Search

उपदेश

Onderwerp 10: Openbaring (commentaren over Openbaring)

[Hoofdstuk 9-2] Heb een moedig geloof in de Eindtijd (Openbaring 9:1-21)

Heb een moedig geloof in de Eindtijd
(Openbaring 9:1-21)
 
In de bovenstaande passage hebben we net de vijfde en zesde plaag van de zeven bazuinen besproken. De vijfde bazuin luidt de sprinkhanenplaag in, en de zesde bazuin kondigt de oorlogsplaag aan die zal plaatsvinden aan de Rivier de Eufraat.
Het eerste wat we te weten moeten komen, is of de heiligen de plagen van de zeven bazuinen zullen moeten doorstaan. Dit is het eerste dat we moeten horen, weten en waar we in moeten geloven.
Zullen de heiligen temidden de plagen van de zeven bazuinen aangetroffen worden? Jazeker, de heiligen zullen deze plagen zeker moeten ondergaan. Eenderde van de bossen van de wereld zal afbranden, eenderde van de zeeën en de rivieren zal in bloed veranderen en de zon, de maan en de sterren zullen geraakt worden en eenderde van hun licht verliezen. En hoewel eenderde van de natuur van de hele wereld in bloed zal veranderen of licht zal verliezen, houdt dit ook in dat tweederde van de natuur zal blijven bestaan.
Het Woord vertelt ons dat wij, de verloste heiligen, ons temidden de eerste zes plagen zullen bevinden die eenderde van de wereld zullen vernietigen. Maar we hoeven geen angst te hebben voor deze plagen omdat God tijdens de vijfde plaag de sprinkhanen gebood slechts degenen te verwonden “die Gods zegel niet op het voorhoofd dragen”. Hij zal de heiligen die Zijn zegel dragen, verdedigen tijdens de plagen van de zeven bazuinen.
Dit neemt echter niet weg dat de heiligen alle stadia van de plagen zullen moeten doorstaan. U en ik, die verlost zijn door te geloven in het evangelie van het water en de Geest, zullen ons temidden de eerste plaag bevinden – die eenderde van de wereld zal afbranden met behulp van het vuur dat God liet neervallen, net zoals we ons in de tweede plaag zullen bevinden – die eenderde van de zeeën in bloed zal veranderen met behulp van het neerstorten van een brandende berg, alsook in de derde plaag – die eenderde van de rivieren en bronnen in alsem zal veranderen na het vallen van een grote ster uit de hemel.
Wij zullen ook de vierde plaag overleven die eenderde van de zon, de maan en de sterren zal verduisteren. Ook de vijfde plaag zullen we doorstaan, wanneer sprinkhanen met schorpioenachtige kracht de mensen verwonden en wanneer de zesde plaag een wereldoorlog op gang brengt aan de Rivier de Eufraat, zullen wij ook dat doorstaan. Niemand kan hieraan iets veranderen want dit is Gods voorzienigheid die wacht om vervuld te worden. Dat wij deze zes verschrikkelijke plagen zullen overleven, is een gegeven feit van Gods Woord.
Onze Heer heeft u verlost van al uw zonden. Hij heeft al onze zonden weggewassen door Zijn doopsel, Zijn bloed aan het Kruis en Zijn verrijzenis uit de dood. Wij ontvingen ons zoenoffer door te geloven in wat Jezus Christus voor ons deed. Gods bijzondere bescherming zal met degenen zijn die de verlossing van al hun zonden hebben ontvangen door in het evangelie van het water en de Geest te geloven, ook al moeten zij door de zes verschrikkelijke plagen gaan. Met andere woorden: het Woord vertelt ons dat Gods speciale genade ons toestaat verder te leven. We moeten beseffen hoe waardevol onze God is voor ons en Hem onze dankbaarheid betuigen voor deze speciale privileges en bescherming die Hij ons biedt temidden de plagen.
Toen de vijfde engel zijn bazuin liet schallen, zag Johannes “een ster die uit de hemel op aarde viel,” en “aan wie de sleutel tot de put des onheils was gegeven.” De ster verwijst hier naar een engel; de spirituele betekenis van Gods sterren is dat zij allen Zijn dienaren en heiligen zijn. Toen deze engel die op aarde viel, de sleutel tot de put des onheils kreeg en die dan ook opende, kwam er rook uit de put als was het de rook van een enorme oven.
De “put des onheils” verwijst naar een plaats welke heel letterlijk geen onderkant of einde heeft. Het wordt ook de Afgrond genoemd, naar een plaats met een eindeloze diepte. Toen de vijfde engel zijn bazuin schalde, opende hij de put des onheils met de sleutel die hem daarvoor gegeven was. Uit de put kwam veel rook, als van een groot vuur. De rook uit deze kloof bedekte de zon en de lucht, en verduisterde de hele wereld.
Maar rook was niet het enige dat uit de put des onheils opsteeg toen deze werd geopend; samen met de rook kwamen er ook sprinkhanen uit. Deze “sprinkhanen” die op de aarde klommen, hadden hetzelfde vermogen als schorpioenen hier op aarde; om mensen met hun staart te steken. De Bijbel omschrijft hen als volgt: hun gezichten leken op die van mensen, hun lichaamsvorm was die van een paard klaar voor de strijd, hun tanden als die van een leeuw en hun haar als dat van een vrouw.
Door de meervoudsvorm “sprinkhanen” te gebruiken in plaats van het enkelvoudige “sprinkhaan”, waarschuwt de Bijbel ons dat het hier niet over een paar sprinkhanen gaat, maar over een enorme zwerm. Zo’n zwermen die ook wel eens voorkomen in tropische regio’s en waarbij alle planten op hun verwoestende pad verorberd worden en waarbij slechts de wortels overblijven. Zulke sprinkhanen zullen uit de put des onheils komen en de mensheid gedurende vijf maanden teisteren.
Degenen die aangevallen zullen worden door de vijfde van de plagen van de zeven bazuinen, zijn zij die niet wedergeboren zijn. Deze sprinkhanenplaag zal aan de wedergeborenen voorbijgaan. Onze Heer zal de sprinkhanen niet over ons doen neerdalen want Hij weet dat de wedergeborenen het reddende evangelie zullen uitspuwen als zij gestoken zouden worden door de sprinkhanen, zich afvragend waarom ze dan zogezegd gered werden? Wij kunnen dit vaststellen in vers 4: “En hun werd gezegd, dat zij het gras der aarde niet zouden beschadigen, noch enige groente, noch enigen boom, dan de mensen alleen, die het zegel Gods aan hun voorhoofden niet hebben.”
We weten dat 144,000 mensen van het volk van Israël Gods zegel zullen dragen, maar de Bijbel zegt niets over de niet-Joden. Betekent dit dat de sprinkhanen ons net zo zullen kwellen als de zondaars? Helemaal niet! Als 144,000 Israëlieten het zegel dragen, dan dragen wij dat ook – dit wil zeggen dat de harten van degenen wiens zonden vergeven zijn, het zegel gekregen hebben voor God door de Heilige Geest. Bevindt de Heilige Geest zich niet in uw hart? Omdat de Heilige Geest ronddwaalt in het hart van Gods kinderen die Zijn zegel dragen, zullen wij, samen met de 144,000 Israëlieten, ontsnappen aan de sprinkhanenplaag.
Omdat deze plaag slechts de mensen zal raken die niet wedergeborenen zijn, zullen de mensen ons waarschijnlijk nog meer haten en vervolgen. Tijdens de vijf maanden durende periode van de plaag zullen slechts diegenen die niet zijn wedergeboren, worden gestoken door de sprinkhanen. Zij zullen ontzettende pijn lijden en toch zal het voor hen onmogelijk zijn om te sterven. Het gezicht van deze sprinkhanen lijkt op het gezicht van de mens, hun haar lijkt op vrouwenhaar, hun tanden op wilde leeuwentanden en hun lichaamsbouw op dat van strijdrossen met schorpioenenstaarten. Deze sprinkhanen zullen iedereen op hun pad bedreigen met hun hoofden, ze zullen hen overal bijten en hen met hun giftige staarten steken. De slachtoffers zullen onbeschrijfelijke, ondraaglijke pijn lijden.
Eén enkele steek zal genoeg zijn om ongelooflijke pijn te krijgen. Het zal een soort van pijn zijn die misschien te vergelijken is met het krijgen van een elektrische schok van een hoog voltage welke vijf maanden zal duren. En de mensen zullen niet dood kunnen gaan, hoe erg ze ook gemarteld worden door de sprinkhanen en hoe graag ze ook zullen willen sterven. Want ook de plaag van de ondoden is een deel van deze sprinkhanenplaag: er zullen gedurende vijf maanden geen doden meer zijn op deze aarde. Deze plaag zal de wereld vijf maanden in de ban houden.
Zo’n plagen hebben wij nog nooit met onze eigen ogen kunnen aanschouwen, maar zij maken desalniettemin allen deel uit van Gods plannen. God vertelt ons dat Hij deze plagen over onze aarde zal laten komen, over de mensen in deze wereld: over hen die niet in God geloven, noch in Zijn liefde en redding, noch in Zijn evangelie van bevrijding. Al deze plagen zijn door God gepland. En omdat al deze dingen door Hem gepland zijn, mogen we er van uitgaan dat God al deze dingen effectief zal doen gebeuren.
Omdat niemand kan discussiëren over Gods plannen en daden, kunnen we slechts in God geloven. En zelfs in deze situatie, waar mensen lijden onder de toorn van de sprinkhanen, zal God de sprinkhanen niet toestaan ons te bijten of te steken. Hij zal ons beschermen van deze plaag, Hij zal de sprinkhanen bevelen niets te doen tegen hen die Gods zegel op het voorhoofd dragen.
 
 

Waarom laat God de plagen van de zeven bazuinen toe?

 
Wat God tracht te bereiken met de plagen van de zeven bazuinen is dat de wedergeborenen er genade door ontvangen, dat diegenen die nog wedergeboren moeten worden, daartoe nog een kans krijgen en dat alle anderen in deze wereld die door God is gecreëerd, te laten zien dat God de Heer is, diegene die de wereld heeft gemaakt, dat Hij de Verlosser is, en dat Hij de Rechter is van allen.
In de eerste plaats wilt God dat de rechtvaardigen Gods grootheid, Zijn gratie, Zijn zegeningen en glorie eren door de zondaars onder de plagen te doen lijden en de rechtvaardigen ervan te sparen.
Ten tweede laat God deze plagen toe voor Zijn laatste oogst. Hij brengt deze plagen van de zeven bazuinen om voor de laatste keer de mensen te redden die het evangelie van het water en de Geest kennen, maar er niet in geloofden. Door de Verdrukking wilt God alle mensen die hij schiep, zowel de niet-Joden als de Israëlieten, een laatste kans geven om terug te keren naar de Heer en verlost te worden.
Ten derde: omdat niets in deze wereld kon bestaan zonder de Heer, zal Jezus Christus - Hij die op deze aarde kwam in het lichaam van een man, de zonden van de wereld op zich nam met Zijn doopsel en alle zonden wegvaagde met Zijn dood aan het Kruis – aan de hand van deze verschrikkelijke plagen Zijn verheven macht tonen aan hen die Zijn liefde en de liefde van Zijn Vader niet aanvaardden, en die niet geloofden in het evangelie van de verlossing. Degenen die niet wedergeboren zijn, zal Hij leed brengen zowel in deze wereld als in de eeuwige verdoemenis van de hel in het hiernamaals.
God brengt de plagen met zulke doelen en plannen naar deze wereld. We moeten dit weten en echt geloven dat deze plagen werkelijk zullen plaatsvinden. En hoewel we voornamelijk gespaard zullen blijven van de sprinkhanenplaag, mogen we niet vergeten dat we desalniettemin al deze plagen zullen moeten doorstaan. De plaag van het vuur welke eenderde van de natuur en de wouden van de wereld zal afbranden, de plaag van het water die eenderde van de zee in bloed en eenderde van de rivieren en bronnen in alsem zal veranderen, de plaag van de duisternis die de zon, de maan en de sterren zal verduisteren en de plaag van de oorlog die de wereld zal vernietigen: we zullen ons temidden al deze plagen bevinden. Maar we moeten ondertussen ook goed beseffen dat we steeds meer vervuld zullen raken van een groeiende vreugde alhoewel we ons deze plagen moeten doorstaan.
We zullen alle interesses in het aardse bestaan verliezen door de plagen van de zeven trompetten. Laten we even veronderstellen dat er overal rondom vulkanen aan het uitbarsten zijn, aardbevingen de grond opensplijten, bergen in rook opgaan en eenderde van de zee, de rivieren en bronnen in bloed en alsem veranderen. Stof, rook en as bedekken de hele wereld, de zon komt op rond een uur of tien ‘s ochtends en gaat onder om vier uur in de namiddag. We kunnen de maan en de sterren niet meer zien omdat ze geen licht meer geven. Zou u graag een aards bestaan leiden in zo’n wereld? Natuurlijk niet!
Dit is waarom de heiligen slechts naar God zullen opkijken en op dit moment enkel en alleen hopen op Zijn koninkrijk. Al onze hoop kan voor 100 percent bij God gevonden worden. We zouden helemaal geen interesse meer hebben om op deze aarde leven, noch zouden we hier kúnnen leven, ook al hadden we alle rijkdom om 1000 jaar op deze wereld te verblijven. Omdat al deze plagen door God gepland en toegestaan zijn, kan niemand ze stoppen. En omdat God al deze plagen heeft gepland, zal Hij ze toestaan.
Maar waarom zijn deze door God geplande plagen opgenomen in de Bijbel? Waarom heeft God Johannes verheven in de Hemel? Waarom heeft Hij hem alle plagen die gebeuren zouden na het schallen van de bazuinen, laten horen en zien? En waarom heeft Hij hem alles wat hij hoorde en zag, laten neerschrijven? Door te tonen wat er met deze wereld ging gebeuren, zullen de heiligen hun hoop slechts vestigen op Gods Koninkrijk, het evangelie preken op deze aarde en iedereen in Jezus Christus doen geloven.
God heeft al deze dingen gepland en toegestaan opdat de mensen door deze plagen tweemaal zouden nadenken en niet zouden moeten lijden in het meerl van vuur en zwavel in de hel. Met andere woorden: God heeft hen een ontsnapping voor de plagen aangereikt. En omdat God niet wilt dat iemand in de hel terecht komt, wilt Hij dat de harten van de zondaars terug tot Hem komen door hen te confronteren met de plagen. Ik geloof dat het Woord neergeschreven en aan ons getoond werd zodat iedereen de Hemel in kon worden geleid.
Gods plagen zijn er niet alleen om ons leed te berokkenen. Hij brengt deze plagen naar de wereld en naar ons zodat we onze hoop in Zijn Koninkrijk zouden vestigen en niet in deze aarde. Het is ook belangrijk dat we weten dat Hij al deze dingen toelaat opdat wij Zijn reddende liefde zouden preken aan de ontelbare verloren zielen die verdoemd zijn eeuwig in het hellevuur te blijven. Dit in de hoop dat zij ook mogen geloven in het Verlossende Woord, dat zij gered mogen worden en ontsnappen aan deze Verdrukking.
Sommige soorten meerval zijn bekend onder meer omwille van de pijn die ze kunnen veroorzaken met hun stekels. Als u niet voorzichtig bent wanneer u deze vis hanteert, kunt u gestoken worden door de giftige vinnen en zal u verschrikkelijke pijn hebben, alsof u een elektrische schok kreeg. Deze pijn is bijna niets vergeleken met de pijn die veroorzaakt wordt door de steken van de sprinkhanen.
Nu stelt u zich eens voor vijf maanden lang zo’n pijn te hebben. Het zal de vreselijkste pijn zijn die u zich kunt voorstellen, en zelfs als de mensen liever zouden sterven dan deze foltering te moeten ondergaan, zullen zij zich niet van het leven kunnen beroven. Zij zullen zichzelf niet kunnen doden want het Woord zegt ons, “Zij zullen wensen te sterven, en de dood zal van hen wegvluchten.” Maar omdat wij Gods kinderen zijn geworden door te geloven in het evangelie van het water en de Geest, en omdat daardoor de Heilige Geest zich in elk van ons bevindt, zal God ons van deze plaag beschermen. Zo zullen wij niet lijden onder de pijn die gebracht wordt door de sprinkhanen. Ook op het ergste moment van zo’n plaag zijn wij beschermd omdat wij verlost zijn van onze zonden door te geloven in het evangelie van het water en de Geest.
Het Boek der Openbaringen heeft niet alleen als doel ons angst in te boezemen, maar door het Woord van de Openbaring moeten ons realiseren hoe God ons die speciale bescherming tegen de plagen zal geven, hoe Hij door ons verheerlijkt kan worden en hoe wij op onze beurt door Zijn glorie gekleed kunnen worden. Met deze kennis kunnen we moediger zijn, het evangelie meer preken en God meer verheerlijken wanneer de tijd van de Verdrukking komt. Dus moeten we zonder angst in ons hart leven in dit tijdperk en zonder enige hebzucht voor onze aardse levens. God leert ons deze dingen allemaal in vooruit zodat we de moed zouden hebben. Daarom moeten we het moedige geloof bezitten.
God deelt de zeven plagen in twee categorieën: de eerste vier catastrofes en de laatste drie rampspoeden. Hij verklaart dat de laatste categorie veel verschrikkelijker en vreselijker zal zijn dan de eerste. Na de vijfde plaag zegt Hij nadrukkelijk, “Het ene wee is weggegaan, ziet, er komen nog twee weeën na dezen.”
De tweede rampspoed is de plaag van de zesde bazuin: “zeggende tot den zesden engel, die de bazuin had: ‘Ontbind de vier engelen, die gebonden zijn bij de grote rivier, den Eufraat.’ En de vier engelen zijn ontbonden geworden, welke bereid waren tegen de ure, en dag, en maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden doden.” In vers 16 staat het volgende geschreven, “En het getal van de heirlegers der ruiterij was tweemaal tien duizenden der tien duizenden.” Dit toont aan dat er een enorme oorlog zal uitbreken en dat eenderde van de mensheid hierdoor zal worden uitgeroeid. Met andere woorden: God zal een afgrijselijke oorlogsplaag naar deze aarde brengen.
In versen 17 en 18 staat, “En ik zag alzo de paarden in dit gezicht, en die daarop zaten, hebbende vurige, en hemelsblauwe, en sulfervervige borstwapenen; en de hoofden der paarden waren als hoofden van leeuwen, en uit hun monden ging vuur, en rook, en sulfer. Door deze drie werd het derde deel der mensen gedood, namelijk door het vuur, en door den rook, en door het sulfer, dat uit hun monden uitging.” God zal toestaan dat ontelbaar veel mensen werkelijk gedood zullen worden door het grote leger van cavaleristen. Dit is de plaag die zal worden ingeleid door het klinken van de bazuin van de zesde engel.
Maar wat zal er gebeuren als de zevende bazuin klinkt? Verrijzenis en opname zullen plaatsvinden. Tot en met de zesde bazuin waren alle voorgaande plagen natuurrampen en een oorlog die mensen onmiddellijk doodde. Ik geloof in deze Woorden omdat al het voorgaande ingesloten zit in de plagen van de zeven bazuinen die worden verhaald in de Bijbel. Maar wat denkt u? Gelooft u ook in deze waarheid?
Bent u ook verlost van uw zonden door te geloven in het evangelie van het water en de Geest? Maar opdat u zou ontsnappen aan het leed van de eeuwige plaag en opdat u nooit een voet in de hel zou moeten zetten, moet u nu geloven in het evangelie van het water en de Geest. Dit evangelie werd u gegeven door God om al uw zonden weg te wassen, u de Grote Verdrukking te ontzien en u Zijn Koninkrijk, de Nieuwe Hemel en Aarde te geven. U moet vertrouwen hebben en in dit evangelie geloven. U moet dit evangelie kennen en erin geloven. Er is geen andere weg naar de Hemel dan door uw geloof in dit evangelie van het water en de Geest.
Jezus vertelde Petrus, “En aan u geef ik de sleutels van het hemels koninkrijk.” Wij krijgen de sleutels van het Hemels Koninkrijk als we Jezus Christus aanvaarden als onze Verlosser – dat Hij op deze aarde kwam, alle zonden van de wereld op Zich nam door Zijn Doopsel van Johannes de Doper in de Jordaan, al deze zonden met zich meedroeg, aan het Kruis stierf en van de dood is opgestaan. Alleen wanneer we dit geloven kunnen we de Hemel binnentreden en zullen we beschermd worden tegen deze plagen. We moeten geloven dat al onze zonden uitgewist werden.
Terwijl de zevende bazuin klinkt, zal de opname plaatsvinden, samen met het martelarenschap dat omschreven werd in Openbaring 13. Als de Antichrist opkomt, zullen we onze rechtvaardige dood en ons martelarenschap aanschouwen.
U moet zich realiseren hoe waardevol en belangrijk het is dat u dit evangelie kent en erin gelooft. Geloof in dit evangelie van het water en de Geest. Dan zult u de eindtijd moedig en zonder vrees het hoofd kunnen bieden en zult u in het Millennium Koninkrijk en de door God beloofde Nieuwe Hemel en Aarde kunnen verblijven. We moeten de Heer aanbidden als één van de 24 ouderen die rond Jezus Christus, die God is, staan. Er is geen andere manier om de Verdrukking moedig te doorstaan dan in het evangelie van het water en de Geest te geloven.
Ik hoop en bid dat jullie allemaal als wedergeboren heiligen de eindtijd overwinnen en Gods Millennium Koninkrijk en Zijn eeuwige Hemel mogen erven door hartstochtelijk te geloven in dit evangelie.