze.
Waren de zonden van morgen dan ook aan Hem doorgegeven? Ja, Hij nam ze allemaal, zonder uitzondering weg. Hij liet geen enkele zonde achter. Het evangelie verteld ons, met ons hele hart te geloven, dat Jezus al onze zonden in één keer wegnam, en voor ze allemaal betaalde.
‘Het begin van het evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God.’ (Markus 1:1) Het evangelie van de Hemel is het vreugdevolle nieuws. Hij vraagt ons, “Ik nam al u zonden weg. Ik ben u Verlosser. Gelooft u in Mij?" Onder een ontelbaar aantal mensen, hebben slechts enkelen geantwoord, “Ja, ik geloof. Ik geloof zoals U ons heeft geleerd. Het was zo eenvoudig dat ik het meteen begreep.” Zij die hun geloof zo belijden worden rechtvaardig net zoals Abraham.
Maar anderen zeggen, “Ik kan dit niet geloven. Het klinkt zo vreemd en nieuw voor mij.”
Dan vraagt Hij, “Vertel me, nam Ik al uw zonden weg of niet?”
“Mij werd geleerd dat U alleen de erfzonde wegnam, maar niet mijn dagelijkse zonden.”
“Ik zie dat u te slim bent om te geloven zoals u wordt verteld. U moet naar de hel gaan omdat Ik u niets te zeggen heb.”
Wij zijn gered door in Zijn volledige verlossing te geloven. Iedereen die volhoudt dat zij zonden hebben moeten naar de hel gaan. Het is hun eigen keuze.
Het evangelie van de verlossing begint bij de getuigenis van Johannes de Doper. Omdat Jezus al onze zonden wegwaste door van Johannes de Doper gedoopt te worden, worden wij geheiligd wanneer we dit geloven.
De Apostel Paulus sprak veel over het doopsel van Jezus in zijn Brieven. In Galaten 3:27 staat, “Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.” `Gedoopt worden in Christus` betekent dat we in eenheid met Christus zijn door in Zijn doopsel te geloven. Toen Jezus gedoopt werd, werden al onze zonden aan Hem doorgegeven door Johannes de Doper en al onze zonden werden weggewassen.
In 1 Petrus 3:21 staat, “Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.”
Alleen zij die in de getuigenis van Johannes de Doper, het doopsel van Jezus en het bloed aan het Kruis geloven, hebben de genade van de verlossing van boven.
Ontvang het doopsel van Jezus in uw hart, het tegenbeeld van de zaligmaking, en wordt gered.