De doop van Jezus en Zijn dood aan het Kruis zijn beide even essentieel voor onze zaligheid.
Wij kunnen niet zeggen dat het één belangrijker is dan het ander. Echter, het probleem is dat de meeste christenen tegenwoordig alleen het bloed van Jezus aan het Kruis kennen. Zij geloven dat zij vergeven zijn omdat Hij aan het Kruis stierf, maar het is niet alleen het Kruis waarmee Jezus de zonden der wereld wegnam. Omdat Hij door Johannes de Doper gedoopt werd en alle zonden der wereld op Zijn rug droeg, kon Zijn dood aan het Kruis daadwerkelijk het oordeel zijn voor al onze zonden.
Alleen in het Kruis geloven zonder de doop van Jezus is net als het brengen van een offer aan de Heere zonder er de handen op te leggen. Zij die zulke offers brachten, konden niet verlost worden van hun zonden omdat dat soort offer een wetteloos offer was, dat de Heere God niet kon aanvaarden. De Heere riep tot Mozes en sprak tot hem vanuit de tent der samenkomst, zeggende: “Indien zijn offerande een brandoffer van runderen is, zo zal hij een volkomen mannetje offeren; aan de deur van de tent der samenkomst zal hij dat offeren, naar zijn welgevallen, voor het aangezicht des HEEREN. En hij zal zijn hand op het hoofd des brandoffers leggen, opdat het voor hem aangenaam zij, om hem te verzoenen.” (Leviticus 1:3-4)
De Heere is rechtvaardig en wettig. Hij heeft het eerlijke en rechtvaardige offersysteem ingesteld om onze zonden weg te wassen. Wanneer wij een wettig offer brengen, wordt het offer door de Heere aanvaard om verzoening voor ons te doen. Zonder het opleggen van handen kan geen offer voor God aanvaardbaar zijn. Evenzo, als wij de doop van Jezus weglaten uit ons geloof in Hem, kunnen wij onze zonden niet weggenomen krijgen met dat soort geloof.
Een van de meest voorkomende misvattingen die christenen vandaag geloven, is dat zij denken gered te kunnen worden door Jezus slechts als hun Zaligmaker te belijden omdat de Heere liefde is. De Bijbel zegt weliswaar: “Een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden” (Handelingen 2:21, Romeinen 10:13), terwijl het ons ook vertelt: “Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.” (Mattheüs 7:21)
Om te belijden dat Jezus de Zaligmaker is, moeten wij de wet der zaligheid kennen die God heeft ingesteld. Als wij simpelweg door in de naam van Jezus te geloven zalig kunnen worden, zou er geen enkele reden zijn voor de Schriften om geschreven te worden over het offersysteem van het Oude Testament en over hen die de wetteloosheid bedrijven in Mattheüs 7:21-23.
Echter, de wonderbaarlijke en volmaakte weg van des Heeren zaligheid is duidelijk opgetekend in de Bijbel. Inderdaad, wij kunnen in Leviticus hoofdstukken 3 en 4 duidelijk zien dat een zondaar zijn handen moest leggen op het hoofd van het offer om zijn zonden op zijn hoofd over te dragen en het daarna te doden en zijn bloed te sprenkelen wanneer hij zond- en vredeoffers bracht. Een offer brengen zonder handoplegging of een offer met gebrek brengen is te wetteloos om verzoening te doen.
Zowel de woorden van het Oude als het Nieuwe Testament hebben hun overeenkomstige tegenhangers met elkaar (Jesaja 34:16). De doop van Jezus in de Jordaan is gelijk aan het opleggen der handen door de zondaar op het hoofd van het zondoffer in het Oude Testament. Toen Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan werd gedoopt, zei Hij: “Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen.” (Mattheüs 3:15)
Hier betekent “alle gerechtigheid” “recht en billijkheid”. Dit betekent dat het passend was voor Jezus om door die methode het zondoffer voor de mensheid te worden. Het was ook passend voor Hem om door Johannes de Doper gedoopt te worden in de vorm van handoplegging, om alle zonden der wereld weg te nemen. Dit werd gedaan op de meest eerlijkste wijze, volgens het offersysteem bestaande uit handoplegging en bloed, dat God in het Oude Testament had ingesteld.
Alleen in het Kruis geloven betekent bijgevolg dat Zijn dood niets te maken had met onze zonden, omdat onze zonden nooit op Hem overgedragen hadden kunnen worden zonder de doop van Jezus. Het resulteert erin dat Zijn bloed beschouwd wordt als onbekwaam om zonden weg te wassen (Hebreeën 10:29).
Daarom zou Zijn bloed daadwerkelijk effectief zijn in het wegwassen van de zonden in de harten der gelovigen alleen als zij geloven dat al hun zonden op Hem gelegd werden, toen Johannes de Doper Hem doopte door het opleggen van zijn handen. Aldus getuigde de Apostel Johannes dat degene die gelooft dat Jezus de Zoon van God is, Die gekomen is door water en bloed, de wereld overwint. Jezus kwam door water en bloed, niet alleen door water (1 Johannes 5:4-6).
Jezus Christus verklaarde aan Zijn discipelen de dingen aangaande Hemzelf in alle Schriften. Beginnende bij Mozes en al de profeten, toonde Hij dat het zondoffer in het Oude Testament Hijzelf was. David sprak in plaats van Hem in de Psalmen: “Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven—Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God!” (Psalmen 40:7-8, Hebreeën 10:7)
Als gevolg hiervan doet Zijn doop het Kruis niet teniet, maar is het werkelijk het essentiële deel van des Heeren evangelie dat de betekenis van het Kruis voltooit en vervult. Het leert ons ook dat wij geen verlossing kunnen hebben tenzij er de doop en het kostbare bloed van Jezus Christus is. Wat Ik bedoel met gered worden is dat u de wegneming der zonden verkrijgt door te geloven in de doop van Jezus en Zijn bloed aan het Kruis en de gave des Heiligen Geestes ontvangt (1 Johannes 5:8, Handelingen 2:38).